Werking
M114 wordt werkzaam aan het begin van de regel, M115 aan het
einde van de regel. M114 werkt niet bij actieve radiuscorrectie van het
gereedschap.
M114 wordt met M115 teruggezet. Aan het einde van het programma
wordt M114 eveneens opgeheven.
Positie van de gereedschapspunt bij het
positioneren van zwenkassen handhaven
(TCPM*): M128 (niet bij TNC 410)
De machinegeometrie moet door de machinefabrikant in
de machineparameters 7510 e.v. vastgelegd zijn.
Standaardinstelling
De TNC verplaatst het gereedschap naar de in het bewerkingspro-
gramma vastgelegde posities. Als in het programma de positie van
een zwenkas verandert, dan heeft dit een verstelling in de lineaire
assen tot gevolg. Deze verstelling moet berekend en in een positione-
erregel verwerkt worden (zie afb. bij M114).
Instelling met M128
Wanneer in het programma de positie van een gestuurde zwenkas
verandert, dan blijft tijdens het zwenken de positie van de gereed-
schapspunt t.o.v. het werkstuk onveranderd.
Pas M128 in combinatie met M118 toe, wanneer tijdens de pgm.-
afloop de positie van de zwenkas met het handwiel gewijzigd moet
worden. Het laten doorwerken van een handwielpositionering
geschiedt als M128 actief is, in het machinevaste coördinatensys-
teem.
Bij zwenkassen met Hirth-vertanding: verander de positie
van de zwenkas alleen, nadat het gereedschap uit het
materiaal is gehaald. Anders kan de contour bij het terugt-
rekken uit de vertanding worden beschadigd.
168
B
Z
7 Programmeren: additionele functies
X
Z
X