2. Zorg ervoor dat het klepje van de
aansluiting voor de AC-lader goed
dicht zit.
3. Zorg ervoor dat de klep van de
laadaansluiting
goed
wordt.
4. Neem de stekker uit de wandcon‐
tactdoos. Trek niet aan de kabel bij
het losnemen van de stekker.
5. Sluit de beschermklep voor de laad‐
stekker, zodat er geen verontreini‐
gingen in de aansluiting terecht
kunnen komen.
6. Plaats de laadkabel in het kabel‐
compartiment om hem te bescher‐
men.
Laadstekker loskoppelen in
noodgevallen
gesloten
Als de laadstekker niet losgekoppeld
kan worden door een ontladen accu of
een storing in de bedrading, open dan
de motorkap en trek lichtjes aan de
noodontgrendelingskabel. Dan wordt de
vergrendeling van de laadaansluiting
ontgrendeld.
Mogelijk werkt de vergrendeling van de
laadkabel niet goed als er vreemde ma‐
terialen zoals stof in de kabel komen of
als er een laag ijs om de kabel heen zit.
In dat geval is het mogelijk dat de laad‐
kabel niet is ontkoppeld of vergrendeld,
of dat de auto niet wordt opgeladen.
Als dit gebeurt, opent u de motorkap en
trekt u voorzichtig 2 tot 3 keer aan de
noodkabel en probeert u de laadkabel
los te maken of begint u met opladen.
Voorzorgsmaatregelen voor
portable laadkabel (ICCB: In-Cable
Control Box)
WAARSCHUWING
• Gebruik alleen een portable laad‐
kabel die door Kia Motors gecerti‐
ficeerd is.
• Probeer een portable laadkabel
niet te repareren, te demonteren
of te modificeren.
• Gebruik
geen
verlengsnoer
adapter.
• Stop onmiddellijk als er een storing
optreedt.
• Raak de stekker en de laadstekker
niet aan met natte handen.
• Raak de aansluitingen van de laad‐
stekker voor de AC-lader en de
laadaansluiting voor de AC-lader in
de auto niet aan.
(Vervolg)
1
of
1-47