Programmeren
EXECON(expressie
[lijst
])
n
Waar de expressie & is plus een operator (o) plus een
nummer (n), wordt elk element in de lijst uitgevoerd met o
en n en wordt een nieuwe lijst gemaakt.
Voorbeelden:
EXECON("&+1",{1,2,3})
Waar de & direct door een nummer wordt gevolgd, wordt
de positie in de lijst aangeduid. Bijvoorbeeld:
EXECON("&2–&1",{1, 4, 3, 5}"
–1, 2}
In het bovenstaande voorbeeld duidt &2 het tweede
element aan en &1 het eerste element in elk paar
elementen. De minoperator tussen deze elementen trekt
het eerste af van het tweede in elk paar totdat er geen
paren meer zijn. Getallen die aan & zijn toegevoegd,
kunnen alleen een getal van 1 t/m 9 zijn.
EXECON kan ook worden gebruikt voor meerdere lijsten.
Bijvoorbeeld:
EXECON("&1+&2",{1,2,3},{4,5,6})
{5,7,9}
In het bovenstaande voorbeeld duidt &1 een element aan
in de eerste lijst en &2 het desbetreffende element in de
tweede lijst. De plusoperator tussen deze elementen voegt
de twee elementen toe totdat er geen paren meer zijn.
Getallen die aan & zijn toegevoegd, kunnen alleen een
getal van 1 t/m 9 zijn.
EXECON kan ook worden uitgevoerd op een opgegeven
element in een bepaalde lijst. Bijvoorbeeld:
EXECON("&23+&1",{1,5,16},{4,5,6,7})
retourneert
{7,12}
In het bovenstaande voorbeeld duidt &23 de
bewerkingen aan die moeten worden uitgevoerd op de
tweede lijst en met het derde element. Het eerste element
van de eerste lijst is aan dat element toegevoegd. Het
proces gaat door totdat er geen paren meer zijn.
Nogmaals, getallen die aan & zijn toegevoegd, kunnen
alleen een getal van 1 t/m 9 zijn.
met
&,lijst
[lijst
1
retourneert
{2,3,4}
retourneert
retourneert
] ...
2
{3,
623