Advertenties
Systeem instellen en activeren.......................................... 6-75
Waarschuwingsmelding en bediening systeem...............6-77
Handmatige snelheidslimietregeling (MSLA) ....................... 6-85
Een snelheidslimiet instellen............................................... 6-85
De handmatige snelheidslimietregeling uitschakelen.....6-86
Slimme snelheidslimietwaarschuwing (ILSW) ..................... 6-88
ISLW inschakelen/uitschakelen........................................... 6-88
Werking...................................................................................6-89
Weergave................................................................................6-89
Aandacht van de bestuurder.............................................. 6-91
Waarschuwingssysteem voor de aandacht van de
bestuurder (DAW) ................................................................ 6-92
Waarschuwingssysteem voor de aandacht van
6
de bestuurder........................................................................ 6-92
Cruise control (CC).....................................................................6-96
Cruise control-schakelaar....................................................6-97
Snelheid cruise control instellen......................................... 6-97
Ingestelde rijsnelheid verhogen.......................................... 6-98
Rijsnelheid verlagen.............................................................. 6-98
Tijdelijk sneller rijden met ingeschakelde cruise‐
control ....................................................................................6-98
De cruise control wordt op één van de volgende
manieren onderbroken:........................................................6-98
Terugkeren naar ingestelde rijsnelheid............................. 6-99
Schakel de cruise control..................................................... 6-99
Smart Cruise Control (SCC) .................................................. 6-100
Schakelaar Smart cruise control...................................... 6-100
SCC-reactie instellen.......................................................... 6-106
Tussenafstand instellen.....................................................6-107
Detectiesensor (frontzichtcamera / radar voorzijde).... 6-110
Naar cruise control-modus overgaan............................. 6-113
Beperkingen van het systeem..........................................6-113
Leading Vehicle Departure Alert (waarschuwing
vertrek voorliggend voertuig) (Smart Cruise
Control-systeem aanwezig) ............................................ 6-117
Lane Following Assist (LFA) ..................................................6-120
Werking LFA-systeem....................................................... 6-121
Storing in het LFA-systeem..............................................6-123
Beperkingen van het systeem..........................................6-123
Rear Cross-Traffic Collision Warning (RCCW; bot‐
singswaarschuwing kruisend verkeer achteraan) ....... 6-126
Systemomschrijving........................................................... 6-126
Systeem instellen en activeren........................................ 6-126
Waarschuwingsmelding en bediening systeem.............6-127
Rijden onder speciale rijomstandigheden........................... 6-134
Rijden onder gevaarlijke omstandigheden......................6-134
Voorkomen dat de auto over de kop slaat..................... 6-134
Auto lostrekken door heen en weer te schommelen.... 6-135
Vloeiend nemen van bochten........................................... 6-136
Rijden in het donker........................................................... 6-136
Rijden in de regen............................................................... 6-136
Doorwaden van water....................................................... 6-136
Off-road rijden.................................................................... 6-137
Rijden op de snelweg..........................................................6-137
Rijden in de winter.................................................................. 6-138
Sneeuw en ijs.......................................................................6-138
Gebruik hoogwaardige ethyleenglycol koelvloeistof.... 6-140
Controleer de accu en de accukabels.............................. 6-140
Controleer de bougies en het ontstekingssysteem......6-140
Voorkom bevriezing van de sloten...................................6-140
Advertenties
