(Vervolg)
- Afhankelijk van uw omgeving en de
staat van weg is het mogelijk dat
het LFA-systeem de rijstrook niet
herkent en niet meer werkt. Daar‐
om moet u extra voorzichtig zijn
wanneer u rijdt met het LFA-sys‐
teem aan.
- Kijk na in welke gevallen het LFA-
systeem niet werkt en waarop de
bestuurder moet letten voordat u
het gebruikt.
- Plaats geen reflecterende mate‐
rialen, zoals wit papier of een spie‐
gel, op het dashboard. Schittering
van het zonlicht kan ervoor zorgen
dat het LFA-systeem niet werkt.
- Teveel geluid van het geluidssys‐
teem kan het waarschuwingssig‐
naal van het LFA-systeem over‐
stemmen.
- Als u tijdens het rijden het stuur
loslaat, krijgt u een waarschuwing
en wordt de stuurbekrachtiging
uitgeschakeld.
Leg
uw
weer op het stuur, dan wordt de
stuurbekrachtiging weer geacti‐
veerd.
(Vervolg)
(Vervolg)
- Bij rijden met hoge snelheid kan de
stuurbekrachtiging minder sterk
worden en het voertuig buiten zijn
rijstrook belanden. U moet dan ex‐
tra voorzichtig zijn en zich aan de
snelheidslimiet houden.
- Als u een voorwerp aan het stuur
bevestigt, kan dit de stuurbe‐
krachtiging verslechteren.
- Als u een voorwerp aan het stuur
bevestigt, kan dit de werking van
het losse-handenalarm verslechte‐
ren.
Werking LFA-systeem
De volgende twee stappen zijn nodig
om de Lane Following Assist te gebrui‐
ken:
1. het LFA-systeem moet ingescha‐
keld zijn, en
2. SCC-systeem moet worden geacti‐
veerd
handen
Met de toets POWER (start) in stand
[ON], kiest of verandert u de instelling
in "User setting (gebruikersinstelling)
Driver assistance (bestuurdershulp)
Lane Following Assist".
Selecteer het LFA-systeem in de ge‐
bruikersinstellingen van het instrumen‐
tenpaneel.
De status van het LFA-systeem wordt
door het systeem onthouden en hoeft
daarom niet bij elke rit opnieuw te wor‐
den ingeschakeld.
1. Druk op de toets
/CRUISE om het
systeem in te schakelen. Het con‐
trolelampje CRUISE in het instru‐
mentenpaneel gaat branden.
2. Accelereer naar de gewenste snel‐
heid.
De snelheid van de Smart Cruise
Control kan als volgt worden inge‐
steld:
• 10 km/h ~ 160 km/h : als er geen
voorligger is
6
6-121