Download Print deze pagina

Advertenties

Instructieboekje

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Kia CEED 2018

  • Pagina 1 Instructieboekje...
  • Pagina 3 'Family- like Care'-belofte. Alle informatie in dit instructieboekje was actueel ten tijde van de druk. Kia behoudt zich echter te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren, zodat ons beleid van continue productverbetering kan worden uitgevoerd.
  • Pagina 4 Als u vragen hebt, raadt Kia aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. Kia zal er alles aan doen om u optimaal en tot volle tevredenheid van uw nieuwe Kia te laten genieten. © 2018 Kia Motors Slovakia s.r.o.
  • Pagina 5 Inleiding Uw auto in één oogopslag Veiligheidssystemen van uw auto Kenmerken van uw auto Audiosysteem Inhoudsopgave Met uw auto rijden Wat te doen in een noodgeval Onderhoud Specificaties & Consumenteninformatie Alfabetische index...
  • Pagina 6 Inleiding Gebruik van dit instructieboekje ....1-2 Vereiste brandstof......1-3 •...
  • Pagina 7 Inleiding GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Wij willen u helpen om optimaal rijplezier U vindt verschillende gedeeltes met WAARSCHUWING uit uw auto te halen. Het instructieboekje WAARSCHUWING, kan daar op vele manieren toe bijdragen. OPMERKING in dit instructieboekje. Een WAARSCHUWING wijst u erop Wij raden u ten zeerste aan het complete Deze WAARSCHUWINGEN dienen ter bijzonder voorzichtig te zijn ter...
  • Pagina 8 GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE In sommige landen moet loodhoudende Europa BENZINE. Loodhoudende benzine is benzine worden gebruikt. Kia raadt om Voor optimale prestaties raden we u aan schadelijk voor de katalysator en de een officiële Kia-dealer/servicepartner te loodvrije benzine te tanken met een...
  • Pagina 9 Inleiding Benzine die alcohol en methanol Schade aan de auto of rijproblemen Andere brandstoffen bevat vallen mogelijk niet onder Het gebruik van brandstoffen als fabrieksgarantie wanneer deze In sommige landen is naast benzine ook - Brandstof die silicium (Si) bevat, veroorzaakt worden door het gebruik gasohol verkrijgbaar.
  • Pagina 10 Inleiding Gebruik van MTBE Gebruik geen methanol Brandstofadditieven Kia raadt het gebruik van brandstof die Uw auto is niet geschikt voor het gebruik Kia raadt aan om loodvrije benzine te meer dan 15,0 volumeprocent MTBE van methanol (methylalcohol). Dit type...
  • Pagina 11 Inleiding Rijden in het buitenland Dieselmotor Houd het brandstofpeil zorgvuldig in de gaten: als de motor afslaat bij gebrek aan Als u van plan bent om met uw auto naar Dieselbrandstof brandstof, moet complete het buitenland te gaan: Gebruik voor de dieselmotor alleen brandstofsysteem worden ontlucht...
  • Pagina 12 Inleiding Biodiesel LET OP LET OP Commercieel verstrekte dieselmengsels Zorg ervoor dat er geen benzine of • Gebruik nooit brandstof (diesel, B7 met niet meer dan 7% biodiesel, bekend water brandstoftank biodiesel of een andere brandstof) onder de naam "B7 Diesel", kunnen in uw terechtkomt.
  • Pagina 13 Inleiding INRIJPROCEDURE RISICO OP BRANDWONDEN BIJ PARKEREN OF STOPPEN U hoeft de auto niet gedurende een VAN HET VOERTUIG. bepaalde periode in te rijden. U kunt echter door het opvolgen van een paar • Parkeer of stop het voertuig niet in de eenvoudige aanwijzingen gedurende de nabijheid van brandbare artikelen zoals eerste 1.000 km de prestaties, het...
  • Pagina 14 Uw auto in één oogopslag Overzicht exterieur ......2-2 Overzicht interieur......2-4 Overzicht dashboard .
  • Pagina 15 Uw auto in één oogopslag OVERZICHT EXTERIEUR ■ Vooraanzicht 1. Motorkap............4-34 2. Koplamp (Kenmerken van uw auto)....4-125 Koplamp (Onderhoud)........8-86 3. Lamp dagrijverlichting (Kenmerken van uw auto) .......4-131 Lamp dagrijverlichting (Onderhoud) ....8-86 4. Lamp richtingaanwijzers voor (onderhoud)..8-86 5. Velgen en banden........8-50, 9-4 6.
  • Pagina 16 Uw auto in één oogopslag ■ Achteraanzicht 1. Portiersloten.............4-19 2. Tankdopklep .............4-37 3. Achterlichtunit (Onderhoud)......8-84 4. Derde remlicht (Onderhoud) ......8-86 5. Achterklep ............4-25 6. Antenne..............5-2 7. Achteruitrijmonitor..........4-122 8. Afstandswaarschuwing-achteruit .....4-94 Afstandswaarschuwing ........4-98 ❈ De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding. OCD018002...
  • Pagina 17 Uw auto in één oogopslag OVERZICHT INTERIEUR 1. Portiergreep binnen ........4-21 2. Buitenspiegelbediening.......4-52 3. Inklapbare buitenspiegel......4-52 4. Schakelaar ruitbediening ......4-28 5. Blokkeertoets ruitbediening ......4-31 6. Toets geheugenfunctie bestuurdersstoel ..3-10 7. Stuurwiel .............4-46 8. Hendel in hoogte en lengte verstelbare stuurkolom ..........4-47 9.
  • Pagina 18 Uw auto in één oogopslag OVERZICHT DASHBOARD 1. Instrumentenpaneel ........4-54 2. Claxon ............4-48 3. DBestuurdersairbag ........3-58 4. Bediening verlichting / Richtingaanwijzers........4-124 5. Ruitenwisser/-sproeier ......4-133 6. Contactslot Toets Engine start/Stop (motor starten/stoppen)......6-7, 6-12 7. Cruise control-systeem........6-95 8. Audiosysteem .............5-2 9. Schakelaar van de alarmknipperlichten ....7-2 10.
  • Pagina 19 Uw auto in één oogopslag MOTORRUIMTE ■ ■ Kappa 1,0 liter T-GDI benzinemotor 1. Expansievat koelvloeistof ......8-40 2. Vuldop motorolie Motorolie verversen en filter vervangen ...........8-35 3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir ....8-45 4. Luchtfilter .............8-49 5. Zekeringkast ..........8-75 ■ ■ Kappa 1,4 liter MPI benzinemotor 6.
  • Pagina 20 Uw auto in één oogopslag ■ ■ Kappa 1,4 liter T-GDI benzinemotor 1. Expansievat koelvloeistof ......8-29 2. Vuldop motorolie Motorolie verversen en filter vervangen ...........8-24 3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir ....8-34 4. Luchtfilter .............8-38 5. Zekeringkast ..........8-64 ■ ■ Gamma 1,6 liter MPI benzinemotor 6.
  • Pagina 21 Uw auto in één oogopslag ■ ■ SmartStream D 1,6 motor (diesel) 1. Expansievat koelvloeistof ......8-29 2. Vuldop motorolie Motorolie verversen en filter vervangen ...........8-27 3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir ....8-34 4. Luchtfilter .............8-38 5. Zekeringkast ..........8-64 6. Minpool accu ..........8-45 7. Pluspool accu ..........8-45 8.
  • Pagina 22 Veiligheidssystemen van uw auto Stoelen ......... 3-2 Airbag - aanvullend veiligheidssysteem .
  • Pagina 23 Veiligheidssystemen van uw auto STOELEN Bestuurdersstoel (1) Geheugen bestuurdersstoel* (2) Vooruit en achteruit (3) Rugleuningverstelling (4) Zittinghoogte (5) Lendensteun* (6) Hoofdsteun Voorpassagiersstoel (7) Vooruit en achteruit (8) Rugleuningverstelling (9) Zittinghoogte (10) Lendensteun* (11) Hoofdsteun Achterstoelen (12) Armsteun* (13) Hoofdsteun * : indien van toepassing ❈...
  • Pagina 24 Veiligheidssystemen van uw auto WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING Losliggende voorwerpen Verantwoordelijkheid van Gebruik geen zitkussen waardoor de bestuurder voor de de wrijving tussen de stoel en de Losliggende voorwerpen in de passagiers passagier wordt verminderd. De voetenruimte van de bestuurder passagier kan bij een aanrijding of kunnen de werking van de pedalen Rijden met de rugleuning van een een noodstop onder de gordel...
  • Pagina 25 Veiligheidssystemen van uw auto (Vervolg) WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Ga zo ver van het stuurwiel af - Bestuurdersstoel Rugleuning achterstoel zitten als mogelijk is zonder dat • Probeer de stoel nooit tijdens het • De rugleuning achter moet goed dit ten koste gaat van het rijden te verstellen.
  • Pagina 26 Veiligheidssystemen van uw auto (Vervolg) WAARSCHUWING WAARSCHUWING • In de bagageruimte mogen geen Controleer na het afstellen van de • Let goed op dat er tijdens het passagiers worden vervoerd en stoel altijd deze goed verstellen van de stoel geen tijdens het rijden mogen er geen vergrendeld, door te proberen deze handen of voorwerpen in het...
  • Pagina 27 Veiligheidssystemen van uw auto Eigenschappen van stoelleder Afstellen van voorstoel LET OP • Leder is gemaakt van de huid van een Vooruit en achteruit • Kreukels of slijtageplekken die op dier, die via een speciaal proces natuurlijke wijze ontstaan ten gereed wordt gemaakt voor gebruik.
  • Pagina 28 Veiligheidssystemen van uw auto Rugleuningverstelling Zittinghoogte Lendensteun (indien van toepassing) (indien van toepassing) OCD038003 OCD038004 OCD038055 Draai de knop naar voren of naar achteren om de rugleuning in de Duw de hendel aan de zijkant van de De lendensteun kan worden versteld gewenste stand te zetten.
  • Pagina 29 Veiligheidssystemen van uw auto Afstellen van voorstoel – Vooruit en achteruit LET OP elektrisch • Elektrisch verstelbare stoelen (indien van toepassing) worden aangedreven door De voorstoel kan worden afgesteld met de elektromotoren. Laat bedieningsschakelaars aan de buitenzijde schakelaar los als de stoel juist van de zitting.
  • Pagina 30 Veiligheidssystemen van uw auto Rugleuningverstelling Stoelhoogte Lendensteun (indien van toepassing) OCD038006 OCD038007 OCD038008 Druk de bedieningsschakelaar naar Trek voorste deel voren of naar achteren om de rugleuning bedieningsschakelaar naar boven of De lendensteun kan worden versteld in de gewenste stand te zetten. naar beneden om de voorzijde van de door de schakelaar van de lendensteun zitting omhoog of omlaag te verstellen.
  • Pagina 31 Veiligheidssystemen van uw auto Geheugen bestuurdersstoel (indien Stoelposities met de toetsen in het WAARSCHUWING van toepassing, voor elektrisch portier opslaan instelbare stoel) Opslaan van posities bestuurdersstoel Bedien het geheugen van de bestuurdersstoel nooit tijdens het 1. Zet de selectiehendel in stand P of N rijden.
  • Pagina 32 Veiligheidssystemen van uw auto Geheugen bestuurdersstoel Posities instellen vanuit geheugen Initialisatieproces initialiseren 1. Zet de selectiehendel in stand P of N 1. Het alarm klinkt (bij een Double Clutch-transmissie en Initialiseer geheugen initialisatieproces begint. een automatische transmissie) of de bestuurdersstoel als volgt als het 2.
  • Pagina 33 Veiligheidssystemen van uw auto Instapfunctie (indien van toepassing) U kunt deze functie activeren of WAARSCHUWING deactiveren. Zie “Gebruikersinstellingen” systeem beweegt in hoofdstuk 4. bestuurdersstoel als volgt automatisch: • Begin de initialisatie opnieuw wanneer het alarmsignaal of de • Zonder Smart Key-systeem ✽...
  • Pagina 34 Veiligheidssystemen van uw auto Hoofdsteun LET OP WAARSCHUWING Wanneer geen inzittenden • Voor een optimale bescherming aanwezig zijn op de achterstoelen, in geval van een aanrijding moet zet dan de hoofdsteunen in de de hoofdsteun zo afgesteld zijn laagste stand. De hoofdsteunen van dat het midden van de hoofdsteun de achterstoelen kunnen het zicht zich op dezelfde hoogte bevindt...
  • Pagina 35 Veiligheidssystemen van uw auto Hoogte afstellen ■ Type A OCD038012 OYFH034205 ■ Type B OCD038010 LET OP Wanneer u de rugleuning naar Hoger: trek de hoofdsteun omhoog naar voren klapt terwijl de hoofdsteun en de gewenste positie (1). Lager (2): druk zitting niet zijn ingeklapt, kan de de ontgrendelknop (3) in en laat de hoofdsteun mogelijk de zonneklep...
  • Pagina 36 Veiligheidssystemen van uw auto Hoofdsteun verwijderen: 2. Zet de rugleuning (4) met de hendel of ■ Type A schakelaar voor de rugleuningver- 1. Zet de rugleuning (2) met de hendel of stelling (3) rechtop. schakelaar voor 3. Stel de hoofdsteun vervolgens op de rugleuningverstelling (1) rechtop.
  • Pagina 37 Veiligheidssystemen van uw auto Verstellen in Opbergvak in rugleuning WAARSCHUWING voorwaartse/achterwaartse richting (indien van toepassing) (voor voorstoel) Wanneer er iemand op de stoel zit, wanneer er tegen de stoel wordt geduwd of wanneer er aan de stoel wordt getrokken, kan opening ontstaan tussen de stoel en de ontgrendelknop voor de hoofdsteun.
  • Pagina 38 Veiligheidssystemen van uw auto Achterstoelen afstellen WAARSCHUWING Hoofdsteun • Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet de hoofdsteun zo afgesteld zijn midden hoofdsteun zich op dezelfde hoogte bevindt zwaartepunt van het hoofd van de inzittende. Over het algemeen bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich op dezelfde hoogte als de bovenzijde van de ogen.
  • Pagina 39 Veiligheidssystemen van uw auto Armsteun (indien van toepassing) Achterstoel neerklappen De rugleuning achter kan worden opgeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten. WAARSCHUWING doel opklapbare rugleuning is het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken waarvoor anders...
  • Pagina 40 Veiligheidssystemen van uw auto De rugleuningen van de achterstoelen Neerklappen van de rugleuning achter: LET OP kunnen naar voren worden geklapt 1. Zet de rugleuning zoveel mogelijk waardoor extra bagageruimte ontstaat • Let er bij het neerklappen of rechtop en schuif indien nodig de en de bagageruimte van binnenuit opklappen van de achterbank op voorste stoel naar voren.
  • Pagina 41 Veiligheidssystemen van uw auto 2. Plaats de veiligheidsgordel weer in de juiste positie. 3. Controleer, wanneer de rugleuning volledig is teruggezet, nogmaals de hendel van de rugleuning. WAARSCHUWING Stoel rechtop zetten Als u de rugleuning weer rechtop zet moet u deze vasthouden en rustig omhoog klappen.
  • Pagina 42 Veiligheidssystemen van uw auto LET OP WAARSCHUWING WAARSCHUWING Beschadiging van de - Bagage terugzetten veiligheidsgordels achter rugleuningen achter Bagage moet altijd worden Steek wanneer u de rugleuning van oorspronkelijke positie nadat de vastgezet om te voorkomen dat het de achterstoelen neerklapt, de stoelen zijn neergeklapt: bij een aanrijding door de auto gordelsluiting tussen de rugleuning...
  • Pagina 43 Veiligheidssystemen van uw auto VEILIGHEIDSGORDELS Veiligheidsgordels (Vervolg) WAARSCHUWING • Draag nooit de schoudergordel Veiligheidsgordels zijn ontworpen onder de arm door of achter uw WAARSCHUWING liggen tegen rug. Het niet op de juiste manier • Voor een optimale bescherming botstructuur in het lichaam en gebruiken van de schoudergordel moeten de veiligheidsgordels moeten daarom laag over het bekken...
  • Pagina 44 Veiligheidssystemen van uw auto (Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING De veiligheidsgordels kunnen op • Zorg er bij het vastmaken van de • Er mogen geen wijzigingen aan een veilige manier worden gereinigd veiligheidsgordel voor dat de de gordel worden aangebracht of met een milde zeepoplossing. De gordel niet over...
  • Pagina 45 Veiligheidssystemen van uw auto Als u begint te rijden zonder dat de Waarschuwingslampje veiligheidsgordel veiligheidsgordel is vastgemaakt of als u voorpassagier de veiligheidsgordel losmaakt wanneer u Als herinnering voor de voorpassagier 20 km/h of meer rijdt, gaat het brandt telkens als het contact in stand waarschuwingslampje knipperen en zal wordt gezet...
  • Pagina 46 Veiligheidssystemen van uw auto Wanneer de veiligheidsgordel tijdens het Als u blijft rijden zonder dat de rijden wordt losgemaakt, gaat het veiligheidsgordel is vastgemaakt of als u waarschuwingslampje branden wanneer de veiligheidsgordel losmaakt wanneer u de snelheid lager is dan 20 km/h. km/h meer rijdt,...
  • Pagina 47 Veiligheidssystemen van uw auto Als u begint te rijden zonder dat de Driepuntsgordel Trek het bovenste bevestigingspunt (1) veiligheidsgordel is vastgemaakt of als u omhoog om het hoger af te stellen. Druk Stoel op voorste rij de veiligheidsgordel losmaakt wanneer u het bovenste bevestigingspunt omlaag minder dan 20 km/h rijdt, blijft het (3) en houd daarbij de knop (2) ingedrukt...
  • Pagina 48 Veiligheidssystemen van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Als het u niet lukt om de veiligheidsgordel uit de blokkeerautomaat te trekken, trek dan krachtig aan de gordel en laat deze vervolgens los. U kunt dan de gordel gemakkelijk uittrekken. B180A01NF-1 Veiligheidsgordel vastmaken: B200A02NF Trek de gordel uit de blokkeerautomaat en steek de metalen gesp (1) in de...
  • Pagina 49 Veiligheidssystemen van uw auto OYB036015 OCD038026 OCD038027 De veiligheidsgordel moet in de gesp op Gebruik voor het bevestigen van de elke zitting geklikt worden om goed vast middelste veiligheidsgordel achter de te zitten. gordelsluiting aanduiding ❈ ➀ : Gordelsluiting CENTER. voor rechter veiligheidsgordel achter...
  • Pagina 50 Veiligheidssystemen van uw auto Veiligheidsgordels achter opbergen Gordelspanner veiligheidsgordel (indien van toepassing) OUM036100L Veiligheidsgordel losmaken: OCD038028 veiligheidsgordel worden Als de veiligheidsgordels achterin niet OED030300 losgemaakt door op de ontgrendelknop gebruikt worden, kunnen voertuig uitgerust (A) van de gordelsluiting te drukken. Als gordelsluitingen in het opbergvak tussen veiligheidsgordels met gordelspanners de veiligheidsgordel is losgemaakt, moet...
  • Pagina 51 Veiligheidssystemen van uw auto Wanneer plotseling wordt afgeremd of WAARSCHUWING wanneer de inzittende te snel voorover probeert te buigen, wordt de gordel door Zorg er voor uw eigen veiligheid de blokkeerautomaat vergrendeld. Bij voor dat de gordelband niet los of bepaalde frontale aanrijdingen zal de gedraaid zit en neem altijd de juiste gordelspanner worden geactiveerd en...
  • Pagina 52 • Het fijne stof is normaal gesproken passagiers de veiligheidsgordels werkplaats. Kia raadt aan om een onschadelijk, maar kan bij personen te allen tijde op de juiste manier officiële Kia-dealer/ servicepartner te met een gevoelige huid irritatie dragen.
  • Pagina 53 Alle • Een onjuiste behandeling van de een professionele werkplaats. Kia veiligheidsgordels die tijdens een onderdelen raadt aan om een officiële Kia-dealer/ aanrijding gebruik waren, gordelspannersysteem en het niet servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 54 Veiligheidssystemen van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Voorzorgsmaatregelen met Baby’s en kleine kinderen betrekking tot de Houd u aan de ter plaatse geldende Kleine kinderen zijn bij een aanrijding veiligheidsgordels wettelijke voorschriften. Baby- het best beschermd als ze goed vastgezet kinderzitjes moeten op de juiste manier op de achterstoel worden vervoerd in op de achterstoel worden geplaatst en...
  • Pagina 55 Veiligheidssystemen van uw auto Grotere kinderen Probeer het kind verder naar het midden Zwangere vrouwen plaats te laten nemen wanneer het Kinderen die te groot zijn voor een zwangere vrouwen wordt schoudergedeelte over de hals of het kinderzitje moeten plaatsnemen op de geadviseerd de veiligheidsgordel te gezicht van het kind loopt.
  • Pagina 56 Veiligheidssystemen van uw auto Gewonden Zet de rugleuning niet horizontaal WAARSCHUWING Ook gewonden die in de auto worden Om de kans op letsel bij een aanrijding te vervoerd, moeten gebruikmaken van de beperken en de veiligheidsgordels zo Als de rugleuning te ver horizontaal veiligheidsgordel.
  • Pagina 57 Dat moet gebeuren veiligheidsgordels niet zichtbaar beschadigd zijn. Laat het systeem in dat geval vervangen door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te raadplegen.
  • Pagina 58 Kinderzitjes moeten correct in de • Laat na een ongeval het systeem autostoel worden geïnstalleerd. Gebruik nakijken door een professionele steeds een in de winkel verkrijgbaar werkplaats. Kia raadt aan om een kinderzitje voldoet officiële Kia-dealer/servicepartner voorschriften van uw land.
  • Pagina 59 Veiligheidssystemen van uw auto Een kinderzitje (CRS) kiezen Typen kinderzitjes Er zijn drie hoofdsoorten kinderzitjes: Neem bij het kiezen van een kinderzitje naar achteren gericht, naar voren gericht altijd de volgende punten in acht: en zitkussens. • Controleer of het kinderzitje is voorzien De kinderzitjes zijn geclassificeerd op van een label waarop staat dat het basis van leeftijd, lengte en gewicht van...
  • Pagina 60 Veiligheidssystemen van uw auto Alle kinderen jonger dan een jaar moeten Zitkussens altijd worden vervoerd in een naar Een zitkussen is een kinderzitje dat is achteren gericht kinderzitje. Er zijn ontworpen om de veiligheidsgordels van verschillende soorten achterwaarts het voertuig beter passend te maken. gerichte kinderzitjes.
  • Pagina 61 Veiligheidssystemen van uw auto Een kinderzitje (CRS) installeren Nadat u het juiste kinderzitje voor uw • Maak uw kind vast in het kinderzitje. kind hebt gekozen en hebt gecontroleerd Maak uw kind goed vast in het of het kinderzitje goed op de zitplaats kinderzitje volgens de instructies van WAARSCHUWING past, zijn er drie algemene stappen voor...
  • Pagina 62 Veiligheidssystemen van uw auto ISOFIX-bevestiging en Om het ISOFIX-systeem in uw auto te kunnen gebruiken, moet u een kinderzitje bevestigingsband (ISOFIX hebben met ISOFIX-bevestigingspunten. systeem) voor kinderen De fabrikant van het kinderzitje levert Een kinderzitje kan met het ISOFIX- instructies hoe u het kinderzitje aan de systeem worden bevestigd om het kind ISOFIX-bevestigingen moet bevestigen.
  • Pagina 63 Veiligheidssystemen van uw auto Een kinderzitje met behulp van een WAARSCHUWING ISOFIX (iSize)-systeem bevestigen Het installeren van een ISOFIX (iSize)- Neem volgende compatibel kinderzitje op een van de voorzorgsmaatregelen bij gebruik buitenste zitplaatsen gebeurt als volgt: van het ISOFIX (iSize)-systeem: 1.
  • Pagina 64 Veiligheidssystemen van uw auto Een kinderzitje monteren met behulp (Vervolg) van een systeem met • Laat het ISOFIX (iSize)-systeem bevestigingsband altijd nakijken door uw dealer na een ongeval. Een ongeval kan het ISOFIX (iSize)-systeem beschadigen, waardoor kinderzitje mogelijk niet meer correct is bevestigd.
  • Pagina 65 Veiligheidssystemen van uw auto Kinderzitje met een driepuntsgordel (Vervolg) WAARSCHUWING bevestigen • De bevestigingspunten zijn alleen Als u het ISOFIX-systeem niet gebruikt, Neem volgende berekend op de belasting die erop moeten kinderzitjes voorzorgsmaatregelen in acht bij wordt uitgeoefend door een juist heupgedeelte van een driepuntsgordel aansluiten gemonteerd kinderzitje.
  • Pagina 66 Veiligheidssystemen van uw auto E2MS103005 OEN036101 OEN036104 Kinderzitje met een driepuntsgordel 2. Zet de gesp vast in de gordelsluiting. 3. Zet de gordel zo strak mogelijk door op bevestigen Controleer of u een klik hoort. Plaats het kinderzitje te drukken terwijl u de de ontgrendelknop zo dat deze in schoudergordel in de oprolautomaat Volg voor het installeren van een...
  • Pagina 67 Veiligheidssystemen van uw auto Geschiktheid van elke stoelpositie voor kinderzitjes met gordel & ISOFIX-kinderzitjes (CRS) overeenkomstig de VN- voorschriften. (Informatie voor gebruik door voertuigbezitters en fabrikanten van kinderzitjes) • Ja: Geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes • Nee: Niet geschikt voor plaatsing van de aangeduide categorie kinderzitjes •...
  • Pagina 68 Veiligheidssystemen van uw auto Opmerking : Stoelpositie nummer 5 is niet geschikt voor plaatsing van kinderzitjes met steunpoot. Opmerking : Voor het installeren van een iSize naar achteren gericht baby-/kinderzitje en ISOFIX naar achteren gericht baby- /kinderzitje - Bestuurdersstoel: u moet de bestuurdersstoel in de middenpositie plaatsen en de stoelhoogte in de hoogste stand zetten.
  • Pagina 69 Veiligheidssystemen van uw auto Aanbevolen kinderzitjes – Europa ECE-R44 Gewichtsgroep Naam Fabrikant Type bevestiging goedkeuringsnr. Group 0+ Cabriofix & Familyfix Maxi Cosi ISOFIX E4 04443907 Group I Duo Plus Britax Römer ISOFIX en bevestigingsband E1 04301133 Group II KidFix II XP Britax Römer ISOFIX en autogordel E1 04301323...
  • Pagina 70 Veiligheidssystemen van uw auto AIRBAG - AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) (1) Bestuurdersairbag (2) Voorpassagiersairbag (3) Zijairbag* (4) Gordijnairbag* (5) ON/OFF-schakelaar voorpassagiersairbag * : indien van toepassing ❈ Het werkelijk aantal airbags in de auto kan afwijken van de afbeelding. OCD038031/OUB031021 3 49...
  • Pagina 71 Kia raadt aan om een officiële Kia- om de inzittenden te beschermen tegen dealer/servicepartner te bezoeken. Het is aannemelijker dat u de ernstig letsel.
  • Pagina 72 Veiligheidssystemen van uw auto • Om zware aanrijding Geluid en rookontwikkeling WAARSCHUWING bescherming te bieden, moeten de Bij het opblazen van de airbags is een airbags snel worden opgeblazen. De knal hoorbaar en komt rook en poeder • Om ernstig of dodelijk letsel te snelheid waarmee de airbag wordt vrij.
  • Pagina 73 Veiligheidssystemen van uw auto Waarschuwingslabel Als uw auto is voorzien van een WAARSCHUWING voorpassagiersairbag voor ON/OFF-schakelaar voor kinderzitje voorpassagiersairbag, Als de airbags worden geactiveerd, voorpassagiersairbag indien nodig worden de bij het airbagsysteem worden in- of uitgeschakeld. behorende onderdelen stuurwiel en/of instrumentenpaneel en/of de dakrails boven de voor- en WAARSCHUWING achterportieren zeer heet.
  • Pagina 74 Veiligheidssystemen van uw auto Waarschuwingslampje airbag • Het lampje gaat branden tijdens het (Vervolg) rijden. • Als het kinderzitje op een van de • Het lampje knippert wanneer het buitenste zitplaatsen achter contact in stand ON staat. wordt geplaatst bij uitvoeringen met zijairbags, zorg er dan voor dat het kinderzitje zo ver mogelijk portier...
  • Pagina 75 Kia raadt aan om een officiële seconden nadat het contact in seconden nadat het contact in Kiadealer/servicepartner te bezoeken. stand ON is gezet. stand ON is gezet. Het controlelampje voorpassagiersairbag...
  • Pagina 76 Laat het systeem in dat geval nakijken * : indien van toepassing door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia- De SRSCM controleert constant alle dealer/servicepartner te bezoeken. componenten van het systeem als het •...
  • Pagina 77 Veiligheidssystemen van uw auto Bestuurdersairbag (1) Bestuurdersairbag (2) Bestuurdersairbag (3) B240B01L B240B02L B240B03L De airbags vóór bevinden zich in het Als de airbags worden geactiveerd, Een geheel gevulde airbag vertraagt in stuurwiel en boven het dashboardkastje. scheuren de afdekkappen op vooraf combinatie met een juist gedragen Als de SRSCM oordeelt dat de kracht bepaalde plaatsen open als gevolg van...
  • Pagina 78 Veiligheidssystemen van uw auto Voorpassagiersairbag (Vervolg) WAARSCHUWING • Plaats eventuele • Als de airbag wordt geactiveerd, luchtverfrisser ook niet in de buurt is er een luide knal hoorbaar en van het instrumentenpaneel of op komt er fijn stof vrij in de auto. Dit het dashboard.
  • Pagina 79 Airbag voorpassagier naast bescherming wordt Kia raadt aan om een officiële Kia- geboden door de veiligheidsgordel. dealer/servicepartner te bezoeken. • Zet voor het vervangen van een zekering of het losnemen van een accukabel het contact eerst in stand LOCK en verwijder de contactsleutel.
  • Pagina 80 Veiligheidssystemen van uw auto (Vervolg) WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Vervoer kinderen altijd op de De bestuurder moet zijn handen in Maak altijd gebruik achterstoelen de kwart voor drie stand op het veiligheidsgordels en, indien van veiligheidsgordels om. Dat is de stuurwiel plaatsen. De passagier toepassing, van kinderzitjes;...
  • Pagina 81 Kia raadt aan om een officiële dashboardkastje worden geplaatst Kiadealer/servicepartner • Kinderen tot en met 12 jaar omdat dergelijke voorwerpen bezoeken.
  • Pagina 82 Veiligheidssystemen van uw auto ON/OFF-schakelaar (Vervolg) voorpassagiersairbag • Een onjuiste zithouding (indien van toepassing) zitpositie kan bij een aanrijding ernstig dodelijk letsel veroorzaken. Alle inzittenden moeten rechtop zitten, met de rugleuning zo rechtop mogelijk, midden op de zitting en met de veiligheidsgordel om, de benen comfortabel gestrekt...
  • Pagina 83 WAARSCHUWING systeem laten controleren door branden. een professionele werkplaats. Kia De ON/OFF-schakelaar van de Het controlelampje voorpassa- raadt aan om een officiële Kia- voorpassagiersairbag giersairbag OFF ( ) zal echter dealer/servicepartner te bezoeken. eventueel ook worden bediend met niet gaan...
  • Pagina 84 Veiligheidssystemen van uw auto (Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING • Monteer ook als uw auto is • Zodra het niet meer nodig is een • De bestuurder voorzien ON/OFF- kind vervoeren verantwoordelijk voor de juiste schakelaar voor voorpassagiersstoel, moet stand van de ON/ OFF-schakelaar voorpassagiersairbag geen voorpassagiersairbag weer worden...
  • Pagina 85 Veiligheidssystemen van uw auto Zijairbag (indien van toepassing) Beide voorstoelen van uw auto zijn WAARSCHUWING - uitgerust met een zijairbag. Het doel van Geen Voor de airbag is om de bestuurder en de voorwerpen bevestigen voorpassagier aanvullende Er mogen geen voorwerpen (zoals bescherming bieden naast...
  • Pagina 86 • Ook worden de zijairbags aan beide zijairbags te voorkomen, dienen kanten geactiveerd bij bepaalde Kia raadt aan om een officiële de inzittenden voorin en op de situaties waarin de auto over de kop Kiadealer/servicepartner achterstoelen (indien slaat.
  • Pagina 87 Veiligheidssystemen van uw auto Gordijnairbag Deze zijn ontworpen om bij bepaalde WAARSCHUWING - aanrijdingen van opzij de hoofden van de Geen (indien van toepassing) voorste inzittenden en de passagiers op voorwerpen bevestigen de buitenste zitplaatsen achter te • Plaats geen voorwerpen op de beschermen.
  • Pagina 88 Plaats het onderhouden door kinderzitje zo ver mogelijk weg professionele werkplaats. Kia van het portier en zet het goed raadt officiële vast. Kiadealer/servicepartner (Vervolg) bezoeken. Het niet in acht nemen van deze...
