Kenmerken van uw auto
Koplampverstelling (indien van
toepassing)
De koplamphoogte kan worden afge‐
steld en aan het aantal inzittenden en
de hoeveelheid bagage in de auto wor‐
den aangepast door de schakelaar voor
de koplamphoogte te draaien.
Hoe hoger het nummer op de schake‐
laar, hoe lager de lichtbundel schijnt.
Zorg ervoor dat de koplampen niet te
hoog staan om verblinding van andere
weggebruikers te voorkomen.
5-98
Hieronder staan voorbeelden van een
correcte afstelling. Stel bij een andere
mate van belasting dan hieronder ver‐
meld de koplampen af volgens de situ‐
atie in het overzicht die zo veel mogelijk
aansluit bij de actuele situatie.
Beladingstoestand Stand schakelaar
Alleen bestuurder
Bestuurder +
voorpassagier
Alle zitplaatsen
bezet (inclusief
bestuurdersstoel)
Alle zitplaatsen
bezet (inclusief
bestuurdersstoel)
+ maximaal toe‐
laatbare belading
Bestuurder +
Maximaal toelaat‐
bare belading
High Beam Assist (indien van
toepassing)
0
0
1
2
De High Beam Assist is een systeem
dat automatisch het koplampbereik
aanpast (wisselt tussen grootlicht en
dimlicht) overeenkomstig de helderheid
3
van andere auto's en wegomstandighe‐
den.
Gebruiksvoorwaarden
1. Zet de lichtschakelaar in de stand
AUTO.
2. Druk de combischakelaar van u af
om het grootlicht in te schakelen.
3. Het controlelampje High Beam As‐
sist ( ) gaat branden.