Geconjugeerde
Reëel gedeelte
Imaginair deel
Eenheidsvector
Exponentieel
ALOG
EXPM1
LNP1
356
Complex toegevoegde. Conjugatie is de negatie
(tekenomkering) van het imaginaire deel van een complex
getal.
CONJ(x+y*i)
Voorbeeld:
CONJ(3+4*i)
Reëel deel x, van een complex getal, (x+y*i).
RE(x+y*i)
Voorbeeld:
retourneert
RE(3+4*i)
Imaginair deel, y, van een complex getal, (x+y*i).
IM(x+y*i)
Voorbeeld:
retourneert
IM(3+4*i)
Teken vanwaarde. Indien positief, is het resultaat 1. Indien
negatief, –1. Indien nul, is het resultaat nul. Voor een complex
getal is dit de eenheidsvector in de richting van het getal.
SIGN(waarde)
SIGN((x,y))
Voorbeelden:
SIGN(POLYEVAL([1,2,–25,–26,2],–2))
SIGN((3,4))
Antilogaritme (exponentieel).
ALOG(waarde)
Exponentieel min 1:
EXPM1(waarde)
Natuurlijke log plus 1: ln(x+1).
LNP1(waarde)
retourneert
(3-4*i)
3
4
retourneert
(0,6+0,8i)
x
.
e
–
1
retourneert –1
Functies en opdrachten