Kenmerken van uw auto
Controlelampje
verlichting aan
Dit
controlelampje
gaat
branden:
• Wanneer de achterlichten of koplam‐
pen branden.
Controlelampje
mistlampen vóór
Dit
controlelampje
gaat
branden:
• Als de mistlampen vóór branden.
Controlelampje
mistachterlicht
Dit
controlelampje
gaat
branden:
• Wanneer de mistachterlichten bran‐
den.
Controlelampje READY
Dit
controlelampje
gaat
branden:
• Als het voertuig gereed is
om weg te rijden.
- AAN: Normaal rijden is mogelijk.
- UIT: Normaal rijden is niet mogelijk of
er is een storing opgetreden.
- Knipperen: Rijden in noodgeval.
5-82
Wanneer het controlelampje READY uit
gaat of knippert, is er een probleem
met het systeem. Laat het voertuig in
dat geval nakijken door een professio‐
nele werkplaats. Kia raadt aan om een
officiële Kia-dealer/servicepartner te
bezoeken.
Controlelampje LKA-
systeem (Lane Keeping
Assist, rijvakassistentie)
(indien van toepassing)
Het controlelampje LKA gaat branden
wanneer u het Lane Keeping Assist-
systeem aanzet door op de toets LKA
te drukken.
Als er een probleem met het systeem
is, brandt het gele controlelampje LKA.
❈ Zie "Lane Keeping Assist (LKA, hulp
bij rijbaan aanhouden)" op bladzijde
6-68 voor meer informatie.
Controlelampje CRUISE
Dit
controlelampje
gaat
branden:
• Als het cruise control-
systeem is ingeschakeld.
❈ Zie "Cruise control-systeem (SCC)"
op bladzijde 6-100 voor meer infor‐
matie.
Controlelampje SPORT-
modus
Dit
controlelampje
gaat
branden:
• Als u de SPORT-modus als rijmodus
selecteert.
❈ Voor meer informatie, zie "In Drive-
stand geïntegreerd regelsysteem"
op bladzijde 6-49.
Controlelampje ECO-
modus
Dit
controlelampje
gaat
branden:
• Als u ECO als rijmodus selecteert.
❈ Voor meer informatie, zie "In Drive-
stand geïntegreerd regelsysteem"
op bladzijde 6-49.
Controlelampje ECO+-
modus
Dit
controlelampje
gaat
branden:
• Als u ECO+ als rijmodus selecteert.
❈ Voor meer informatie, zie "In Drive-
stand geïntegreerd regelsysteem"
op bladzijde 6-49.