Methode
Inferentie
R0...R9
Polair
S1...S5
2var. statistieken
S1Type...S5Type
2var. statistieken
Programmeren
Voorbeeld:
2 H3Type
Hiermee wordt bepaald of de app Inferentie is ingesteld
op het berekenen van resultaten van hypothesetests of
betrouwbaarheidsintervallen.
Typ het volgende in een programma:
0
Method—voor Hypothesetest
1
Method—voor
Betrouwbaarheidsinterval
Kan elke willekeurige expressie bevatten. De
onafhankelijke variabele is
Voorbeeld:
θ
2*SIN(2* ) R1
Bevat de gegevenswaarden voor een statistische analyse
met 2 variabelen. Zo retourneert bijvoorbeeld S1(n) het
nde gegevenspaar in de gegevensset voor de S1-analyse.
Zonder argument wordt een lijst geretourneerd met de
naam van de onafhankelijke kolom, de naam van de
afhankelijke kolom en het nummer van het type correlatie.
Hiermee wordt het type correlatie ingesteld dat moet
worden gebruikt door de bewerking FIT bij het tekenen
van de regressielijn. Geef vanuit de weergave
Symbolische inst. het type correlatie op in het veld voor
Type1,Type2, enzovoort.
Sla in een programma één van de volgende constante
gehele getallen of namen op in een variabele
S1Type,S2Type,, enzovoort.
0 Lineair
1 Logaritmisch
2 Exponentieel
3 Macht
4 Exponent
5 Inverse
6 Logistiek
7 Kwadratisch
.
θ
633