Schuif-/kanteldak open/dicht
schuiven
Om het schuif-/kanteldak (handmatige
bediening) te openen, duwt u de hendel
van het schuif-/kanteldak naar achter‐
en of naar voren in de eerste stand.
Om het schuif-/kanteldak automatisch
te openen, duwt u de schakelaar ach‐
teruit naar de tweede stand.
Het schuif-/kanteldak schuift naar de
geadviseerde open stand (ongeveer
7 cm voor de geheel geopende stand).
Duw de schakelaar kort naar voren of
naar achteren om het schuiven van het
schuif-/kanteldak te stoppen.
Duw om het schuif-/kanteldak maxi‐
maal te openen de schakelaar nog‐
maals richting de achterzijde van het
voertuig en houd hem ingedrukt totdat
het schuif-/kanteldak volledig open ge‐
schoven is.
OPMERKING
Om het windgeruis tijdens het rijden
te beperken, adviseren wij u het
schuif-/kanteldak in de aanbevolen
positie (ongeveer 7 cm voor de stand
maximaal open) te zetten.
Beweeg om het schuif-/kanteldak au‐
tomatisch dicht te schuiven de schake‐
laar vooruit naar de tweede stand.
Het schuif-/kanteldak zal volledig slui‐
ten. Beweeg de schakelaar kort naar
voren of naar achteren om het schuiven
van het schuif-/kanteldak te stoppen.
Klembeveiliging
Als tijdens het automatisch sluiten van
het schuif-/kanteldak het dak weer‐
stand ondervindt omdat er een voor‐
werp of lichaamsdeel door het dak naar
buiten is gestoken, schuift het dak au‐
tomatisch een stukje terug en stopt
het met bewegen.
De klembeveiliging werkt niet als er een
klein obstakel tussen het glaspaneel en
de schuifdakrand aanwezig is. Contro‐
leer voor het sluiten of er geen li‐
chaamsdelen of objecten door het
schuif-/kanteldak naar buiten zijn ge‐
stoken.
5
5-29