  • Pagina 89 Veiligheidssystemen van uw auto Waarom werd de airbag bij een Airbagsensoren aanrijding niet geactiveerd? (Voorwaarden voor niet activeren van de airbags) Er zijn veel soorten ongevallen waarbij de airbag geen aanvullende bescherming biedt. Voorbeelden hiervoor zijn aanrijdingen van achter, tweede en volgende stoten kettingbotsing en aanrijdingen bij...
  • Pagina 90 Laat bumper kan een nadelige invloed systeem onderhouden door een hebben op de bescherming bij professionele werkplaats. Kia een aanrijding en het activeren raadt aan om een officiële Kia- van de airbags. dealer/servicepartner bezoeken. (Vervolg) 3 69...
  • Pagina 91 Veiligheidssystemen van uw auto Voorwaarden voor activeren airbags Zijairbags en gordijnairbags (indien van toepassing) De zijairbags en gordijnairbags worden geactiveerd bij een aanrijding van opzij, waarbij rekening wordt gehouden met de kracht van de botsing, de botshoek en de zijdelingse snelheid. Ofschoon airbags vóór...
  • Pagina 92 Veiligheidssystemen van uw auto airbags kunnen worden Voorwaarden voor niet-activeren van geactiveerd als de auto zware stoten de airbags ondervindt bij het rijden op zeer slechte wegen. Rijd daarom voorzichtig op slechte wegen of op terrein dat niet bedoeld is voor autorijden om het onbedoeld activeren van airbags te voorkomen.
  • Pagina 93 Veiligheidssystemen van uw auto OCD038047 1VQA2089 OCD038051 • De airbags voor worden bij zijdelingse • Bij een aanrijding onder een hoek kan • Net voor een aanrijding remmen aanrijdingen soms niet geactiveerd. De de kracht van de aanrijding de bestuurders vaak sterk af. Door zo inzittenden bewegen altijd in de inzittenden in een richting verplaatsen, sterk af te remmen, zakt de voorzijde...
  • Pagina 94 Veiligheidssystemen van uw auto ✽ ✽ OPMERKING De airbags opzij bieden wel extra bescherming als de auto over de kop gaat en worden in dat geval ook geactiveerd. ✽ ✽ OPMERKING Indien uitgerust met koprolsensor Als de auto is uitgerust met zij- en curtain airbags, kunnen de airbags wel worden geactiveerd als de auto over de OCD038052...
  • Pagina 95 • Er mogen geen objecten op of in geheel moet worden afgevoerd, Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/ de buurt van de airbags in het moeten bepaalde voorzorgs- servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 96 Veiligheidssystemen van uw auto Aanvullende • Maak geen gebruik van accessoires • Bevestig geen voorwerpen aan of in veiligheidsgordels de buurt van de afdekkappen van de veiligheidsmaatregelen moeten worden bevestigd. airbags. Voorwerpen die zijn bevestigd • Vervoer nooit mensen Accessoires die claimen het comfort aan of in de buurt van de afdekkappen bagageruimte voor de inzittenden te verbeteren of die...
  • Pagina 97 Deze waarschuwingen overheidswege hebben name betrekking op het risico voor kinderen. Kia wil hierbij ook graag wijzen op de risico’s voor volwassenen. Deze risico’s zijn beschreven op de voorafgaande bladzijden. 3 76...
  • Pagina 98 Kenmerken van uw auto Sleutels........4-5 Achterklep.
  • Pagina 99 • Stuurkolomverstelling......4-47 • Gevallen waarin de afstandswaarschuwing-achteruit niet werkt warning-reverse ....4-95 •...
  • Pagina 100 • Bediening verlichting ......4-124 Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem ..... . 4-143 •...
  • Pagina 101 • Dashboardkastje ......4-173 • Opbergvak voor zonnebril ....4-173 •...
  • Pagina 102 Smart key ingeslagen in het platje ■ Inklapbare sleutel met de sleutelcode aan uw set sleutels. Mocht u uw sleutels kwijtraken, dan raadt Kia aan om contact op te nemen officiële Kia- dealer/servicepartner. Verwijder plaatje met de sleutelcode en bewaar dit op een veilige plaats.
  • Pagina 103 Startblokkeersysteem WAARSCHUWING WAARSCHUWING Uw auto is uitgerust met een elektronisch - Contactsleutel (Smart key) Kia raadt aan om vervangende startblokkeersysteem om de kans op onderdelen van een officiële Kia- Het is gevaarlijk kinderen alleen in ongeoorloofd gebruik te verminderen. dealer/servicepartner te gebruiken.
  • Pagina 104 Kenmerken van uw auto Auto’s zonder Smart Key-systeem Auto's met Smart Key-systeem WAARSCHUWING Wanneer u uw contactsleutel in het Wanneer de toets engine start/stop contactslot steekt en het contact in stand (motor starten/stoppen) in stand ON Bewaar geen reservesleutels in uw ON zet, controleert het startblokkeer- wordt gezet, controleert en verifieert het...
  • Pagina 105 Als u extra sleutels nodig hebt, dan modificaties van het startblokkeer- raadt Kia aan om contact op te nemen systeem vallen niet onder de een officiële Kia-dealer/servicepartner. fabrieksgarantie. LET OP De transponder in uw contactsleutel is een belangrijk onderdeel van het startblokkeersysteem.
  • Pagina 106 Kenmerken van uw auto INSTAPPEN ZONDER SLEUTEL (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking centrale Vergrendelen (1) Achterklep ontgrendelen (3) (indien van toepassing) portiervergrendeling met Alle portieren (en de achterklep) worden afstandsbediening vergrendeld als de vergrendeltoets wordt Als deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt terwijl alle portieren zijn wordt ingedrukt, wordt de achterklep ■...
  • Pagina 107 Vergrendel en ontgrendel de portieren met de contactsleutel wanneer de afstandsbediening niet juist werkt. Kia adviseert u contact op te nemen met een officiële Kia-dealer/ servicepartner als de afstandsbediening niet goed werkt. (Vervolg)
  • Pagina 108 Bij vragen over het gebruik onder de fabrieksgarantie. of voor het vervangen van de batterij raadt Kia aan contact op te OBD048032L nemen met een officiële Kia- De afstandsbediening is voorzien van dealer/servicepartner.
  • Pagina 109 Kenmerken van uw auto LET OP Een onjuist afgevoerde batterij kan schadelijk zijn voor het milieu en voor uw gezondheid. Zorg ervoor dat de accu volgens de wettelijke voorschriften wordt afgevoerd.
  • Pagina 110 Kenmerken van uw auto SMART KEY (INDIEN VAN TOEPASSING) Functies van de Smart Key Vergrendelen (1) Wanneer u op de toets van de handgreep van een van de voorportieren drukt, terwijl alle portieren (en de achterklep) zijn gesloten en een van de portieren is ontgrendeld, worden alle portieren (en de achterklep) vergrendeld.
  • Pagina 111 Smart Keys worden geregistreerd. Als De schakelaar zal alleen werken als de achterklep automatisch vergrendelen als u de smart key kwijtraakt, raadt Kia Smart Key zich binnen 0,7 - 1 m van de deze wordt geopend en vervolgens aan om contact op te nemen een portiergreep aan de buitenzijde bevindt.
  • Pagina 112 Vergrendel en ontgrendel de portieren met de mechanische sleutel wanneer Zorg ervoor dat de Smart Key niet de Smart Key niet juist werkt. Kia nat wordt. Beschadiging van de adviseert u contact op te nemen met afstandsbediening door water of een officiële Kiadealer/ servicepartner...
  • Pagina 113 Kenmerken van uw auto ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Alarm ingeschakeld Met de Smart Key Parkeer de auto en zet de motor uit. Alarm Schakel het alarm in zoals hieronder is ingeschakeld beschreven. 1. Zet de motor uit. 2. Controleer of alle portieren, de motorkap en de achterklep goed Antidiefstalal Antidiefstalarm...
  • Pagina 114 Kenmerken van uw auto • Vergrendel de portieren door op de 3. Vergrendel de portieren door op de Antidiefstalalarm geactiveerd vergrendeltoets van de Smart Key te vergrendeltoets Het alarm wordt geactiveerd als een van drukken. afstandsbediening te drukken. de volgende situaties zich voordoet Na het voltooien van bovenstaande Na het voltooien van bovenstaande terwijl het alarm is ingeschakeld.
  • Pagina 115 • Als u uw sleutels kwijtraakt, dan raadt seconden of langer in de stand ON. contact in stand ON en wacht 30 Kia aan om contact op te nemen een seconden. Daarna wordt het alarm officiële Kia-dealer/servicepartner. Smart key uitgeschakeld.
  • Pagina 116 Kenmerken van uw auto PORTIERSLOTEN Portiersloten van buitenaf • Draai de sleutel richting de voorzijde Afstandsbediening/Smart Key van de auto om te vergrendelen en vergrendelen/ontgrendelen • De portieren kunnen worden richting de achterzijde van de auto om vergrendeld en ontgrendeld met de Mechanische sleutel te ontgrendelen.
  • Pagina 117 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Wat te doen in noodgevallen WAARSCHUWING • In een koud en nat klimaat werken de Als mensen langer in de auto portiervergrendeling moeten blijven bij zeer hoge of lage portiermechanismen mogelijk niet buitentemperaturen, bestaat er kans door bevriezingsverschijnselen.
  • Pagina 118 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Portiersloten van binnenuit WAARSCHUWING vergrendelen/ontgrendelen - Storing Wanneer de achterklep is gesloten en de portiervergrendeling schakelaar van de portiervergrendeling Met de portiergreep niet werkt, kunt u de achterklep niet Als de portiervergrendeling niet openen.
  • Pagina 119 Kenmerken van uw auto Met schakelaar centrale • Wanneer u op de schakelaar voor de WAARSCHUWING vergrendeling centrale portiervergrendeling drukt, worden alle portieren vergrendeld. Portieren • Als een van de portieren wordt • De portieren moeten tijdens het ontgrendeld terwijl alle portieren zijn rijden altijd volledig gesloten en vergrendeld, zal het controlelampje vergrendeld...
  • Pagina 120 Kenmerken van uw auto Botsingafhankelijk Kinderslot op portierslot achter WAARSCHUWING portierontgrendelingssysteem Ontgrendelde auto Alle portieren worden automatisch Als u de auto niet vergrendeld ontgrendeld wanneer de airbags door achterlaat, kan de auto gestolen een aanrijding worden geactiveerd. worden of kan iemand zich in uw auto verstoppen terwijl u weg bent.
  • Pagina 121 Kenmerken van uw auto 3. Sluit het achterportier. Het achterportier kan worden geopend met de portiergreep aan de buitenzijde. Zelfs als het achterportier niet is vergrendeld, kan het portier niet met de binnenste portiergreep worden geopend, totdat het kinderslot wordt uitgeschakeld. WAARSCHUWING Portiersloten achter Als kinderen tijdens het rijden per...
  • Pagina 122 Kenmerken van uw auto ACHTERKLEP Achterklep openen • Als alle portieren zijn vergrendeld en WAARSCHUWING de achterklepontgrendeltoets op de Smart Key wordt langer dan 1 seconde De achterklep klapt naar boven ingedrukt, wordt achterklep open. Zorg dat er geen personen of ontgrendeld.
  • Pagina 123 Kenmerken van uw auto Achterklep sluiten WAARSCHUWING WAARSCHUWING Uitlaatgas Controleer of er zich geen handen, voeten en andere lichaamsdelen in Als u met een geopende achterklep de buurt bevinden voordat u de rijdt, worden gevaarlijke achterklep sluit. uitlaatgassen interieur gezogen, hetgeen kan leiden tot ernstig letsel.
  • Pagina 124 Kenmerken van uw auto Noodontgrendeling achterklep WAARSCHUWING WAARSCHUWING Bagageruimte • Zorg ervoor dat u weet waar deze ontgrendelknop zich bevindt, Passagiers mogen nooit zodat u zich in noodgevallen kunt plaatsnemen in de bagageruimte, bevrijden uit de bagageruimte als waar geen veiligheidsgordels u daar per ongeluk opgesloten aanwezig...
  • Pagina 125 Kenmerken van uw auto RUITEN (1) Schakelaar ruitbediening bestuurdersportier (2) Schakelaar ruitbediening passagiersportier (3) Schakelaar ruitbediening achterportier (links) (4) Schakelaar ruitbediening achterportier (rechts) (5) Ruiten openen en sluiten (6) Automatische ruitbediening omhoog* / omlaag* (7) Blokkeerschakelaar ruitbediening* * : indien van toepassing ✽...
  • Pagina 126 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Elektrisch bedienbare ruiten Ruiten openen en sluiten (indien van toepassing) Tijdens het rijden met de zijruiten achter omlaag of met het zonnedak (indien van Om de ruiten elektrisch te kunnen toepassing) geheel gedeeltelijk bedienen, moet het contact in stand ON geopend, kan een dreunend geluid staan.
  • Pagina 127 Kenmerken van uw auto Automatische ruitbediening Als de elektrisch bedienbare ruit niet (indien van toepassing) goed werkt, elektrische ruitbediening als volgt worden gereset: 1. Zet het contact in stand ON. 2. Sluit de ruit van het bestuurdersportier en houd de schakelaar van de ruit nog minstens 1 seconde omhoog nadat de ruit volledig is gesloten.
  • Pagina 128 Kenmerken van uw auto Als de schakelaar opnieuw omhoog Blokkeertoets elektrisch bedienbare WAARSCHUWING getrokken wordt binnen 5 seconden ruiten (indien van toepassing) nadat de ruit automatisch naar beneden Controleer altijd of er niets tussen is gegaan, zal de klembeveiliging niet de ruit en het portier aanwezig is werken.
  • Pagina 129 Kenmerken van uw auto • Met schakelaar voor Afstandsbediening ruit WAARSCHUWING ruitbediening van de portierruit aan (indien van toepassing) voorpassagierszijde kan de portierruit Ruiten voorpassagierszijde worden ■ Inklapbare sleutel • Laat kinderen NOOIT zonder bediend. toezicht achter • De achterpassagiers kunnen contactsleutel in de auto als de elektrisch bedienbare portierruiten...
  • Pagina 130 Kenmerken van uw auto De ruit zal omhoog blijven gaan zolang de vergrendelknop (1) wordt ingedrukt en zal stoppen wanneer de knop wordt losgelaten. LET OP • Als een autoruit omhoog wordt bewogen met de ruitbediening op afstand maar de afstand tussen de afstandsbediening en het voertuig wordt gewijzigd, dan kan de ruit stoppen met bewegen.
  • Pagina 131 Kenmerken van uw auto MOTORKAP Openen van de motorkap OCD048048 OCD048049 2. Ga naar de voorzijde van de auto en til 3. Trek de steun uit de motorkap. OCD048047 de motorkap iets op. Duw tegen de 4. Ondersteun de motorkap met de 1.
  • Pagina 132 Kenmerken van uw auto Waarschuwingslampje open Sluiten van de motorkap WAARSCHUWING motorkap (indien van toepassing) 1. Controleer volgende punten Hete onderdelen alvorens de motorkap te sluiten: Pak de steun altijd vast bij het deel • Alle vuldoppen in de motorruimte dat omwikkeld is met rubber.
  • Pagina 133 Kenmerken van uw auto WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Controleer voor het sluiten van • Controleer altijd nogmaals of de de motorkap of er geen zaken in motorkap goed is vergrendeld motorruimte zijn alvorens met de auto te rijden. achtergebleven die het sluiten Als de motorkap niet goed is zouden kunnen hinderen.
  • Pagina 134 Kenmerken van uw auto TANKDOPKLEP ✽ ✽ OPMERKING Openen van de tankdopklep Tik zachtjes op de tankdopklep of druk er voorzichtig tegenaan als deze is vastgevroren om het ijs te breken en open daarna de tankdopklep. Wrik de tankdopklep niet los.
  • Pagina 135 Kenmerken van uw auto De tankdopklep sluiten (Vervolg) WAARSCHUWING 1. Plaats de dop terug en draai hem • Stap niet in de auto nadat u Gevaren bij het tanken rechtsom totdat deze klikt. Dat geeft begonnen bent met tanken, omdat Brandstof is licht ontvlambaar.
  • Pagina 136 Volg ontbranden. Voor meer informatie raadt Kia aan veiligheidsinstructies op. • Zet de motor uit vóór het tanken. om contact op te nemen een De elektrische onderdelen van de officiële Kia-dealer/servicepartner. motor...
  • Pagina 137 Kenmerken van uw auto PANORAMADAK (INDIEN VAN TOEPASSING) Zonnescherm WAARSCHUWING • Zorg hoofden, andere lichaamsdelen of voorwerpen uit de buurt zijn voordat het schuif- /kanteldak wordt gesloten. • Laat kinderen nooit zonder toezicht achter in het voertuig terwijl de motor draait en de sleutel in het contact zit.
  • Pagina 138 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Schuif-/kanteldak open/dicht Wanneer het zonnescherm is geopend schuiven Het is normaal dat het materiaal van het Als u de hendel van het zonnescherm zonnescherm kreukt. naar achteren naar de eerste of tweede stand duwt, schuift het glaspaneel open. Beweeg de hendel kort naar voren of naar achteren om de beweging van het schuif-/kanteldak te stoppen.
  • Pagina 139 Kenmerken van uw auto Schuif-/kanteldak kantelen Schuif-/kanteldak sluiten Schuifdak met het zonnescherm sluiten Duw de hendel van het schuif-/kanteldak naar voren naar de tweede stand. Het glaspaneel en het zonnescherm sluiten automatisch. Beweeg de hendel kort naar voren of naar achteren om de beweging van het schuif-/kanteldak te stoppen.
  • Pagina 140 Kenmerken van uw auto Klembeveiliging (Vervolg) LET OP • Laat onder het rijden geen • Duw niet meer op de hendel als bagage uit het schuifdak steken. het schuif-/kanteldak volledig is • Veeg na het wassen van het geopend, gesloten of gekanteld. voertuig of na een regenbui het Hierdoor kunnen de motor en schuif-/kanteldak eerst droog...
  • Pagina 141 Kenmerken van uw auto Schuif-/kanteldak resetten (Vervolg) WAARSCHUWING • Een panoramadak is gemaakt • Laat kinderen niet aan het schuif- van glas en kan daarom bij een /kanteldak komen. ongeval breken. Als u geen • Steek tijdens het rijden de armen, veiligheidsgordel draagt, kunt u hoofd andere...
  • Pagina 142 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING 1. Start de motor. Waarschuwing geopend schuifdak 2. Sluit het zonnescherm en het schuif- Als u het schuif-/kanteldak niet reset, /kanteldak volledig als deze nog (indien van toepassing) kan het zijn dat het niet goed werkt. geopend zijn.
  • Pagina 143 Kenmerken van uw auto STUURWIEL ✽ ✽ OPMERKING Elektrische stuurbekrachtiging (Vervolg) (EPS) Kia raadt aan om een officiële De volgende symptomen kunnen zich Kiadealer/ servicepartner te bezoeken. tijdens normaal gebruik voordoen: De stuurbekrachtiging vermindert de • De benodigde stuurkracht neemt toe •...
  • Pagina 144 Kenmerken van uw auto Stuurkolomverstelling Stuurwielverwarming (indien van toepassing) Een in hoogte en lengte verstelbare stuurkolom maakt het mogelijk het stuurwiel af te stellen voordat u gaat rijden. Daarnaast kunt u het stuurwiel omhoog kantelen zodat uw benen meer ruimte hebben bij het in- en uitstappen.
  • Pagina 145 Kenmerken van uw auto Als u het contact uitschakelt binnen 30 Claxon LET OP minuten nadat u de stuurwielverwarming hebt ingeschakeld, zal de verwarming de Om de claxon te bedienen hoeft u volgende keer dat u het contact aan zet, niet op het claxongedeelte te slaan.
  • Pagina 146 Kenmerken van uw auto SPIEGELS Binnenspiegel Binnenspiegel met dag-/ nachtstand WAARSCHUWING (indien van toepassing) Stel de binnenspiegel zo af dat u in het Wijzig de binnenspiegel niet en midden van de spiegel het midden van monteer geen grotere spiegel. de achterruit ziet. Stel de spiegel af Anders kan tijdens een ongeval of voordat u gaat rijden.
  • Pagina 147 Kenmerken van uw auto Elektrochromatische binnenspiegel selectiehendel De elektrochromatische binnenspiegel achteruitversnelling (R) wordt gezet, bedienen: (ECM) (indien van toepassing) wordt de binnenspiegel in de helderste • De standaardinstelling voor stand gezet om het uitzicht naar binnenspiegel is AAN als het contact in achteren zo duidelijk mogelijk te maken.
  • Pagina 148 Kenmerken van uw auto Buitenspiegels LET OP WAARSCHUWING Stel de spiegels af voordat u gaat rijden. Gebruik geen krabber om de Klap de buitenspiegels niet in en Uw auto is uitgerust met zowel een linker spiegel ijsvrij te maken, anders kan verstel ze ook niet tijdens het als een rechter buitenspiegel.
  • Pagina 149 Kenmerken van uw auto Afstellen Buitenspiegel inklappen LET OP • De spiegels stoppen beweging maximale stelhoek is bereikt. De stelmotor blijft echter draaien zolang de schakelaar ingedrukt blijft. Houd schakelaar niet langer ingedrukt dan nodig om te voorkomen dat de stelmotor beschadigd raakt.
  • Pagina 150 Kenmerken van uw auto - De spiegel klapt uit wanneer u het voertuig nadert (en alle portieren zijn gesloten en vergrendeld) als u de Smart Key bij u heeft. (indien van toepassing) LET OP elektronisch bedienbare buitenspiegel werkt zelfs als het contact in stand LOCK of OFF staat.
  • Pagina 151 Kenmerken van uw auto INSTRUMENTENPANEEL ■ ■ Type A 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes ■ ■ Type B 6. LCD-display ❈ Het werkelijke instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie “Meters” en “Waarschuwingslampjes” in dit hoofdstuk voor meer informatie.
  • Pagina 152 Kenmerken van uw auto Verlichting instrumentenpaneel U kunt de verlichtingssterkte van het instrumentpaneel wijzigen door de Verlichting instrumentenpaneel verlichtingstoets (“+” of “-”) in te drukken aanpassen met de toets engine start/stop (motor starten/stoppen) in stand ON of met het achterlicht aan. OCD048107HO •...
  • Pagina 153 Kenmerken van uw auto Bediening LCD-venster : Toets MODE (modus) voor het Meters wijzigen van de LCDMODUS Snelheidsmeter : Scrollschakelaar MOVE om ■ Type A (km/h) de items te selecteren (3) OK : Toets SET/RESET voor het instellen of resetten van items ❈...
  • Pagina 154 Kenmerken van uw auto Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter LET OP ■ Benzine Zorg ervoor dat het motortoerental niet toeneemt tot in het RODE GEBIED. Anders ernstige motorschade ontstaan. OCD048067 ■ Diesel OCD048070 Wanneer het contact of de toets engine start/stop (motor starten/stoppen) in stand ON (aan) staat, geeft deze meter de koelvloeistoftemperatuur weer.
  • Pagina 155 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Brandstofmeter LET OP • De inhoud van de brandstoftank staat Als de naald van de meter buiten in hoofdstuk 9. het normale bereik komt en in de • De brandstofmeter is daarnaast richting van stand 130 beweegt, uitgerust duidt dit op oververhitting van de waarschuwingslampje...
  • Pagina 156 Kenmerken van uw auto Kilometerteller Outside Temperature Gauge LET OP Vermijd rijden met een extreem laag brandstofpeil. Wanneer de brandstof opraakt, kan de motor overslaan, waardoor de katalysator beschadigd raakt. OCD048108 OCD048109 De kilometerteller geeft de totale afstand display wordt huidige aan die het voertuig heeft afgelegd en buitentemperatuur...
  • Pagina 157 Kenmerken van uw auto De buitentemperatuur in het display Schakelindicator transmissie Schakelindicator handgeschakelde wijzigt mogelijk niet onmiddellijk zoals bij (indien van toepassing) Schakelstandindicator automatische een gewone thermometer. Dit is om te transmissie voorkomen dat de bestuurder erdoor (indien van toepassing) wordt afgeleid.
  • Pagina 158 Kenmerken van uw auto Bijvoorbeeld Schakelindicator Double Clutch- ▲ 3: Geeft aan dat u beter naar de 3e transmissie (indien van toepassing) versnelling kunt opschakelen (de selectiehendel staat in de 2e of 1e versnelling). ▼ 4: Geeft aan dat u beter naar de 4e versnelling kunt terugschakelen (de selectiehendel staat in de 4e, 5e of 6e versnelling).
  • Pagina 159 Kenmerken van uw auto LCD-VENSTERS (INDIEN VAN TOEPASSING) Overzicht Ritinformatie (boordcomputer) Actieradius De boordcomputer is een microcom- putergestuurd informatiesysteem belangrijke informatie weergeeft. ✽ ✽ OPMERKING Bepaalde informatie wordt opgeslagen boordcomputer, verdwijnt accu wordt losgekoppeld (bijvoorbeeld gemiddelde brandstofverbruik). OBD048141L OCD048112 LCD-vensters geven de bestuurder de •...
  • Pagina 160 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Dagtellermodi voor een voertuig met Double Clutch- transmissie • Als de auto niet op een horizontaal Trip vlak staat of als de accupolen losgenomen zijn, werkt Draai aan de scrollschakelaar MOVE • Gemiddeld brandstofverbruik actieradiusfunctie mogelijk niet goed.
  • Pagina 161 Kenmerken van uw auto Brandstofverbruik Handmatig resetten Automatisch resetten Om het gemiddelde brandstofverbruik Om bij het tanken het gemiddelde handmatig te wissen, drukt u wanneer brandstofverbruik automatisch het gemiddelde brandstofverbruik wordt resetten, selecteert u in het menu "User weergegeven langer dan 1 seconde op Settings"...
  • Pagina 162 Kenmerken van uw auto Modus geaccumuleerde rijgegevens Modus eenmalige ritinformatie Actueel brandstofverbruik (2) • Deze modus geeft bij een rijsnelheid minste km/h brandstofverbruik over de laatste paar seconden weer. - Bereik van weergave brandstofverbruik: 0,0~30 km/l, l/100 km of 0,0~50,0 MPG OCD048114HO OCD048115HO De geaccumuleerde rijgegevens worden...
  • Pagina 163 Kenmerken van uw auto • Als u langer dan 1 seconde op de toets Digitale snelheidsmeter Ureumniveaumeter “OK” drukt nadat de rij-informatie (voor dieselmotoren) verschenen is, worden de gegevens op nul gezet. • De gegevens worden opgeteld als de motor draait, ook als de auto stilstaat. OBD048146L OCD048116HO In deze modus wordt de huidige snelheid...
  • Pagina 164 Kenmerken van uw auto Transmissietemperatuurmeter LCD-standen (3) Assistentiemodus (Voor Double Clutch-transmissie) : In deze modus wordt de status van de onderstaande functies weergegeven. • Lane Keeping Assist (LKA, rijvakassistentie) • Waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder (DAW) • Smart Cruise Control (SCC) met Stop &...
  • Pagina 165 Kenmerken van uw auto (5) Hoofdwaarschuwingsmodus Servicemodus Onderhoud vereist Deze modus geeft Als u geen onderhoud aan uw voertuig Onderhoud over waarschuwingsmeldingen over laat uitvoeren volgens het ingevoerde In deze modus wordt berekend en onderstaande functies. onderhoudsinterval, zal het bericht aangegeven wanneer uw auto weer aan "Service required"...
  • Pagina 166 Kenmerken van uw auto Gebruikersinstellingen Schakel naar P om de instellingen aan te Rijassistentie (indien van toepassing) passen/Trek de parkeerrem aan om de • Smart Cruise Control met Stop & Go In deze modus kunt u de instellingen van instellingen aan te passen Response (indien van toepassing): de portieren, verlichting e.d.
  • Pagina 167 Kenmerken van uw auto • Kop-staartveiligheid Portier Lampen (indien van toepassing) • Automatisch vergrendelen • opties autom. Knipperen - Kies de functies. (Active Assist, - Uitschakelen: de centrale vergrendeling - Uit: functie one-touch Alleen waarschuwing, Uit) wordt uitgeschakeld. passeerknipperlicht wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 168 Kenmerken van uw auto • Weergave ruitenwisser/verlichting Geluidssignalen Gebruiksgemak (indien van toepassing): • Welkomstgeluid • Entree instellingen stoel - Als deze optie wordt aangevinkt, (indien van toepassing): (indien van toepassing) wordt de weergave ruitenwisser/ - Als deze optie wordt aangevinkt, - Uit: instapfunctie wordt...
  • Pagina 169 Kenmerken van uw auto Volgend onderh. Andere voorzieningen Taal • Onderhoudsinterval • Brandstofverbruik automatisch Kies de taal resetten Voor het inschakelen of uitschakelen van de onderhoudsintervalfunctie - Als deze optie wordt aangevinkt, Resetten wordt gemiddelde U kunt de menu's resetten in de •...
  • Pagina 170 Kenmerken van uw auto Waarschuwingsmeldingen Waarschuwingsmeldingen worden weergegeven op het lcd-scherm om de bestuurder te waarschuwen. Dit is te vinden in het midden van het instrumentenpaneel. De waarschuwings- melding anders worden weergegeven afhankelijk van het type instrumentenpaneel en soms wordt mogelijk helemaal geen waarschuwings- melding weergegeven.
  • Pagina 171 Kenmerken van uw auto Oververhitte motor Stuurwielslot ontgrendeld Sleutel niet in het voertuig (bij Smart Key-systeem) (bij Smart Key-systeem) • Deze melding geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur hoger is dan • Deze waarschuwingsmelding verschijnt • Deze waarschuwingsmelding verschijnt 120 °C. Dit betekent dat de motor als het stuurwiel niet normaal vergrendelt als de Smart Key niet gedetecteerd is oververhit is en beschadigd kan raken.
  • Pagina 172 Kia raadt aan om een • Dit betekent laat uw voertuig dan nakijken door een officiële Kia-dealer/servicepartner te koppelingspedaal in moet trappen om professionele werkplaats.
  • Pagina 173 (BCW; botsingswaarschuwing blinde detected" (Sleutel niet gevonden) hoek). Laat het voertuig in dat geval brandt. nakijken door professionele werkplaats. Kia raadt aan om een • Op dit moment gaat het controlelampje officiële Kia-dealer/servicepartner te startblokkeersysteem bezoeken. knipperen. ❈ Zie "Blind-Spot Collision Warning (BCW;...
  • Pagina 174 50 km hebt gereden. Kia Gebruik een trechter en giet de raadt aan om een officiële Kia- aanbevolen olie daar voorzichtig dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 175 • In geval van een storing met de airbagmodule. In geval van een storing met de airbagmodule. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 176 Kia raadt aan om een officiële Kia- een laag remvloeistofpeil in het dealer/servicepartner te bezoeken. reservoir. 4 79...
  • Pagina 177 Kia geval wel, maar reservoir. raadt aan om een officiële Kia- antiblokkeersysteem niet). dealer/servicepartner te bezoeken. Laat het voertuig in dat geval Laat het voertuig in dat geval nakijken nakijken door een professionele door een professionele werkplaats.
  • Pagina 178 Kia mogelijk nakijken door nakijken door een professionele raadt aan om een officiële Kia- professionele werkplaats. werkplaats. Kia raadt aan om een dealer/servicepartner te bezoeken. Kia raadt aan om een officiële officiële Kia-dealer/servicepartner Kiadealer/ servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 179 Laat het voertuig in dat geval nakijken officiële Kia- LET OP - Benzinemotor door een professionele werkplaats. Kia dealer/servicepartner te bezoeken. Wanneer controlelampje raadt aan om een officiële Kia- motormanagement (MIL) gaat dealer/servicepartner te bezoeken. branden, katalysator beschadigd zijn. Hierdoor kan het motorvermogen teruglopen.
  • Pagina 180 • Wanneer er een storing is in de • Wanneer de oliedruk laag is. Kia raadt aan om een officiële dynamo of in het laadsysteem. Kiadealer/ servicepartner te bezoeken. 4 83...
  • Pagina 181 3. Start de motor. Zet de motor overslaan motor direct weer beschadiging van de katalysator waarschuwingslampje blijft (indien van toepassing). branden nadat de motor is gestart. Laat het voertuig in dat geval nakijken door professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia- dealer/servicepartner bezoeken.
  • Pagina 182 - Het lampje blijft ongeveer 3 seconden professionele werkplaats. branden en gaat dan uit. branden en gaat dan uit. Kia raadt aan om een officiële • Wanneer water zich heeft opgehoopt • Als de spanning van een of meer Kiadealer/ servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 183 Kia - Storing High Beam Assist geval spoedig mogelijk raadt aan om een officiële Kia-dealer/ (indien van toepassing) nakijken door een professionele servicepartner te bezoeken. - Storing in verlichting werkplaats. Kia raadt aan om een - Storing LED-koplamp officiële Kia-dealer/servicepartner...
  • Pagina 184 Als dit waarschuwingslampje knippert na het uitvoeren van de procedure (op dat moment wordt op het display een waarschuwingsmelding weergegeven), moet u het roetfiltersysteem laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. 4 87...
