2.1 Inschakelen, uitschakelen
Inschakelen
Het inschakelen en het benaderen van de referentiepun-
ten zijn machine-afhankelijke functies. Raadpleeg het
machinehandboek.
De voedingsspanning van de TNC en de machine inschakelen. Vervol-
gens toont de TNC onderstaande dialoog:
GEHEUGENTEST
Geheugen van de TNC wordt automatisch getest
STROOMONDERBREKING
TNC-melding dat er een stroomonderbreking is
geweest – melding wissen
PLC-PROGRAMMA VERTALEN
PLC-programma van de TNC wordt automatisch vertaald
STUURSPANNING VOOR RELAIS ONTBREEKT
Stuurspanning inschakelen. De TNC test de functie
van het NOODSTOP-circuit
HANDBEDIENING
REFERENTIEPUNTEN PASSEREN
Referentiepunten in opgegeven volgorde passeren:
voor iedere as externe START-toets indrukken, of
Referentiepunten in willekeurige volgorde passeren:
voor iedere as externe richtingstoets indrukken en
vasthouden, tot het {⁄Referentiepunt}plainf1fs18 refe-
rentiepunt gepasseerd is.
Met meerdere assen tegelijkertijd referentiepunten pas-
seren: assen met softkey kiezen (assen worden dan op
het beeldscherm invers weergegeven) en vervolgens
externe START-toets indrukken (alleen bij TNC 410)
De TNC is nu gereed voor gebruik in de werkstand Handbediening.
18
2 Handbediening en uitrichten