De app
Functie
openen
De
expressies
definiëren
128
1. Open de app
Functie.
Selecteer
I
Functie
U weet dat u een
app kunt openen
door op het
bijbehorende
pictogram te tikken. U kunt een app ook openen met
behulp van de cursortoetsen om deze te markeren en
vervolgens op
De app Functie wordt gestart in de symbolische
weergave. Dit is de definitieweergave. Hier
definieert (d.w.z. specificeert) u symbolisch de
functies die u wilt verkennen.
De grafische en numerieke gegevens die u in de
weergaven Plot en Numeriek ziet, worden afgeleid
van de symbolische expressies die hier worden
gedefinieerd.
Er zijn tien velden voor het definiëren van functies. Ze
worden gelabeld als F1(X) t/m F9(X) en F0(X).
2. Markeer het veld dat u wilt gebruiken, tik op het veld
of schuif er naartoe. Als u een nieuwe expressie
invoert, begint u gewoon te typen. Als u een
bestaande expressie aan het bewerken bent, tikt u op
en maakt u uw wijzigingen. Wanneer u de
expressie hebt gedefinieerd of gewijzigd, drukt u op
E
.
3. Voer de lineaire functie in F1(X) in.
1
wdE
4. Voer de
kwadratische functie
in F2(X) in.
1
Rdw
jw
3
E
te drukken.
E
>
De app Functie