SPIEGELS
Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u door
het midden van de achterruit kijkt. Stel
de spiegel af voordat u gaat rijden.
WAARSCHUWING
n Zicht naar achteren
Plaats geen voorwerpen op de ach‐
terbank of in de bagageruimte die
het zicht door de achterruit kunnen
belemmeren.
WAARSCHUWING
Verstel de binnenspiegel niet tijdens
het rijden. Hierdoor kunt u de con‐
trole over de auto verliezen waar‐
door een ongeluk met ernstig of do‐
delijk letsel of schade het gevolg kan
zijn.
WAARSCHUWING
Breng geen wijzigingen aan de bin‐
nenspiegel aan en monteer geen
grotere spiegel. Anders kan tijdens
een ongeval of bij het activeren van
de airbag letsel ontstaan.
Binnenspiegel met dag-/
nachtstand (indien van toepassing)
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt en
terwijl de hendel (3) in de dagstand (1)
staat.
Trek de hendel (3) onder aan de spiegel
naar u toe (2) om de spiegel in de
nachtstand te zetten om's nachts ver‐
blinding door de koplampen van achter‐
opkomend verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeld in
de spiegel in de nachtstand minder dui‐
delijk is dan in de dagstand.
❈ (1): dag, (2): nacht
5
5-37