Maximale verplaatsingsbereik bepalen
en ingeven
8
Positieweergave REF kiezen
8
Gewenste positieve en negatieve eindposities
van de line X-, Y- en Z-as benaderen.
8
Waarden met voorteken noteren
8
MOD-functies kiezen: toets MOD indrukken
8
Begrenzing van het verplaatsings-
bereik ingeven: softkey VERPLA-
ATSINGSBEREIK indrukken. Geno-
teerde waarden voor de assen als
begrenzingen ingeven.
8
MOD-functie verlaten: softkey
EINDE indrukken
Bij begrenzingen van verplaatsingsberei-
ken worden radiuscorrecties van het
gereedschap niet meeberekend.
Met begrenzingen van het verpla-
atsingsbereik en software-eindschakela-
ars wordt rekening gehouden, nadat de
referentiepunten gepasseerd zijn.
Weergave van het nulpunt
De op het beeldscherm linksonder getoonde waar-
den zijn de handmatig vastgelegde referentiepunten
gerelateerd aan het machinenulpunt. Deze kunnen
niet op het beeldscherm worden veranderd.
Begrenzing van het verplaatsings-
bereik voor de programmatest
(niet bij TNC 426, TNC 430)
Voor de programmatest en de grafische program-
meerweergave kan een afzonderlijk verplaatsings-
bereik (evt. 2e softkeyniveau) worden ingegeven,
nadat de MOD-functie is geactiveerd.
Behalve de begrenzingen kan ook de plaats van het
werkstukreferentiepunt gerelateerd aan het machi-
nenulpunt worden vastgelegd.
416
12 MOD-functies