Advertenties
• Druk op de toets CANCEL/O op het
stuurwiel.
• Ga ongeveer 20 km/h langzamer rij‐
den dan de snelheid die in het geheu‐
gen staat.
• Ga langzamer dan ongeveer 25 km/h
rijden.
Door deze handelingen wordt de werk‐
ing van de cruise control onderbroken
(het controlelampje SET op het instru‐
mentenpaneel gaat uit), maar wordt
het systeem niet uitgeschakeld. Druk
op de schakelaar RES+ op het stuurwiel
om de werking van de cruise control te
hervatten. De cruise control keert terug
naar de eerder door u ingestelde snel‐
heid.
Terugkeren naar ingestelde
rijsnelheid bij een hogere
snelheid dan ongeveer 30 km/h
De meest recente snelheid wordt auto‐
matisch hervat wanneer de toets RES+
wordt ingedrukt. Dit kan alleen als de
ingestelde rijsnelheid niet onderbroken
is met de toets CRUISE/
teem nog steeds geactiveerd is.
De ingestelde snelheid wordt echter
niet hervat als de auto met een snel‐
heid van minder dan ongeveer 30 km/h
rijdt.
Schakel de cruise control op één
van de volgende manieren uit:
• Druk op de toets CRUISE/
trolelampje CRUISE gaat uit.)
• Als uw auto is uitgerust met een
snelheidsbegrenzer, druk dan twee‐
maal op de toets CRUISE/
controlelampje CRUISE gaat uit.)
• Zet het contact uit.
In deze beide gevallen wordt het sys‐
teem uitgeschakeld. Herhaal de stap‐
pen onder "Rijsnelheid instellen" op
bladzijde 6-97 om de cruise control op‐
nieuw in te schakelen.
en het sys‐
(het con‐
. (Het
6
6-99
Advertenties
