Met uw auto rijden
• Er valt een schaduw over de rijst‐
rookmarkering of rand van de weg
vanwege een middenberm, vangrail,
geluidsschermen of iets anders.
• Wanneer de rijstrookmarkeringen in‐
gewikkeld zijn of een andere struc‐
tuur de markeringen vervangt, zoals
bij wegwerkzaamheden.
• Er staan markeringen voor over‐
steekplaatsen of andere symbolen op
de weg.
• De rijstrook houdt plotseling op, zoals
bij een kruising.
• De rijstrookmarkering of rand van de
weg in een tunnel zit onder een laag
vuil of olie enzovoort.
• De rijstrook erg breed of erg smal is.
Wanneer een externe factor een rol
speelt
• De lichtsterkte verandert wanneer u
een tunnel in- of uitrijdt of onder een
brug door rijdt.
• De koplampen staan niet aan of u
bent in een tunnel, of er is weinig
licht.
• Er is een vangrail op de weg.
6-74
• Licht reflecteert in het water op het
wegdek, zoals straatverlichting, zon‐
licht of de koplampen van tegemoet‐
komend verkeer.
• Wanneer er fel licht schijnt vanuit te‐
gengestelde richting.
• Het wegdek is niet vlak.
• De afstand tot de voorligger is erg
klein of de voorligger onttrekt de
rijstrookmarkering of de rand van de
weg aan het zicht.
• U rijdt met de auto op een steile hel‐
ling of door een bocht.
• De auto trilt hevig.
• De temperatuur bij de binnenspiegel
is zeer hoog door direct zonlicht en‐
zovoort.
Wanneer het zicht vooruit slecht is
• De lens of voorruit is bedekt met
vreemde materialen.
• De sensor kan de rijstrook niet signa‐
leren door mist, zware regenval of
sneeuwbuien.
• De voorruit beslagen is door vochtige
lucht in de auto.
• U zet iets op het dashboard o.i.d.
WAARSCHUWING
Het LKA-systeem is een systeem
dat voorkomt dat de auto de rijst‐
rook verlaat. Maar de bestuurder
mag niet alleen vertrouwen op het
system en altijd het nodige doen om
veilig te rijden.
Wanneer er zich een probleem voor‐
doet met het systeem, moet u het vol‐
gende doen:
• Zet de auto uit en vervolgens weer
aan en schakel het systeem in.
• Controleer of het contact in stand ON
staat.
• Controleer of het systeem wordt be‐
invloed door het weer (mist, zware
regenval, enz.).
• Controleer of de lens van de camera
vuil is.
Laat als het probleem niet opgelost is,
het systeem nakijken door een profes‐
sionele werkplaats. Kia raadt aan om
een officiële Kia-dealer/servicepartner
te bezoeken.