  • Pagina 185 Laat het voertuig in dat geval nakijken moet GPF-systeem laten door een professionele werkplaats. Kia controleren door een professionele raadt officiële Kia- werkplaats. Kia raadt aan om een dealer/servicepartner te bezoeken. officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 186 Laat het voertuig in dat geval nakijken systeem. door een professionele werkplaats. Kia ❈ Zie "Elektronische stabiliteitscontrole Laat het voertuig in dat geval nakijken raadt aan om een officiële Kia- (ESC)" in hoofdstuk 6 voor meer door een professionele werkplaats. Kia dealer/servicepartner te bezoeken. informatie.
  • Pagina 187 Als de motor automatisch wordt gestart door een professionele werkplaats. Kia Laat het voertuig in dat geval nakijken door het ISG-systeem, gaat een aantal raadt aan om een officiële Kia- door een professionele werkplaats. Kia waarschuwingslampjes (ABS, ESC, ESC dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 188 Als een van de volgende situaties door een professionele werkplaats. Kia engine start/stop (motor starten/ optreedt, kan er een storing in het raadt aan om een officiële Kia- stoppen) op ACC of ON. richtingaanwijzersysteem zijn. Laat het dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 189 Kenmerken van uw auto Controlelampje dimlicht Controlelampje Controlelampje (indien van toepassing) High Beam Assist verlichting aan (indien van toepassing) Dit controlelampje gaat branden: Dit controlelampje gaat branden: Dit waarschuwingslampje gaat branden: • Als de koplampen branden. • Als de High Beam Assist ingeschakeld •...
  • Pagina 190 Als het controlelampje aan blijft of gaat knipperen nadat de motor opgewarmd is of onder het rijden, is er een probleem met het voorgloeisysteem. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 191 Kenmerken van uw auto AFSTANDSWAARSCHUWING-ACHTERUIT (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking van de WAARSCHUWING afstandswaarschuwing-achteruit afstandswaarschuwing- Voorwaarden voor gebruik achteruit heeft alleen • Het systeem wordt ingeschakeld als de aanvullende functie. De werking achteruitversnelling wordt ingeschakeld afstandswaarschuwing- en het contact in stand ON staat. achteruit kan worden beïnvloed Bij een snelheid van meer dan 5 km/h door...
  • Pagina 192 Laat het systeem nakijken door een afstandsbedieningen mobiele professionele werkplaats telefoons binnen het bereik van de controlelampje knippert. Kia raadt aan sensor. officiële Kia-dealer/ 7. Als de sensor bedekt is met sneeuw. servicepartner te bezoeken. 8. Rijden met aanhanger.
  • Pagina 193 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING afstandswaarschuwing-achteruit Het systeem werkt alleen in het gebied waar de parkeersensoren zijn geplaatst. Wees extra voorzichtig als u dicht • De afstandswaarschuwing-achteruit langs voorwerpen of personen, in Bovendien worden kleine of smalle klinkt mogelijk niet regelmatig als het het bijzonder kinderen, rijdt.
  • Pagina 194 Laat het systeem in dat geval nakijken door professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. WAARSCHUWING Schade aan de auto en persoonlijk letsel, ontstaan...
  • Pagina 195 Kenmerken van uw auto AFSTANDSWAARSCHUWING (INDIEN VAN TOEPASSING) systeem dient slechts Werking van de ■ Voor hulpmiddel: de bestuurder moet zelf altijd afstandswaarschuwing oplettend blijven. Werking Het bereik van de parkeersensoren is beperkt en niet alle voorwerpen worden even goed opgemerkt. Blijf daarom altijd alert tijdens het rijden op wat zich voor en achter uw auto bevindt, net als u zou doen in een auto zonder...
  • Pagina 196 Kenmerken van uw auto • Het bereik van de parkeersensoren Soorten waarschuwingssignalen bedraagt ongeveer 120 cm bij een : met waarschuwingsgeluid snelheid van maximaal 10 km/h. : zonder waarschuwingsgeluid • Het bereik van de parkeersensoren bij het vooruitrijden bedraagt ongeveer Waarschuwingslampje 105 cm bij een snelheid van maximaal Waarschuwings...
  • Pagina 197 Kenmerken van uw auto Gevallen waarin de De werking van de LET OP afstandswaarschuwing wordt in de afstandswaarschuwing niet werkt volgende omstandigheden mogelijk • Het geen voorwerpen De afstandswaarschuwing werkt verstoord: detecteren in gebieden waar geen mogelijk niet normaal in de volgende sensoren zijn geplaatst.
  • Pagina 198 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING ✽ ✽ OPMERKING Het bereik van de sensor neemt in de volgende gevallen mogelijk af. 1. Het waarschuwingssignaal klinkt Het systeem werkt alleen in het gebied 1. Bij extreem hoge lage mogelijk niet regelmatig als het waar de parkeersensoren zijn geplaatst.
  • Pagina 199 (indien van toepassing) de effectiviteit van de sensor (knippert) beperken. Controleer altijd met Laat het systeem in dat geval nakijken eigen ogen of de weg vrij is voordat u wegrijdt. door een professionele werkplaats. Kia raadt officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 200 Kenmerken van uw auto PARKEERHULP (INDIEN VAN TOEPASSING) ✽ ✽ OPMERKING De parkeerhulp helpt de bestuurder bij ■ Fileparkeren het parkeren met behulp van sensoren • De auto stopt niet voor voetgangers of die parkeerplaatsen voor fileparkeren voorwerpen die zich op zijn pad meet, het stuurwiel bedient voor semi- bevinden.
  • Pagina 201 Kenmerken van uw auto Voorwaarden voor gebruik (Vervolg) WAARSCHUWING ■ Links ■ Rechts • Kia raadt aan om altijd dezelfde • De parkeerhulp moet beschouwd - Fileparkeren - Fileparkeren maat band en wiel te gebruiken worden als niet meer dan een als aanbevolen door een officiële...
  • Pagina 202 Kenmerken van uw auto Het systeem helpt de auto te parkeren Gevallen waarbij het systeem niet • Grote voertuigen zoals een bus of tussen twee auto's in of achter een vrachtwagen die is geparkeerd. mag worden gebruikt geparkeerde auto. Gebruik het systeem •...
  • Pagina 203 Kenmerken van uw auto (Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING 2. Parkeren in de sneeuw 3. Parkeren in een smalle ruimte Gebruik onder volgende omstandigheden de parkeerhulp niet, omdat onbedoelde gevolgen hebben ernstige ongevallen kan leiden. 1. Parkeren op een helling OCD048010 OCD048011 Sneeuw kan de werking van de Mogelijk zoekt het systeem niet sensor belemmeren of het systeem...
  • Pagina 204 Kenmerken van uw auto (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) 4. Schuin inparkeren 5. Parkeren op een oneffen weg 6. Parkeren achter een vrachtwagen OCD048012 OUM046436L OCD048013 Het systeem dient als hulpmiddel bij Bij parkeren achter een voertuig Bij parkeren op een oneffen weg fileparkeren of achteruit inparkeren.
  • Pagina 205 Kenmerken van uw auto Werking van het systeem (Vervolg) (Vervolg) (parkeermodus) 7. Obstakel op de parkeerplaats 8. Verlaten van een parkeerplaats 1. Schakel de parkeerhulp in naast een muur De selectiehendel moet in stand D (rijden) worden gezet. 2. Parkeermodus selecteren - Als de parkeermodus wordt gekozen met de selectiehendel in stand N (neutraal) na het starten van de...
  • Pagina 206 Kenmerken van uw auto Als het systeem al een parkeerplaats 1. De parkeerhulp inschakelen 2. Parkeermodus selecteren gedetecteerd voordat • Selecteer de modus fileparkeren of parkeerhulp werd geactiveerd, kunt u achteruit inparkeren door de toets van verder gaan met stap 4 (Zoeken voltooid) de parkeerhulp in te drukken terwijl de selectiehendel in stand D (rijden) staat.
  • Pagina 207 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING 3. Een parkeerplaats zoeken • Het systeem wordt uitgeschakeld als (optioneel) de auto sneller rijdt dan 30 km/h. • Het systeem is bij het zoeken naar een parkeerplaats mogelijk niet in staat ■ Rechts ■...
  • Pagina 208 Kenmerken van uw auto 4. Herkennen van parkeerplaats LET OP (optioneel) Nadat zoeken ■ Rechts ■ Links parkeerplaats is voltooid, kunt u - Fileparkeren - Fileparkeren verdergaan met het gebruiken van het systeem nadat u de omgeving heeft gecontroleerd. Controleer bij gebruik van het systeem vooral de afstand van de buitenspiegels tot objecten om...
  • Pagina 209 Kenmerken van uw auto 5. Zoeken voltooid 6. Bediening van het stuurwiel LET OP ■ Rechts ■ Links • Rijd altijd langzaam met het - Fileparkeren - Fileparkeren rempedaal ingetrapt. • Als de parkeerplaats te klein is, wordt systeem mogelijk geannuleerd in de fase waarin het stuurwiel wordt bediend.
  • Pagina 210 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Het systeem tijdens het parkeren WAARSCHUWING annuleren • Als u de gegeven aanwijzingen niet • Houd de toets van de parkeerhulp Houd uw handen niet tussen de opvolgt, lukt het mogelijk niet uw ingedrukt totdat het systeem wordt spaken van het stuurwiel wanneer auto te parkeren.
  • Pagina 211 Kenmerken van uw auto 7. Parkeerhulp voltooid ■ Handgeschakelde transmissie LET OP Controleer altijd de omgeving voordat u het rempedaal loslaat. WAARSCHUWING Let bij het parkeren altijd op andere voertuigen en voetgangers. OCD058054HO OCD058062HO ■ Automatische transmissie OCD058055HO Voer het parkeren van uw auto uit overeenkomstig de aanwijzingen op het lcd-scherm.
  • Pagina 212 Kenmerken van uw auto Extra aanwijzingen (meldingen) Wanneer de parkeerhulp in werking is, Storing in het systeem wordt mogelijk melding ■ Type A weergegeven ongeacht de status van de parkeerprocedure. De meldingen worden weergegeven overeenkomstig de omstandigheden. Volg tijdens het parkeren met de parkeerhulp de gegeven aanwijzingen ✽...
  • Pagina 213 1. Schakel de parkeerhulp in professionele werkplaats. Kia raadt • Trap voor uw veiligheid altijd het De selectiehendel moet in stand P officiële Kia- rempedaal in, behalve tijdens het (parkeren) staan.
  • Pagina 214 Kenmerken van uw auto 1. De parkeerhulp inschakelen 2. Selecteer modus wegrijden na 3. Controleer de omgeving inparkeren ■ Links ■ Rechts ■ Links ■ Rechts - Wegrijden na fileparkeren - Wegrijden na fileparkeren - Wegrijden na fileparkeren - Wegrijden na fileparkeren OCD058059HO OCD058060HO OCD058057HO...
  • Pagina 215 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING 4. Bediening van het stuurwiel • Bovenstaande melding verschijnt als de selectiehendel in stand D of • Als tijdens het controleren van de achteruit (R) staat overeenkomstig de omgeving de auto (of object) voor of afstand van de sensor tot het object achter de auto te dichtbij staat, werkt aan de voor- en achterzijde.
  • Pagina 216 Kenmerken van uw auto 5. Wegrijden voltooid Het systeem tijdens het parkeren LET OP uitschakelen • Draai tijdens het verlaten van de Druk de toets van de parkeerhulp in. parkeerplaats het stuurwiel zo Druk de toets van de parkeerhulp in veel mogelijk in de richting van terwijl het stuurwiel wordt bediend door het wegrijden en rijd langzaam...
  • Pagina 217 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ LET OP Extra aanwijzingen (meldingen) Storing in het systeem • Het systeem wordt in de volgende ■ Type A gevallen uitgeschakeld. Parkeer uw auto handmatig: - Als het ABS in werking treedt. - Als TCS/ESC wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 218 • Als zich een probleem voordoet met uitsluitend de parkeerhulp, zal het parkeerhulpsysteem in werking treden. Laat als u een probleem opmerkt, het systeem nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. LET OP Het systeem werkt mogelijk niet goed...
  • Pagina 219 Kenmerken van uw auto ACHTERUITRIJMONITOR (INDIEN VAN TOEPASSING) LET OP WAARSCHUWING • Richt straal De achteruitrijmonitor is geen hogedrukreiniger niet veiligheidsvoorziening. De monitor rechtstreeks op de camera of de dient alleen om de bestuurder te nabije omgeving hiervan. De helpen bij het waarnemen van schok van het water onder druk voorwerpen die zich direct achter kan tot gevolg hebben dat ze niet...
  • Pagina 220 Kenmerken van uw auto VERLICHTING Energiebesparingsfunctie Follow me home-koplampen Welkomstfunctie koplampen (indien van toepassing) (indien van toepassing) • Deze functie voorkomt dat de accu ontladen raakt. Het systeem schakelt De koplampen (en/of achterlichten) blijven Wanneer koplampen zijn automatisch de parkeerlichten uit ongeveer 5 minuten branden nadat de ingeschakeld of in de stand AUTO staan, wanneer de contactsleutel wordt...
  • Pagina 221 Kenmerken van uw auto ❈ ❈ Aanpassen aan links of rechts rijdend Bediening verlichting Stand parkeerlicht ( verkeer (Europa) De dimlichtbundel is asymmetrisch. Als u naar een land gaat waar het verkeer links rijdt, asymmetrische deel tegemoetkomend verkeer verblinden. Om verblinding te voorkomen schrijven ECE-regels verschillende technische oplossingen voor (bijv.
  • Pagina 222 Kenmerken van uw auto Automatisch Stand dimlicht ( LET OP • Bedek de sensor (1) op het dashboard nooit, zodat optimale werking automatische verlichting gegarandeerd blijft. • Reinig de sensor niet met een ruitenreiniger. Deze kan een dunne film achterlaten op de sensor, waardoor deze niet meer goed werkt.
  • Pagina 223 Kenmerken van uw auto Grootlicht WAARSCHUWING Gebruik het grootlicht niet wanneer zich andere auto's in de buurt bevinden. Anders kunt u het zicht andere bestuurders belemmeren. OYB046418 Trek de combischakelaar naar u toe om OYB046416 een lichtsignaal te geven. Als u de Druk de combischakelaar van u af om combischakelaar loslaat, keert deze het grootlicht in te schakelen.
  • Pagina 224 Kenmerken van uw auto High Beam Assist In de volgende gevallen wordt van Voorwaarden voor gebruik grootlicht overgeschakeld op dimlicht. (indien van toepassing) 1. Zet de lichtschakelaar in de stand AUTO. - Als High Beam Assist uitgeschakeld. 2. Druk de combischakelaar van u af om het grootlicht in te schakelen.
  • Pagina 225 Kenmerken van uw auto (Vervolg) (Vervolg) LET OP • Wanneer koplamp niet • Wanneer de auto scheef hangt systeem werkt onder gerepareerd of vervangen is door door een lekke band of doordat volgende omstandigheden mogelijk een officiële dealer. hij gesleept wordt. niet goed.
  • Pagina 226 Kenmerken van uw auto Richtingaanwijzers Beweeg de combischakelaar gedeeltelijk WAARSCHUWING naar beneden of naar boven en houd hem vast (B) om een wisseling van • Plaats geen accessoires rijstrook aan te geven. Als u de stickers op de voorruit en kleur combischakelaar loslaat, keert deze deze niet.
  • Pagina 227 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Impulsbediening richtingaanwijzers Mistlamp vóór bij rijstrookwisseling (indien van toepassing) Als de richtingaanwijzer abnormaal impulsbediening snel of langzaam knippert, duidt dit op richtingaanwijzers te activeren, beweegt een kapotte lamp of een slecht contact in u de combischakelaar iets en laat hem het circuit van de richtingaanwijzers.
  • Pagina 228 Kenmerken van uw auto Mistachterlicht Dagrijverlichting LET OP (indien van toepassing) (indien van toepassing) De mistlampen gebruiken, wanneer Door dagrijverlichting (DRL) kunnen ze zijn ingeschakeld, zeer veel medeweggebruikers uw auto overdag stroom. Gebruik de mistlampen beter zien. DRL kan onder verschillende alleen bij slecht zicht.
  • Pagina 229 Kenmerken van uw auto Koplampverstelling Hieronder staan voorbeelden van een correcte afstelling. Stel bij een andere mate van belasting dan hieronder vermeld de koplampen af volgens de situatie in het overzicht die zo veel mogelijk aansluit bij de actuele situatie. Beladingstoestand Stand schakelaar Alleen bestuurder...
  • Pagina 230 Kenmerken van uw auto RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS Ruitenwissers Voorruitenwisser en -sproeier Wis/was-installatie achter De werking is als volgt als het contact in stand ON staat. : Zet de hendel voor een enkele wisbeweging deze stand (MIST/ ) en laat de hendel weer los.
  • Pagina 231 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Automatisch wissen LET OP (indien van toepassing) Maak de ruit vrij van sneeuw en ijs Als het contact in stand ON staat en alvorens de ruitenwissers te gebruiken of de schakelaar voor de ruitenwissers ontdooi de voorruit gedurende 10 vóór in de stand AUTO, neem dan minuten.
  • Pagina 232 Kenmerken van uw auto Ruitensproeiers voorruit (Vervolg) LET OP • Let bij het tinten van de voorruit • Zet de schakelaar tijdens het op dat er geen vloeistof in de wassen van de auto in stand OFF sensor bovenaan in het midden (O) om te voorkomen dat de van de voorruit terechtkomt.
  • Pagina 233 Kenmerken van uw auto De vulpijp van het reservoir bevindt zich Koplampsproeier LET OP vooraan motorruimte (indien van toepassing) passagierszijde. • Schakel de ruitenwissers niet in als auto voorzien de ruit droog is, om beschadiging koplampsproeiers, zullen deze gelijktijdig van de wissers en de voorruit te met de ruitensproeier van de voorruit in LET OP voorkomen.
  • Pagina 234 Kenmerken van uw auto Schakelaar achterruitenwisser Verwarmde ruitensproeier en -sproeier (indien van toepassing) De verwarmde ruitensproeier dient om de sproeier te ontdooien bij vorst. De verwarmde ruitensproeier gaat wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het contactslot AAN staat of de motor draait onder volgende omstandigheden:...
  • Pagina 235 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Onder onderstaande omstandigheden is mogelijk verwarmde ruitensproeier niet goed werkt. - De sproeivloeistof sproeireservoir is bevroren. - De buitentemperatuursensor heeft een storing.
  • Pagina 236 Kenmerken van uw auto INTERIEURVERLICHTING Leeslampje • (2) : LET OP ■ Type A Laat de interieurverlichting niet te - Het leeslampje en de interieurverlichting lang branden als de motor niet gaan branden wanneer een portier draait. wordt geopend. De verlichting gaat na Hierdoor kan de accu ontladen ongeveer 30 seconden uit.
  • Pagina 237 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Interieurverlichting Bagageruimteverlichting De DOOR-modus en de ROOM-modus ■ Type A kunnen niet tegelijkertijd worden geselecteerd. Kaartleeslampje vóór: (3): Druk op deze schakelaar om de kaartleeslampjes vóór aan te zetten. (4): Druk op deze schakelaar om de kaartleeslampjes vóór uit te zetten.
  • Pagina 238 Kenmerken van uw auto Lampje make-upspiegel Lampje dashboardkastje LET OP (indien van toepassing) (indien van toepassing) - Lampje make-upspiegel Zet de lichtschakelaar altijd in de stand UIT wanneer de make- upspiegel niet wordt gebruikt. Als de zonneklep wordt gesloten terwijl de verlichting nog aan staat, kan de accu leegraken of de zonneklep beschadigd raken.
  • Pagina 239 Kenmerken van uw auto ONTDOOIEN Toets achterruitverwarming De achterruitverwarming schakelt na LET OP ongeveer 20 minuten automatisch uit of wanneer het contact in stand LOCK Gebruik om beschadiging van de wordt gezet. Druk de toets opnieuw in om verwarmingsdraden te voorkomen de achterruitverwarming uit te schakelen.
  • Pagina 240 Kenmerken van uw auto HANDBEDIEND VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) ■ ■ Type A 1. Aanjagerknop 2. Temperatuurregelknop 3. Toets A/C (indien van toepassing) 4. Toets achterruitverwarming 5. Luchttoevoertoets 6. Luchtcirculatieknop ■ ■ Type B LET OP Wanneer de aanjager wordt bediend terwijl het contact in de stand ON staat, kan de accu ontladen raken.
  • Pagina 241 Kenmerken van uw auto Verwarming en airconditioning 1. Start de motor. 2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand. Voor een effectieve verwarming en koeling: - Verwarmen: - Koelen: 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
  • Pagina 242 Kenmerken van uw auto Luchtcirculatie Stand VENTILEREN (B, D) VERWARMEN/ONTWASEMEN (A, C, D, E) De lucht stroomt naar het bovenlichaam De meeste lucht stroomt naar de en het hoofd. Daarnaast kan iedere voetenruimte en de voorruit en een klein uitstroomopening versteld worden om de gedeelte stroomt door...
  • Pagina 243 Kenmerken van uw auto Temperatuurregelknop Luchttoevoertoets OCD048307 Uitstroomopeningen dashboard OCD048322 OCD048323 uitstroomopeningen kunnen afzonderlijk met het wieltje worden Met de temperatuurregelknop kunt u de De luchttoevoer wordt gebruikt om de geopend of gesloten. Draai het wieltje temperatuur regelen van de lucht die uit stand BUITENLUCHT of de stand helemaal omlaag...
  • Pagina 244 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Stand toevoer recirculatielucht WAARSCHUWING In de stand RECIRCULATIE Door langdurig gebruik wordt de lucht uit het verwarming stand • Langdurig recirculeren passagierscompartiment leiden verhoogde RECIRCULATIE (zonder door systeem luchtvochtigheid in het interieur, airconditioning is ingeschakeld) kunnen gerecirculeerd de ruiten beslaan en kan de lucht in het waardoor...
  • Pagina 245 Kenmerken van uw auto Aanjagerknop De aanjager uitschakelen Airconditioning (A/C) OCD048324 OCD048326 OCD048325 Om de aanjager in te kunnen schakelen, Zet de aanjagerknop in stand 0 om de Druk toets moet het contact in stand ON staan. aanjager uit te schakelen. airconditioning in te schakelen (het controlelampje gaat branden).
  • Pagina 246 Kenmerken van uw auto Werking systeem Airconditioning Tips voor gebruik • Om voorkomen stof De airconditioningssystemen van Kia zijn Ventileren onaangename geuren in het interieur gevuld milieuvriendelijk 1. Zet de luchtcirculatietoets in stand van de auto terechtkomen, kan de koudemiddel*.
  • Pagina 247 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Tips voor gebruik van de airconditioning LET OP • Open de ruiten een tijdje wanneer de • Houd temperatuurmeter • Onderhoud auto tijdens warm weer in de volle zon nauwlettend in de gaten wanneer de airconditioningssysteem geparkeerd is geweest, zodat de warme airconditioning wordt gebruikt als u...
  • Pagina 248 Kia raadt aan om een officiële maximaal koeleffect bereikt, maar kan Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. het gebruik van deze stand gedurende een langere tijd ertoe leiden dat de ✽ ✽ OPMERKING lucht in het interieur muf wordt.
  • Pagina 249 Welk koudemiddel er in uw auto wordt niet correct functioneert. gebruikt, kunt u zien op een sticker aan Kia raadt aan om een officiële Kia- de binnenzijde van de motorkap. dealer/ servicepartner te bezoeken. ❈ Zie hoofdstuk 9 voor meer informatie...
  • Pagina 250 Kenmerken van uw auto WAARSCHUWING Auto's met R-1234yf* Omdat het koudemiddel ontvlambaar is en onder zeer hoge druk staat, mag onderhoud aan het airconditioningssysteem alleen worden uitgevoerd door geschoolde gecertificeerde monteurs. Het is belangrijk dat het juiste type en de juiste hoeveelheid olie koudemiddel worden...
  • Pagina 251 Kenmerken van uw auto AUTOMATISCH VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) 1. Temperatuurregelknop bestuurderszijde 2. Toets AUTO (automatische regeling) 3. Toets voorruitontwaseming 4. Toets achterruitverwarming 5. Toets A/C 6. Luchttoevoertoets 7. Toets aanjager OFF 8. Aanjagertoets 9. Luchtcirculatietoets 10. Temperatuurregelknop passagierszijde 11.
  • Pagina 252 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Automatische verwarming en airconditioning • Schakel de automatische werking uit door op een van onderstaande toetsen of schakelaars te drukken: - Luchtcirculatietoets - Toets airconditioning - Toets voorruitontwaseming (Druk nogmaals op de toets om de voorruitontwasemingsfunctie uit te schakelen.
  • Pagina 253 Kenmerken van uw auto Handmatig bediende verwarming 1. Start de motor. en airconditioning 2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand. Het verwarmings- en airconditionings- Voor een effectieve verwarming en systeem handmatig worden koeling: geregeld met andere toetsen dan de toets AUTO.
  • Pagina 254 Kenmerken van uw auto Luchtcirculatie VERWARMEN & Stand BI-LEVEL (B, D, C, E) ONTWASEMEN (A, C, D, E) De meeste lucht stroomt naar de De lucht stroomt naar het hoofd en naar voetenruimte en de voorruit en een klein de voetenruimte. gedeelte stroomt door...
  • Pagina 255 Kenmerken van uw auto Temperatuurregelknop OCD048306 OCD048307 Stand ONTWASEMEN Uitstroomopeningen dashboard OCD048303 Als u de stand ontwasemen selecteert, De uitstroomopening kan afzonderlijk schakelt het systeem automatisch de worden geopend of gesloten met het Door de knop volledig naar rechts te volgende instellingen in: horizontale wieltje.
  • Pagina 256 Kenmerken van uw auto De temperatuur afzonderlijk instellen Temperatuuraanduiding wijzigen voor bestuurder en passagier U kunt de temperatuur als volgt • Druk nogmaals op de toets 'SYNC' om overschakelen van graden Celsius naar de temperatuur voor de bestuurder en graden Fahrenheit: de passagier afzonderlijk in te stellen.
  • Pagina 257 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Luchttoevoertoets Stand toevoer recirculatielucht In de stand RECIRCULATIE Door langdurig gebruik wordt de lucht uit het verwarming stand passagierscompartiment RECIRCULATIE (zonder door systeem airconditioning is ingeschakeld) kunnen gerecirculeerd de ruiten beslaan en kan de lucht in het afhankelijk van de gekozen passagierscompartiment muf worden.
  • Pagina 258 Kenmerken van uw auto Aanjagerknop Airconditioning (A/C) WAARSCHUWING • Langdurig recirculeren leiden verhoogde luchtvochtigheid in het interieur, waardoor ruiten kunnen beslaan en het uitzicht wordt belemmerd. • Ga niet slapen in de auto wanneer de airconditioning of de verwarming ingeschakeld. Door afname zuurstofconcentratie en/of de...
  • Pagina 259 Kenmerken van uw auto Stand OFF (UIT) Werking systeem Tips voor gebruik • Om voorkomen stof Ventileren onaangename geuren in het interieur 1. Zet de luchtcirculatietoets in stand van de auto terechtkomen, kan de schakelaar voor luchttoevoer 2. Schakel de stand BUITENLUCHT in tijdelijk in de stand recirculatie worden met de luchttoevoertoets.
  • Pagina 260 Kenmerken van uw auto ✽ ✽ OPMERKING Airconditioning LET OP De airconditioningssystemen van Kia zijn • Houd temperatuurmeter • Onderhoud gevuld milieuvriendelijk nauwlettend in de gaten wanneer de airconditioningssysteem koudemiddel*. airconditioning wordt gebruikt als u alleen worden uitgevoerd door 1. Start de motor. Druk op toets A/C.
  • Pagina 261 Kenmerken van uw auto • Na gebruik van de airconditioning kan Interieurfilter Tips voor gebruik van de airconditioning onder de rechterzijde van de auto een (indien van toepassing) • Open de ruiten een tijdje wanneer de plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit is auto tijdens warm weer in de volle zon een normaal verschijnsel tijdens de geparkeerd is geweest, zodat de...
  • Pagina 262 Laat als dit gebeurt het interieurfilter 3. Classificatie van de compressorolie vervangen door professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Welk koudemiddel er in uw auto wordt Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. gebruikt, kunt u zien op een sticker aan de binnenzijde van de motorkap.
  • Pagina 263 Kia raadt aan om een officiële Kia- Het is belangrijk dat het dealer/ servicepartner te bezoeken. juiste type en de juiste hoeveelheid olie koudemiddel worden gebruikt.
  • Pagina 264 Kenmerken van uw auto ONTWASEMEN EN ONTDOOIEN VOORRUIT • Draai de temperatuurknop volledig Handbediend verwarmings- en WAARSCHUWING naar rechts (maximaal verwarmen) en ventilatiesysteem zet de aanjagerknop op de hoogste Voorruitverwarming Binnenzijde voorruit ontwasemen snelheid om maximaal te ontdooien. Gebruik de standen niet •...
  • Pagina 265 Kenmerken van uw auto Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch verwarmings- en Als de airconditioning en de stand BUITENLUCHT niet automatisch worden ventilatiesysteem ingeschakeld, druk Binnenzijde voorruit ontwasemen desbetreffende toetsen. Als stand wordt geselecteerd, wordt aanjagersnelheid automatisch verhoogd. OCD048329 1. Zet de aanjager in de hoogste stand OCD048314 (geheel naar rechts).
  • Pagina 266 Kenmerken van uw auto Buitenzijde voorruit ontdooien Ontwasemfunctie Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem (indien van toepassing) Om de kans op beslaan van de binnenkant van de voorruit tot een minimum beperken, wordt luchttoevoer airconditioning automatisch afgestemd omstandigheden als het inschakelen van stand .
  • Pagina 267 Kenmerken van uw auto Automatisch verwarmings- en accu ontladen Automatisch ontwasemingssysteem ventilatiesysteem (indien van losgekoppeld is geweest en weer wordt (Alleen voor automatisch toepassing) verwarmings- en ventilatiesysteem, opgeladen aangesloten, ontwasemfunctie standaard ingeschakeld. indien van toepassing) OCD048316 OCD048026 1. Zet het contact in stand ON. 2.
  • Pagina 268 Kenmerken van uw auto Europa Buiten Europa controlelampje ontwasemingstoets knippert 3 keer om u Als uw auto is uitgerust met een controlelampje gaat te vertellen dat het systeem wordt automatisch ontwasemingssysteem, zal branden als het automatische uitgeschakeld. dit systeem automatisch geactiveerd ontwasemingssysteem heeft worden als aan de voorwaarden is geregistreerd dat er vocht...
  • Pagina 269 Kenmerken van uw auto OPBERGVAKKEN In deze opbergvakken kunnen kleine Opbergvak middenconsole WAARSCHUWING voorwerpen voor bestuurder (indien van toepassing) passagiers worden bewaard. Brandbare materialen Bewaar geen aanstekers of andere brandbare of explosieve materialen LET OP in de auto. Deze kunnen ontploffen •...
  • Pagina 270 Kenmerken van uw auto Dashboardkastje Opbergvak voor zonnebril WAARSCHUWING Houd het dashboardkastje tijdens het rijden altijd gesloten om de kans op letsel in geval van een aanrijding of bij plotseling remmen te verminderen. LET OP Bewaar niet gedurende lange tijd voedsel in het dashboardkastje.
  • Pagina 271 Kia raadt aan om indien nodig zonnebrilhouder als de bril in de contact op te nemen een officiële Kia- houder vast zit. Het kan leiden tot dealer/ servicepartner.
  • Pagina 272 Kenmerken van uw auto Bagagepaneel Laadruimte vergroten (indien van toepassing) (indien van toepassing) OCD048072 OCD048075 OCD048072 Als u de laadruimte wilt vergroten: kunt o.a. 1. Pak de handgreep aan de bovenzijde verbandtrommel, een gevarendriehoek van het deksel vast en zet het deksel en gereedschap opbergen, zodat u hier open in geval van nood gemakkelijk bij kunt.
  • Pagina 273 Kenmerken van uw auto INTERIEUR ✽ ✽ OPMERKING Asbak (indien van toepassing) Bekerhouder • Sluit dranken altijd af met een deksel om morsen tijdens het rijden te WAARSCHUWING voorkomen. Gemorste vloeistof kan Hete vloeistoffen binnendringen in het elektrisch/ • Plaats geen onafgedekte bekers elektronisch systeem van de auto en met hete vloeistof in de houder schade aan elektrische/ elektronische...
  • Pagina 274 Kenmerken van uw auto ■ Voor Zonneklep WAARSCHUWING Belemmer, voor uw eigen veiligheid, zicht niet wanneer zonneklep gebruikt. OCD048032 ■ Achter (indien van toepassing) OBD048021 Gebruik de zonneklep om verblinding door direct zonlicht via de voor- en zijruiten tegen te gaan. Trek de zonneklep omlaag om deze te kunnen gebruiken.
  • Pagina 275 Kenmerken van uw auto Stoelverwarming stoelverwarming worden Temperatuurregelknop (Automatisch) ingeschakeld door op de schakelaar te (indien van toepassing) De stoelverwarming begint automatisch drukken voor de bestuurdersstoel en/of de ■ Voorstoel de stoeltemperatuur te regelen om te stoel van de voorpassagier als het contact voorkomen dat er letsel ontstaat door lage in stand ON (aan) staat.
