Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 410 Bedieningshandboek pagina 79

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 410:

Advertenties

4.4 Uitgebreid bestandsbeheer
TNC 426, TNC 430
Inf.
Het is aan te raden om met het uitgebreide bestandsbe-
heer te werken, wanneer de bestanden in verschillende
directories moeten worden opgeslagen.
Zet hiervoor de MOD-functie PGM MGT (zie „PGM MGT
configureren (niet bij TNC 410)" op bladzijde 407).
Zie ook „Bestandsbeheer: basisbegrippen" op bladzijde
43.
Directories
Daar er op de harde schijf zeer veel programma's of bestanden opges-
lagen kunnen worden, is het overzichtelijker wanneer de afzonderlijke
bestanden onderverdeeld worden in directories (mappen). In deze
directories kunnen weer volgende directories aangelegd worden, de
zg. subdirectories.
De TNC beheert max. 6 directory-niveaus!
Wanneer meer dan 512 bestanden in een directory wor-
den opgeslagen, dat zet de TNC de bestanden niet meer
in alfabetische volgorde!
Namen van directories
De naam van een directory mag maximaal 8 tekens lang zijn en
beschikt niet over een extensie. Wanneer meer dan 8 tekens voor de
naam van de directory worden ingegeven, breekt de TNC de naam
automatisch af na 8 tekens.
Pad
Een pad geeft het loopwerk en alle directories resp. subdirectories
weer, waarin een bestand is opgeslagen. De afzonderlijke gegevens
worden door een „\" gescheiden.
Voorbeeld
In het loopwerk TNC:\ werd de directory AUFTR1 gemaakt. Vervol-
gens werd in de directory AUFTR1 nog de subdirectory NCPROG
gemaakt een daar werd het bewerkingsprogramma PROG1.I naartoe
gekopieerd. Het bewerkingsprogramma heeft dus het pad:
TNC:\AUFTR1\NCPROG\PROG1.I
Rechts wordt een voorbeeld gegeven van een directory-overzicht met
verschillende paden.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
53

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 426Tnc 430