Automatische correctie van de
machinegeometrie bij het werken met
zwenkassen: M114 (niet bij TNC 410)
De machinegeometrie moet door de machinefabrikant in
de machineparameters 7510 e.v. vastgelegd zijn.
Standaardinstelling
De TNC verplaatst het gereedschap naar de in het bewerkingspro-
gramma vastgelegde posities. Als in het programma de positie van
een zwenkas verandert, moet de postprocessor de daaruit voortvloei-
ende verstelling in de lineaire assen berekenen en in een positioneer-
regel verwerken. Omdat hier ook de machinegeometrie een rol speelt,
moet voor elke machine het NC-programma separaat worden bere-
kend.
Instelling met M114
Wanneer in het programma de positie van een gestuurde zwenkas
verandert, dan compenseert de TNC automatisch de verstelling van
het gereedschap met een 3D-lengtecorrectie. Daar de geometrie van
de machine in machineparameters is opgeslagen, compenseert de
TNC automatisch ook machinespecifieke verstellingen. Programma's
hoeven door de postprocessor slechts eenmaal berekend te worden,
ook als zij op verschillende machines met TNC-besturing afgewerkt
worden.
Wanneer de machine geen gestuurde zwenkassen heeft (kop hand-
matig te zwenken, kop wordt door de PLC gepositioneerd), dan kan
achter M114 de op dat moment geldende zwenkkoppositie ingegeven
worden (b.v. M114 B+45, Q-parameter toegestaan).
Met de radiuscorrectie van het gereedschap moet het CAD-systeem
resp. de postprocessor rekening houden. Een geprogrammeerde radi-
uscorrectie G41/G42 leidt tot een foutmelding.
Als de lengtecorrectie van het gereedschap door de TNC uitgevoerd
wordt, is de geprogrammeerde aanzet gerelaterd aan de gereed-
schapspunt, anders aan het referentiepunt van het gereedschap.
Wanneer de machine een gestuurde zwenkkop heeft, kan
de programma-afloop onderbroken en de positie van de
zwenkas veranderd worden (b.v. met het handwiel).
Met de functie SPRING NAAR REGEL N kan het bewer-
kingsprogramma vervolgens op de plaats waar onderbro-
ken werd, verdergaan. Als M114 actief is, houdt de TNC
automatisch rekening met de nieuwe zwenkaspositie.
Om de positie van de zwenkas met het handwiel tijdens
de pgm.-afloop te veranderen, moet in combinatie met
M128, M118 toegepast worden.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
B
B
Z
dx
dB
dz
X
167