  • Pagina 276 Kenmerken van uw auto Stoelkoeler (stoel met ventilatie) LET OP WAARSCHUWING (indien van toepassing) • Gebruik voor het reinigen van de - Verbranding door de stoelen geen organisch stoelverwarming oplosmiddel, zoals thinner, Wees extra voorzichtig bij het alcohol of wasbenzine. Hierdoor gebruik van de stoelverwarming, kan de stoelverwarming en de vanwege...
  • Pagina 277 Kenmerken van uw auto 12 V-aansluiting LET OP LET OP ■ Voorstoel Gebruik voor het reinigen van de • Gebruik de 12 V-aansluiting alleen stoelen geen organisch als de motor draait en verwijder de oplosmiddel, zoals thinner, alcohol plug van het apparaat na gebruik of wasbenzine.
  • Pagina 278 Kenmerken van uw auto USB-lader (indien van toepassing) (Vervolg) WAARSCHUWING • Het gebruik elektrische Steek geen vingers of vreemde apparaten die niet binnen de voorwerpen (pen enz.) in een 12 V- beperkte capaciteit vallen, kan aansluiting en raak de aansluiting ervoor zorgen 12V-...
  • Pagina 279 Kenmerken van uw auto U hoeft zich hier geen zorgen over te (Vervolg) LET OP maken, aangezien dit geen effect heeft • Als lader verkeerd op de levensduur of functies van het • Gebruik de USB-autolader terwijl aangesloten, kan dit ernstige apparaat.
  • Pagina 280 Kenmerken van uw auto Draadloos smartphone opladen Leg de telefoon op het midden van de Draadloos smartphone opladen draadloze-oplaadpad voor de beste (indien van toepassing) 1. Verwijder alle voorwerpen van de resultaten. oplaadpad voor de smartphone, ook Het draadloze-oplaadsysteem is bedoeld de Smart Key.
  • Pagina 281 Kenmerken van uw auto Als het draadloos opladen niet goed (Vervolg) LET OP werkt, gaat het oranje lampje gedurende • Als de afdekkap defect is, gebruik tien seconden knipperen en gaat volgens • Maak de afdekkap van het vak dan de draadloze oplaadfunctie uit.
  • Pagina 282 Kenmerken van uw auto (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) • Het draadloos opladen stopt als de • Voorwerpen magnetische • Op de smartphone van sommige zoekfunctie van de draadloze onderdelen, zoals een creditcard, fabrikanten kan het controlelampje Smart Key wordt gebruikt om telefoonkaarten, betaalpassen of nog steeds geel branden nadat de storing van de radiogolven te...
  • Pagina 283 Kenmerken van uw auto Bevestigingspunt(en) vloermat De vloermat aanbrengen WAARSCHUWING (indien van toepassing) 1) Plaats de bevestigingsstructuur (haak) van het vloertapijt en de haakring van Neem het volgende in acht wanneer de vloermat op één lijn. u vloermatten in de auto plaatst. 2) Steek de haakring van de vloermat in •...
  • Pagina 284 BELANGRIJK: uw auto is op de bestuurdersplaats uitgerust met bevestigingspunten ervoor dienen de vloermat goed op zijn plaats te houden. Kia raadt u aan uitsluitend Kia-vloermatten gebruiken in uw auto, om te voorkomen dat de bediening van de pedalen wordt gehinderd.
  • Pagina 285 Kenmerken van uw auto Hoedenplank (5-deurs) LET OP WAARSCHUWING • Bij terugzetten • Plaats geen objecten op de hoedenplank zijn hoedenplank tijdens het rijden. oorspronkelijke positie houdt u Dergelijke voorwerpen kunnen bij de plank vast en beweegt u hem een ongeval of remmen door de omlaag.
  • Pagina 286 Kenmerken van uw auto Haak voor boodschappentas OCD048063 LET OP • De tas mag niet zwaarder zijn dan 3 kg. Anders kan de haak beschadigd raken. • Hang geen breekbare voorwerpen aan de haak wanneer u over een slecht wegdek rijdt, anders kunnen...
  • Pagina 287 Audiosysteem Audiosysteem ......5-2 Bluetooth ....... . . 5-22 •...
  • Pagina 288 Audiosysteem AUDIOSYSTEEM ✽ ✽ OPMERKING Antenne Shark fin antenna (indien van toepassing) Staafantenne Als u achteraf een HID-koplamp haaienvinantenne ontvangt monteert, treden er mogelijk storingen ■ Type A doorgegeven data. audiosysteem elektronische onderdelen van uw auto. LET OP - Pole type ❈...
  • Pagina 289 Audiosysteem AUX- en USB-aansluiting Uitleg werking audiosysteem auto worden veroorzaakt door bijvoorbeeld afstand FM-ontvangst radiozender, andere krachtige zenders in de nabijheid of de aanwezigheid van IONOSPHERE gebouwen, bruggen of andere grote obstakels in het desbetreffende gebied. OCD058038 JBM001 U kunt de AUX-aansluiting gebruiken AM- en FM-radiozenders worden door voor het aansluiten van een extern zendmasten...
  • Pagina 290 Audiosysteem AM-ontvangst FM-radiozender Bergen IONOSPHERE Gebouwen Vrije ruimte IJzeren bruggen JBM002 JBM003 JBM004 AM-radiozenders kunnen over een FM-radiozenders worden met een hoge • Fading: Naarmate uw auto verder van grotere afstand worden ontvangen dan frequentie uitgezonden en volgen hierbij de radiozender vandaan rijdt, wordt het FM-radiozenders.
  • Pagina 291 Audiosysteem Een mobiele telefoon of een radio Zender 2 LET OP met zend- en ontvanginstallatie Zender 2 88,3Mhz gebruiken 88,1Mhz gebruik communicatiesystemen zoals een Wanneer u in de auto een mobiele mobiele telefoon of een radio in de telefoon gebruikt, kan het audiosysteem auto moet een aparte, externe ruis gaan produceren.
  • Pagina 292 Audiosysteem AUDIO (ZONDER TOUCHSCREEN) Systeeminrichting – bedieningspaneel (3) Toets MEDIA • Druk op deze toets om inhoud van een media-opslagapparaat af te spelen. Druk herhaaldelijk op deze toets om van modus te wisselen tussen USB (iPod), Bluetooth- audio en AUX. •...
  • Pagina 293 Audiosysteem (10) Nummertoetsen (1–6) • Tijdens het luisteren naar de radio drukt u op deze toetsen om naar een opgeslagen radiozender te luisteren. • Tijdens het luisteren naar de radio houdt u toets ingedrukt huidige radiozender als voorkeuzezender op te slaan.
  • Pagina 294 Audiosysteem Systeeminrichting – (2) Volumehendel (5) Toets Call/Answer (bellen/beantwoorden) afstandsbediening op het • Duw deze hendel omhoog of omlaag stuurwiel om het volume aan te passen. • Druk op deze toets om verbinding te maken met een mobiele telefoon via Bluetooth.
  • Pagina 295 Audiosysteem (Vervolg) WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Stop eerst uw voertuig voordat u - Over het rijden - Over de hantering van het uw mobiele telefoon gebruikt. Het systeem • Bedien het systeem niet tijdens gebruik van een mobiele telefoon het rijden. Als u tijdens het rijden •...
  • Pagina 296 Audiosysteem (Vervolg) LET OP LET OP • Als u het apparaat op een andere - Over de bediening van het - Over de hantering van het positie wilt installeren, informeer systeem systeem leverancier • Gebruik het systeem terwijl de • Oefen geen overmatige kracht uit servicecentrum.
  • Pagina 297 Audiosysteem Het systeem in- of uitschakelen Het scherm in- of uitschakelen WAARSCHUWING Om het systeem in te schakelen, start u Om schittering te voorkomen, kunt u het • Sommige functies kunnen om de motor. scherm uitschakelen. Het scherm kan veiligheidsredenen worden alleen worden uitgeschakeld terwijl het •...
  • Pagina 298 Audiosysteem De basisbediening leren kennen De instellingen aanpassen Niet-genummerde onderdelen Draai de knop [TUNE] (afstemmen) naar Draai de knop [TUNE] (afstemmen) om U kunt een onderdeel selecteren of de het gewenste onderdeel en druk dan op de waarde aan te passen en druk instellingen aanpassen door gebruik te de knop.
  • Pagina 299 Audiosysteem RADIO De radio aanzetten • Traffic Announcement Druk op de toets [MENU] op het (verkeersinformatie) (TA): bedieningspaneel om de onderstaande Druk op het bedieningspaneel op de verkeersberichten in- of uitschakelen. menu-opties te openen: toets [RADIO]. Berichten en programma's worden •...
  • Pagina 300 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING De radiomodus wijzigen Radiozenders zoeken • U kunt maximaal 36 radiozenders U kunt ook op de toets [RADIO] op het naar vorige volgende opslaan. bedieningspaneel of de toets [MODE] beschikbare radiozender te zoeken, drukt u op de toets [∨ ∨ SEEK ∧ ∧ ] (zoeken) •...
  • Pagina 301 Audiosysteem MEDIASPELER De mediaspeler gebruiken (Vervolg) (Vervolg) • U kunt de modus ook wijzigen door • Er kan sprake zijn van ruis wanneer kunt muziek afspelen meerdere malen op de toets [ MODE er een Apple-apparaat of AUX- opgeslagen diverse media- (modus) op het stuurwiel te drukken.
  • Pagina 302 Audiosysteem • Als er al een USB-apparaat op het Druk op de toets [MENU] op het Het vorige of volgende nummer systeem is aangesloten, drukt u op de bedieningspaneel om de onderstaande afspelen toets [MEDIA] en drukt u op de toets menu-opties te openen: Druk op het bedieningspaneel twee maal op de toets [∨...
  • Pagina 303 Audiosysteem In willekeurige volgorde afspelen (Vervolg) LET OP Druk op het bedieningspaneel op de • Gebruik een USB-apparaat niet • Start de motor van uw voertuig toets [2]. Elke keer dat u op de toets voor andere doeleinden dan het voordat u een USB-apparaat op drukt, wordt de shufflemodus voor het in afspelen van bestanden.
  • Pagina 304 Audiosysteem De iPod-modus gebruiken (Vervolg) • De volgende USB-apparaten worden U kunt luisteren naar muziek die is mogelijk niet herkend of werken niet opgeslagen op uw Apple-apparaten, correct: zoals een iPod of een iPhone. - Gecodeerde MP3-spelers 1. Sluit uw Apple-apparaat aan op de - USB-apparaten die niet worden USB-aansluiting in uw voertuig met herkend als verwijderbare schijven...
  • Pagina 305 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING Terugspoelen/vooruitspoelen Naar muziekbestanden zoeken in een bestandslijst Houd op het bedieningspaneel de toets • Draai op het bedieningspaneel de [∨ ∨ TRACK ∧ ∧ ] (muziekstuk) ingedrukt. 1. Druk op het bedieningspaneel op de knop FILE (bestand) toets [3] om List (lijst) te selecteren.
  • Pagina 306 Audiosysteem • Wanneer uw apparaat gelijktijdig is Opmerkingen over het aansluiten van Opmerkingen over het afspelen van Apple-apparaten aangesloten op de USB-aansluiting en Apple-apparaten de AUX-aansluiting, wordt het herkend • Zorg ervoor dat de iOS-versie en • Afhankelijk van het model wordt uw in de AUX-modus.
  • Pagina 307 Audiosysteem • Als u belt of een oproep ontvangt De AUX-modus gebruiken Druk op de toets [MENU] op het tijdens het afspelen via een iPhone, bedieningspaneel om de onderstaande U kunt naar audio luisteren via de kan de muziek gepauzeerd blijven menu-optie te openen: luidsprekers van uw voertuig door nadat u het gesprek hebt beeindigd.
  • Pagina 308 Audiosysteem BLUETOOTH ✽ ✽ OPMERKING Verbinden met Bluetooth- (Vervolg) apparaten • Als de Bluetooth-verbinding niet • Op uw systeem kunt u alleen de stabiel is, volg dan de volgende functies Bluetooth Handsfree en Bluetooth draadloze stappen om het opnieuw te proberen. Audio gebruiken.
  • Pagina 309 Audiosysteem • Als u een apparaat voor het eerst • Als het zescijferige wachtwoord op (Vervolg) het scherm van het Bluetooth- met uw systeem koppelt, kunt u ook • U kunt de ingestelde toegangsrechten apparaat wordt weergegeven, op de toets [PHONE] (telefoon) op wijzigen Bluetooth- controleer dan dat het Bluetooth-...
  • Pagina 310 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING Verbinden met een gekoppeld 2. Draai de knop [TUNE] (afstemmen) om het apparaat te selecteren apparaat • Als een verbinding wordt beeindigd waarmee verbinding wilt Om een Bluetooth-apparaat op uw omdat een apparaat zich buiten het verbreken en druk dan op de knop.
  • Pagina 311 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING Een Bluetooth-audioapparaat Druk op de toets [MENU] op het bedieningspaneel om de onderstaande gebruiken Afhankelijk verbonden menu-opties te openen Bluetooth-apparaat of de verbonden U kunt via de luidsprekers van uw • Connections (instellngen): mobiele telefoon, wordt het afspelen van voertuig naar muziek luisteren die is Bluetooth-verbinding instellen.
  • Pagina 312 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING Een Bluetooth-telefoon gebruiken (Vervolg) • Als u de Bluetooth-telefoonmodus • Afhankelijk verbonden kunt Bluetooth gebruiken gebruikt terwijl u Bluetooth-audio Bluetooth-apparaat, mobiele handsfree telefoneren. Bekijk gebruikt, wordt het afspelen mogelijk telefoon of muziekspeler die u oproepinformatie op het systeemscherm niet automatisch hervat nadat u het gebruikt, kunnen...
  • Pagina 313 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING Bellen 3. Kies een telefoonnummer. Als uw mobiele telefoon met het systeem • U hebt geen toegang • Selecteer Favourites (favorieten) is verbonden, kunt u iemand bellen door telefoonscherm wanneer er geen om een telefoonnummer uit uw lijst een naam uit uw oproepgeschiedenis of mobiele telefoon is verbonden.
  • Pagina 314 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING De lijst met favorieten gebruiken Uw oproepgeschiedenis gebruiken 1 Druk op het telefoonscherm op de 1. Druk op het telefoonscherm op de • U kunt maximaal 20 favorieten toets [1] om Favourites (favorieten) te toets Call history registreren voor elk apparaat.
  • Pagina 315 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING ✽ ✽ OPMERKING De lijst met contacten gebruiken 1. Druk op het telefoonscherm op de • Sommige mobiele telefoons • Contacten kunnen alleen worden toets [3] om Contacts (contacten) te ondersteunen de downloadfunctie gedownload vanuit het op dat moment selecteren.
  • Pagina 316 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING Oproepen beantwoorden (Vervolg) • Er toestemming vereist Wanneer een oproep binnenkomt, wordt • Afhankelijk van het type mobiele contacten van de mobiele telefoon te een pop-upvenster met een melding van telefoon wordt het weigeren van downloaden. Wanneer u probeert om de binnenkomende oproep op het oproepen mogelijk niet ondersteund.
  • Pagina 317 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING Opties gebruiken tijdens een Om het gesprek te beëindigen, drukt u op de toets [2] op het bedieningspaneel telefoongesprek • Als de gegevens van de beller in uw om End (beëindigen) te selecteren. Tijdens een telefoongesprek wordt het lijst met contacten zijn opgeslagen, hieronder getoonde gespreksscherm •...
  • Pagina 318 Audiosysteem INSTELLINGEN ✽ ✽ OPMERKING Weergave Geluid • Afhankelijk van de voertuigmodellen kunt instellingen U kunt de instellingen met betrekking tot -specificaties, kunnen systeemscherm wijzigen. geluiden wijzigen, zoals de locatie waar beschikbare opties verschillen. het geluid zich concentreert en het Druk op het bedieningspaneel op de •...
  • Pagina 319 Audiosysteem ✽ ✽ OPMERKING Bluetooth • Als er geen Bluetooth-apparaat U kunt de instellingen voor Bluetooth- verbonden is, kunt u het menu Update verbindingen wijzigen. contacts (contacten bijwerken) niet Druk op het bedieningspaneel op de gebruiken. toetsen [SETUP/CLOCK] (instellen/klok) • Als Slowaaks Hongaars [4] om Bluetooth te selecteren.
  • Pagina 320 Audiosysteem SYSTEEMSTATUSPICTOGRAMMEN Statuspictogrammen worden bovenaan Bluetooth Signaalsterkte het scherm getoond om de huidige Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving systeemstatus weer te geven. Zorg bekend Signaalsterkte van de mobiele Batterijniveau van verbonden statuspictogrammen worden telefoon die via Bluetooth is Bluetooth-apparaat weergegeven wanneer u bepaalde verbonden handelingen of functies uitvoert, en dat u Mobiele telefoon verbonden via...
  • Pagina 321 Audiosysteem SPECIFICATIES VAN HET AUDIOSYSTEEM ✽ ✽ OPMERKING • Bits Per Sample - WAV (PCM(Stereo)): 24 bit Ondersteunde audioformaten • Bestanden die geen ondersteund formaat hebben, worden mogelijk niet - WAV (IMA ADPCM): 4 bit • Audiobestandsspecificatie herkend of afgespeeld, of informatie - WAV-audioformaat - WAV (MS ADPCM): 4 bit daarover, zoals de bestandsnaam,...
  • Pagina 322 Audiosysteem Ondersteunde USB-opslagapparaten Bluetooth • Byte/Sector: 64 kbyte of minder • Bluetooth Power Class 2: -6 tot 4 dBm • Bestandssysteem: FAT12/16/32 • Antennevermogen: max. 3 mW (aanbevolen) • Frequentiebereik: 2400 tot 2483,5 MHz • Maximale apparaatgrootte: 32 GB • Bluetooth patch RAM softwareversie: 1 ✽...
  • Pagina 323 • Het woord Bluetooth ® en het Bluetooth- merk en -logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik hiervan door KIA is toegestaan onder licentie. • Apple ® , iPad ® , iPad mini™, iPhone ®...
  • Pagina 324 Audiosysteem CONFORMITEITSVERKLARING CE RED voor EU 5 38...
  • Pagina 325 Met uw auto rijden Vóór het rijden ......6-5 • Goede rijgewoonten......6-43 •...
  • Pagina 326 • Storing in het systeem ......6-87 • Gevoeligheid Smart Cruise Control instellen..6-121 •...
  • Pagina 327 Blind-spot collision warning • Controleer de bougies en het ontstekingssysteem . 6-189 (BCW;botsingswaarschuwing blinde hoek). . . 6-155 • Voorkom bevriezing van de sloten....6-189 • Gebruik goedgekeurde ruitensproeiervloeistof . . . 6-189 •...
  • Pagina 328 U moet het systeem zo snel mogelijk laten controleren door een professionele werkplaats als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt. Kia raadt aan om een officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 329 Met uw auto rijden VÓÓR HET RIJDEN Vóór het instappen Noodzakelijke controles Vóór het starten • Zorg ervoor alle ruiten, De volgende vloeistofpeilen dienen • Sluit alle portieren. buitenspiegel( s) en lampen schoon regelmatig, afhankelijk van het gebruikte • Verstel de stoel zodanig dat u alle zijn.
  • Pagina 330 Met uw auto rijden WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING - Rijden onder invloed van Alle inzittenden moeten tijdens het • Wanneer u de auto met draaiende alcohol of drugs rijden de veiligheidsgordel op de motor wilt parkeren of stilzetten, juiste manier dragen. zorg er dan voor dat u het Rijden onder invloed is gevaarlijk.
  • Pagina 331 Met uw auto rijden STANDEN CONTACTSLOT Standen contactslot ACC (Accessoires) ON (Aan) Het stuurwiel is van het stuurslot en de Voordat de motor wordt gestart, gaan de LOCK (op het stuurslot) elektrische accessoires werken. waarschuwingslampjes controle ■ Type A branden. Het contactslot keert na het ✽...
  • Pagina 332 Met uw auto rijden Motor starten (Vervolg) WAARSCHUWING • Steek nooit tijdens het rijden uw - Contactslot hand door het stuurwiel om de WAARSCHUWING • Zet het contact nooit in stand contactsleutel andere • Draag tijdens het rijden altijd LOCK of ACC terwijl de auto rijdt. bedieningsorganen te bedienen.
  • Pagina 333 Met uw auto rijden Benzinemotor starten Dieselmotor starten 1. Controleer parkeerrem Om de dieselmotor te starten bij koude Controlelampje voorgloeien geactiveerd. motor moet deze voorgegloeid worden voordat de motor wordt gestart, en 2. Handgeschakelde transmissie - Trap vervolgens opgewarmd worden voordat het koppelingspedaal volledig in en zet u gaat rijden.
  • Pagina 334 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Een motor met turbo/intercooler LET OP starten en uitzetten Als de motor niet binnen 10 seconden Probeer niet de selectiehendel in 1. Voer het toerental van de motor niet te wordt gestart nadat het voorgloeien is stand (parkeren) zetten...
  • Pagina 335 Met uw auto rijden De benzinemotor/dieselmotor uitschakelen (handmatige transmissie) 1. Zorg dat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen en houdt het koppelingspedaal rempedaal ingedrukt. 2. Zet de versnellingspook in de vrijstand terwijl u het koppelingspedaal en rempedaal ingedrukt houdt. 3.
  • Pagina 336 Laat als het probleem starten/stoppen) terwijl niet opgelost is, het systeem nakijken Verlichte toets engine start/ selectiehendel in stand P (Parkeren) door een professionele werkplaats. Kia stop (motor starten/stoppen) staat om de motor (stand START/RUN) raadt officiële Kia- of het contact (stand ON) uit te zetten.
  • Pagina 337 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING ACC (ACCESSOIRE) LET OP Als het stuurwiel niet correct wordt In een noodsituatie kunt u, terwijl ontgrendeld, werkt de toets motor de auto rijdt, de motor uitschakelen starten/stoppen niet. Druk de toets en het contact in stand ACC zetten motor starten/stoppen in terwijl u het door de toets engine start/stop stuurwiel naar rechts en naar links...
  • Pagina 338 Met uw auto rijden ON (Aan) START/RUN (Starten/draaien) Met automatische transmissie/transmissie met dubbele koppeling Handgeschakelde transmissie Handgeschakelde transmissie Druk de toets engine start/stop (motor Druk de toets engine start/stop (motor Om de motor te starten trapt u het starten/stoppen) in als deze in stand starten/ stoppen) in als deze in stand ACC koppelingspedaal en het rempedaal in en OFF (uit) staat zonder het rempedaal in...
  • Pagina 339 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Motor starten (Vervolg) Als u de toets motor starten/stoppen) • Steek nooit tijdens het rijden uw lang in stand ACC of ON laat staan, hand door het stuurwiel om de WAARSCHUWING raakt de accu ontladen. toets motor starten/stoppen of •...
  • Pagina 340 Met uw auto rijden Benzinemotor starten Dieselmotor starten 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u Om de dieselmotor te starten bij koude Controlelampje voorgloeien heeft of laat deze in de auto. motor moet deze voorgegloeid worden voordat de motor wordt gestart, en 2.
  • Pagina 341 Met uw auto rijden Een motor met turbo/intercooler De motor starten met een Smart Key LET OP starten en uitzetten • Zelfs als de Smart Key zich in de auto • Er wordt aanbevolen om in de 1. Voer het toerental van de motor niet te bevindt, als deze zich op enige afstand winter enige tijd te wachten totdat hoog op en accelereer niet direct na...
  • Pagina 342 Met uw auto rijden (Vervolg) LET OP • Wanneer de remlichtzekering is doorgebrand, kunt u de motor niet Probeer de selectiehendel niet in stand P (parkeren) te zetten wanneer normaal starten. de motor tijdens het rijden afslaat. Vervang de zekering door een nieuwe. Als dit niet mogelijk is, kunt u de Als de verkeersomstandigheden het toelaten kunt u de selectiehendel in...
  • Pagina 343 Met uw auto rijden De benzinemotor/dieselmotor uitschakelen (handmatige transmissie) 1. Zorg dat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen en houdt het koppelingspedaal rempedaal ingedrukt. 2. Zet de versnellingspook in de vrijstand terwijl u het koppelingspedaal en rempedaal ingedrukt houdt. 3.
  • Pagina 344 Met uw auto rijden HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE Handgeschakelde transmissie De handgeschakelde transmissie heeft LET OP vijf (of zes) versnellingen vooruit. bedienen • Bij het terugschakelen van de Het schakelpatroon is aangebracht in de vijfde naar de vierde versnelling pookknop. Alle vooruitversnellingen zijn moet erop worden gelet dat de volledig gesynchroniseerd zodat het versnellingspook niet zo ver opzij...
  • Pagina 345 Met uw auto rijden • Bij zeer lage buitentemperaturen kan LET OP WAARSCHUWING het schakelen wat moeizamer gaan zolang de transmissieolie nog koud is. • Om vroegtijdige slijtage • Trek altijd de parkeerrem stevig Dat is normaal en is niet schadelijk beschadiging van de koppeling te aan en zet de motor af voordat u voor de transmissie.
  • Pagina 346 Met uw auto rijden Koppeling bedienen Terugschakelen Goede rijgewoonten koppelingspedaal moet geheel Schakel in druk verkeer of bij het oprijden • Laat de auto nooit in zijn vrij een worden ingetrapt alvorens van een steile helling terug voordat de helling af rijden. Dit is bijzonder versnellingspook te verplaatsen en moet motor te hard moet werken.
  • Pagina 347 Met uw auto rijden • Wees vooral voorzichtig bij het rijden op WAARSCHUWING een gladde ondergrond. Let in dat geval vooral op bij het remmen, gas • Draag altijd uw veiligheidsgordel! geven en schakelen. Op een glad aanrijding lopen wegdek abrupte inzittenden snelheidsverandering leiden tot verlies...
  • Pagina 348 Met uw auto rijden AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (INDIEN VAN TOEPASSING) Bediening automatische transmissie De automatische transmissie heeft 6 versnellingen vooruit en 1 versnelling achteruit. De verschillende versnellingen worden automatisch ingeschakeld, welke versnellingen er beschikbaar zijn, is afhankelijk van de stand van de selectiehendel.
  • Pagina 349 Met uw auto rijden Trap voor een soepele bediening het Standen selectiehendel LET OP rempedaal in bij het overschakelen van schakelstandindicator stand N naar een vooruitversnelling of de • Geef, schade instrumentenpaneel geeft, achteruitversnelling. transmissie te voorkomen, geen contact in stand ON (aan) staat, aan in gas wanneer stand R (achteruit) welke stand de selectiehendel staat.
  • Pagina 350 Met uw auto rijden -Parkeren in stand N (neutraal) N (neutraal) LET OP De wielen en de transmissie zijn niet Volg de onderstaande stappen als u De transmissie kan beschadigd ingeschakeld. De auto zal zelfs op de parkeert en wilt dat de auto zal bewegen raken wanneer u stand P (parkeren) kleinste helling wegrollen tenzij de wanneer u hem duwt.
  • Pagina 351 Met uw auto rijden Stand D (rijden) LET OP Dit is de normale stand voor het rijden in • Als u de auto niet in de neutrale voorwaartse richting. De transmissie stand parkeert, moet u deze voor schakelt automatisch tussen de zes de veiligheid altijd parkeren in versnellingen vooruit voor een zo laag stand...
  • Pagina 352 Met uw auto rijden Opschakelen (+): Druk de selectiehendel Schakelblokkeersysteem (Vervolg) één keer naar voren • Om de voorgeschreven prestaties en (indien van toepassing) om 1 versnelling op te veiligheid te waarborgen, wordt er De automatische transmissie heeft een schakelen. soms niet geschakeld wanneer de schakelblokkeersysteem dat voorkomt selectiehendel wordt bediend.
  • Pagina 353 5. Laat het systeem nakijken door een auto onbedoeld gaat rijden, professionele werkplaats. Kia raadt waardoor mensen in of bij de auto aan om een officiële Kiadealer/ letsel op zouden kunnen lopen. servicepartner te bezoeken. OCD058005...
  • Pagina 354 Met uw auto rijden Sleutelblokkeersysteem Goede rijgewoonten • Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw (indien van toepassing) niet uitsluitend op stand P (parkeren) • Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als van de transmissie om het voertuig op De sleutel kan alleen uit het contact selectiehendel stand zijn plaats te houden.
  • Pagina 355 Met uw auto rijden Vanuit stilstand een steile helling WAARSCHUWING WAARSCHUWING oprijden Trap het rempedaal in en zet de • Draag altijd uw veiligheidsgordel! Als u met u auto vast komt te zitten aanrijding lopen selectiehendel in stand D (rijden) om in de sneeuw, modder, zand, enz., inzittenden vanuit stilstand een steile helling op te...
  • Pagina 356 Met uw auto rijden DOUBLE CLUTCH TRANSMISSIE (DCT) (INDIEN VAN TOEPASSING) Double Clutch transmissie (DCT) De Double Clutch-transmissie heeft zeven versnellingen vooruit en één versnelling achteruit. De verschillende versnellingen worden automatisch gekozen wanneer selectiehendel in stand D (rijden) staat. WAARSCHUWING Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beperken: •...
  • Pagina 357 Met uw auto rijden • De Double Clutch-transmissie kan Hierdoor is het schakelen soms (Vervolg) gezien worden als een automatisch duidelijker merkbaar dan bij een • Rem op een glad wegdek niet schakelende handgeschakelde conventionele automatische snel af op de motor (schakelen transmissie.
  • Pagina 358 Dit is een normaal geluid bij Kia raadt aan om een officiële Kia- OJF058364HO transmissie dubbele dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 359 Met uw auto rijden • De oranje temperatuurmeter wordt Waarschuwingsmeldingen Double weergegeven voordat Clutch-transmissie waarschuwingsmelding op het lcd- ■ Type A scherm verschijnt (indien toepassing). LET OP • Een stijging (hoge temperatuur) transmissietempera- tuurmeter wordt meestal weergegeven op een helling als OJF058362HO het voertuig gedurende lange tijd OJF058368HO...
  • Pagina 360 Met uw auto rijden • Wanneer de koppeling oververhit is, Steile helling ■ ■ Type A Type B wordt failsafe-systeem Heuvels of steile hellingen oprijden: ingeschakeld, gaat • Heuvels of steile hellingen oprijden: schakelstandindicator Gebruik de voetrem of de parkeerrem instrumentenpaneel knipperen om de auto op zijn plaats te houden op...
  • Pagina 361 "Transmission Hot! Park with engine werkplaats. Kia raadt aan om een officiele on" (Transmissie heet! Parkeer met Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. motor aan) weergegeven. Als dit gebeurt,...
  • Pagina 362 Met uw auto rijden R (achteruit) WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gebruik deze stand om de auto achteruit te rijden. • Wanneer stand P (parkeren) Schakel alleen wanneer uw voet tijdens rijden wordt stevig op het rempedaal staat. Door ingeschakeld, kunt u de controle te schakelen wanneer de motor met LET OP over de auto verliezen.
  • Pagina 363 Met uw auto rijden - Parkeren in stand N (neutraal) 4. Zet de selectiehendel in stand N LET OP (neutraal) terwijl u het rempedaal intrapt Volg de onderstaande stappen als u en tegelijkertijd op de toets SHIFT • Als u de auto niet in de neutrale parkeert en wilt dat de auto zal bewegen LOCK RELEASE (schakelblokkering stand parkeert, moet u deze voor...
  • Pagina 364 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Stand D (rijden) Dit is de normale rijstand. De transmissie Zorg er altijd voor dat het voertuig schakelt automatisch tussen de zeven volledig stilstaat voordat u stand D vooruitversnellingen voor een zo laag (rijden) selecteert.
  • Pagina 365 Met uw auto rijden Terugschakelen (-): Trek Paddle shifter Met de selectiehendel in stand D selectiehendel één (indien van toepassing) De paddle shifter kan worden bediend keer naar achteren als de rijsnelheid hoger is dan 10 km/h. versnelling Trek een keer aan de [+] of [-] paddle terug te schakelen.
  • Pagina 366 Met uw auto rijden Schakelblokkeersysteem WAARSCHUWING De automatische transmissie heeft een schakelblokkeersysteem dat voorkomt Houd, als u de versnelling vanuit P dat de selectiehendel uit stand P (parkeren) in een andere stand zet, (parkeren) in stand R (achteruit) kan altijd het rempedaal ingetrapt om te worden gezet zonder dat het rempedaal voorkomen auto...
  • Pagina 367 5. Laat het systeem nakijken door een geval vooral op bij het remmen, gas (parkeren) als de auto nog niet volledig professionele werkplaats. Kia raadt geven en schakelen. Op een glad tot stilstand is gekomen. aan om een officiële Kiadealer/...
  • Pagina 368 Met uw auto rijden Vanuit stilstand een steile helling WAARSCHUWING WAARSCHUWING oprijden Trap het rempedaal in en zet de • Draag altijd uw veiligheidsgordel! Als u met u auto vast komt te zitten selectiehendel in stand D (rijden) om aanrijding lopen in de sneeuw, modder, zand, enz., vanuit stilstand een steile helling op te...
  • Pagina 369 Met uw auto rijden REMSYSTEEM Rembekrachtiging (Vervolg) WAARSCHUWING Uw auto is voorzien van bekrachtigde • Als de remmen nat zijn, remt de Remsysteem remmen normaal gebruik auto mogelijk minder dan normaal • Laat tijdens het rijden uw voet automatisch afgesteld worden. en kan de auto naar één kant niet op het rempedaal rusten.
