Veiligheidssystemen van uw auto
• Elke veiligheidsgordel is bestemd voor
één persoon. Als er meerdere perso‐
nen van dezelfde veiligheidsgordel
gebruik maken, kunnen ze bij een
aanrijding ernstig of dodelijk letsel
oplopen.
• Maak geen gebruik van accessoires
die aan de veiligheidsgordels moeten
worden bevestigd. Accessoires die
claimen het comfort voor de inzitten‐
den te verbeteren of die de gordel
anders geleiden, kunnen de bescher‐
mende werking van de veiligheidsgor‐
del in negatieve zin beïnvloeden en de
kans op letsel bij een aanrijding ver‐
groten.
• De inzittenden moeten geen harde of
scherpe voorwerpen plaatsen tussen
henzelf en de airbags. Het dragen van
harde of scherpe voorwerpen rond
uw middel of het in uw mond houden
van dergelijke voorwerpen kan ern‐
stig letsel veroorzaken als een airbag
wordt geactiveerd.
4-64
• Blijf op veilige afstand van de afdek‐
kappen van de airbags. Laat iedereen
rechtop zitten, met de rug tegen de
rugleuning van de stoel, de veilig‐
heidsgordel om en de voeten op de
vloer. Als inzittenden zich te dicht bij
een airbag bevinden, kunnen ze letsel
oplopen als de airbags worden geacti‐
veerd.
• Bevestig geen voorwerpen aan of in
de buurt van de afdekkappen van de
airbags. Voorwerpen die zijn beves‐
tigd aan of in de buurt van de afdek‐
kappen van de airbags vóór of de zij‐
airbags kunnen een juiste werking
van de airbags in negatieve zin beïn‐
vloeden.
• Modificeer de voorstoelen niet. Modi‐
ficatie van de voorstoelen kan de
werking van de sensoren van het
aanvullend veiligheidssysteem of van
de zijairbags in negatieve zin beïn‐
vloeden.
• Plaats niets onder de voorstoelen.
Het plaatsen van voorwerpen onder
de voorstoelen kan de werking van de
sensoren van het aanvullend veilig‐
heidssysteem of van de bedrading in
negatieve zin beïnvloeden.
• Laat nooit het heupgedeelte van uw
gordel om een kind heen lopen dat op
uw schoot zit. Het kind zou ernstig
letsel kunnen oplopen in geval van
een aanrijding. Baby's en kinderen
moeten op de juiste manier in ge‐
schikte kinderzitjes of gordels op de
achterstoelen worden vervoerd.
WAARSCHUWING
• Als de inzittenden niet in de juiste
positie zitten, kunnen ze te dicht
bij een zich vullende airbag komen,
delen in het interieur van de auto
raken of uit de auto worden ge‐
slingerd met ernstig of dodelijk
letsel als gevolg.
• Zit altijd zo veel mogelijk rechtop,
met de rugleuning rechtop, midden
op de zitting en met uw veilig‐
heidsgordel om, uw benen op een
comfortabele manier gestrekt en
uw voeten op de vloer.