Advertenties
(Vervolg)
• Haal de LKAS-camera niet uit elk‐
aar voor montage op getinte rui‐
ten of om coatings en accessoires
te bevestigen.
Als u de camera uit elkaar haalt en
weer in elkaar zet, moet u het
systeem laten nakijken door een
professionele
werkplaats.
raadt u aan om naar een officiële
Kia-dealer/servicepartner te gaan
en te laten controleren of het sys‐
teem moet worden gekalibreerd.
• Na het vervangen van de voorruit,
de frontzichtcamera of verwante
onderdelen die met de besturing
te maken hebben, moet u het sys‐
teem laten controleren door een
professionele
werkplaats.
raadt u aan om naar een officiële
Kia-dealer/servicepartner te gaan
en te laten controleren of het sys‐
teem moet worden gekalibreerd.
(Vervolg)
(Vervolg)
• Het systeem detecteert rijstrook‐
markeringen en de rand van de
weg en bedient het stuurwiel aan
de hand van de achteruitrijcamera.
Als de rijstrookmarkeringen niet
goed zichtbaar zijn, werkt het sys‐
teem daarom mogelijk niet goed.
Kia
Wees altijd voorzichtig wanneer u
het systeem gebruikt.
• Wanneer de rijstrookmarkeringen
en de rand van de weg slecht waar
te nemen zijn, raadpleeg dan het
onderdeel "Aandacht van de be‐
stuurder" op bladzijde 6-73.
• Verwijder of beschadig geen on‐
derdelen die bij het LKA-systeem
horen.
Kia
• Plaats geen voorwerpen op het
dashboard die licht weerkaatsen,
zoals spiegels, wit papier. Dit kan
zorgen voor een storing in het
LKA-systeem als er zonlicht wordt
gereflecteerd.
• Mogelijk hoort u door overmatig
lawaai van de audio het waarschu‐
wingsgeluid van het LKA-systeem
niet.
(Vervolg)
(Vervolg)
• Zolang er andere pieptonen zoals
het waarschuwingsgeluid voor de
veiligheidsgordels actief zijn en het
LKA-waarschuwingssysteem
schakelen, klinken er mogelijk geen
LKA-pieptonen.
• Als de rijsnelheid te hoog is, zal het
stuurkoppel niet voldoende zijn
voor bekrachtiging om uw voertuig
binnen de rijstrook te houden. In
dat geval kan het voertuig van zijn
rijstrook kunnen raken. Houdt u
zich aan de snelheidslimiet als u
LKA-systeem gebruikt.
• Als u voorwerpen aan de het
stuurwiel
bevestigt,
werkt
stuurbekrachtiging mogelijk niet.
• Als u voorwerpen aan de het
stuurwiel bevestigt, werkt het
alarm "handen niet op het stuur"
mogelijk niet.
uit‐
6
de
6-69
Advertenties
