Variabelen
Een inleiding tot HP apps
4. Voer het
parameterscheidingsteken
in:
of
5. Voer de x-waarde in en druk
op
.
E
De helling (ofwel de
afgeleide) bij x = 2 wordt berekend: 4.
Alle toepassingsfuncties worden beschreven in "Menu App",
beginnend op pagina 387.
Alle apps hebben variabelen; markeerders voor verschillende
waarden die uniek zijn voor een bepaalde app. Dit zijn onder
andere symbolische expressies en vergelijkingen, instellingen
voor de plot en numerieke weergaven en de resultaten van
berekeningen zoals wortels en snijpunten.
Stel dat u zich in de beginweergave bevindt en u wilt het
gemiddelde ophalen van een gegevensset dat onlangs is
berekend in de app 1var. statistieken.
1. Druk op
a
.
Hiermee opent u het menu Variabelen. U hebt van hieruit
toegang tot startvariabelen, door gebruikers gedefinieerde
variabelen en toepassingsvariabelen.
2. Tik op
.
Hiermee opent u een menu
van toepassingsvariabelen.
3. Selecteer 1var.
statistieken >
resultaten > MeanX.
De huidige waarde van de
variabele die u hebt geselecteerd verschijnt nu op de
bewerkingsregel. U kunt op
waarde te zien. U kunt de variabele ook opnemen in een
door u samengestelde expressie. Als u bijvoorbeeld de
vierkantswortel wilt berekenen van het gemiddelde berekend
in de app 1var. statistieken, drukt u eerst op
u de bovenstaande stappen 1 t/m 3 en drukt u op
E
drukken om deze
Sj
, volgt
E
.
125