  • Pagina 370 Met uw auto rijden Problemen bij het remmen Remblokslijtage-indicator LET OP Als de bedrijfsremmen tijdens het rijden Uw auto is voorzien van schijfremmen. • Blijf, om kostbare reparaties aan uit zouden vallen, kunt u de auto met Wanneer de remblokken vóór of achter de remmen te voorkomen, niet behulp van de parkeerrem alsnog tot versleten zijn, hoort u als waarschuwing...
  • Pagina 371 Verder wordt geadviseerd Laat de auto controleren door een parkeren helling professionele werkplaats selectiehendel in een lage versnelling te parkeerrem niet of niet helemaal in de zetten. vrijstand terugkeert. Kia raadt aan om een officiele Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. 6 47...
  • Pagina 372 Met uw auto rijden • Neem de nodige voorzorgsmaatregelen • Onder bepaalde omstandigheden kan WAARSCHUWING in acht bij het parkeren op een helling. parkeerrem geactiveerde Activeer de parkeerrem krachtig en zet toestand vastvriezen. De kans daarop • Laat personen die niet bekend de selectiehendel in de eerste of grootst rond...
  • Pagina 373 Met uw auto rijden Breng de auto indien mogelijk direct tot Elektronische parkeerrem (EPB) stilstand. Als dat niet mogelijk is, rijdt dan (indien van toepassing) erg voorzichtig door naar een plaats Parkeerrem activeren waar u wel kunt stoppen. WK-23 Controleer of het waarschuwingslampje van het remsysteem werkt door het contact in stand ON te zetten (start de OCD058031...
  • Pagina 374 Met uw auto rijden Daarnaast wordt wordt Parkeerrem ontgrendelen Automatisch deactiveren van de EPB automatisch ingeschakeld als de toets (elektronische parkeerrem): Auto Hold aan staat wanneer de motor • Selectiehendel in stand P (parkeren) wordt uitgezet. Als u op de EPB- Trap, terwijl de motor draait, het schakelaar blijft drukken totdat de motor rempedaal in en zet de selectiehendel...
  • Pagina 375 1. Trap het koppelingspedaal in en 4. Zet de selectiehendel in stand R een professionele werkplaats. Kia selecteer een versnelling. (achteruit) of D (rijden) of de raadt officiële 2.
  • Pagina 376 Met uw auto rijden Waarschuwingslampje Trap in dat geval het rempedaal in en De EPB (elektronische parkeerrem) wordt mogelijk automatisch ingeschakeld schakel de EPB uit door de EPB- wanneer: schakelaar in te drukken. • De EPB oververhit is • Op verzoek van andere systemen WAARSCHUWING •...
  • Pagina 377 Met uw auto rijden Waarschuwingslampje LET OP LET OP ■ Type A • Er klikkend geluid Trap het rempedaal in wanneer hoorbaar zijn wanneer de EPB bovenstaande melding verschijnt, wordt in- of uitgeschakeld. Dit is want de Auto Hold-functie en de normaal en geeft aan dat de EPB worden mogelijk...
  • Pagina 378 Met uw auto rijden Waarschuwingslampje Controlelampje storing EPB Laat het systeem in dat geval nakijken (elektrische parkeerrem) door een professionele werkplaats. Kia ■ Type A (indien van toepassing) raadt officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken. ■ ■ Type A Type B...
  • Pagina 379 EPB-schakelaar vasthoudt. niet ingeschakeld. andere garage met gekwalificeerd • Druk op de schakelaar en trek personeel laten controleren. omhoog WAARSCHUWING Kia raadt aan om een officiële Kia- waarschuwingslampje van de Activeer de parkeerrem niet terwijl dealer/servicepartner te bezoeken. parkeerrem gaat knipperen...
  • Pagina 380 Met uw auto rijden AUTO HOLD Instellen (indien van toepassing) Met de Auto Hold-functie blijft de auto stilstaan, ook wanneer het rempedaal niet meer wordt ingetrapt nadat de bestuurder de auto volledig tot stilstand heeft gebracht door het rempedaal in te trappen.
  • Pagina 381 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Annuleren Wegrijden Als u het gaspedaal intrapt met • AUTO HOLD werkt niet in de selectiehendel in stand D (rijden) of in de volgende situaties: sportstand, wordt de Auto Hold-functie - De bestuurder de veiligheidsgordel automatisch uitgeschakeld en komt de heeft losgemaakt...
  • Pagina 382 (Vervolg) Laat uw voertuig in dat geval raadt aan om contact op te nemen een nakijken door een professionele officiële Kia-dealer/servicepartner. werkplaats. Kia raadt aan om • Mogelijk hoort u een mechanisch contact op te nemen een officiële geluid wanneer...
  • Pagina 383 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Het ABS registreert continu de snelheid (Vervolg) van de wielen. Zodra de wielen dreigen Na het starten van de motor en het Rijd in dergelijke situaties met een blokkeren, regelt wegrijden kan er in de motorruimte een lagere snelheid: antiblokkeersysteem herhaaldelijk de klikkend geluid hoorbaar zijn.
  • Pagina 384 • Start de motor opnieuw. Als het door professionele waarschuwingslampje ABS uit W-78 werkplaats. Kia raadt aan om een gaat, is het ABS in orde. Anders is officiële Kiadealer/ servicepartner er mogelijk een storing in het te bezoeken. LET OP ABS.
  • Pagina 385 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Electronic Stability Control (ESC) WAARSCHUWING Als u de auto met een hulpaccu moet Rijd niet harder dan de toestand van starten doordat de accu is leeggeraakt, de weg toelaat en neem bochten niet draait de motor mogelijk niet soepel met een te hoge snelheid.
  • Pagina 386 Met uw auto rijden Electronic Stability Control (ESC) is een Bediening voertuigstabiliteitsregeling In werking elektronisch systeem dat ontworpen is (ESC) Wanneer de ESC is ingeschakeld, brandt auto onder ongunstige het ESC-controlelampje. ESC ON-conditie omstandigheden beter onder controle te • Als •...
  • Pagina 387 Met uw auto rijden ■ Type A ■ Type A ESC OFF-conditie Uitschakelen ESC- systeem: OJF058384HO OJF058386HO ■ Type B ■ Type B OJF058385HO OJF058387HO • Status 1 • Status 2 Druk kort op de toets ESC OFF Houd de toets ESC OFF langer dan 3 (controlelampje ESC OFF gaat branden seconden ingedrukt.
  • Pagina 388 Met uw auto rijden Als u het contact in de stand LOCK/OFF Controlelampje LET OP zet terwijl de ESC is uitgeschakeld, blijft de ESC uitgeschakeld. Pas wanneer de Als er banden en/of velgen met een ■ Controlelampje ESC motor opnieuw wordt gestart, zal de ESC verschillende maat onder de auto automatisch weer worden ingeschakeld.
  • Pagina 389 Met uw auto rijden ESC uitschakelen Hill-start Assist Control (HAC) WAARSCHUWING Tijdens het rijden Hill-start Assist Control • Het verdient aanbeveling om het ESC Druk nooit op de toets ESC OFF als comfortverhogende functie. De functie is ESC actief is. waar mogelijk ingeschakeld te houden.
  • Pagina 390 Met uw auto rijden Vehicle Stability Management VSM in werking WAARSCHUWING (VSM) (indien van toepassing) Als het VSM in werking is, gaat het controlelampje ESP ( ) knipperen. De HAC wordt gewoonlijk slechts Dit systeem zorgt voor nog meer gedurende seconden Als het Vehicle Stability Management stabiliteit en een betere stuurreactie bij...
  • Pagina 391 ) of het EPS- pas uw snelheid altijd aan aan de waarschuwingslampje blijft branden. Kia omstandigheden - ook bij slecht raadt aan om een officiële Kia-dealer/ weer en op een glad wegdek. servicepartner te bezoeken. • Als er banden en/of velgen met...
  • Pagina 392 Emergency Stop Signal- tot stilstand en laat het voertuig systeem werkt niet wanneer de nakijken door professionele alarmknipperlichten zijn werkplaats. ingeschakeld. Kia raadt aan om een officiële Kiadealer/ servicepartner te bellen.
  • Pagina 393 Met uw auto rijden • Zet de transmissie tijdens het afrijden • Neem de nodige voorzorgsmaatregelen van een helling niet in de vrijstand. Dit in acht bij het parkeren op een helling. is bijzonder gevaarlijk. Rijd met een Activeer de parkeerrem krachtig en zet ingeschakelde versnelling, gebruik het de selectiehendel in stand P (parkeren).
  • Pagina 394 Met uw auto rijden FORWARD COLLISION-AVOIDANCE ASSIST (FCA, ONDERSTEUNING BOTSINGSVERMIJDING VOORZIJDE) (CAMERATYPE) (INDIEN VAN TOEPASSING) Het FCA-systeem is ontworpen om een Systeem instellen en activeren voorligger op de rijbaan te detecteren en WAARSCHUWING Systeeminstelling volgen door cameraherkenning om de Neem de volgende voorzorgen De bestuurder kan FCA activeren door bestuurder te waarschuwen dat er een wanneer u gebruikmaakt van het...
  • Pagina 395 (FCA wordt echter ingeschakeld bij systeem laten nakijken door een bepaalde rijsnelheid.) Als deze optie geselecteerd is, wordt de professionele werkplaats. Kia raadt aan initiële frontalebotsingswaarschuwing - Wanneer een voorligger voor het officiële Kia-dealer/ later dan normaal geactiveerd. Deze voertuig wordt herkend. (FCA wordt servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 396 Met uw auto rijden FCA-waarschuwing en bediening Botsing waarsch. WAARSCHUWING (eerste waarschuwing) systeem • FCA schakelt automatisch in De FCA geeft waarschuwingsmeldingen nadat het contact in de stand ON waarschuwingsalarmen weer is gezet. De bestuurder kan FCA afhankelijk van de kans op een botsing bij deactiveren door plots remmen van de voorligger, een te...
  • Pagina 397 Met uw auto rijden Noodremmen Remmen WAARSCHUWING (tweede waarschuwing) • In noodsituatie remsysteem zich klaar om direct te niet alle botsingen reageren als de bestuurder het voorkomen. FCA kan vóór de rempedaal intrapt. botsing mogelijk de auto niet geheel stilstand brengen •...
  • Pagina 398 Kia attenderen. raadt aan om een officiële Kiadealer/ servicepartner te bezoeken. Dit duidt niet op een storing in FCA.
  • Pagina 399 Mogelijk schuwingslampje ( ) branden. Laat wordt het FCA-systeem niet het voertuig in dat geval nakijken door ingeschakeld een professionele werkplaats. Kia raadt waarschuwingsmelding niet officiële Kia- weergegeven. dealer/servicepartner te bezoeken. (Vervolg) • De...
  • Pagina 400 Met uw auto rijden (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) • FCA onrechte • Als het voertuig voor u plotseling • De normale remfunctie werkt waarschuwingen laten zien of stopt, hebt u misschien minder gewoon, ook als er een probleem horen. Ook is het mogelijk dat controle over het remsysteem.
  • Pagina 401 Met uw auto rijden Beperkingen van het systeem Voertuigherkenning - Het gezichtsveld van de bestuurder is niet goed verlicht (ofwel te donker of - De camera is verontreinigd. hulpmiddel voor teveel weerkaatsing teveel - Er is zware regen- of sneeuwval. bestuurder onder bepaalde gevaarlijke tegenlicht gezichtsveld...
  • Pagina 402 Met uw auto rijden - De auto rijdt onder de grond of in een - Wanneer achterlicht gebouw. bewegingsrichting van het voertuig wordt gestraald (met inbegrip van de - Als een plotselinge wijziging van de koplampen van voertuigen). herkenning door de sensor plaatsvindt wanneer over een verkeersdrempel - Een verkeersbord, schaduw op de wordt gereden.
  • Pagina 403 Met uw auto rijden OJF055026 OCD058010 OJF055028 In een bocht kan FCA mogelijk een - Op een helling rijden - Van rijbaan wisselen voorligger andere rijbaan FCA functioneert minder goed als u een Ook al wisselt een voertuig in een herkennen.
  • Pagina 404 Met uw auto rijden WAARSCHUWING • Annuleer Gebruikersinstellingen op het lcd-display voordat u een ander voertuig sleept. Tijdens slepen kan de rembediening een omgekeerd effect hebben op de veiligheid van uw voertuig. • Wees erg op uw hoede voor voorliggers met een zware, naar achteren uitstekende vracht en OJF055029 OCD058108...
  • Pagina 405 Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. ✽ ✽ OPMERKING Het systeem kan tijdelijk uitschakelen door te sterke elektrische golven. 6 81...
  • Pagina 406 Met uw auto rijden FORWARD COLLISION-AVOIDANCE ASSIST (FCA, ONDERSTEUNING BOTSINGSVERMIJDING VOORZIJDE) (CAMERA+RADAR-TYPE) (INDIEN VAN TOEPASSING) Het FCA-systeem is bedoeld om het Systeem instellen en activeren WAARSCHUWING risico op ongevallen terug te dringen. Het Systeeminstelling herkent de afstand van het voertuig of de Neem de volgende voorzorgen De bestuurder kan FCA activeren door voetganger voor u met behulp van...
  • Pagina 407 (FCA wordt echter ingeschakeld bij systeem laten nakijken door een bepaalde rijsnelheid.) Als deze optie geselecteerd is, wordt de professionele werkplaats. Kia raadt aan initiële frontalebotsingswaarschuwing - Wanneer een voorligger of voetganger officiële Kia-dealer/ later dan normaal geactiveerd. Deze voor het voertuig wordt herkend. (FCA servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 408 Met uw auto rijden FCA-waarschuwing en bediening Botsing waarsch. WAARSCHUWING (eerste waarschuwing) systeem • FCA schakelt automatisch in FCA geeft waarschuwingsmeldingen en nadat het contact in de stand ON waarschuwingsalarmen weer afhankelijk is gezet. De bestuurder kan FCA van de kans op een botsing bij plots deactiveren door remmen van de voorligger, een te korte...
  • Pagina 409 Met uw auto rijden Noodremmen Remmen WAARSCHUWING (tweede waarschuwing) • In noodsituatie niet alle botsingen remsysteem zich klaar om direct te voorkomen. FCA kan vóór de reageren als de bestuurder het botsing mogelijk de auto niet rempedaal intrapt. geheel stilstand brengen •...
  • Pagina 410 Met uw auto rijden Sensor detecteert afstand tot Zorg dat de sensor of afdekkap van de Waarschuwingsmelding en sensor onbedekt is en vrij is van vuil, waarschuwingslampje voorligger (radar vóór) sneeuw en stof, dan blijft het FCA- systeem goed werken. Vuil, sneeuw of verontreiniging van de lens kan de prestaties van de sensor nadelig beïnvloeden.
  • Pagina 411 Storing in het systeem (Vervolg) WAARSCHUWING Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele Het FCA-systeem wordt mogelijk werkplaats. Kia raadt aan om een niet geactiveerd zonder dat er officiële Kia dealer/servicepartner te waarschuwingen worden gegeven bezoeken. vanwege de rijomstandigheden, het •...
  • Pagina 412 Met uw auto rijden (Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING • FCA onrechte • Tijdens het remmen kan het FCA- • FCA is een extra systeem voor het waarschuwingen laten zien of systeem actief worden en de auto gemak van de bestuurder. De horen.
  • Pagina 413 Met uw auto rijden Beperkingen van het systeem Voertuigherkenning (Vervolg) De werking van de sensor kan in de hulpmiddel voor • De normale remfunctie werkt volgende gevallen beperkt zijn: bestuurder onder bepaalde gevaarlijke gewoon, ook als er een probleem • De radarsensor of camera wordt door rijomstandigheden, maar kan niet alle is met de FCA-remregeling of vreemd...
  • Pagina 414 Met uw auto rijden • Het gezichtsveld van de camera is niet • Als u ergens rijdt waar metaal in de • Het voertuig voor u verplaatst zich goed verlicht (ofwel te donker of teveel buurt is, zoals een bouwterrein, haaks op de rijrichting.
  • Pagina 415 Met uw auto rijden OJF055025 OJF055026 OCD058010 - Rijden in bochten In een bocht kan FCA mogelijk een - Op een helling rijden voorligger andere rijbaan FCA functioneert minder goed in een FCA functioneert minder goed als u een herkennen. Rijd voorzichtig en rem bocht.
  • Pagina 416 Met uw auto rijden OJF055028 OJF055029 OCD058011 - Van rijbaan wisselen Als een auto voor u stilstaat en van - Voertuigherkenning Ook al wisselt een voertuig in een rijbaan wisselt, wordt dit mogelijk niet Als de voorligger zwaar beladen is andere rijbaan naar uw rijbaan, dan kan door FCA herkend.
  • Pagina 417 Met uw auto rijden Voetgangerherkenning - Er is een groep voetgangers. - Wanneer achterlicht bewegingsrichting van het voertuig - Als een plotselinge wijziging van de - De voetganger wordt niet volledig wordt gestraald (met inbegrip van de herkenning door de sensor plaatsvindt gedetecteerd door de camerasensor of koplampen van voertuigen).
  • Pagina 418 Tijdens door professionele slepen kan de rembediening een werkplaats laten controleren. Kia omgekeerd effect hebben op de raadt aan om een officiële Kia- veiligheid van uw voertuig. dealer/ servicepartner • Wees erg op uw hoede voor bezoeken. voorliggers met een zware, naar achteren uitstekende vracht en ✽...
  • Pagina 419 Met uw auto rijden CRUISE CONTROL-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) De cruise control stelt u in staat een LET OP WAARSCHUWING bepaalde rijsnelheid te programmeren die de auto vervolgens aanhoudt, zonder Schakel bij het rijden met de cruise • Als de cruise control ingeschakeld dat u het gaspedaal hoeft in te trappen.
  • Pagina 420 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Cruise control-schakelaar Snelheid cruisecontrol instellen: Tijdens de normale werking van de cruise control zal deze na ongeveer 3 seconden in werking treden wanneer de toets SET wordt ingedrukt of opnieuw wordt ingedrukt nadat geremd is. Deze vertraging is normaal.
  • Pagina 421 Met uw auto rijden Ingestelde rijsnelheid verhogen: Rijsnelheid verlagen: OCD058099 3. Beweeg de hendel omlaag (naar SET-) OCD058100 OCD058099 en laat hem los bij de gewenste snelheid. De ingestelde rijsnelheid zal Volg één van de volgende procedures: Volg één van de volgende procedures: oplichten.
  • Pagina 422 Met uw auto rijden Tijdelijk sneller rijden met Schakel de cruise control op één Door deze handelingen wordt de werking van de cruise control onderbroken (het ingeschakelde cruisecontrol: van de volgende manieren uit: controlelampje CRUISE SET op het Trap het gaspedaal in als u tijdelijk instrumentenpaneel gaat uit), maar wordt sneller wilt gaan rijden terwijl de cruise het systeem niet uitgeschakeld.
  • Pagina 423 Met uw auto rijden Terugkeren naar ingestelde Schakel de cruise control op één rijsnelheid bij een hogere van de volgende manieren uit: snelheid dan ongeveer 30 km/h: • Druk op de toets CRUISE (het controlelampje CRUISE gaat uit.) • Zet het contact uit. In deze beide gevallen wordt het systeem uitgeschakeld.
  • Pagina 424 Met uw auto rijden HANDMATIGE SNELHEIDSLIMIETREGELING (INDIEN VAN TOEPASSING) U kunt de snelheidslimiet instellen Een snelheidslimiet instellen: wanneer u niet harder dan een bepaalde snelheid wilt rijden. Als u harder rijdt dan de ingestelde snelheidslimiet, zal de ingestelde snelheidslimiet gaan knipperen en de zoemer klinken tot u de rijsnelheid verlaagt tot maximaal de snelheidslimiet.
  • Pagina 425 Met uw auto rijden Beweeg de hendel omhoog (naar RES+) of omlaag (naar SET-) en laat hem vervolgens onmiddellijk los. De snelheid wordt met 1 km/h verhoogd of verlaagd. De ingestelde snelheidslimiet wordt instrumentenpaneel weergegeven. OCD058014 OCD058088 De ingestelde snelheidslimiet wordt weergegeven.
  • Pagina 426 Kia raadt aan om een officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken. OCD058012 • Druk op de cruise-schakelaar. • Zet het contact uit. Als u de annuleertoets O eenmaal indrukt, annuleert u de ingestelde snelheidslimiet;...
  • Pagina 427 • De ISLW signaleert via de camera nakijken door professionele een frontzichtcamera aan het bovenste verkeersborden werkplaats. Kia raadt aan om een deel van binnenkant van de voorruit. snelheidslimietinformatie weer te officiële Kia-dealer/servicepartner te geven. De ISLW gebruikt ook de informatie van...
  • Pagina 428 Met uw auto rijden De slimme Werking • In de volgende gevallen kan het systeem informatie over snelheidslimietwaarschuwing • Als een verkeersbord dat relevant is snelheidslimieten updaten zonder dat activeren/deactiveren voor uw auto wordt gepasseerd, geeft borden snelheidslimieten het systeem de informatie over de •...
  • Pagina 429 Met uw auto rijden weergave ■ ISLW-scherm ■ Geen betrouwbare informatie over snelheidslimieten ■ Instrumentenpaneelscherm OCD058106 WUM-203 • Op het ISLW-scherm ziet u niet alleen • Wanneer de ISLW geen betrouwbare OCD058105HO het bord van verboden in te halen en informatie over snelheidslimieten...
  • Pagina 430 Met uw auto rijden ■ Geen informatie over inhaalverboden ■ Einde van een snelheidslimiet ■ Geen snelheidslimiet (alleen in Duitsland) WUM-206/WUM-204 WUM-207/WUM-208 WUM-205 • Wanneer de ISLW een bord "verboden • Nadat een bord "einde snelheidslimiet" • In Duitsland wordt in te halen"...
  • Pagina 431 (“Controleer het voertuig, enz. snelheidslimietwaarschuwingssysteem”). Nadat de melding is verdwenen, gaat het hoofdwaarschuwingslampje branden. Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia- dealer/ servicepartner te bezoeken. 6 107...
  • Pagina 432 Kia raadt de sneeuw of regen. De ISLW officiele Kia- detecteert geen borden met alleen dealer/servicepartner te bezoeken. woorden. • Plaats geen reflecterende voorwerpen •...
  • Pagina 433 Met uw auto rijden SMART CRUISE CONTROL MET STOP & GO-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) WAARSCHUWING WAARSCHUWING Lees voor uw eigen veiligheid het • Als de Smart Cruise Control instructieboekje voordat u het Smart ingeschakeld blijft (indicator Cruise Control-systeem gebruikt. CRUISE instrumentenpaneel blijft branden), kan de cruise control...
  • Pagina 434 Met uw auto rijden (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) - Parkeerterrein - Wanneer u beperkt zicht hebt • Stel de rijsnelheid altijd lager in (mogelijk vanwege slecht weer, dan de snelheidslimiet in uw - Rijstroken naast vangrails zoals mist, sneeuw, regen of land.
  • Pagina 435 Met uw auto rijden Snelheid instellen Als er een voorligger is, kan de snelheid afnemen om de afstand tot de voorligger Snelheid cruisecontrol instellen: te handhaven. Op steile hellingen kan de snelheid van de auto tijdelijk iets hoger of lager worden.
  • Pagina 436 Met uw auto rijden Ingestelde rijsnelheid verhogen: Ingestelde rijsnelheid verlagen: LET OP Controleer de rijomstandigheden voordat u de schakelaar gebruikt. De rijsnelheid gaat snel omhoog wanneer u de schakelaar omhoog duwt en vasthoudt. OCD058013 OCD058014 Volg één van de volgende procedures: Volg één van de volgende procedures: •...
  • Pagina 437 Met uw auto rijden Tijdelijk sneller rijden met Smart Cruise Control tijdelijk Automatisch uitschakelen: ingeschakelde cruisecontrol: uitschakelen: • Het bestuurdersportier openen. Trap het gaspedaal in als u tijdelijk • De selectiehendel stand sneller wilt gaan rijden terwijl de cruise (vrijstand), R (achteruitstand) of P control is ingeschakeld.
  • Pagina 438 • Er zijn problemen met de motor. laten controleren door Pas actief uw rijsnelheid aan door professionele werkplaats. Kia raadt het rempedaal of het gaspedaal in officiële te trappen in overeenstemming met Kiadealer/servicepartner de weg- en rijomstandigheden.
  • Pagina 439 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Ingestelde snelheid hervatten: Cruise control uitschakelen: Om het risico op een ongeval te beperken moet u altijd controleren of de wegomstandigheden een veilig gebruik van de Smart Cruise Control toelaten voordat systeem opnieuw inschakelt met de RES+-hendel.
  • Pagina 440 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Tussenafstand instellen Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt tussenafstand volgt Tussenafstand instellen: De afstand wordt ingesteld op de laatst gewijzigd: ingestelde afstand wanneer het systeem voor het eerst na het starten van de Afstand 4 Afstand 3 Afstand 2...
  • Pagina 441 Met uw auto rijden • De auto houdt de ingestelde snelheid aan wanneer de rijstrook vóór de auto vrij is. • De auto gaat sneller of langzamer rijden om de geselecteerde afstand te blijven aanhouden wanneer zich op de rijstrook een auto vóór uw auto bevindt.
  • Pagina 442 Met uw auto rijden (Vervolg) WAARSCHUWING • Als de waarschuwingsmelding verschijnt waarschuwingszoemer klinkt, trapt u het rempedaal in om de rijsnelheid en de afstand tot het voertuig voor u actief aan te passen. • Zelfs waarschuwingsmelding niet ziet en de waarschuwingszoemer niet hoort, moet u altijd op de OCD058078HO rijomstandigheden letten om te...
  • Pagina 443 Met uw auto rijden Filerijden • Als u tegen de smart cruise control- Radar om de afstand tot de schakelaar (RES+ of SET-) duwt terwijl voorligger te signaleren de Auto Hold en Smart cruise control actief zijn, wordt de Auto Hold uitgeschakeld, ongeacht of u het gaspedaal bedient, en begint de auto te rijden.
  • Pagina 444 Met uw auto rijden Controlemelding radar In dat geval werkt het systeem mogelijk Melding storing SCC (Smart Cruise tijdelijk niet, maar dit duidt niet op een Control) ■ Type A storing in het Smart Cruise Control- ■ Type A systeem. Reinig de radar of de afdekkap met een zachte doek.
  • Pagina 445 Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kiadealer/servicepartner bezoeken. • Gebruik alleen originele Kia beschermkapjes voor de sensor van uw auto. Beschilder de beschermkap van de sensor niet.
  • Pagina 446 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING Naar cruise control-modus 1. Zet het Smart Cruise Control-systeem aan (het cruise control controlelampje overgaan: De laatst geselecteerde modus blijft in brandt maar het systeem wordt niet het systeem opgeslagen. geactiveerd). 2. Druk gedurende meer dan 2 seconden op de tussenafstandschakelaar.
  • Pagina 447 Met uw auto rijden Beperkingen van het systeem In bochten Het Smart Cruise Control-systeem heeft gevolg weg- verkeersomstandigheden beperkingen bij het detecteren van de afstand tot de voorligger. OYG056043 • Uw rijsnelheid wordt mogelijk verlaagd OYG056042 als gevolg van een auto op de aangrenzende rijstrook.
  • Pagina 448 Met uw auto rijden Op hellingen Lane changing • Wanneer het voertuig dat op uw rijstrook komt sneller rijdt dan u, kan uw snelheid tot de geselecteerde snelheid verhogen. OCD058010 OYG056045 • Op hellingen worden bewegende • Voertuigen die vanop een andere auto's op uw rijstrook mogelijk niet rijstrook naar uw rijstrook komen, door het Smart Cruise Control-...
  • Pagina 449 Met uw auto rijden Voertuigen herkennen Een voorligger kan in de volgende situaties door de sensoren niet juist worden herkend: - Als het voertuig naar achteren overhelt door een te zware lading in de bagageruimte - In een bocht - Als u aan de zijkant van de rijstrook rijdt - Bij het rijden op smalle weggetjes of in bochten Pas de rijsnelheid aan door het...
  • Pagina 450 Met uw auto rijden OYG056048 OYG056049 OCD058011 • Als voertuigen stil staan en het voertuig • Kijk altijd uit voor voetgangers als uw • Wees altijd voorzichtig bij voertuigen voor u van rijstrook wisselt, moet u auto een vaste afstand tot uw hoger zijn ladingen...
  • Pagina 451 Met uw auto rijden (Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING • Wanneer andere auto's vóór u • Let altijd goed • Het Smart Cruise Control- regelmatig rijstrook rijomstandigheden en regel uw systeem biedt geen garantie dat wisselen, werkt het Smart Cruise rijsnelheid, aangezien het Smart de auto in alle noodsituaties Control-systeem mogelijk niet Cruise...
  • Pagina 452 Met uw auto rijden (Vervolg) • De volgende situaties zijn niet toegestaan: overbeladen van de bagageruimte, aanpassen van de wielophanging, vervangen van banden door niet-goedgekeurde banden banden verschillend slijtagepatroon of een verschillende bandenspanning. • Gebruik geen smart cruise control wanneer u met een aanhanger rijdt.
  • Pagina 453 Met uw auto rijden LEADING VEHICLE DEPARTURE ALERT (INDIEN VAN TOEPASSING) Het Leading Vehicle Departure Alert- Systeeminstelling en Werking systeem waarschuwt de bestuurder dat gebruiksvoorwaarden voorliggende voertuig wegrijdt Systeeminstelling wanneer hij stilstaat en het Smart Cruise Met een ingeschakelde motor gaat het Control (SCC)-systeem actief is.
  • Pagina 454 Met uw auto rijden Het systeem activeren WAARSCHUWING Kijk voordat u wegrijdt altijd voor de auto en naar de staat van de weg. OCD058109HO Als de bestuurder een bepaalde tijd lang niets doet nadat het voorliggende voertuig wegrijdt, verschijnt de melding op het instrumentenpaneel.
  • Pagina 455 Met uw auto rijden ISG-SYSTEEM (IDLE STOP & GO) (INDIEN VAN TOEPASSING) Uw auto kan zijn uitgerust met het ISG- Automatisch stoppen Automatische transmissie systeem brandstofverbruik 1. Verlaag de snelheid tot 0 km/h. Motor uitzetten in Idle Stop-modus vermindert door de motor automatisch uit 2.
  • Pagina 456 Met uw auto rijden Auto start Motor starten vanuit Idle Stopmodus Handgeschakelde transmissie • Trap het koppelingspedaal in wanneer de versnellingspook in stand N (neutraal) staat. • De melding ‘press clutch pedal for Auto Start’ (trap koppelingspedaal in voor Auto Start) verschijnt op het LCD- scherm.
  • Pagina 457 Met uw auto rijden De motor start ook in de volgende Voorwaarden voor de werking van gevallen automatisch, zonder dat de het ISG-systeem bestuurder actie onderneemt: Het ISG-systeem werkt wanneer aan - De aanjagersnelheid de volgende voorwaarden wordt handbediende verwarmings- voldaan: ventilatiesysteem staat in een hogere - De...
  • Pagina 458 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING ISG-systeem uitschakelen Storing in het ISG-systeem Het systeem werkt mogelijk niet • Als het ISG-systeem niet aan deze voorwaarden voor werking voldoet, wanneer: wordt het ISG-systeem uitgeschakeld. Het lampje in de toets ISG OFF zal oplichten en het gele controlelampje AUTO STOP...
  • Pagina 459 Schakel de motor uit door het professionele werkplaats. Kia raadt contact in de stand LOCK/OFF te aan om contact op te nemen een zetten of de contactsleutel te officiële Kia-dealer/servicepartner.
  • Pagina 460 Met uw auto rijden SPORT-SYSTEEM • COMFORT-modus: in de COMFORT- SPORT-stand modus kunt u rustig en comfortabel SPORT-modus rijden. reguleert de rijdynamiek SPORT • SPORT-modus: in de SPORT-modus door automatisch kunt u sportief maar vastberaden stuurkracht en de logische rijden. controle van de transmissie aan te passen voor betere prestaties van de rijmodus...
  • Pagina 461 Met uw auto rijden • Wanneer SPORT-modus geactiveerd: - Het toerental blijft vaak langere tijd hoger, ook als u het gaspedaal hebt losgelaten - Tijdens accelereren duurt opschakelen langer ✽ ✽ OPMERKING SPORT-modus neemt brandstofverbruik mogelijk toe. 6 137...
  • Pagina 462 Laat het systeem het LFA-systeem belemmeren of nakijken door een officiele Kia- uitschakelen. * LFA staat Lane Following Assist. dealer. (Vervolg)
  • Pagina 463 Met uw auto rijden Werking LFA-systeem (Vervolg) (Vervolg) Met het contact op [ON], kiest of verandert - Afhankelijk van uw omgeving en - Als u tijdens het rijden het stuur u de instelling in "Gebruikersinstelling → de staat van weg is het mogelijk loslaat, krijgt u een waarschuwing Rijondersteuning ¡æ...
