AFSTANDSWAARSCHUWING VOORUIT/ACHTERUIT (PDW)
De
afstandswaarschuwing
achteruit waarschuwt de bestuurder
tijdens het achteruitrijden met een sig‐
naal zodra de afstand tussen de auto
en een voorwerp voor de auto minder
dan 100 cm wordt en achter de auto
minder dan 120 cm wordt.
Het systeem dient slechts als hulpmid‐
del: de bestuurder moet zelf altijd op‐
lettend blijven.
Het bereik van de parkeersensoren (➀)
is beperkt en niet alle voorwerpen wor‐
den even goed opgemerkt. Blijf daarom
altijd alert tijdens het rijden op wat zich
voor en achter uw auto bevindt, net als
u zou doen in een auto zonder af‐
standswaarschuwing vooruit/achteruit.
WAARSCHUWING
De afstandswaarschuwing vooruit/
achteruit moet beschouwd worden
als niet meer dan een extra functie.
De bestuurder dient altijd zelf naar
voren en naar achteren te kijken. De
werking van de afstandswaarschu‐
wing vooruit/achteruit kan worden
beïnvloed door allerlei factoren en
omgevingsomstandigheden en kan
niet blindelings worden vertrouwd.
De bestuurder blijft altijd verant‐
woordelijk.
vooruit/
Werking van de
afstandswaarschuwing vooruit/
achteruit
Voorwaarden voor gebruik
• Dit systeem wordt ingeschakeld wan‐
neer de toets van de afstandswaar‐
schuwing wordt ingedrukt terwijl de
toets POWER (start) in stand ON
staat.
• Wanneer u de selectiehendel in stand
R (achteruit) zet, gaat het controle‐
lampje in de toets van de afstands‐
waarschuwing automatisch branden
en wordt de afstandswaarschuwing
vooruit/achteruit geactiveerd.
5
5-87