Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 410 Bedieningshandboek pagina 305

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 410:

Advertenties

CILINDERMANTEL sleuffrezen (cyclus G128)
Machine en TNC moeten door de machinefabrikant voor-
bereid zijn.
Met deze cyclus kan één op de uitslag gedefinieerde geleidesleuf op
de mantel van een cilinder worden overgebracht. In tegenstelling tot
cyclus G127 stelt de TNC het gereedschap bij deze cyclus zo in, dat de
wanden bij een actieve radiuscorrectie altijd parallel aan elkaar verlo-
pen. Programmeer de middelpuntsbaan van de contour.
1 De TNC positioneert het gereedschap boven het insteekpunt
2 Bij de eerste diepte-instelling freest het gereedschap met free-
saanzet Q12 langs de wand van de sleuf; daarbij wordt de over-
maat kantnabewerking meeberekend
3 Aan het einde van de contour verplaatst de TNC het gereedschap
naar de tegenoverliggende wand van de sleuf en keert terug naar
het insteekpunt
4 De stappen 2 en 3 worden herhaald, totdat de geprogrammeerde
freesdiepte Q1 is bereikt
5 Vervolgens gaat het gereedschap naar veiligheidsafstand
Let vóór het programmeren op het volgende
Het geheugen voor de SL-cyclus is beperkt. In een SL-
cyclus kunnen b.v. maximaal 128 rechte-regels worden
geprogrammeerd.
Het voorteken van de cyclusparameter diepte legt de wer-
krichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogram-
meerd, dan voert de TNC de cyclus niet uit.
een door het midden snijdende vingerfrees (DIN 844) toe-
passen.
De cilinder moet in het midden van de draaitafel opgespan-
nen zijn.
De spilas moet loodrecht op de as van de draaitafel staan.
Als dit niet het geval is, dan komt de TNC met een foutmel-
ding.
Deze cyclus kan niet bij gezwenkt bewerkingsvlak worden
uitgevoerd.
De TNC controleert of de gecorrigeerde en niet-gecorrige-
erde baan van het gereedschap binnen het weerga-
vebereik van de rotatie-as ligt (is in machineparameter
810.x vastgelegd). Bij foutmelding „Contourprogrammeer-
fout" evt. MP 810.x = 0 instellen.
8
Freesdiepte Q1 (incrementeel): afstand tussen cilin-
dermantel en bodem van de contour
8
Overmaat kantnabewerking Q3 (incrementeel): over-
maat voor nabewerking in vlak van de ontwikkelende
mantel; overmaat werkt in de richting van de radius-
correctie
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Voorbeeld: NC-regel
N63 G128 Q1=-8 Q3=+0 Q6=+0 Q10=+3 Q11=100
Q12=350 Q16=25 Q17=0 Q20=12 *
279

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 426Tnc 430