  • Pagina 464 Met uw auto rijden Het LFA-systeem activeren WAARSCHUWING WAARSCHUWING Als het voertuig zich binnen de rijstrook bevindt en beide rijstroken worden door Het LFA-systeem zorgt ervoor dat het systeem herkend en de bestuurder het voertuig op zijn rijstrook blijft. maakt geen scherpe stuurbewegingen, Het LFA-systeem garandeert niet dan gaat het LFA-systeem over naar de 100%...
  • Pagina 465 (die na een bepaalde tijd weer verdwijnt), is er een probleem met het LFA-systeem. Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. 6 141...
  • Pagina 466 Met uw auto rijden Beperkingen van het systeem • Wanneer u met een hogere snelheid Opmerkingen voor de rijdt km/h, werkt bestuurder • Als de bestuurder de richtingaanwijzer stuurbekrachtigingsmodus mogelijk Als de rijstrookherkenning voor het LFA- of de noodverlichting aanzet om van niet.
  • Pagina 467 Met uw auto rijden - Als het aantal rijstroken afneemt of - Als rijstroken moeilijk te onderscheiden • Als de klok op de frontzichtcamera van als de rijstroken dichter bij elkaar zijn door weerkaatsing op het natte slechte kwaliteit is gaan lopen (toegang tot tolpoorten, wegdek van zonlicht, straatverlichting of - Als de voorruit van het voertuig en...
  • Pagina 468 Met uw auto rijden LANE KEEPING ASSIST-SYSTEEM (LKA, RIJVAKASSISTENTIE) (INDIEN VAN TOEPASSING) Wanneer het systeem signaleert dat de (Vervolg) auto zich buiten de rijstrook of de weg • Het LKA-systeem helpt dreigt te begeven, waarschuwt het de voorkomen dat de bestuurder bestuurder met visuele en hoorbare onbedoeld de rijstrook of de weg signalen terwijl het licht tegenstuur geeft,...
  • Pagina 469 • Mogelijk hoort u door overmatig hebben, controleren door een lawaai audio officiële Kia-dealer om te zien of waarschuwingsgeluid van het het systeem gekalibreerd moet LKA-systeem niet. worden. • Zolang er andere pieptonen zoals •...
  • Pagina 470 Met uw auto rijden Bediening van het LKA-systeem De kleur van het controlelampje is Activering van het LKA-systeem afhankelijk van de conditie van het LKA. • Ga naar het de modus ASSIST - Wit: de sensor signaleert geen (assistentie) om het scherm van het rijstrookmarkering LKA-systeem weer te geven op het rijsnelheid is lager dan 60 km/h.
  • Pagina 471 Met uw auto rijden waarschuwing ■ ■ Rijstrook niet Rijstrook WAARSCHUWING gesignaleerd gesignaleerd ■ Linkerrijstrook ■ Rechterrijstrook Het Lane Keeping Assist-systeem is een systeem dat voorkomt dat de auto de rijstrook verlaat of de rand van de weg kruist. De bestuurder moet echter niet alleen vertrouwen op het systeem maar tijdens het rijden ook zelf de omstandigheden...
  • Pagina 472 Met uw auto rijden WAARSCHUWING WAARSCHUWING • De waarschuwingsmelding • De bestuurder zelf verschijnt mogelijk laat, verantwoordelijk voor afhankelijk nauwkeurige besturing. wegomstandigheden. Houd uw • Hoewel de besturing van de auto handen daarom altijd op het mede door het systeem wordt stuurwiel tijdens het rijden.
  • Pagina 473 Met uw auto rijden ✽ ✽ OPMERKING • De besturing wordt niet ondersteund Het systeem wordt uitgeschakeld wanneer: wanneer u snel van rijstrook of • Hoewel de besturing van de auto mede wegkant wisselt. • U van rijstrook wisselt met de door het systeem wordt geregeld, richtingaanwijzer.
  • Pagina 474 Met uw auto rijden AANDACHT VAN DE BESTUURDER (Vervolg) (Vervolg) • De rijstrookmarkering of rand van de • Er is een vangrail op de weg. In onderstaande gevallen dient de weg is als gevolg van sneeuw, regen, • Licht reflecteert in het water op het bestuurder voorzichtigheid verkleuring, een plas of andere...
  • Pagina 475 Kia raadt aan om een officiële het nodige doen om veilig te rijden. Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. OJF058419HO • Als er zich problemen voordoen met het systeem, wordt er een melding weergegeven.
  • Pagina 476 Laat als het probleem niet opgelost is, neemt echter wel het stuur over wanneer systeem nakijken door de auto de rijstrook dreigt te verlaten. professionele werkplaats. Kia raadt aan officiële Kia-dealer/ WAARSCHUWING servicepartner te bezoeken. Het LDW waarschuwt de bestuurder met...
  • Pagina 477 Met uw auto rijden STORING IN FORWARD COLLISION-AVOIDANCE ASSIST-LANE-CHANGE ONCOMING-SYSTEEM (INDIEN FCA AANWEZIG) Het Forward Collision-Avoidance Assist- Werking van de functie Waarschuwingsmelding en Lane-Change Oncoming-systeem werking van de functie De bestuurder kan de functie activeren detecteert tegemoetkomende deactiveren) voertuig met een frontzichtcamera bij de gebruikersinstellingenmodus: voorruit.
  • Pagina 478 Met uw auto rijden Beperkingen WAARSCHUWING • Raadpleeg de [Beperkingen van het • De stuurbediening alleen is niet systeem] in dit hoofdstuk, [LKA] voldoende om botsing met het • Raadpleeg [Voertuigen detecteren] in tegemoetkomende voertuig te dit hoofdstuk, [FCA] voorkomen. De bestuurder is er verantwoordelijk voor om zich bewust te zijn van zijn omgeving en het voertuig of veilige wijze te...
  • Pagina 479 Met uw auto rijden BLIND-SPOT COLLISION WARNING (BCW; BOTSINGSWAARSCHUWING BLINDE HOEK) (INDIEN VAN TOEPASSING) ➀ BCW (Botsingswaarschuwing blinde hoek) WAARSCHUWING - Blinde-hoekgebied • Houd de wegomstandigheden tijdens het rijden altijd in de Het waarschuwingsbereik is afhankelijk gaten, zelfs wanneer het Blind- van uw rijsnelheid.
  • Pagina 480 Met uw auto rijden BCW (Blind-Spot Collision Het systeem keert terug naar de vorige • Als u op de BCW-toets drukt terwijl de stand wanneer het contact in stand OFF 'Alleen waarschuwen' geselecteerd is, Warning; botsingswaarschuwing en vervolgens weer in stand ON wordt dan dooft het controlelampje op de blinde hoek) gezet.
  • Pagina 481 Met uw auto rijden Type waarschuwing 1e stap (Vervolg) Het systeem wordt in de volgende • Het Blind Spot Collision Warning- gevallen geactiveerd: systeem (BCW) geen 1. Het systeem is ingeschakeld. vervanging van goed en veilig 2. De rijsnelheid hoger is dan 30 km/h. rijgedrag.
  • Pagina 482 Met uw auto rijden 2e stap (Vervolg) LET OP • Het systeem waarschuwt de De alarmfunctie helpt de bestuurder bestuurder mogelijk niet in alle te waarschuwen. Schakel deze gevallen, dus houd uw omgeving functie alleen uit wanneer dit tijdens het rijden altijd goed in de noodzakelijk is.
  • Pagina 483 Breng uw voertuig mogelijk ook auto's op de andere naar professionele rijbaan. werkplaats en laat het systeem • Het systeem wordt mogelijk nakijken. Kia raadt aan om een uitgeschakeld ten gevolge van officiele Kia- OCD058024 elektromagnetische golven. dealer/servicepartner De sensoren bevinden zich aan de •...
  • Pagina 484 Als het systeem ook na het verwijderen ■ Type A van het vuil, de aanhanger, drager of andere apparatuur niet normaal werkt, laat het systeem dan controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken. Mogelijk melding...
  • Pagina 485 Laat het systeem in dat geval nakijken Beperkingen van het systeem • Het voertuig rijdt over een bochtige door een professionele werkplaats. Kia weg. In de onderstaande situaties moet de raadt aan om een officiële Kia-dealer/ bestuurder voorzichtig zijn, omdat het • Het voertuig rijdt voorbij servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 486 Met uw auto rijden • Als het andere voertuig aan een hoge • Het voertuig verandert abrupt van snelheid voorbijrijdt. richting. • Tijdens het wisselen van rijstrook. • Het voertuig wisselt scherp van rijstrook. • Als twee voertuigen naast elkaar starten en versnellen.
  • Pagina 487 Met uw auto rijden • Rijden waar rijstroken samenvoegen/splitsen De BCW-systemen werken mogelijk niet goed op plekken waar de rijstroken samenvoegen/splitsen. Onder bepaalde omstandigheden detecteert het systeem mogelijk voertuig aangrenzende rijstrook niet. Rij steeds met aandacht voor de weg en de rijomstandigheden.
  • Pagina 488 Met uw auto rijden Botsingswaarschuwing kruisend verkeer achteraan (Rear Cross- Traffic Collision Warning) OCD058111 OCD058110 • Rijden waar rijstroken • Rijden waar een constructie langs de verschillende hoogten lopen weg staat Mogelijk werken de BCW-systemen niet De BCW-systemen werken mogelijk niet OYG056140 goed op plekken waar de rijstroken op goed op plekken waar zich een...
  • Pagina 489 Met uw auto rijden Voorwaarden voor gebruik Type waarschuwing • Als de sensoren een naderend voertuig detecteren, klinkt • Selecteer RCCW (Rear Cross-Traffic waarschuwingszoemer en knippert het Collision Warning) → "Gebruikersinstellingen" onder waarschuwingslampje → "Rijondersteuning" "Veiligheid buitenspiegel. blinde hoek" → "Veiligheid kruisend •...
  • Pagina 490 Met uw auto rijden bestuurder initiele (Vervolg) LET OP waarschuwingsactiveringstijd selecteren • Als u in de auto luid muziek in de Gebruikersinstellingen op het LCD- • Wanneer afspeelt, kunnen display door kiezen voor werkingsvoorwaarde voor geluidssignalen → Rijonder- "Gebruikersinstellingen botsingswaarschuwing kruisend waarschuwingssysteem afgaan.
  • Pagina 491 Met uw auto rijden Detectiesensor (Vervolg) WAARSCHUWING • Het Blind Spot Collision Warning- • Wanneer het BCW-systeem wordt systeem (BCW) en Rear Cross- geactiveerd, gaat Traffic Collision Warning (RCCW; waarschuwingslampje botsingswaarschuwing kruisend buitenspiegel branden wanneer verkeer achteraan) vormen geen door systeem vervanging van goed en veilig achteropkomend verkeer wordt...
  • Pagina 492 Breng uw voertuig mogelijk ook auto's op de andere naar professionele rijbaan. werkplaats en laat het systeem • Het systeem wordt mogelijk nakijken. Kia raadt aan om een uitgeschakeld ten gevolge van OJF058433HO officiele Kia- elektromagnetische golven. dealer/servicepartner De melding wordt weergegeven om de •...
  • Pagina 493 Type A van het vuil, de aanhanger, drager of door een professionele werkplaats. Kia andere apparatuur niet normaal werkt, raadt aan om een officiële Kia-dealer/ laat het systeem dan controleren door servicepartner te bezoeken. een professionele werkplaats. Kia raadt officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 494 Met uw auto rijden Gevallen waarbij het systeem niet Beperkingen van het systeem LET OP mag worden gebruikt In de onderstaande situaties moet de • Het systeem werkt mogelijk niet De bestuurder kan mogelijk niet via de bestuurder voorzichtig zijn, omdat het goed als de bumper is vervangen buitenspiegel worden gewaarschuwd systeem in bepaalde omstandigheden...
  • Pagina 495 Met uw auto rijden • Als de sensoren geblokkeerd worden • Als het andere voertuig aan een hoge • De rem werkt niet goed. door andere voertuigen, muren of snelheid voorbijrijdt. • Het voertuig verandert abrupt van parkeerpalen. • Tijdens het wisselen van rijstrook. richting.
  • Pagina 496 Met uw auto rijden OCD058115 OCD058116 OCD058117 [A]: Constructie • Houd tijdens het rijden altijd de [A]: Voertuig omgeving in de gaten. • Rijden in de buurt van een ander • Wanneer het voertuig schuin wordt voertuig of constructie Wanneer het voertuig zich ergens geparkeerd bevindt waar het moeilijk parkeren is.
  • Pagina 497 Met uw auto rijden OCD058118 OCD058119 OCD058120 • Wanneer het voertuig op/dichtbij een [A]: Constructie, [B]: Muur • Wanneer het voertuig achteruit wordt helling staat geparkeerd • Een parkeerplek inrijden waarbij zich een constructie bevindt Mogelijk werkt het systeem niet goed voertuig achteruit wordt...
  • Pagina 498 Met uw auto rijden WAARSCHUWINGSSYSTEEM VOOR DE AANDACHT VAN DE BESTUURDER (DAW, INDIEN VAN TOEPASSING) Het waarschuwingssysteem voor de Systeem instellen en activeren • De bestuurder kan de modus van het waarschuwingssysteem voor aandacht van de bestuurder (DAW) Systeeminstelling aandacht van de bestuurder kiezen. dient om de bestuurder te waarschuwen •...
  • Pagina 499 Met uw auto rijden Weergave van het aandachtsniveau • Het aandachtsniveau van de bestuurder bestuurder wordt weergegeven op een schaal van 1 tot 5. Hoe lager het getal, des te aandachtiger is de bestuurder. • Het getal daalt wanneer de bestuurder gedurende een bepaalde tijd geen pauze inlast.
  • Pagina 500 Met uw auto rijden Het systeem resetten - De motor is afgezet. Systeem uitgeschakeld - De bestuurder maakt Het waarschuwingssysteem voor de veiligheidsgordel los en opent het aandacht van de bestuurder is klaar voor bestuurdersportier. gebruik en vertoont in de volgende - Staat langer dan 10 minuten stil.
  • Pagina 501 Als u een camera uit elkaar haalt en onverwachte plotselinge weer in elkaar zet, moet u uw voertuig situaties. Blijf te allen tijde letten naar een officiële Kia-dealer brengen op de toestand van de weg. en laten controleren of het systeem OCD058095HO gekalibreerd moet worden.
  • Pagina 502 Met uw auto rijden (Vervolg) LET OP • Het voertuig rijdt over Mogelijk werkt het waarschuwings- bochtige weg. systeem voor de aandacht van de • Het voertuig rijdt over bestuurder in de volgende situaties hobbelige weg. niet goed: • Het voertuig rijdt door een gebied •...
  • Pagina 503 Met uw auto rijden ZUINIG RIJDEN Het brandstofverbruik van uw auto is • Houd het rempedaal niet langdurig • Houd uw auto in een goede conditie. Laat voornamelijk afhankelijk van uw rijstijl, de achter elkaar ingetrapt. Dat verhoogt het onderhoud aan uw auto uitvoeren plaatsen waar rijdt...
  • Pagina 504 Laat het voorkomen door te schakelen bij de kan leiden. systeem daarom onderhouden door een aanbevolen snelheden. professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia- dealer/ servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 505 Met uw auto rijden RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder gevaarlijke • Probeer weg te rijden in de tweede Op eigen kracht lostrekken van versnelling als de auto vastzit in omstandigheden de auto sneeuw, modder zand. Geef Neem de volgende raadgevingen in acht Draai eerst het stuurwiel een aantal voorzichtig gas om te voorkomen dat als ten gevolge van zware regenval,...
  • Pagina 506 Met uw auto rijden Vloeiend nemen van bochten WAARSCHUWING WAARSCHUWING - Slippende wielen Als u met u auto vast komt te zitten in de sneeuw, modder, zand, enz., Laat de wielen niet doorslippen, kunt u proberen de auto weer los te vooral niet met snelheden van meer krijgen door afwisselend voor- en dan 56 km/h.
  • Pagina 507 Met uw auto rijden Rijden in het donker • Stel uw spiegels bij om schittering door Rijden in de regen de koplampen van andere auto's te beperken. • Houd uw koplampen schoon en, indien auto niet uitgerust automatische koplampverstelling, op de juiste wijze afgesteld.
  • Pagina 508 Met uw auto rijden • Wanneer de banden niet in een goede Doorwaden van water Rijden op de snelweg staat verkeren, kunnen de wielen bij Banden Vermijd het doorwaden van water tenzij u een noodstop op een nat wegdek gaan er zeker van bent dat het water niet slippen, waardoor een ongeluk kan hoger komt dan de onderzijde van de...
  • Pagina 509 Met uw auto rijden Brandstof, koelvloeistof en WAARSCHUWING motorolie Bij het rijden met hoge snelheden wordt • Banden met een te hoge of een te meer brandstof verbruikt dan bij het lage spanning hebben rijden in de stad. Vergeet niet zowel het negatieve invloed koelvloeistofpeil als het motoroliepeil te...
  • Pagina 510 Met uw auto rijden RIJDEN IN DE WINTER Sneeuw en ijs Winterbanden Winterbanden Als u winterbanden op uw Om met uw auto op een besneeuwd auto laat monteren, controleer dan of wegdek te kunnen rijden, kan het deze dezelfde maat en beladingsindex noodzakelijk zijn gebruik te maken van hebben als de originele banden.
  • Pagina 511 Met uw auto rijden Sneeuwkettingen (Vervolg) LET OP • Zelfs juiste ketting • Zorg ervoor gemonteerd is, mag u tijdens het sneeuwkettingen geschikt zijn rijden geen volledige draai maken voor de maat en het type band dat (het stuurwiel helemaal rond naar auto gemonteerd één kant).
  • Pagina 512 Met uw auto rijden Aanbrengen van sneeuwkettingen LET OP WAARSCHUWING Volg voor het plaatsen van de kettingen - Sneeuwkettingen • Kettingen die een verkeerde maat de aanwijzingen van de fabrikant en trek hebben of niet goed gemonteerd de kettingen zo strak mogelijk aan. Matig •...
  • Pagina 513 Zie te spuiten met een goedgekeurde koelvloeistof. Alleen dit type koelvloeistof hoofdstuk 9 voor meer informatie. Kia slotontdooier. Een inwendig bevroren slot helpt corrosie in het koelsysteem te raadt aan om contact op te nemen met...
  • Pagina 514 Met uw auto rijden Voorkom vastvriezen van de Neem de benodigde uitrusting parkeerrem voor noodgevallen mee Onder bepaalde omstandigheden kan de Afhankelijk van de weersomstandigheden parkeerrem in geactiveerde toestand nodig zijn juiste vastvriezen. De kans daarop is het grootst voorzorgsmaatregelen treffen als er rond de achterremmen sprake is bepaalde zaken mee te nemen.
  • Pagina 515 Kia raadt aan om het aan kunnen de remmen niet goed of overschreden, afhankelijk van welke een officiële Kia-dealer/servicepartner te waarde lager uitvalt. Overschrijd in zelfs helemaal niet werken. U en uw vragen.
  • Pagina 516 Met uw auto rijden In dit hoofdstuk wordt een aantal LET OP belangrijke aanwijzingen veiligheidsregels genoemd. Veel van Bij verkeerd gebruik van een deze hebben betrekking op uw eigen aanhanger kan uw auto beschadigd veiligheid en die van uw passagiers. raken, waardoor dure reparaties Lees dit hoofdstuk daarom zorgvuldig nodig zijn die niet onder de garantie...
  • Pagina 517 • De bumper is niet geschikt voor het monteren van een trekhaak. Monteer nooit een trekhaak op de bumper. Gebruik alleen een trekhaak die op het chassis moet worden bevestigd. • Kia-trekhaken en toebehoren zijn verkrijgbaar bij de officiële Kia-dealer/ servicepartner. 6 193...
  • Pagina 518 Met uw auto rijden Rijden met een aanhanger Afstand tot voorganger WAARSCHUWING Houd tenminste tweemaal zo veel Voor het rijden met een aanhanger is - Remsysteem aanhanger afstand als tijdens het rijden zonder enige ervaring vereist. Ga, voordat u zich aanhanger.
  • Pagina 519 één hand. Beweeg uw hand De aanhanger dient te zijn voorzien van naar links om de aanhanger naar links te richtingaanwijzers. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/ laten gaan. Beweeg uw hand naar rechts richtingaanwijzers inschakelt, gaan de servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 520 Met uw auto rijden Rijden op hellingen Parkeren op een helling LET OP Verminder snelheid en schakel naar een Als u een aanhanger achter de auto • Houd de motortemperatuur goed in lagere versnelling voordat u een lange of heeft gekoppeld, is het in het algemeen de gaten als u met een aanhanger steile helling af rijdt.
  • Pagina 521 Met uw auto rijden Mocht u geen andere keuze hebben dan 6. Trap het rempedaal weer in, trek de Wegrijden op een helling met uw aanhanger op een helling te parkeerrem weer aan en zet de 1. Zet de handgeschakelde transmissie parkeren, handel dan als volgt: selectiehendel in stand R (achteruit).
  • Pagina 522 • Als u van plan bent met uw auto een • Als met de auto een aanhanger een aanhanger op pad gaat. aanhanger te gaan trekken, raadt Kia u getrokken wordt, moet Vergeet ook niet de aanhanger en de...
  • Pagina 523 Met uw auto rijden G1,0TGDI G1,4TGDI G1,4TGDI G1,4MPI G1,6MPI G1,6MPI D1,6 D1,6 6M/T 7DCT 6M/T 6M/T 7DCT Fuel Fuel Standard Standard Standard Standard Economy Economy Package Package Package Package Onderdeel Package Package Fuel Fuel Standard Standard Standard Standard Economy Economy Package Package Package...
  • Pagina 524 Met uw auto rijden Gewicht van de aanhanger Kogeldruk Controleer na het beladen van de aanhanger of de kogeldruk in orde is. Als dat niet het geval is, kan deze worden aangepast door de belading van de aanhanger anders te verdelen. OUM076210L OUM076211L A: Kogeldruk...
  • Pagina 525 Met uw auto rijden WAARSCHUWING Aanhanger • Zorg ervoor dat de aanhanger aan de voorzijde altijd zwaarder is dan aan de achterzijde. De verhouding tussen de belading voor en achter dient ongeveer 60/40 te zijn. • Belaad aanhanger niet zwaarder volgens fabrikant van de aanhanger c.q.
  • Pagina 526 Met uw auto rijden VOERTUIGGEWICHT In dit deel vindt u informatie over de Belading GVWR juiste manier van beladen van uw auto, (maximale massa voertuig) Dit getal heeft betrekking op al het zodat u ervoor kunt zorgen dat u het gewicht dat opgeteld wordt bij het rijklaar Dit is het maximaal toelaatbaar gewicht maximaal toelaatbaar totaalgewicht niet...
  • Pagina 527 Wat te doen in een noodgeval Waarschuwing wegdek ..... . 7-2 Als u een lekke band hebt • Schakelaar van de alarmknipperlichten ... 7-2 (Met bandenreparatieset) .
  • Pagina 528 Wat te doen in een noodgeval WAARSCHUWING WEGDEK Schakelaar van de moeten worden gebruikt noodsituaties of als de auto aan de kant alarmknipperlichten van de weg tot stilstand is gekomen. Druk schakelaar alarmknipperlichten in met het contact in een willekeurige stand. De schakelaar alarmknipperlichten bevindt zich in het dashboard.
  • Pagina 529 Kia raadt aan om een officiële Kia- de weg en parkeer op een stevige, dealer/servicepartner te raadplegen. vlakke ondergrond. Parkeer niet in de middenberm als u op een snelweg rijdt met gescheiden rijbanen.
  • Pagina 530 4. Bel een professionele werkplaats als startmotor goed vastzitten. aangeduwd. de motor nog steeds niet start. Kia 4. Probeer de auto niet te starten door raadt aan om een officiële Kiadealer/ hem te slepen of te duwen. Zie de servicepartner te bellen.
  • Pagina 531 Wat te doen in een noodgeval STARTEN IN NOODGEVALLEN Starten met een hulpaccu WAARSCHUWING - Accu Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk • Houd vonken en open vuur uit de zijn als dit niet op de juiste manier buurt van de accu. In de accu gebeurt.
  • Pagina 532 Wat te doen in een noodgeval Startprocedure met behulp van een Zorg ervoor startkabels (Vervolg) hulpaccu uitsluitend contact maken met de juiste • Probeer uw voertuig niet met een accupolen juiste 1. Controleer of de hulpaccu die u wilt hulpaccu te starten als de lege massaverbinding.
  • Pagina 533 Volg de aanwijzingen in dit gedeelte op werkplaats. Kia raadt aan om een voor het starten met een hulpaccu. officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. WAARSCHUWING Probeer nooit een auto door middel van slepen te starten.
  • Pagina 534 WAARSCHUWING bel dan een professionele werkplaats. 2. De selectiehendel stand Voorkom letsel en zorg ervoor dat Kia raadt aan om een officiële Kia- (automatische transmissie) uw haar, handen en kleding niet in dealer/ servicepartner te bellen. vrijstand (handgeschakelde transmissie) aanraking komen met bewegende zetten en de parkeerrem activeren.
  • Pagina 535 Wat te doen in een noodgeval CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS) Controleer de Controleer iedere maand bij koude banden of de bandenspanning van bandenspanning alle banden, inclusief het reservewiel • U kunt bandenspanning (indien toepassing), controleren overeenkomt met de aanbevolen assistentiemodus spanning op het voertuigplaatje of instrumentenpaneel.
  • Pagina 536 Wanneer het controlelampje storing systeem laten nakijken door een heeft mogelijk invloed TPMS blijft branden nadat het professionele werkplaats. Kia raadt rijeigenschappen van de auto en de gedurende ongeveer 1 minuut heeft officiële remweg. geknipperd, systeem...
  • Pagina 537 Wat te doen in een noodgeval Waarschu- Wanneer deze • Het controlelampje storing TPMS waarschuwingslampjes gaat knippert gedurende ongeveer 1 wingslampje lage branden, verminder dan onmiddellijk minuut en blijft daarna branden bandenspanning snelheid, vermijd scherp aansnijden omdat de TPMS-sensor niet op het Waarschuwingslampje positie van bochten en anticipeer op een reservewiel...
  • Pagina 538 Kia • Controleer raadt aan om een officiële Kia- bandenspanning en stel deze dealer/servicepartner te bezoeken. WAARSCHUWING...
  • Pagina 539 Kia sneeuwkettingen of externe van elektrische kabels of raadt aan om een officiële Kia- elektronische apparatuur in zenders zoals in de nabijheid dealer/servicepartner te bezoeken. de auto zoals een laptop, een...
  • Pagina 540 Kia als uw bandenspanning te meten. Een band auto is uitgerust met een • Het controlelampje storing TPMS die warm is (door het rijden), heeft een controlesysteem voor een lage...
  • Pagina 541 Kiadealer/servicepartner de garantie voor dat deel van de bezoeken. auto. • Als u op de markt verkrijgbare wielen monteert, gebruik dan door een officiële Kia-dealer goedgekeurde TPMS- sensoren. Als uw auto niet is voorzien van alle TPMS-sensoren of als het TPMS niet correct werkt, kan uw auto bij de APK worden afgekeurd.
  • Pagina 542 Wat te doen in een noodgeval LEKKE BAND (MET RESERVEWIEL, INDIEN VAN TOEPASSING) Krik en gereedschap Aanwijzingen voor krikken WAARSCHUWING De krik is uitsluitend bedoeld voor - Wielen verwisselen het verwisselen van een wiel. • Verwissel een wiel nooit op de Berg de krik zorgvuldig op om te rijbaan.
  • Pagina 543 Wat te doen in een noodgeval Reservewiel verwijderen en (Vervolg) WAARSCHUWING opbergen • Ga niet onder een auto liggen Zorg dat de reservewielhouder die wordt ondersteund door midden een krik. reservewiel goed uitgelijnd zijn • Start de motor niet en laat om te voorkomen dat het deze niet draaien zolang de reservewiel gaat rammelen.
  • Pagina 544 Wat te doen in een noodgeval Wielen verwisselen WAARSCHUWING - Een wiel wisselen • Trek de parkeerrem altijd volledig aan en blokkeer het wiel zich diagonaal tegenover het te wisselen wiel bevindt om te voorkomen dat de auto tijdens het wisselen van een wiel beweegt.
  • Pagina 545 Wat te doen in een noodgeval WAARSCHUWING - Krikpunt Gebruik altijd de bij de auto aanwezige krik en de juiste krikpunten. Gebruik nooit andere delen van de carrosserie om de auto op te krikken. Dit om de kans op letsel te beperken. OCD068020 OCD068019 6.
  • Pagina 546 Wat te doen in een noodgeval 8.Steek de krikslinger in de krik en WAARSCHUWING draai de slinger rechtsom totdat het wiel net van de grond loskomt. Velgen kunnen scherpe randen Deze afstand bedraagt ongeveer hebben. Ga er voorzichtig mee 30 mm . Controleer voordat u de om, om te voorkomen dat u zich wielmoeren verwijdert of de auto bezeert.
  • Pagina 547 Draai de moeren om en om vast tot alle moeren vastgedraaid zijn. Controleer vervolgens elke moer nogmaals op vastzitten. Laat het systeem na het vervangen van de wielen nakijken door professionele werkplaats. Kia raadt officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken. 7 21...
  • Pagina 548 Breng de band indien nodig op nietoriginele wielmoeren de voorgeschreven spanning. wielen gaat plaatsen. Raadpleeg Zie "Banden en wielen" in bij twijfel een professionele hoofdstuk 9. werkplaats. Kia raadt aan om officiële Kia-dealer/ servicepartner te raadplegen.
  • Pagina 549 Wat te doen in een noodgeval Belangrijk - gebruik van het Neem bij het gebruik van het WAARSCHUWING compacte reservewiel de volgende compacte reservewiel voorzorgsmaatregelen in acht: (indien van toepassing) reservewiel alleen bestemd voor noodgevallen. • Rijd absoluut niet harder dan 80 Uw auto is uitgerust met een Rijd compacte...
  • Pagina 550 Wat te doen in een noodgeval • Rijd niet over objecten heen. De • De levensduur van de tijdelijke diameter compacte compacte reserveband is korter reservewiel is kleiner dan die van dan die van een conventionele een conventioneel wiel, waardoor band.
  • Pagina 551 Wat te doen in een noodgeval Kriklabel 1. Modelnaam 2. Maximaal toegestane belasting ■ Voorbeeld • Type A 3. Activeer de parkeerrem wanneer u de krik gebruikt. 4. Zet de motor uit wanneer u de krik gebruikt. 5. Ga niet onder een auto liggen die wordt ondersteund door een krik.
  • Pagina 552 Wat te doen in een noodgeval EC-conformiteitsverklaring voor de krik OUM074110L...
  • Pagina 553 De band moet zo spoedig mogelijk door een professionele Laat uw band zo spoedig werkplaats worden gecontroleerd. mogelijk repareren. Mogelijk Kia raadt aan om een officiële Kia- daalt de bandenspanning nadat dealer/servicepartner te bezoeken. de band is gerepareerd met de bandenreparatieset.
  • Pagina 554 Wat te doen in een noodgeval Inleiding In sommige gevallen, bij grotere WAARSCHUWING beschadigingen aan het loopvlak of aan de wangen van de band, kan het Gebruik de TMK niet bij een gebeuren dat het lek niet afdoende band die ernstig beschadigd is gedicht kan worden.
  • Pagina 555 Wat te doen in een noodgeval 8. Drukmeter voor Onderdelen van de bandenreparatieset (TMK) bandenspanning 9. Knop om de bandenspanning te verlagen De stekkers, voedingskabel en aansluitslang kunnen worden opgeborgen compressorbehuizing. WAARSCHUWING Lees voor gebruik van de bandenreparatieset instructies op de fles met dichtmiddel.
  • Pagina 556 Wat te doen in een noodgeval De bandenreparatieset gebruiken 1. Verwijder snelheidsbeper- kingslabel (1) van de fles met dichtmiddel (2) en plak het op een goed zichtbare plaats in het voertuig, zoals het stuurwiel, om de bestuurder eraan te herinneren niet te snel te rijden.
  • Pagina 557 Wat te doen in een noodgeval 10. Zet het contact of de toets engine Het dichtmiddel verdelen start/stop (motor starten/stoppen) 13. Rijd direct ongeveer 7~10 km (of aan: zet de compressor aan en laat ongeveer 10 minuten) om het compressor gedurende dichtmiddel band...
  • Pagina 558 Verwijder daarom het wiel dat bandenreparatieset. verhogen: Zet de compressor bevuild is met dichtmiddel en laat raadt aan om een officiële Kia- aan door de schakelaar in stand I het voertuig nakijken door een dealer/servicepartner te zetten. Schakel de compressor professionele werkplaats.
  • Pagina 559 Wat te doen in een noodgeval Aanwijzingen voor het veilig • Laat de motor draaien, maar alleen Technische specificaties als de auto buiten staat. Anders gebruik van de - Voor banden van 15/16 inch kan het gebruik van de compressor bandenreparatieset Systeemspanning: 12 V gelijkspanning er uiteindelijk toe leiden dat de...
  • Pagina 560 Breng restanten Opgenomen stroom: max. 15 A dichtmiddel naar uw Kia-dealer of Geschikt voor gebruik bij temperaturen een bandenspecialist of voer ze af van: -30 tot +70 °C als klein chemisch afval. Max. werkdruk: 6 bar Afmetingen compressor: 161 x 150 x 55,8 mm Fles met dichtmiddel: 104 x 85 ø...
