STUURWIEL
Elektronische
stuurbekrachtiging
De stuurbekrachtiging vermindert de
benodigde stuurkracht door gebruik te
maken van een elektromotor. Als de
auto is uitgeschakeld of als de stuurbe‐
krachtiging defect is, blijft de auto be‐
stuurbaar, maar is de benodigde stuur‐
kracht veel groter.
De elektromotor die voor de elektroni‐
sche bekrachtiging zorgt, wordt gere‐
geld door een module die de elektromo‐
tor aanstuurt op basis van signalen
over het stuurkoppel en de rijsnelheid.
Het sturen wordt zwaarder wanneer de
rijsnelheid toeneemt en lichter wanneer
de snelheid afneemt. Hierdoor hebt u
een betere controle over het stuurwiel.
Indien u merkt dat onder normale om‐
standigheden het sturen van de auto
zwaarder gaat dan normaal, moet u
het systeem door een professionele
werkplaats laten controleren. Kia raadt
aan om een officiële Kia-dealer/service‐
partner te bezoeken.
OPMERKING
De volgende symptomen kunnen
zich tijdens normaal gebruik voor‐
doen:
• Het
waarschuwingslampje
brandt niet.
• Het draaien van het stuurwiel gaat
zwaarder direct nadat het contact
in stand ON is gezet. Dat gebeurt
als het EPS-systeem een zelfdiag‐
nose uitvoert Als de zelfdiagnose
is voltooid, gaat het draaien aan
het stuurwiel weer net zo licht als
anders.
• Er kan een klikkend geluid hoor‐
baar zijn van het EPS-relais na het
in stand ON of OFF zetten van de
toets POWER (start).
• Het geluid van de elektromotor is
mogelijk hoorbaar als de auto stil‐
staat of met lage snelheid rijdt.
(Vervolg)
(Vervolg)
• Om ernstige ongelukken te voor‐
komen,
kan
het
worden uitgeschakeld als er tij‐
dens de zelfdiagnose een storing
EPS
in het EPS-systeem wordt ont‐
dekt door de EPS-module: de be‐
nodigde stuurkracht kan dan plot‐
seling toenemen.
• De benodigde stuurkracht neemt
toe als het stuurwiel voortdurend
wordt gedraaid wanneer de auto
niet in beweging is.
Na een paar minuten gaat het
draaien aan het stuurwiel echter
weer net zo licht als anders.
(Vervolg)
EPS-systeem
5
5-33