OPMERKING
Kleine kinderen zijn bij een aanrijding
het best beschermd als ze goed
vastgezet op de achterstoel worden
vervoerd in een wettelijk goedge‐
keurd kinderzitje. Controleer voor de
aanschaf van een kinderzitje of het
is voorzien van een label waarop
staat dat het desbetreffende zitje
wettelijk goedgekeurd is. Het kinder‐
zitje moet geschikt zijn voor de leng‐
te en het gewicht van het kind dat
er in vervoerd moet worden. Ook de‐
ze informatie moet op het label van
het kinderzitje vermeld staan. Raad‐
pleeg
"Kinderzitjes"
op
4-32.
Grotere kinderen
Kinderen die te groot zijn voor een kin‐
derzitje moeten plaatsnemen op de
achterstoelen en gebruikmaken van de
aanwezige driepuntsgordels. Het heup‐
gedeelte van de gordel moet zo strak
en laag mogelijk om de heupen worden
gedragen. Controleer regelmatig of de
gordel goed aanligt. Door de bewegin‐
gen van het kind kan de gordel van zijn
plaats raken. Bij een aanrijding zitten
kinderen het veiligst als ze op de juiste
manier gebruikmaken van de veilig‐
heidsgordels en op de achterstoelen
zitten. Als een groter kind (ouder dan
13) op de voorstoel vervoerd moet
worden, moet het kind de driepunts‐
gordel op de juiste manier dragen en
bladzijde
moet de stoel zo ver mogelijk naar ach‐
teren worden geplaatst. Kinderen tot
en met 13 jaar moeten altijd plaatsne‐
men op de achterstoelen en de gordel
op de juiste manier dragen. Gebruik
NOOIT een kinderzitje waarbij het kind
met het gezicht naar achteren gericht
op de voorstoel zit, tenzij de airbag is
uitgeschakeld.
Probeer het kind verder naar het mid‐
den plaats te laten nemen wanneer het
schoudergedeelte over de hals of het
gezicht van het kind loopt. Maak ge‐
bruik van een kinderzitje wanneer de
schoudergordel hun gezicht of hals nog
steeds raakt.
WAARSCHUWING
n Schoudergordels en kleine kin‐
deren
• Laat een schoudergordel nooit het
gezicht of de hals van een kind ra‐
ken tijdens het rijden.
• Als de veiligheidsgordels niet op de
juiste manier worden gedragen en
afgesteld zijn, kan een kind ernstig
of dodelijk letsel oplopen.
Zwangere vrouwen
Ook zwangere vrouwen wordt geadvi‐
seerd de veiligheidsgordel te dragen om
de kans op letsel bij een aanrijding te
beperken. Draag het heupgedeelte van
de gordel zo laag en strak mogelijk over
de heupen, niet over het middel. Neem
voor meer informatie contact op met
een arts.
4
4-29