SLEUFFREZEN (cyclus G74)
Voorbewerken
1 De TNC verplaatst het gereedschap met de nabewerkingsover-
maat (de helft van het verschil tussen sleufbreedte en gereed-
schapsdiameter) naar binnen. Van daaruit steekt het gereedschap
in het werkstuk en freest in de lengterichting van de sleuf
2 Aan het einde van de sleuf volgt een diepteverplaatsing en het
gereedschap freest tegenlopend. Dit proces herhaalt zich totdat de
geprogrammeerde freesdiepte is bereikt.
Nabewerken
3 Op de bodem van de sleuf verplaatst de TNC het gereedschap via
een cirkelbaan tangentiaal naar de buitencontour; vervolgens
wordt de contour meelopend (bij M3) nabewerkt.
4 Afsluitend verplaatst het gereedschap zich in ijlgang naar veilig-
heidsafstand terug. Bij een oneven aantal instellingen verplaatst
het gereedschap zich op veiligheidsafstand naar de startpositie
Let vóór het programmeren op het volgende
Een door het midden snijdende vingerfrees (DIN 844)
gebruiken, of voorboren op het startpunt.
Voorpositioneren in het midden van de sleuf en met de
gereedschapsradius verplaatst in de sleuf met radiuscor-
rectie G40.
Freesdiameter niet groter dan de sleufbreedte en niet klei-
ner dan de helft van de sleufbreedte kiezen.
Positioneerregel op het startpunt in de spilas (veiligheid-
safstand boven het werkstukoppervlak) programmeren.
Het voorteken van de cyclusparameter diepte legt de wer-
krichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogram-
meerd, dan voert de TNC de cyclus niet uit.
244
8 Programmeren: cycli