  • Pagina 561 • Sleep de auto nooit achteruit met OCD068007 de voorwielen op de grond. Laat de auto bij voorkeur wegslepen door Hierdoor kan de auto beschadigd een officiële Kia-dealer of een erkend raken. bergingsbedrijf. Om schade aan uw auto • Sleep de auto nooit met een voorkomen,...
  • Pagina 562 Wat te doen in een noodgeval Slepen in noodgevallen zonder dollies: Afneembaar sleepoog 3. Plaats het sleepoog door het rechtsom te draaien totdat het volledig vastzit. (indien van toepassing) 1. Zet het contact in stand ACC. 4. Verwijder het sleepoog na gebruik en 2.
  • Pagina 563 • Sleep geen auto’s die zwaarder zijn dan de auto waarmee wordt gesleept. • De bestuurders van beide auto’s dienen goed elkaar communiceren. OCD068012 Laat de auto bij voorkeur wegslepen door een officiële Kia-dealer of een erkend bergingsbedrijf. 7 37...
  • Pagina 564 • Als er nauwelijks beweging in de auto zit, ga dan niet onnodig door met slepen. We adviseren u contact op te nemen met een officiële Kia-dealer deskundig bergingsbedrijf voor hulp. • Sleep de auto zo recht mogelijk naar voren.
  • Pagina 565 Wat te doen in een noodgeval Voorzorgsmaatregelen bij slepen in LET OP een noodgeval Automatische transmissie • Zet het contact in stand ACC, zodat het / Dual clutch-transmissie stuurslot niet worden ingeschakeld. • Als de auto gesleept moet worden met alle wielen op de grond, mag •...
  • Pagina 566 Wat te doen in een noodgeval NOODUITRUSTING (INDIEN VAN TOEPASSING) In het voertuig bevinden zich enkele EHBO-set U kunt de bandenspanning als volgt nooduitrustingen die u in geval van nood controleren: De EHBO-set bevat onder andere een van pas kunnen komen. 1.
  • Pagina 567 Onderhoud Motorruimte ....... 8-4 • Versnellingsbakolie ......8-22 •...
  • Pagina 568 Ruitensproeiervloeistof ..... 8-35 • Wielen verwisselen ......8-53 •...
  • Pagina 569 • Lamp parkeerlicht (gloeilamptype) vervangen • Lamp mistachterlicht (LDE-Type) vervangen (koplamp type A)......8-94 (Achterlichtunit Type B).
  • Pagina 570 Onderhoud MOTORRUIMTE ■ ■ Kappa 1,0 liter T-GDI benzinemotor 1. Expansievat koelvloeistof 2. Vuldop motorolie 3. Rem- /koppelingsvloeistofreservoir 4. Luchtfilter 5. Zekeringkast ■ ■ Kappa 1,4 liter MPI benzinemotor 6. Minpool accu 7. Pluspool accu 8. Peilstok motorolie 9. Radiateurdop 10.
  • Pagina 571 Onderhoud ■ ■ Kappa 1,4 liter T-GDI benzinemotor 1. Expansievat koelvloeistof 2. Vuldop motorolie 3. Rem- /koppelingsvloeistofreservoir 4. Luchtfilter 5. Zekeringkast ■ ■ Gamma 1,6 liter MPI benzinemotor 6. Minpool accu 7. Pluspool accu 8. Peilstok motorolie 9. Radiateurdop 10. Ruitenwisservloeistofreservoir ❈...
  • Pagina 572 Onderhoud ■ ■ SmartStream D 1,6 motor (diesel) 1. Expansievat koelvloeistof 2. Vuldop motorolie 3. Rem- /koppelingsvloeistofreservoir 4. Luchtfilter 5. Zekeringkast 6. Minpool accu 7. Pluspool accu 8. Peilstok motorolie 9. Radiateurdop 10. Ruitenwisservloeistofreservoir ❈ De werkelijke motorruimte in de auto kan afwijken van de afbeelding. OCD078002...
  • Pagina 573 Laat uw voertuig onderhouden door een wat kan leiden tot schade aan de auto, professionele werkplaats. Kia raadt aan ✽ ✽ OPMERKING een ongeval of persoonlijk letsel. officiële Kia-dealer/ Verkeerd onderhoud door de eigenaar servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 574 LET OP ontstekingskabels en elektrische nakijken door een professionele bedrading aanraakt. Anders kunt • Zet geen zware voorwerpen op de werkplaats. Kia raadt aan om een u een elektrische schok krijgen. motorafdekking (indien officiële Kiadealer/ servicepartner • Pas op als u de binnenafdekking toepassing) of op onderdelen van te bezoeken.
  • Pagina 575 Onderhoud DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN De onderstaande controles moeten Schema voor door de Tijdens het rijden: volgens het aangegeven interval worden eigenaar uit te voeren • Let veranderingen uitgevoerd veilige onderhoudswerkzaamheden uitlaatgeluid en let erop dat u in het betrouwbare werking van de auto te interieur geen uitlaatgassen ruikt.
  • Pagina 576 Onderhoud Ten minste maandelijks: Ten minste twee keer per jaar Ten minste eenmaal per jaar: (bijvoorbeeld ieder voorjaar en ieder • Controleer het koelvloeistofpeil in het • Reinig de afvoeropeningen aan de najaar): koelvloeistofreservoir. onderzijde van de portieren en de •...
  • Pagina 577 Onderhoud ONDERHOUDSSCHEMA Onderhoudsschema - • Politieauto’s, taxi’s, bedrijfsauto’s, commercieel slepen voorzorgsmaatregelen • Rijden met snelheden boven 170 km/h. Volg het Onderhoudsschema bij normaal • Veel filerijden gebruik wanneer de auto normaal gesproken wordt gebruikt onder andere hieronder vermelde Als u uw auto onder de bovenstaande omstandigheden.
  • Pagina 578 • Controleer de riemspanner, geleiderol en dynamopoelie en stel deze indien nodig bij of vervang ze. Controleer op vreemde bijgeluiden en/of motortrillingen en stel indien nodig af. Laat het systeem in Klepspeling dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 579 Kia raadt aan om loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95 / AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger (Europa) of een octaangetal van RON (Research Octane Number) 91 / AKI (Anti Klop Index) van 87 of hoger (behalve Europa).
  • Pagina 580 Onderhoud ONDERHOUDS- Onderhoudsschema bij normaal gebruik - Voor Europa (Behalve Rusland) INTERVAL Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt Maanden Mijl × 1.000 ONDERHOUDS- Km × 1.000 PUNT Benzine Kappa 1,0 liter T-GDI Vervang elke 15.000 km of 12 maanden Benzine Kappa 1,4 liter MPI Vervang elke 15.000 km of 12 maanden...
  • Pagina 581 Onderhoud ONDERHOUDS- Onderhoudsschema bij normaal gebruik - Voor Europa (Behalve Rusland) INTERVAL Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt Maanden Mijl × 1.000 ONDERHOUDS- Km × 1.000 PUNT Benzine Kappa 1,0 liter T-GDI Vervang elke 75.000 km Benzine Kappa 1,4 liter MPI Vervang elke 150.000 km...
  • Pagina 582 Onderhoud ONDERHOUDS- Onderhoudsschema bij normaal gebruik - Voor Europa (Behalve Rusland) INTERVAL Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt Maanden Mijl × 1.000 ONDERHOUDS- Km × 1.000 PUNT Leiding & aansluitingen ureumoplossing (indien van Diesel toepassing) Filterdop ureumoplossing Diesel (indien van toepassing) Brandstoffilterelement...
  • Pagina 583 Onderhoud ONDERHOUDS- Onderhoudsschema bij normaal gebruik - Voor Europa (Behalve Rusland) INTERVAL Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt Maanden Mijl × 1.000 ONDERHOUDS- Km × 1.000 PUNT Remvloeistof Benzine, Diesel Parkeerrem (met de hand Benzine, Diesel bedienbaar) Stuurhuis, stuurstangen en Benzine, Diesel...
  • Pagina 584 Onderhoud Onderhoud bij gebruik onder zware omstandigheden - Voor Europa (Behalve Rusland) ONDERHOUDS- RIJOMSTAN- ONDERHOUDSPUNT ONDERHOUDSINTERVAL WERKZAAMHEDEN DIGHEID Benzine Kappa 1,0 liter T-GDI Elke 7.500 km of 6 maanden Benzine Kappa 1,4 liter MPI Elke 7.500 km of 6 maanden A, B, C, D, Motorolie en Benzine...
  • Pagina 585 Onderhoud ONDERHOUDS- RIJOMSTAN- ONDERHOUDSPUNT ONDERHOUDSINTERVAL WERKZAAMHEDEN DIGHEID Schijfremmen, remblokken, Afhankelijk van de omstandigheden Benzine, Diesel C, D, E, G, H remklauwen en remschijven vaker controleren Parkeerrem (met de hand Afhankelijk van de omstandigheden Benzine, Diesel C, D, G, H bedienbaar) vaker controleren Stuurhuis, stuurstangen en Afhankelijk van de omstandigheden...
  • Pagina 586 De officiële Kia-dealer/ vervangen door professionele spanning van de aandrijfriemen moet servicepartner te bezoeken. werkplaats. Kia raadt aan om een officiële periodiek worden gecontroleerd en Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. indien nodig worden afgesteld. Brandstofleidingen, -slangen en LET OP aansluitingen Wanneer...
  • Pagina 587 Onderhoud Vacuüm- en carterventilatieslangen Luchtfilter WAARSCHUWING (indien van toepassing) Laat het luchtfilter vervangen door een - Alleen dieselmotor professionele werkplaats. Kia raadt aan Controleer het oppervlak van de slangen Werk nooit aan het inspuitsysteem officiële Kia-dealer/ sporen oververhitting bij draaiende motor of binnen 30 servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 588 Dit is door een professionele werkplaats. Kia normaal en de verkleuring is geen reden raadt aan om een officiële Kia-dealer/ Vloeistof voor transmissie met om de vloeistof te vervangen. servicepartner te bezoeken. dubbele koppeling...
  • Pagina 589 Controleer de stuurstangen op knikken of Zie de website van Kia voor meer beschadigingen. Controleer Rem-/koppelingsvloeistof informatie over het controleren van de stofhoezen en fuseekogel op veroudering, (indien van toepassing) remblokken en remvoeringen.
  • Pagina 590 Onderhoud MOTOROLIE (BENZINEMOTOR) Motoroliepeil controleren 1. Controleer of de auto horizontaal staat. ■ ■ Kappa 1,0 liter T-GDI benzinemotor Kappa 1,4 liter T-GDI benzinemotor 2. Start de motor en laat deze op de normale bedrijfstemperatuur komen. 3. Zet de motor uit en wacht ongeveer 5 minuten zodat de olie naar het carter terug kan lopen.
  • Pagina 591 Onderhoud ■ ■ Kappa 1,0 liter T-GDI benzinemotor Kappa 1,4 liter T-GDI benzinemotor LET OP • Vul niet te veel motorolie bij. Hierdoor motor beschadigd raken. • Zorg dat u geen motorolie morst wanneer u motorolie bijvult of ververst. Als u motorolie in de motorruimte morst, veeg die motorolie dan onmiddellijk weg.
  • Pagina 592 Gebruik alleen de voorgeschreven vervangen door professionele motorolie. (Zie “Aanbevolen werkplaats. Kia raadt aan om een officiële smeermiddelen en hoeveelheden” in Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. hoofdstuk 9.) WAARSCHUWING Gebruikte motorolie kan irritatie of huidkanker veroorzaken indien de huid langdurig in contact komt met de olie.
  • Pagina 593 3. Zet de motor uit en wacht ongeveer 5 Neem contact op met een minuten zodat de olie naar het carter Bereik (A) officiële Kia- terug kan lopen. dealer/servicepartner. 4. Trek de peilstok uit de houder, veeg Bereik (B) Olie niet bijvullen.
  • Pagina 594 SmartStream D 1,6 motor (diesel) vervangen Laat de motorolie en het oliefilter vervangen door professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. WAARSCHUWING Gebruikte motorolie kan irritatie of huidkanker veroorzaken indien de huid langdurig in contact komt met OCD078006 de olie.
  • Pagina 595 Onderhoud KOELVLOEISTOF Het hogedrukkoelsysteem is voorzien Koelvloeistofpeil controleren (Vervolg) van een reservoir dat gevuld is met een Pas als u zeker weet dat er geen koelvloeistof voldoende WAARSCHUWING overdruk meer is, drukt u de dop bescherming biedt tegen bevriezing. met de doek in en draait u deze Radiateurdop Het reservoir is in de fabriek gevuld.
  • Pagina 596 Onderhoud Controleer toestand ■ Kappa 1,0 liter T-GDI benzinemotor / WAARSCHUWING Kappa 1,4 liter T-GDI benzinemotor aansluitingen van alle slangen van het koelsysteem en van de verwarming. Vervang beschadigde slechte slangen. Het koelvloeistofpeil in het expansievat dient tussen de merktekens MAX en MIN (F en L) te liggen als de motor koud is.
  • Pagina 597 Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk is, Anders kan de motor tijdens het rijden moet u het systeem laten controleren oververhit raken. door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/ ■ Vooraanzicht motorruimte servicepartner te bezoeken. - SmartStream D 1,6 motor (diesel) OCD078010 2.
  • Pagina 598 Onderhoud Aanbevolen koelvloeistof volgende tabel voor ■ Kappa 1,0 liter T-GDI benzinemotor / mengverhouding. Kappa 1,4 liter T-GDI benzinemotor • Vul het koelsysteem alleen bij met gedestilleerd of gedemineraliseerd Mengverhouding (hoeveelheid) water en vul het koelsysteem niet bij Buiten- temperatuur met gewoon kraanwater.
  • Pagina 599 ■ SmartStream D 1,6 motor (diesel) Koelvloeistof verversen WAARSCHUWING Laat de koelvloeistof verversen door een Radiateurdop professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. LET OP Verwijder de radiateurdop niet als Leg een dikke doek rond de de motor en radiateur heet zijn.
  • Pagina 600 Kia raadt aan om een officiële Kia- aan de buitenlucht mag niet worden voorkomen dat de vloeistof verontreinigd dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 601 Onderhoud RUITENSPROEIERVLOEISTOF Ruitensproeiervloeistofniveau WAARSCHUWING controleren - Koelvloeistof • Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir. • Koelvloeistof zicht ernstig belemmeren wanneer dit op de voorruit terecht komt waardoor u de macht over de auto kunt verliezen. Bovendien kan het de lak beschadigen. •...
  • Pagina 602 Als de slag groter of kleiner is dan aangegeven staat, moet u het systeem laten onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. Slag: 5~7 klikjes bij een kracht van 20 kg (196 N).
  • Pagina 603 Gebruik voor het vervangen van het brandstoffilterelement vervangende LET OP onderdelen van een professionele Als het water in de afscheider niet werkplaats. Kia raadt aan om een of niet vaak genoeg wordt afgetapt, officiële Kia-dealer/servicepartner schade ontstaan te bezoeken.
  • Pagina 604 Onderhoud LUCHTFILTER Filter vervangen OCD078015 OCD078016 1. Neem de bevestigingsclips los om het 2. Veeg de binnenkant van het luchtfilter OCD078014 luchtfilterdeksel te verwijderen. schoon. Het filter moet indien nodig worden 3. Vervang het luchtfilter. vervangen niet worden 4. Bevestig deksel gereinigd.
  • Pagina 605 • Zorg om schade aan de motor te voorkomen verwijderen van het luchtfilter OBD078068 geen stof en vuil in de luchtinlaat komen. • Gebruik vervangende onderdelen uit een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kiadealer/servicepartner bezoeken. 8 39...
  • Pagina 606 Onderhoud INTERIEURFILTER Filter controleren interieurfilter moet worden vervangen volgens onderhoudsschema. Als er veelvuldig met de auto gereden wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet filter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Reinig het interieurfilter volgens onderstaande procedure en let erop geen andere...
  • Pagina 607 Onderhoud OCD078019 OQL075021 3. Verwijder het interieurfilterhuis door 4. Vervang het interieurfilter. aan beide zijden van het huis te 5. Plaats de onderdelen in omgekeerde trekken. volgorde van verwijderen. ✽ ✽ OPMERKING Plaats het nieuwe interieurfilter op de juiste manier. Anders kan het systeem veel lawaai produceren en kan het filter minder effectief zijn.
  • Pagina 608 Onderhoud RUITENWISSERBLADEN Wisserbladen controleren Verontreiniging van de voorruit of de Wisserbladen vervangen ruitenwisserbladen door bepaalde Als de ruitenwissers de ruit niet langer substanties kan de effectiviteit van de goed schoonmaken, kan het zijn dat ze ruitenwissers verminderen. Bekende versleten of gescheurd zijn en dienen ze vormen van verontreiniging zijn insecten, te worden vervangen.
  • Pagina 609 Onderhoud Ruitenwisserblad voor 4. Plaats de ruitenwisserarm terug op de voorruit. 5. Draai het contact in de stand ON en de ruitenwisserarmen keren terug naar de normale bedrijfsstand. OHM078060 OBD078015 Verplaats de ruitenwisserbladen voor uw comfort als volgt in de onderhoudsstand; Na uitschakelen van de motor verplaatst u de wisserschakelaar binnen de 20 seconden in de enkele wisstand (MIST)
  • Pagina 610 3. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te trekken. Laat de ruitenwisserbladen vervangen door een professionele werkplaats om schade aan de ruitenwisserarmen en andere componenten te voorkomen. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/ servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 611 Laat Neem contact op met een professionele • Houd accupolen accuzuur niet in contact werkplaats. Kia raadt aan om een accupoolklemmen schoon, zorg ervoor komen met uw huid, uw officiële Kia-dealer/ servicepartner te dat ze goed vastzitten en bescherm ze ogen, kleding en de lak van bezoeken.
  • Pagina 612 Neem contact op met een professionele werkplaats. temperaturen, verwijder dan de hulp in wanneer u elektrolyt accu en bewaar deze binnen. in uw ogen krijgt. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/ • Laad de accu altijd volledig op huid grondig servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 613 ❈ De werkelijke sticker op de accu kan afwijken van elektrolyt in de cellen begint te de afbeelding. borrelen of de temperatuur van 1. AGM90L-DIN: De door Kia gebruikte het elektrolyt hoger dan 49 °C naam van de accu wordt.
  • Pagina 614 Kiadealer/servicepartner altijd eerst los en sluit de pluspool. bezoeken. minkabel van de accu altijd als laatste weer aan. • Aanbevolen wordt werkzaamheden aan de accu te laten uitvoeren door professionele werkplaats. raadt aan om een officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 615 Laat AGM-accu • Tripcomputer onderhouden door • Verwarmings- en ventilatiesysteem professionele werkplaats. Kia • Geïntegreerd geheugensysteem raadt aan om een officiële Kia- dealer/servicepartner • Audiosysteem bezoeken. Gebruik voor het laden van uw AGM-accu alleen volautomatische acculaders speciaal zijn ontworpen voor AGM-accu’s.
  • Pagina 616 Onderhoud BANDEN EN WIELEN Bandenonderhoud WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale - Te lage bandenspanning levensduur van de banden en een zo Een te lage bandenspanning laag mogelijk brandstofverbruik, (meer dan 70 kPa lager) kan moet u de banden steeds op de leiden ernstige aanbevolen spanning houden en...
  • Pagina 617 • Vergeet niet de ventieldopjes een professionele werkplaats. terug te plaatsen. Zonder het Kia raadt aan om een officiële ventieldopje kan er vuil en Kiadealer/servicepartner vocht in het ventiel komen, waardoor lucht bezoeken.
  • Pagina 618 Onderhoud Bandenspanning controleren Verwijder de ventieldop. Druk de LET OP bandenspanningsmeter stevig op het Controleer bandenspanning Bandenspanning ventiel om de spanning te meten. Als minstens eenmaal per maand. de bandenspanning overeenkomt Let altijd op het volgende: Controleer ook de spanning van het met de aanbevolen druk op de band •...
  • Pagina 619 Onderhoud Wielen verwisselen (Vervolg) WAARSCHUWING Om de banden zo gelijkmatig • Als de banden versleten zijn, • Controleer de bandenspanning mogelijk te laten slijten wordt kan dat de kans op een regelmatig. Controleer aangeraden banden iedere ongeluk vergroten. Vervang banden daarnaast op slijtage 10.000 km of eerder, indien het banden die (ongelijkmatig) en beschadigingen.
  • Pagina 620 Onderhoud ✽ ✽ OPMERKING Wielen uitlijnen en balanceren Zonder reservewiel Verwissel radiaalbanden met een De wielen van uw auto zijn af fabriek asymmetrisch profiel alleen van zorgvuldig uitgelijnd voren naar achteren en niet van links gebalanceerd voor lange naar rechts. levensduur van de banden en optimale prestaties.
  • Pagina 621 Kia Vervang in dat geval de band. Wacht beschadigde banden raadt aan om een officiële Kia- niet met het vervangen van de band veroorzaken. dealer/servicepartner totdat de slijtage-indicator over de bezoeken. (Vervolg) gehele profielbreedte zichtbaar is.
  • Pagina 622 • Gebruik bij het vervangen van • Wielen niet toepassing) banden nooit radiaalbanden en specificaties van Kia voldoen, De levensduur van de band van een diagonaalbanden door elkaar. passen mogelijk niet goed, compact reservewiel is korter dan Vervang alle banden (ook het wat schade aan de auto, een die van een conventionele band.
  • Pagina 623 (wielbolling). worden vervangen als de slijtage- band ongelijkmatig afgesleten is. Kia indicatoren zichtbaar zijn. Pas uw raadt aan om een officiële Kia- snelheid aan als er regen, sneeuw of dealer/ servicepartner te bezoeken. WAARSCHUWING ijzel op de weg ligt om de kans te...
  • Pagina 624 Onderhoud Label op de wang van de band 1. Fabrikant of merknaam P235/55R19 108T Fabrikant merknaam wordt P - Geschikt soort voertuig (banden aangegeven. gemerkt met het voorvoegsel 'P' zijn bestemd voor gebruik op personenauto's 2. Aanduiding bandenmaat bestelwagens; echter niet alle De bandenmaat staat aangegeven banden maken gebruik van deze op de wang van de banden.
  • Pagina 625 Onderhoud 3. Controleren van de levensduur Aanduiding velgmaat Snelheidsclassificatie banden van de banden (TIN: Tire Ook de wielen zijn voorzien van In het onderstaande overzicht staan Identification Number, informatie die van belang kan zijn bij meest gebruikte bandenidentificatienummer) eventuele vervanging. De letters en snelheidsclassificaties voor cijfers in de aanduiding van de...
  • Pagina 626 Onderhoud 4. Structuur en materiaal van de 6. Maximum belasting WAARSCHUWING band Dit getal geeft het maximale gewicht - Leeftijd van de band in kilo's en ponden aan die de band Het aantal lagen rubber van de band. Banden verouderen na verloop kan dragen.
  • Pagina 627 Onderhoud Slijtage loopvlak Grip - AA, A, B en C Temperatuur - A, B en C Er zijn drie gripclassificaties, van Er zijn drie temperatuurclassificaties: slijtageclassificatie loopvlak is een relatieve classificatie hoog naar laag AA, A, B en C. De A (de hoogste), B en C.
  • Pagina 628 Onderhoud Band met lage hoogte-/ LET OP WAARSCHUWING breedteverhouding (indien van toepassing) Omdat de wang van een band De gripclassificatie voor deze lage hoogte- band is gebaseerd op griptests Banden hoogte- /breedteverhouding korter is waarbij rechtuitrijdend wordt /breedteverhouding lager dan 50 zijn dan normaal, raken de velgen geremd.
  • Pagina 629 Kia is, ook al is er geen schade raadt aan om een officiële Kia- zichtbaar, moet u de band dealer/servicepartner laten controleren bezoeken. vervangen omdat de band •...
  • Pagina 630 Probeer het betreffende systeem extra bedrading toe naar eigen niet te gebruiken en neem onmiddellijk goeddunken. contact op met een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te raadplegen. OJF075021 ❈ Links : Normaal Rechts: Doorgebrand...
  • Pagina 631 Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te raadplegen. (Vervolg) 8 65...
  • Pagina 632 Onderhoud ✽ ✽ OPMERKING ✽ ✽ OPMERKING - Remodeling LET OP Prohibited - Voorzorgsmaatregelen voor Controleer visueel of de accukap het tinten van ruiten Probeer het voertuig op geen enkele goed gesloten is. Indien de accukap manier te verbouwen. Dat is illegaal en Getint glas (vooral...
  • Pagina 633 5. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer of de zekering goed vastzit. Raadpleeg als de zekering niet goed vastzit een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/ servicepartner te raadplegen. 8 67...
  • Pagina 634 4. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer of de zekering goed vastzit. Raadpleeg als de zekering niet goed vastzit een professionele werkplaats. Kia raadt officiele Kia- dealer/servicepartner te raadplegen. OCD078024 LET OP...
  • Pagina 635 Raadpleeg multizekering doorgebrand, kan het zijn dat de doorgebrand professionele hoofdzekering is doorgebrand als het werkplaats. Kia raadt aan om een elektrische systeem niet functioneert. De officiële Kia-dealer/servicepartner te hoofdzekering is verbonden met andere raadplegen. onderdelen en systemen. Neem contact op met een professionele werkplaats.
  • Pagina 636 Beschrijving zekering-/relaiskast Raadpleeg als de zekering van de accu ■ Zekeringkast bestuurderszijde doorgebrand professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiele Kia-dealer/servicepartner te raadplegen. LET OP Controleer visueel of de accukap goed gesloten is. Indien de accukap niet goed vergrendeld is, kan het...
  • Pagina 637 Onderhoud ✽ ✽ OPMERKING ■ Zekeringkast motorruimte (Afdekkap accupool)) Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zekeringkast controleert.
  • Pagina 638 Onderhoud Zekeringkast bestuurderszijde OCD078031...
  • Pagina 639 Onderhoud Dashboard (zekeringkast bestuurderszijde) Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering IMS-module (geïntegreerd geheugensysteem) bestuurder, module airconditioning, module elektrisch MEMORY 1 MEMORY bedienbare achterklep Active Air Flap, diagnosestekker, instrumentenpaneel, schakelaar alarmknipperlichten, relaiskast ICM (Integrated MODULE 1 Circuit Module) (relais buitenspiegel inklappen/uitklappen), sensor automatische verlichting en lichtsensor, MODULE consoleschakelaar, portiergreep Smart Key-systeem aan buitenzijde bestuurderszijde/passagierszijde TAIL GATE...
  • Pagina 640 Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering Gelijkstroomomvormer (AMP (versterker)), AMP (versterker) MULTI MULTI MEDIA Gelijkstroomomvormer (audio/AMP (versterker)), audio, hoofdunit audio/video & navigatiesysteem MEDIA Schakelaar elektrische parkeerrem, regelmodule stoelverwarming achter, MTS (Mozen Telematics System) E-Call-module, elektrochromatische binnenspiegel, audio, hoofdunit audio/video & navigatiesysteem, verlichting selectiehendel automatische transmissie, module airconditioning, MODULE 5 MODULE...
  • Pagina 641 Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering AIR BAG 2 Regelmodule SRS (Aanvullend veiligheidssysteem) WASHER Multifunctionele schakelaar MDPS 7,5A MDPS (Motor Driven Power Steering) Unit Stoelverwarmingsmodule achter, stoelverwarmingsmodule voor, module stoelventilatie voor, MODULE 7 7,5A sproeierverwarming, verbindingsblok motorruimte (relais GROOTLICHT, relais DCU MODULE (doseringsregeleenheid)), koelventilatormotor SUNROOF 2...
  • Pagina 642 Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering MODULE 6 7,5A IBU (Integrated Body Control Unit) MODULE Audio, hoofdunit audio/video & navigatiesysteem, gelijkstroomomvormer (audio/AMP (versterker)), IBU (Integrated Body Control Unit), MTS (Mozen Telematics System) E-Call-module, draadloze oplader, MODULE 2 MODULE verbindingsblok motorruimte (relais 12V-AANSLUITING), AMP (versterker), schakelaar elektrisch verstelbare buitenspiegels AIR BAG 1...
  • Pagina 643 Onderhoud Zekeringkast motorruimte OCD078032 8 77...
  • Pagina 644 Onderhoud Zekeringkast motorruimte (Afdekkap accupool) OCD078033...
  • Pagina 645 Onderhoud Zekeringkast motorruimte Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering Zekering: ALARMSYSTEEM, GROOTLICHT, ABS1, ABS2, DCU1, MODULE ELEKTRISCH ALTERNATOR 150(180/200)A BEDIENBARE ACHTERKLEP, 12V-AANSLUITING 1, dynamo MDPS 1 MDPS-eenheid (module elektrische stuurbekrachtiging) Zekering: KOELVENTILATOR 1, ACHTERRUITVERWARMING, VERWARMINGSELEMENT 2, BATTERY 5 VERWARMINGSELEMENT 3, BRANDSTOFVERWARMING, motorrelais BATTERY 2 Verbindingsblok dashboard BATTERY 3...
  • Pagina 646 Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering PTC HEATER 1 Relais VERWARMINGSELEMENT 1 HEATER PTC HEATER 2 Relais VERWARMINGSELEMENT 2 HEATER PTC HEATER 3 Relais VERWARMINGSELEMENT 3 HEATER FUEL HEATER Relais BRANDSTOFVERWARMING POWER POWER 12V-aansluiting achter OUTLET 3 OUTLET POWER POWER 12V-aansluiting voor, 12V-aansluiting rechts...
  • Pagina 647 Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering DCT 2 TCM (transmissiemodule) BURGLAR ALARM Relais alarmsysteem HEAD LAMP HIGH Relais GROOTLICHT ABS 1 Regelmodule ESC (elektronische stabiliteitsregeling) ABS 2 Regelmodule ESC (elektronische stabiliteitsregeling) DCU 1 Relais DCU (doseringsregeleenheid) POWER TAIL GATE Elektrisch bedienbare achterklepmodule MODULE POWER OUTLET 1...
  • Pagina 648 Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering [Kappa 1,4L MPI] Motor-ECU [Kappa 1,0L T-GDI] Motor-ECU ECU 2 [Kappa 1,4L T-GDI] Motor-ECU [Gamma 1,6L MPI] Motor-ECU/PCM (Power train Control Module) [SmartStream D 1,6] - [Kappa 1,4L MPI] Motor-ECU [Kappa 1,0L T-GDI] Motor-ECU ECU 1 [Kappa 1,4L T-GDI] Motor-ECU [Gamma 1,6L MPI] Motor-ECU/PCM (Power train Control Module)
  • Pagina 649 Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering [Kappa 1,4L MPI] - [Kappa 1,0L T-GDI] Aircocompressor AIR CONDITIONER [Kappa 1,4L T-GDI] Aircocompressor [Gamma 1,6L MPI] - [SmartStream D 1,6] Aircocompressor [Kappa 1,4L MPI] Motor-ECU [Kappa 1,0L T-GDI] Motor-ECU ECU 5 [Kappa 1,4L T-GDI] Motor-ECU [Gamma 1,6L MPI] Motor-ECU/PCM (Power train Control Module) [SmartStream D 1,6] Motor-ECU...
  • Pagina 650 Onderhoud Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beveiligd circuit zekering [Kappa 1,4L MPI] - [Kappa 1,0L T-GDI] Motor-ECU ECU 4 [Kappa 1,4L T-GDI] Motor-ECU [Gamma 1,6L MPI] Motor-ECU/PCM (Power train Control Module) [SmartStream D 1,6] Motor-ECU [Kappa 1,4L MPI] Ruitenwisserrelais [Kappa 1,0L T-GDI] Ruitenwisserrelais WIPER [Kappa 1,4L T-GDI] Ruitenwisserrelais [Gamma 1,6L MPI] Ruitenwisserrelais...
  • Pagina 651 Onderhoud Relais Naam relais Symbool Type Relais KOELVENTILATOR 3 MICRO Relais VERWARMINGSELEMENT 2 MICRO HEATER Relais KOELVENTILATOR 2 MICRO (IG1) Relais PDM 3 (IG1) MICRO STARTRELAIS MICRO Relais BRANDSTOFVERWARMING MICRO (IG2) PDM 4 (IG2) Relay MICRO FUEL Brandstofpomprelais MICRO PUMP (ACC) Relais PDM 2 (ACC) MICRO...
  • Pagina 652 Zie "Wattage lamp" juiste gereedschap, de juiste lampen met dezelfde wattage. Anders kan in hoofdstuk 9. en/of ervaring beschikt. Kia raadt elektrische circuit ernstig Zet, voordat u lampen gaat vervangen, de officiële...
  • Pagina 653 Het kan professionele werkplaats. Kia raadt aan om werkplaats. Kia raadt aan om een ook schade aan de zekeringkast een officiële Kia-dealer/servicepartner te officiële Kia-dealer/servicepartner te...
  • Pagina 654 Dit elektronische apparaat afgesteld moeten worden. Kia raadt aan wordt veroorzaakt door zekeringkast dit mogelijk als een officiele Kia-dealer/ temperatuurverschil tussen storing.
