Inverse FFT
Oplossen
Solve
Nullen
Functies en opdrachten
Met drie argumenten wordt de discrete Fourier-transformatie
geretourneerd in het veld Z/pZ, met a als primitieve n-de
wortel van 1 (n=size(L)).
fft((Vect(L),Intg(a),Intg(p))
Voorbeeld:
fft([1,2,3,4,0,0,0,0])
0,414213562373-7,24264068712*(i),-
2,0+2,0*i,2,41421356237-1,24264068712*i,-
2,0,2,41421356237+1,24264068712*i,-2,0-2,0*i]
Hiermee wordt de inverse discrete Fourier-transformatie
geretourneerd.
ifft(Vect)
Voorbeeld:
ifft([100,0,-52,2842712475+6*i,-
8,0*i,4,28427124746-
6*i,4,0,4,28427124746+6*i,8*i,-52,2842712475-
retourneert
6*i])
[0,99999999999,3,99999999999,10,0,20,0,25,0,2
4,0,16,0,-6,39843733552e-12]
Hiermee worden de oplossingen van een
polynoomvergelijking of een set polynoomvergelijkingen
geretourneerd.
solve(Expr,[Var])
Voorbeeld:
solve(x^2-3=1)
Hiermee wordt met een expressie als argument de nullen
(reële of complexe getallen afhankelijk van de modus) van de
expressie geretourneerd. Met een lijst expressies als argument
wordt de matrix geretourneerd waarbij de rijen de
oplossingen van het systeem zijn (expression1=0,
expression2=0,...,).
zeros(Expr,[Var])
of
zeros([LstExpr],[LStVar])
retourneert
retourneert
list[-2,2]
[10,0,-
371