Voorbeeld: boorcycli in combinatie met puntentabellen (alleen bij TNC 410)
De boringcoördinaten zijn in de puntentabel
TAB1.PNT opgeslagen en worden door de TNC
met G79 PAT opgeroepen.
De gereedschapsradiussen zijn zo gekozen dat
alle werkstappen in de grafische testweergave
zijn te zien.
Programma-afloop
Centreren
Boren
Schroefdraad tappen
%1 G71 *
N10 G30 G17 X+0 Y+0 Z-20 *
N20 G31 X+100
Y+100
Z+0 *
N30 G99 1 L+0 R+4 *
N40 G99 2 L+0 R+2.4 *
N50 G99 3 L+0 R+3 *
N60 T1 G17 S5000 *
N70 G01 G40 Z+10 F5000 *
N80 %:PAT: "TAB1" *
N90 G200 Q200=2 Q201=-2 Q206=150 Q202=2
Q210=0 Q203=+0 Q204=0*
N100 G79 "PAT" F5000 M3 *
N110 G00 G40 Z+100 M6 *
N120 T2 G17 S5000 *
N130 G01 G40 Z+10 F5000 *
N140 G200 Q200=2 Q201=-25 Q206=150 Q202=5
Q210=0 Q203=+0 Q204=0*
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Y
100
90
65
55
30
10
10
20
Definitie van het ruwdeel
Gereedschapsdefinitie centerboor
Gereedschapsdefinitie boor
Gereedschapsdefinitie draadtap
Gereedschapsoproep centerboor
Gereedschap naar veilige hoogte verplaatsen (F met waarde pro-
grammeren,
de TNC positioneert na elke cyclus naar de veilige hoogte)
Puntentabel vastleggen
Cyclusdefinitie centreren
Bij Q203 en Q204 moet 0 worden ingegeven
Cyclusoproep in combinatie met puntentabel TAB1.PNT,
Aanzet tussen de punten: 5000 mm/min
Gereedschap terugtrekken, gereedschapswissel
Gereedschapsoproep boor
Gereedschap naar veilige hoogte verplaatsen (F met waarde pro-
grammeren)
Cyclusdefinitie boren
Bij Q203 en Q204 moet 0 worden ingegeven
X
40
80
90
100
229