OPMERKING
Wees voorzichtig als u tijdelijk sneller
gaat rijden omdat de snelheid dan
niet automatisch wordt geregeld,
zelfs als er een voertuig vóór u rijdt.
Het Smart Cruise Control-systeem
wordt tijdelijk uitgeschakeld
wanneer:
Actief uitschakelen:
Het
Smart
Cruise
Control-systeem
wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer u
het rempedaal intrapt of op de toets O/
CANCEL drukt. Trap het rempedaal in
en druk tegelijkertijd op de toets O/
CANCEL terwijl het voertuig stilstaat.
De ingestelde snelheid en de tussenaf‐
stand verdwijnen van het instrumen‐
tenpaneel en het controlelampje CRUI‐
SE blijft branden.
Automatisch uitschakelen:
Het SCC-systeem wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties:
• Het bestuurdersportier openen.
• De selectieknop in stand N (neutraal),
R (achteruit) of P (parkeren) zetten.
• De EPB (elektronische parkeerrem) is
actief.
• De rijsnelheid hoger is dan 170 km/h
• ESC, ABS of tractiecontrole is actief.
• ESC is uitgeschakeld.
• De sensor of het beschermkapje is
vuil of bedekt met een substantie.
• Het gaspedaal wordt lange tijd conti‐
nu ingetrapt.
• De rijsnelheid bevindt zich in een ge‐
vaarlijk bereik.
• Er zit een storing in het SCC-sys‐
teem.
• Wanneer de remsysteemregelfunctie
gebruikt wordt voor de Forward Colli‐
sion-Avoidance Assist (FCA)
• Het voertuig staat langer dan 5 minu‐
ten stil.
• Gedurende lange tijd stopt u en rijdt u
herhaaldelijk verder.
• Wanneer de parkeerrem in werking is.
• Er zijn problemen met de auto.
Al deze omstandigheden hebben tot
gevolg dat het Smart Cruise Control-
systeem wordt uitgeschakeld. (De inge‐
stelde snelheid en de tussenafstand op
het lcd-display gaan uit.) Wanneer de
Smart
Cruise
Control
automatisch
wordt uitgeschakeld, wordt de Smart
Cruise Control niet hervat, ook al wordt
de schakelaar naar RES+ of SET- bewo‐
gen.
In een situatie waarin de Smart Cruise
Control automatisch geannuleerd wordt
wanneer het voertuig stopt, wordt de
EPB geactiveerd en de parkeerrem ver‐
grendeld.
6
6-103