8
Startpunt 1e as Q225 (absoluut): coördinaat van het
startpunt in de hoofdas van het bewerkingsvlak
8
Startpunt 2e as Q226 (absoluut): coördinaat van het
startpunt in de nevenas van het bewerkingsvlak
8
Afstand 1e as Q237 (incrementeel): afstand tussen
de afzonderlijke punten op de lijn
8
Afstand 2e as Q238 (incrementeel): afstand tussen
de afzonderlijke lijnen
8
Aantal kolommen Q242: aantal bewerkingen op de lijn
8
Aantal lijnen Q243: aantal lijnen
8
Rotatiehoek Q224 (absoluut): hoek waarmee het
totale patroon wordt geroteerd. Het rotatiecentrum
ligt in het startpunt
8
Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel): afstand
tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak
8
Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut): coördin-
aat werkstukoppervlak
8
Lengte van de 2e veiligheidsafstand Q204 (incre-
menteel): coördinaat spilas waarin botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spaninrichting) uitges-
loten is
8
Verplaatsen naar veilige hoogte Q301: vastleggen
hoe het gereedschap zich tussen de bewerkingen
moet verplaatsen:
0: tussen de bewerkingen naar veiligheidsafstand
verplaatsen
1: tussen de meetpunten naar de 2e veiligheidsaf-
stand verplaatsen
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Voorbeeld: NC-regel
N54 G221 Q225=+15 Q226=+15 Q237=+10
Q238=+8 Q242=6 Q243=4 Q224=+15
Q200=2 Q203=+30 Q204=50 Q301=1 *
257