BEWERKINGSVLAK (cyclus G80,
niet bij TNC 410)
De functies voor het zwenken van het bewerkingsvlak
worden door de machinefabrikant aan de TNC en de
machine aangepast. Bij bepaalde zwenkkoppen (zwenkta-
fels) legt de machinefabrikant vast of de in de cyclus
geprogrammeerde hoeken door de TNC als coördinaten
van de rotatie-assen of als ruimtelijke hoeken geïnterpre-
teerd worden. Raadpleeg het machinehandboek.
Het zwenken van het bewerkingsvlak geschiedt altijd om
het actieve nulpunt.
Basisprincipes zie „Bewerkingsvlak zwenken (niet bij TNC
410)", bladzijde 26: lees dit gedeelte volledig door.
Werking
In cyclus G80 wordt de positie van het bewerkingsvlak – d.w.z. de
positie van de gereedschapsas t.o.v. het machinevaste coördinatensy-
steem – door ingave van de zwenkhoeken gedefinieerd. U kunt de
positie van het bewerkingsvlak op twee manieren vastleggen:
positie van de zwenkassen direct ingeven
positie van het bewerkingsvlak door maximaal drie rotaties (ruimte-
lijke hoeken) van het machinevaste coördinatensysteem beschrij-
ven. De in te geven ruimtelijke hoeken worden verkregen door een
snede loodrecht door het gezwenkte bewerkingsvlak aan te bren-
gen en de snede te bekijken vanaf de as waaromheen u wilt zwen-
ken. Met twee ruimtelijke hoeken is elke willekeurige gereed-
schapspositie in de ruimte al duidelijk vastgelegd.
Let erop dat de positie van het gezwenkte coördinatensy-
steem en dus ook verplaatsingen in het gezwenkte sys-
teem afhankelijk zijn van de manier waarop het gezwenkte
vlak wordt beschreven.
Wanneer de positie van het bewerkingsvlak via ruimtelijke hoeken
wordt geprogrammeerd, berekent de TNC automatisch de daarvoor
benodigde hoekposities van de zwenkassen en legt deze in de para-
meters Q120 (A-as) t/m Q122 (B-as) vast. Als er twee oplossingen
mogelijk zijn, kiest de TNC – op basis van de nulpositie van de rotatie-
assen – de kortste weg.
De volgorde van de rotaties voor de berekening van de ruimtelijke vec-
tor staat vast: eerst roteert de TNC de A-as, vervolgens de B-as en als
laatste de C-as.
Cyclus 19 werkt vanaf de definitie in het programma. Zodra een as in
het gezwenkte systeem wordt verplaatst, werkt de correctie voor
deze as. Wanneer de correctie in alle assen moet worden verrekend,
dan moeten alle assen verplaatst worden.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
305