affix
angle
arcLen
Meetkunde
Hiermee worden de coördinaten van een punt of zowel de x-
als de y-lengte van een vector geretourneerd als een complex
getal.
affix(punt)
Voorbeeld:
Als GA een punt is op (1, -2), retourneert affix(GA) 1-2*i.
Hiermee wordt de maat van een gerichte hoek
geretourneerd. Het eerste punt wordt als het hoekpunt van de
hoek genomen aangezien de volgende twee punten de
afmeting en het teken aangeven.
angle(hoekpunt, punt2, punt3)
Voorbeeld:
Met angle(GA, GB, GC) wordt de afmeting van ∡ BAC
geretourneerd.
Hiermee wordt de lengte geretourneerd van de boog van een
curve tussen twee punten op de curve. De curve is een
expressie, de onafhankelijke variabele is gedeclareerd en de
twee punten worden gedefinieerd door waarden van de
onafhankelijke variabele.
Voor deze opdracht kan ook een parametrische definitie van
een curve worden gebruikt. In dit geval is de expressie een
lijst van 2 expressies (de eerste voor x en de tweede voor y)
op basis van een derde onafhankelijke variabele.
arcLen(expr, reëel1, reëel2)
Voorbeelden:
Met arcLen(x^2, x, –2, 2) wordt 9,29....
geretourneerd.
Met arcLen({sin(t), cos(t)}, t, 0, π/2) wordt
1,57...geretourneerd.
affix(vector)
of
209