isosceles_triangle
isopolygon
198
Met hexagon(0,6, a, b, c, d) wordt een regelmatige
veelhoek getekend waarvan de eerste twee hoekpunten op
(0, 0) en (6, 0) liggen, en waarvan de andere vier punten
worden opgeslagen in de CAS-variabelen a, b, c en d. U
hoeft geen variabelen te definiëren voor alle vier resterende
punten, maar de coördinaten worden op volgorde
opgeslagen. Met hexagon(0,6, a) wordt bijvoorbeeld
alleen het derde punt opgeslagen in de CAS-variabele a.
Hiermee wordt een gelijkbenige driehoek getekend die wordt
gedefinieerd door twee van de hoekpunten en een hoek. Met
de hoekpunten wordt een van de twee gelijke zijden
gedefinieerd en met de hoek wordt de hoek tussen de twee
gelijke zijden gedefinieerd. Net als bij
equilateral_triangle hebt u de mogelijkheid de
coördinaten van het derde punt op te slaan in een CAS-
variabele.
isosceles_triangle(punt1, punt2, hoek)
Voorbeeld:
Met isosceles_triangle(GA, GB, angle(GC, GA,
GB) wordt een gelijkbenige driehoek zodanig gedefinieerd
dat een van de twee gelijke zijden AB is en de hoek tussen
de twee gelijke zijden een maat heeft die gelijk is aan die van
∡ ACB.
Hiermee wordt een regelmatige veelhoek getekend op basis
van de eerste twee hoekpunten en het aantal zijden, waarbij
het aantal zijden groter is dan 1. Als het aantal zijden 2 is,
wordt het segment getekend. U kunt CAS-variabelenamen
opgeven voor het opslaan van de coördinaten van de
berekende punten in de volgorde waarin ze zijn gemaakt. De
richting van de veelhoek is linksom.
isopolygon(punt1, punt2, reëeln), waarbij
reëeln een geheel getal is groter dan 1.
Voorbeeld
Met isopolygon(GA, GB, 6) wordt een regelmatige
veelhoek getekend waarvan de eerste twee hoekpunten de
punten A en B zijn.
Meetkunde