Vorm van de schroeflijn
De tabel toont de relatie tussen werkrichting, rotatierichting en radius-
correctie voor bepaalde baanvormen.
Werk-
Binnendraad
richting
rechtse draad
Z+
linkse draad
Z+
rechtse draad
Z–
linkse draad
Z–
Buitendraad
rechtse draad
Z+
linkse draad
Z+
rechtse draad
Z–
linkse draad
Z–
Schroeflijn programmeren
Geef de rotatierichting en de totale incrementele hoek G91
H met hetzelfde voorteken in, anders kan het gereedschap
zich langs een verkeerde baan verplaatsen.
Voor de totale hoek G91 H kan een waarde tussen
–5400° en +5400° ingegeven worden. Wanneer de draad
meer dan 15 gangen heeft, programmeer dan de
schroeflijn in een herhaling van een programmadeel
(zie „Herhalingen van programmadelen", bladzijde 318)
8
Poolcoördinaten-hoek H: totale hoek incrementeel
12
ingeven, waarmee het gereedschap zich op de
schroeflijn verplaatst. Na ingave van de hoek wordt
de gereedschapsas met een askeuzetoets geko-
zen.
8
Coördinaat voor de hoogte van de schroeflijn incre-
menteel ingeven
8
Radiuscorrectie G41/G42 volgens tabel ingeven
NC-voorbeeldregels: draad M6 x 1 mm met 5 gangen
N120 I+40 J+25 *
N130 G01 Z+0 F100 M3 *
N140 G11 G41 R+3 H+270 *
N150 G12 G91 H-1800 Z+5 *
142
Rotatie-
Radiuscor-
richting
rectie
G13
G41
G12
G42
G12
G42
G13
G41
G13
G42
G12
G41
G12
G41
G13
G42
Z
Y
CC
270°
25
6 Programmeren: contouren programmeren
R3
X
40