5.3 Gereedschapscorrectie
Inleiding
De TNC corrigeert de gereedschapsbaan met de correctiewaarde voor
gereedschapslengte in de spilas en met de gereedschapsradius in het
bewerkingvlak.
Wanneer het bewerkingsprogramma direct op de TNC gemaakt
wordt, dan is de radiuscorrectie van het gereedschap alleen in het
bewerkingsvlak werkzaam. De TNC houdt daarbij rekening met maxi-
maal 5 assen, inclusief de rotatie-assen.
Lengtecorrectie van het gereedschap
De lengtecorrectie van het gereedschap werkt, zodra een gereed-
schap wordt opgeroepen en in de spilas geplaatst wordt. Zij wordt
opgeheven, als een gereedschap met lengte L=0 wordt opgeroepen.
Wanneer een lengtecorrectie met positieve waarde door
T0 opgeheven wordt, verkleint de afstand van gereed-
schap tot werkstuk.
Na de gereedschapsoproep verandert de geprogram-
meerde weg van het gereedschap in de spilas met het
lengteverschil tussen het oude en het nieuwe gereed-
schap.
Bij de lengtecorrectie worden deltawaarden zowel uit de T-regel als uit
de gereedschapstabel meeberekend.
Correctiewaarde = L + DL
+ DL
T
L:
gereedschapslengte L uit G99-regel of gereedschapstabel
DL
:
overmaat DL voor lengte uit T-regel (hiermee wordt geen
TL
rekening gehouden in de positieweergave)
:
overmaat DL voor lengte uit de gereedschapstabel
DL
TAB
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
met
TAB
111