  • Pagina 655 Onderhoud Plaats van lampen (Voor) (1) Koplamp (dimlicht) (gloeilamp) ■ Lamp dagrijverlichting (gloeilamp) (2) Koplamp (grootlicht) (gloeilamp) ■ Koplamp - Type A (3) Richtingaanwijzer voor (Gloeilamp) (4) Parkeerlicht (Gloeilamp) (5) Dagrijverlichting/Parkeerlicht (led) (6) Koplamp (dimlicht/grootlicht) (led) (7) Richtingaanwijzer voor (led) (8) Dagrijverlichting (Gloeilamp) (9) Mistlamp voor &...
  • Pagina 656 Onderhoud ■ Kentekenplaatverlichting Positie lamp (Achter) (1) Achteruitrijlicht (Gloeilamp) (2) Richtingaanwijzer achter (Gloeilamp) ■ Achterlichtunit - Type A (3) Achterlicht (Gloeilamp) (4) Rem- en achterlicht (Gloeilamp) (5) Mistachterlicht (Gloeilamp) (6) Achterlicht (LEDlamp) (7) Rem- en achterlicht (LEDlamp) (8) Remlicht (LEDlamp) (9) Mistachterlicht (LEDlamp) (10) Kentekenplaatverlichting OCD078042...
  • Pagina 657 Onderhoud Plaats van lampen (Opzij) Koplamp (dimlicht) vervangen 5. Plaats een nieuw lampje in de fitting. (koplamp type A, B) 6. Plaats de fitting in de koplampunit door ■ Type A de nokjes op de fitting in lijn te brengen met de uitsparingen in de koplampunit.
  • Pagina 658 Onderhoud Koplamp Koplamp (grootlicht) vervangen (Vervolg) (koplamp type A, B) • Behandel halogeenlampen altijd voorzichtig krassen voorkomen. Voorkom contact met vloeistoffen wanneer de lampen branden. Raak het glas nooit met blote handen aan. Door achtergebleven vet kan de lamp te heet worden en knappen wanneer deze brandt.
  • Pagina 659 Onderhoud 5. Plaats een nieuw lampje in de fitting. Koplamp (Vervolg) 6. Plaats de fitting in de koplampunit door • Behandel halogeenlampen altijd de nokjes op de fitting in lijn te voorzichtig krassen brengen met de uitsparingen in de voorkomen. Voorkom contact met koplampunit.
  • Pagina 660 Onderhoud Lamp van richtingaanwijzer voor 4. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en Lamp parkeerlicht (gloeilamptype) draai de lamp tot hij vastzit. (gloeilamptype) vervangen vervangen (koplamp type A) (koplamp type A, B) 5. Plaats de fitting in de koplampunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen met de uitsparingen in de koplampunit.
  • Pagina 661 (1), niet werkt. richtingaanwijzers vóór (2), dagrijverlichting of het parkeerlicht (3) Kia raadt aan om een officiële Kia- niet werkt. dealer/servicepartner te bezoeken. Kia raadt aan om een officiële Kia- De led-lampen kunnen niet afzonderlijk dealer/servicepartner te bezoeken. worden vervangen aangezien het om een geïntegreerde eenheid gaat.
  • Pagina 662 (gloeilamptype) (1) de richtingaanwijzer opzij (led-type) niet niet werkt. Kia raadt aan om een officiële werkt. Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. Kia raadt aan om een officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 663 Onderhoud Lamp richtingaanwijzer opzij 5. Steek een nieuwe lamp in de fitting. Lamp van richtingaanwijzer achter (gloeilamptype) vervangen (Gloeilamp) vervangen 6. Monteer de fitting en de lens. (achterlichtunit type A, B) 7. Sluit de stekker van de lamp aan. 8. Plaats de lampunit terug in de carrosserie.
  • Pagina 664 Onderhoud 9. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen met de uitsparingen in de lichtunit. Duw de fitting in de lichtunit en draai de fitting rechtsom. 10. Plaats de achterlichtunit terug in de carrosserie.
  • Pagina 665 Onderhoud Lamp rem- en achterlicht (gloeilamptype) vervangen (achterlichtunit type A) OCD078054 OCD078056 4. Verwijder de achterlichtunit uit de 6. Verwijder de fitting uit de lichtunit door carrosserie. deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de 5.
  • Pagina 666 Onderhoud 9. Plaats de fitting in de lichtunit door de Lamp achteruitrijlicht nokjes op de fitting in lijn te brengen (gloeilamptype) vervangen met de uitsparingen in de lichtunit. (achterlichtunit type A, B) Duw de fitting in de lichtunit en draai de fitting rechtsom.
  • Pagina 667 Onderhoud Lamp achterlicht (binnenzijde) Lamp mistachterlicht (gloeilamptype) vervangen (gloeilamptype) vervangen (achterlichtunit type A) (achterlichtunit type A) OCD078059 3. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de OCD078057 OCD078057 uitsparingen van de lichtunit.
  • Pagina 668 (led-type) (1) niet professionele werkplaats als het remen 5. Plaats een nieuw lampje in de fitting. werkt. achterlicht (LED) (1,2) niet werkt. Kia 6. Plaats de fitting in de lichtunit door de raadt aan om een officiële Kia-dealer/ servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 669 Laat het voertuig nakijken door een 1. Maak de lampeenheid los met een professionele werkplaats als het derde platte schroevendraaier. remlicht (LED) (1) niet werkt. Kia raadt 2. Verwijder de fitting uit de lichtunit door officiële Kia-dealer/ deze linksom te draaien tot de nokjes servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 670 WAARSCHUWING kaartleeslampje (led) (1) niet werkt. Controleer, voordat u de lamp gaat Kia raadt aan om een officiële Kia- vervangen, of de toets OFF is dealer/ servicepartner te bezoeken. ingedrukt om te voorkomen dat u De led-lampen kunnen niet afzonderlijk zich brandt of een schok krijgt.
  • Pagina 671 Laat het voertuig nakijken door een professionele werkplaats leeslampje (led-type) (1) niet werkt. WAARSCHUWING Kia raadt aan om een officiële Kia- Controleer, voordat u de lamp gaat dealer/ servicepartner te bezoeken. vervangen, of de toets OFF is De led-lampen kunnen niet afzonderlijk...
  • Pagina 672 Onderhoud Lamp verlichting makeupspiegel 1. Met een platte schroevendraaier wrikt Lamp dashboardkastje vervangen u de lampbehuizing voorzichtig los van vervangen het binnenwerk. 2. Trek de lamp recht naar buiten. 3. Steek een nieuwe lamp in de fitting. 4. Monteer de lampeenheid weer in het huis van de interieurverlichting.
  • Pagina 673 Onderhoud Lamp bagageruimteverlichting LET OP LET OP vervangen Zorg dat de lens, het lipje van de Zorg dat de lens, het lipje van de lens en de kunststof behuizing niet lens en de kunststof behuizing niet vuil worden of beschadigd raken. vuil worden of beschadigd raken.
  • Pagina 674 Onderhoud Afstellen koplampen en 1. Pomp de banden tot de gewenste Mistlamp voor afstellen bandenspanning op en haal alle mistlampen voor (Europa) ■ Type A lalading uit de auto behalve de Koplampen afstellen bestuurder, reserveband ■ Type A gereedschap. 2. Zet de auto op een vlakke vloer. 3.
  • Pagina 675 Onderhoud Draai de schroevendraaier rechtsom of linksom om de mistlamp voor omhoog of omlaag te verstellen. 8 109...
  • Pagina 676 Onderhoud Afstelpunt ■ 5-deurs (standaardmodel) OCD078072 OCD078073 * A : Scherm...
  • Pagina 677 Onderhoud ■ 5-deurs (GT LINE-model) OCD078074 OCD078075 * A : Scherm 8 111...
  • Pagina 678 Onderhoud ■ 5-deurs (GT-model) OCD078076 OCD078077 * A : Scherm...
  • Pagina 679 Onderhoud ■ ■ 5-deurs (standaardmodel) Koplamp (halogeen) Koplamp (led) Grondspeling Afstand tussen lampen Grondspeling Afstand tussen lampen Staat van de auto Dimlicht Grootlicht Dimlicht Grootlicht Dim/Grootlicht Dim/Grootlicht Zonder bestuurder 1.344 1.112 1.354 [mm] Met bestuurder 1.344 1.112 1.354 [mm] Mistvoorlicht (Gloeilamp) Staat van de auto Grondspeling Afstand tussen lampen...
  • Pagina 680 Onderhoud ■ ■ 5-deurs (GT LINE-model) Koplamp (halogeen) Koplamp (led) Grondspeling Afstand tussen lampen Grondspeling Afstand tussen lampen Staat van de auto Dimlicht Grootlicht Dimlicht Grootlicht Dim/Grootlicht Dim/Grootlicht Zonder bestuurder 1.344 1.112 1.354 [mm] Met bestuurder 1.344 1.112 1.354 [mm] Mistvoorlicht (type met bundel) Staat van de auto Grondspeling...
  • Pagina 681 Onderhoud ■ ■ 5-deurs (GT-model) Koplamp (halogeen) Koplamp (led) Grondspeling Afstand tussen lampen Grondspeling Afstand tussen lampen Staat van de auto Dimlicht Grootlicht Dimlicht Grootlicht Dim/Grootlicht Dim/Grootlicht Zonder bestuurder 1.344 1.112 1.354 [mm] Met bestuurder 1.344 1.112 1.354 [mm] 8 115...
  • Pagina 682 Onderhoud ■ Op basis van 10m-scherm A: As van auto B: Verticale lijn door middelpunt van linker koplamp C: Verticale lijn door middelpunt van rechter koplamp D: Horizontale lijn door middelpunt van koplamp E: Grond F: Knik OJF075107L Koplamp dimlicht (LHD voertuig) 1.
  • Pagina 683 Onderhoud ■ Op basis van 10m-scherm A: As van auto B: Verticale lijn door middelpunt van linker koplamp C: Verticale lijn door middelpunt van rechter koplamp D: Horizontale lijn door middelpunt van koplamp E: Grond F: Knik OJF075108L Koplamp dimlicht (RHD voertuig) 1.
  • Pagina 684 Onderhoud ■ Op basis van 10m-scherm A: As van auto B: Verticale lijn door middelpunt van linker koplamp C: Verticale lijn door middelpunt van rechter koplamp D: Horizontale lijn door middelpunt van koplamp E: Grond F: Knik G: Bovengrens OYB076080 Mistlamp voor 1.
  • Pagina 685 Onderhoud ONDERHOUD EXTERIEUR Onderhoud exterieur Zelfs bij het direct verwijderen kan blijken WAARSCHUWING dat water alleen niet toereikend is. Exterieur algemene waarschuwing Gebruik in dat geval een speciale - Natte remmen Het is van groot belang bij gebruik van autoshampoo. Test na het wassen bij lage snelheid chemische reinigingsmiddelen of polish Spoel de auto na het wassen grondig af...
  • Pagina 686 Onderhoud Wassen met hogedrukreiniger In de was zetten • Houd gebruik Zet de auto in de was wanneer het water hogedrukreiniger voldoende afstand niet langer druppels op de lak vormt. van de auto. Was en droog de auto altijd eerst voordat u hem in de was zet.
  • Pagina 687 Onderhoud Bijwerken van lakbeschadigingen Onderhoud van verchroomde LET OP onderdelen Repareer diepe krassen • Als u stof of vuil met een droge steenslagbeschadigingen in de lak • Gebruik een teerverwijderaar en geen doek wegveegt, komen direct. Het blanke metaal gaat snel schraper of ander scherp voorwerp krassen op de lak.
  • Pagina 688 Onderhoud Spoel daarom de onderzijde van de Onderhoud van lichtmetalen velgen Bescherming tegen roest carrosserie en de wielkuipen eenmaal De lichtmetalen velgen zijn voorzien van Uw auto tegen roest beschermen per maand, na het rijden op stoffige of een beschermende transparante laklaag. Wij produceren auto's van de hoogste modderige wegen en aan het eind van •...
  • Pagina 689 Onderhoud Daarom is het zeer belangrijk uw Houd uw voertuig schoon Roestgevoelige gebieden voertuig schoon en vrij te houden van Als u in een gebied woont waar uw auto De beste manier om roest tegen te gaan modder en andere vuilophopingen. Dit regelmatig wordt blootgesteld...
  • Pagina 690 Onderhoud • Zorg er bij het reinigen van portieren Houd lak en lijsten in goede staat Onderhoud interieur dorpels voor Krasjes kleine beschadigingen Onderhoud interieur - Algemeen afvoeropeningen openblijven zodat het moeten snel mogelijk worden Voorkom dat chemicaliën als parfum, vocht er altijd uit kan.
  • Pagina 691 Onderhoud Onderhoud van lederen stoelen De lederen stoelen reinigen LET OP • Stofzuig de stoel regelmatig om stof en • Verwijder elke vervuiling onmiddellijk. Zorg ervoor dat water en andere zand van de stoel te verwijderen. Dit Raadpleeg onderstaande vloeistoffen nooit in contact komen voorkomt slijtage of beschadiging van aanwijzingen voor het verwijderen van elektrische/elektronische...
  • Pagina 692 Onderhoud Gebruiksvoorzorgen stoffen Interieurbekleding reinigentrim Veiligheidsgordels reinigen stoelbekleding (indien van Reinig de gordels met een zachte Kunststof toepassing) zeepoplossing die speciaal geschikt is Verwijder met een plumeau of een Reinig stoffen stoelbekleding voor het reinigen van bekleding en tapijt. stofzuiger stof en los vuil van de regelmatig met een stofzuiger en houd Volg de aanwijzingen op het etiket van kunststof bekleding.
  • Pagina 693 (2) Brandstofdampafzuigsysteem brandstofdampafzuigsysteem (3) Uitlaatemissieregelsysteem ontworpen voorkomen brandstofdampen atmosfeer terechtkomen. goede werking emissieregelsystemen te garanderen, moet u uw auto door een professionele werkplaats laten controleren onderhouden volgens onderhoudsschema in dit boekje. Kia raadt officiële Kia- dealer/servicepartner te bezoeken. 8 127...
  • Pagina 694 Onderhoud Koolstoffilter 3. Uitlaatemissieregelsysteem Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot uitlaatgassen De brandstofdampen die vrijkomen in de Het emissieregelsysteem is een uiterst (koolmonoxide) brandstoftank worden geabsorbeerd en effectief systeem dat de uitstoot van opgeslagen in een reservoir. Als de • Als u uitlaatgassen in de auto ruikt, schadelijke stoffen tot een minimum motor draait worden de opgeslagen kan er ook koolmonoxide in het...
  • Pagina 695 Inspecties en corrosie tegen te gaan. Onder afstellingen mogen alleen uitgevoerd bepaalde omstandigheden kan worden door professionele dit brandgevaar veroorzaken. werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicecentrum te bezoeken. 8 129...
  • Pagina 696 Onderhoud • Vermijd rijden met een extreem laag Benzineroetfilter (indien van Als het GPF-waarschuwingslampje blijft brandstofpeil. Wanneer de brandstof toepassing) branden of de waarschuwingsmelding opraakt, kan de motor overslaan, “check exhaust system” (Controleer Het benzineroetfilter (GPF) is het waardoor de katalysator beschadigd uitlaatsysteem) zelfs na het rijden met de systeem dat roet uit het uitlaatgas raakt.
  • Pagina 697 "Controleer verwijderd wordt. roetfiltersysteem beschadigen en uitlaatsysteem" gaat branden. Kia raadt witte rook worden waargenomen. Als de auto echter gedurende langere tijd officiële Kia-dealer/ herhaaldelijk korte afstanden aflegt of servicepartner te bezoeken.
  • Pagina 698 Onderhoud Lean NOx trap Selectieve katalytische reductie Ureumniveaumeter (indien van toepassing) (indien van toepassing) (indien van toepassing) Het Lean NOx Trap-systeem (LNT) Het systeem van selectieve katalytische verwijdert stikstofoxide reductie (SCR of Selective Catalytic uitlaatgassen. Afhankelijk Reduction) zorgt voor de katalytische brandstofkwaliteit kunnen omzetting van NOx in stikstof en water...
  • Pagina 699 Onderhoud Waarschuwingsmelding laag De waarschuwingsmeldingen voor een Anders kan het voertuig niet opnieuw ureumniveau (indien van toepassing) gebrek aan ureumoplossing worden worden gestart nadat de motor is weergegeven wanneer de hoeveelheid uitgeschakeld met behulp van de toets ureumoplossing tot onder circa 3,6 liter engine start/stop (motor starten/stoppen).
  • Pagina 700 Anders kan het voertuig niet opnieuw worden gestart nadat de motor is uitgeschakeld met behulp van de toets engine start/stop (motor starten/stoppen). Laat uw voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op te nemen met een officiële Kia-dealer/servicepartner.
  • Pagina 701 (= geen inspuiting van ureumoplossing) het onmogelijk is om het voertuig te starten, onafhankelijk van het niveau van de ureumoplossing, moet u het voertuig OBD078117L laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op Niet geschikte ureumoplossing nemen officiële Kia- gedetecteerd dealer/servicepartner.
  • Pagina 702 Onderhoud ❈ Let zeer goed op dat u de De ureumoplossing toevoegen De ureumoplossing bijvullen met een ureumoplossing niet toevoegt in de vulfles brandstoftank. Doet u dit wel, dan 1. Druk de toets engine start/stop (motor zal dit zeker een nadelig effect starten/stoppen) in de stand OFF.
  • Pagina 703 Onderhoud ❈ Meng de ureumoplossing nooit met (Vervolg) WAARSCHUWING additieven of water. Hierdoor kunnen • Laat het DPF-systeem afkoelen verontreinigingen in de tank met • Oefen geen kracht van buitenaf voordat onderhoud wordt ureumoplossing terechtkomen. Doet uit op het DPF-systeem. Dit kan verricht, aangezien het heet is ten u dit wel, dan zal dit zeker een de katalysator beschadigen die...
  • Pagina 704 Onderhoud (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) • Een ureumoplossing van slechte • Wanneer allergische • De ureumoplossing kwaliteit niet toegestane reactie hebt waterige oplossing ureumoplossing moet ontvlambaar, niet-giftig, kleurloos vloeistoffen kunnen onderdelen van het voertuig, onmiddellijk een arts raadplegen. en geurloos is. waaronder DPF-systeem, •...
  • Pagina 705 - DIN 088-1-/-2-/-3- nakijken door professionele gespecificeerd CR-Ni-staal, Mo-Cr- werkplaats. Kia raadt aan om contact Ni-staal, polypropyleen op te nemen met een officiële Kia- polyethyleen dealer/servicepartner. • Wanneer niet toegestane onzuiverheden tank ureumoplossing terechtkomen, kan dit tot de volgende problemen leiden.
  • Pagina 706 Onderhoud (Vervolg) WAARSCHUWING Vloeistoffen zoal diesel, • Zorg voor goede ventilatie benzine alcohol • Als de dop van de tank met wanneer u de ureumoplossing in mogen nooit worden ureumoplossing wordt geopend bij een afgesloten ruimte hanteert. gebruikt voor het SCR- hoge buitentemperaturen kunnen Wanneer fles...
  • Pagina 707 Kia-dealer/servicepartner in de correcte ontdooiing plaatsvindt buurt gaan. door de verwarming die onder • Vloeistof niet wordt bepaalde...
  • Pagina 708 Specificaties & Consumenteninformatie Motor ........9-2 Afmetingen .
  • Pagina 709 Specificaties & Consumenteninformatie MOTOR Benzine 1,0 Benzine 1,4 Benzine 1,4 Benzine 1,6 Smart stream Onderdeel T-GDI T-GDI D 1,6 Cilinderinhoud 1.353 1.368 1.591 1.598 [cc] Boring x slag 71 x 84 71,6 x 84 72 x 84 77 x 85,44 77 x 85,8 [mm] Ontstekingsvolgorde...
  • Pagina 710 Specificaties & Consumenteninformatie WATTAGE LAMP Lamp Vermogen Gloeilamp Standaard H7 LL Laag Optie * Koplamp Standaard H7 LL Hoog Optie * 24,5W Voor Dagrijverlichting * 21W of LED P21W of LED Parkeerlicht * 55W of LED W5W of LED Richtingaanwijzer 21W of LED PY21W of LED Mistlamp voor *...
  • Pagina 711 Specificaties & Consumenteninformatie BANDEN EN WIELEN Bandenspanning bar (psi, kPa) Laadver- Snelheids- Normale belasting Maximumbelasting Rijden met hoge Banden- mogen index Onderdeel Wielmaat (minder dan (minder dan snelheid maat 160 km/h) 160 km/h) (meer dan 160 km/h) * LI * Kg SS * Km/h Voor...
  • Pagina 712 Specificaties & Consumenteninformatie ✽ ✽ OPMERKING • Zorg er bij het vervangen van de banden voor dat ze dezelfde maat hebben als de originele banden. Anders worden de rijprestaties mogelijk negatief beïnvloed. • Wanneer u op grote hoogte rijdt, is het natuurlijk dat de atmosferische druk daalt. Controleer daarom de bandenspanning en corrigeer indien nodig.
  • Pagina 713 1.291 AIRCONDITIONING ONDERDEEL Gewicht of volume Classificatie R-1234yf Koudemiddel 500 ± 25g R-134a Compressorolie 110 ± 10g PAG 30 Neem voor meer informatie contact op met een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op te nemen een officiële Kia-dealer/servicepartner.
  • Pagina 714 Specificaties & Consumenteninformatie AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN EN HOEVEELHEDEN Gebruik voor een optimale werking en een lange levensduur van motor en aandrijflijn uitsluitend smeermiddelen van de juiste kwaliteit. Het gebruik van de juiste smeermiddelen helpt ook het motorrendement verhogen, wat een gunstiger brandstofverbruik oplevert.
  • Pagina 715 Classificatie MICHANG ATF SP-IV, SK ATF SP-IV, Automatische- Benzine- 6,7 l 1,6 MPI NOCA ATF SP-IV, transmissievloeistof motor KIA genuine ATF SP-IV 1,0 T-GDI 5,5 l 1,4 T-GDI 6,1 l Benzine- 1,4 MPI 5,5 l Mengsel van antivries en water...
  • Pagina 716 Specificaties & Consumenteninformatie Aanbevolen SAE-viscositeitsindex Het gebruik van oliën met een andere dan de aanbevolen viscositeit kan resulteren in motorschade. Houd bij de keuze van een olie rekening met de te verwachten buitentemperaturen tot LET OP aan de volgende olieverversing. Kies dan aan de hand van de tabel de aanbevolen Zorg ervoor dat u de omgeving rond olieviscositeit.
  • Pagina 717 Specificaties & Consumenteninformatie ■ ■ Kappa 1,0/1,4 T-GDI Temperatuurbereik SAE-viscositeitsindex °C Temperatuur (°F) Voor alle landen 0W-30, 5W-30 ■ ■ Kappa 1,4 MPI Temperatuurbereik SAE-viscositeitsindex °C Temperatuur (°F) 20W-50 Behalve Europa * 15W-40 Midden-Oosten * 10W-30 5W-20 * , 5W-30 20W-50 15W-40 Voor Europa *...
  • Pagina 718 Specificaties & Consumenteninformatie ■ ■ Benzine 1,6 liter MPI Temperatuurbereik SAE-viscositeitsindex °C Temperatuur (°F) 0W-40, 5W-20* , 5W-30* , 5W-40 Europa 20W-50 Behalve Europa * 15W-40 Midden-Oosten * 10W-30 Benzine 5W-20* , 5W-30* 1,6 liter MPI 20W-50 15W-40 Voor Europa * 10W-30 5W-30* , 5W-40...
  • Pagina 719 Specificaties & Consumenteninformatie VOERTUIG-IDENTIFICATIENUMMER (VIN) VOERTUIGCERTIFICATIELABEL (INDIEN VAN TOEPASSING) ■ ■ Type A Type B (indien van toepassing) OCD088001 OCD088002 OUB081003 Het voertuigidentificatienummer (VIN) is VIN-label het nummer dat gebruikt wordt voor de Het VIN is ook te vinden op het plaatje op Op het voertuigcertificatielabel op de registratie van uw auto en bij alle zaken het dashboard.
  • Pagina 720 Specificaties & Consumenteninformatie BANDENSPANNINGSLABEL MOTORNUMMER ■ ■ Benzinemotor (1,6 MPI) Benzinemotor (1,6L)(1,4 MPI) OCD088004 ■ Benzinemotor (1,4 T-GDI) OCD088007 OUB071018 ■ Smart stream D 1,6 De banden waarmee uw nieuwe auto is uitgerust, zijn zorgvuldig geselecteerd voor de beste prestaties onder normale rijomstandigheden.
  • Pagina 721 • Type A: onder tegen de motorkap model, onderdeelnummer leverancier, 1995/5/EC. • Type B: voorin de motorruimte productienummer, koudemiddel (1) en Voor meer informatie, waaronder over de smeermiddel (2). conformiteitsverklaring producent, verwijzen wij u naar de volgende website van Kia: http://www.kia-hotline.com 9 14...
  • Pagina 722 Specificaties & Consumenteninformatie BRANDSTOFLABEL (INDIEN VAN TOEPASSING) Benzinemotor Dieselmotor Het brandstoflabel zit op de tankdopklep. Het brandstoflabel zit op de tankdopklep. OTM048455L OTM048456L A. Octaangetal van loodvrije benzine A. Brandstof: diesel 1) RON/ROZ: Research Octane Number (research- B. Markeringen voor diesel met FAME (vetzuurmethylester) ❈...
  • Pagina 723 Alfabetische index...
  • Pagina 724 Alfabetische index Airbag - aanvullend veiligheidssysteem......3-49 Aanvullende veiligheidsmaatregelen ......3-75 Airbag bestuurder en voorpassagier ......3-58 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ....9-7 Gordijnairbag ..............3-66 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ......9-9 Onderdelen en functies aanvullend ACCU ................8-45 veiligheidssysteem ............3-55 Accu laden ..............8-47 Onderhoud aan aanvullend veiligheidssysteem Accucapaciteitsticker ..........8-47 (SRS) ................3-74 Te resetten onderdelen ..........8-49 Waarschuwingslabel airbags ........3-76...
  • Pagina 725 Alfabetische index Antidiefstalalarm geactiveerd ........4-17 Antidiefstalarm uitgeschakeld ........4-18 Audio (Zonder touchscreen)..........5-6 Banden en wielen ............8-50 De basisbediening leren kennen ........5-12 Aanbevolen bandenspanning koud ......8-50 Het scherm in- of uitschakelen ........5-11 Band met lage hoogte-/breedteverhouding ....8-62 Het systeem in- of uitschakelen ........5-11 Banden vervangen ............8-55 Systeeminrichting –...
  • Pagina 726 Alfabetische index Water uit brandstoffilter aftappen ......8-37 Tijdelijk sneller rijden met ingeschakelde Brandstoflabel..............9-15 cruisecontrol: ............6-98 Benzinemotor ..............9-15 Dieselmotor ..............9-15 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ..........8-9 Conformiteitsverklaring ..........5-38 Schema voor door deeigenaar uit te voeren CE RED voor EU............5-38 onderhoudswerkzaamheden........8-9 Conformiteitsverklaring ..........9-14 Double clutch transmissie (DCT) ........6-32...
  • Pagina 727 Alfabetische index Forward collision-avoidance assist Handbediend verwarmingsen ventilatiesysteem ..4-143 (FCA, ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) Hoeveelheid koudemiddel en compressorolie (Camera+Radar-Type) ..........6-82 controleren ..............4-152 Beperkingen van het systeem ........6-89 Interieurfilter ............4-151 FCA-waarschuwing en bediening systeem ....6-84 Sticker koudemiddel airconditioning......4-152 Remmen ..............6-85 Verwarming en airconditioning ........4-144 Sensor detecteert afstand tot voorligger Werking systeem ............4-149 (Radar vóór)..............6-86...
  • Pagina 728 Alfabetische index Datum/tijd ..............5-32 Lampje make-upspiegel ..........4-141 Geluid................5-32 Leeslampje ..............4-139 Systeem ..............5-33 ISG-systeem (Idle Stop & Go) ........6-131 Weergave ..............5-32 Auto start ..............6-132 Instrumentenpaneel............4-54 Automatisch stoppen ..........6-131 Bediening LCD-venster ..........4-56 ISG-systeem uitschakelen ........6-134 Meters ................4-56 Storing in het ISG-systeem ........6-134 Schakelindicator transmissie ........4-60 Voorwaarden voor de werking van het ISG-systeem ..6-133 Verlichting instrumentenpaneel ........4-55...
  • Pagina 729 Alfabetische index Lamp parkeerlicht (gloeilamptype) vervangen (koplamp type A) ............8-94 Lamp rem- en achterlicht (Gloeilamptype) Label aircocompressor ..........9-14 vervangen (Achterlichtunit Type A) ......8-100 Lampen ................8-86 Lamp rem- en achterlicht (LED Type) vervangen Afstellen koplampen en mistlampen voor (Achterlichtunit Type B) ........8-102 (Europa) ..............8-108 Lamp richtingaanwijzer opzij (Gloeilamp) Kentekenplaatverlichting vervangen ......8-103...
  • Pagina 730 Alfabetische index Servicemodus ..............4-68 Motoroliepeil controleren ..........8-24 Leading vehicle departure alert ........6-129 Motorolie (Dieselmotor)..........8-27 Systeeminstelling en gebruiksvoorwaarden....6-129 Motorolie verversen en filter vervangenr ....8-28 Lekke band (met reservewiel) ........7-16 Motoroliepeil controleren ..........8-27 EC-conformiteitsverklaring voor de krik....7-26 Motorruimte..............2-6, 8-4 Krik en gereedschap............7-16 Kriklabel ..............7-25 Reservewiel verwijderen en opbergen......7-17 Wielen verwisselen ............7-18...
  • Pagina 731 Alfabetische index Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ..4-168 gebruikt ..............4-105 Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem ..4-167 Storing in het systeem ..........4-115 Ontwasemfunctie ............4-169 Storing in het systeem ..........4-120 Opbergvakken ..............4-172 Voorwaarden voor gebruik........4-104 Bagagenethouder ............4-174 Werking van het systeem (Parkeermodus) ....4-108 Bagagepaneel ............4-175 Werking van het systeem (Wegrijmodus) ....4-116 Dashboardkastje ............4-173 Parkeerrem ..............8-36...
  • Pagina 732 Alfabetische index Remsysteem ..............6-45 Losbreekvoorziening ..........6-193 Antiblokkeersysteem (ABS) ........6-58 Onderhoud bij het rijden met een aanhanger....6-198 AUTO HOLD ............6-56 Remsysteem aanhanger ..........6-193 Electronic Stability Control (ESC) ......6-61 Rijden met een aanhanger ........6-194 Elektronische parkeerrem (EPB) ........6-49 Trekhaak..............6-193 ESS: noodstopsignaal ..........6-68 Rijden onder speciale rijomstandigheden....6-181 Goede remgewoonten ..........6-68 Doorwaden van water ..........6-184...
  • Pagina 733 Alfabetische index Verwarmde ruitensproeier ........4-137 Bluetooth ..............5-36 USB ................5-35 Spiegels................4-49 Binnenspiegel..............4-49 Slepen ................7-35 Buitenspiegels ............4-51 Afneembaar sleepoog..........7-36 Sport-systeem ..............6-136 Sleepbedrijf ..............7-35 Standen contactslot ............6-7 Slepen in een noodgeval ..........7-37 De benzinemotor/dieselmotor uitschakelen Sleutels ................4-5 (Handmatige transmissie) ........6-11 Noteer het sleutelnummer ..........4-5 Motor starten ..............6-8 Sleutelfuncties ..............4-5 Standen contactslot ............6-7...
  • Pagina 734 Alfabetische index Waarschuwingsmelding en werking van de functie ..6-153 Positie van de toets engine start/stop Werking van de functie ..........6-153 (motor starten/ stoppen)..........6-12 Stuurwiel ................4-46 Verlichte toets engine start/stop Claxon ................4-48 (motor starten/stoppen) ..........6-12 Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ......4-46 Stuurkolomverstelling ..........4-47 Stuurwielverwarming..........4-47 Systeemstatuspictogrammen..........5-34 Uitleg bij onderhoudsschema ........8-20...
  • Pagina 735 Alfabetische index Stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen/ Welkomstfunctie koplampen ........4-123 onderste fuseekogel ..........8-23 Voertuigcertificatielabel ..........9-12 Vacuüm- en carterventilatieslangen ......8-21 Voertuiggewicht ............6-202 Versnellingsbakolie ............8-22 Belading ..............6-202 Vloeistof voor transmissie met dubbele koppeling ..8-22 GAV (Maximale asbelasting)........6-202 GAVR (Maximale toelaatbare asbelasting) ....6-202 GVW (Maximaal toelaatbaar totaalgewicht)....6-202 GVWR (Maximale massa voertuig) ......6-202 Veiligheidsgordels............3-22 Leeggewicht ..............6-202...
  • Pagina 736 Alfabetische index Systeem instellen en activeren........6-174 Systeem uitgeschakeld ..........6-176 Wat te doen bij een noodgeval tijdens het rijden ....7-3 Als de motor afslaat op een kruising of kruispunt ..7-3 Als de motor afslaat tijdens het rijden......7-3 Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt ....7-3 Wattage lamp ..............9-3 Zekeringen ..............8-64 Beschrijving zekering-/relaiskast........8-70...