Naar cruise control-modus
overgaan:
De bestuurder kan er als volgt voor kie‐
zen alleen de cruise control-modus te
gebruiken (snelheidsregeling):
1. Zet het Smart Cruise Control-sys‐
teem aan (het cruise control con‐
trolelampje brandt maar het sys‐
teem wordt niet geactiveerd).
2. Druk
gedurende
meer
2 seconden op de tussenafstands‐
chakelaar.
3. Kies tussen 'Smart Cruise Control
(SCC) modus' en 'Cruise Control (CC)
modus'.
Wanneer het systeem geannuleerd
wordt met de CRUISE-toets of de CRUI‐
SE-toets gebruikt wordt nadat de auto
is ingeschakeld, wordt de Smart Cruise
Control-modus actief.
WAARSCHUWING
Wanneer de cruise control is inge‐
schakeld, moet u zelf de afstand tot
voorliggers regelen, aangezien het
systeem niet automatisch afremt
voor andere auto's.
Beperkingen van het systeem
Het
Smart
Cruise
heeft als gevolg van weg- en verkeers‐
omstandigheden beperkingen bij het
detecteren van de afstand tot de voor‐
dan
ligger.
In bochten
• Bewegende auto's op uw rijstrook
worden in bochten mogelijk niet door
het Smart Cruise Control-systeem
herkend. Uw auto accelereert dan
wellicht naar de ingestelde snelheid.
Ook remt de auto snel af wanneer de
voorligger plotseling wordt herkend.
Control-systeem
6
6-113