WAARSCHUWING
n Voorruitverwarming
Gebruik de stand
niet in combi‐
natie met koelen bij een extreem ho‐
ge luchtvochtigheid. Door het tem‐
peratuurverschil tussen de buiten‐
lucht en de voorruit kan de voorruit
plotseling beslaan, waardoor het
zicht wegvalt. Zet in dat geval de
luchtcirculatieknop in de stand
de aanjager op de laagste stand.
Ontwasemfunctie (indien van
toepassing)
Om de kans op beslaan van de binnen‐
kant van de ruit tot een minimum te
beperken, wordt de luchttoevoer of de
airconditioning automatisch afgestemd
op omstandigheden als het inschakelen
van stand
. Doe het volgende om de
ontwasemfunctie uit- of in te schake‐
len.
Automatisch verwarmings- en
ventilatiesysteem
en
1. Toets POWER (start) in stand ON.
2. Druk op de toets voorruitontwase‐
ming (
).
3. Houd de aircotoets (A/C) ingedrukt
en druk de luchttoevoertoets ten
minste 5 keer in binnen 3 seconden.
Het controlelampje van de luchttoe‐
voertoets zal 3 keer knipperen. Dit
geeft aan dat de ontwasemfunctie is
uitgeschakeld of dat is teruggekeerd
naar de geprogrammeerde status.
Als de accu te ver ontladen raakt of los‐
gekoppeld is geweest, wordt standaard
de ontwasemfunctie ingeschakeld.
Automatisch
ontwasemingssysteem (indien
van toepassing)
Het automatische ontwasemingssys‐
teem verkleint de kans op het beslaan
van de binnenzijde van de voorruit
doordat de aanwezigheid van vocht aan
de binnenzijde van de voorruit automa‐
tisch gesignaleerd wordt.
5
5-127