Vinden van het
snijpunt van twee
functies
136
Als u nu de traceercursor dicht bij x = –1 plaatst (de
andere plaats waar de vierkantsvergelijking de x-as
kruist) en opnieuw Wortel kiest, wordt de andere
wortel weergegeven.
Zie de knop
Als u op deze knop
tikt, worden
verticale en
horizontale
stippellijnen door
de huidige positie
van de tracer heen
getekend om de
desbetreffende positie te markeren. Gebruik deze
functie om de aandacht te vestigen op de
cursorlocatie. U kunt ook een knipperende cursor
kiezen in Plotontwerp. U ziet dat alle functies in het
menu
Fcn
de huidige functie gebruiken die wordt
getraceerd als de gewenste functie en de huidige x-
coördinaat van de tracer als een initiële waarde. U
kunt tot slot overal in de plotweergave tikken om de
tracer te verplaatsen naar het punt op de huidige
functie die dezelfde x-waarde heeft als de locatie
waarop u tikte. Dit is een snellere manier om een
gewenst punt te kiezen dan via de traceercursor. (U
kunt deze traceercursor verplaatsen met de
cursortoetsen als u een grotere precisie wilt.)
Net zoals er twee wortels zijn voor een
vierkantsvergelijking, zijn er ook twee punten die beide
functies doorsnijden. U dient net als met wortels de cursor
dichter bij het gewenste punt te plaatsen. In dit voorbeeld
wordt het snijpunt dicht bij x = –1 bepaald.
De opdracht Go To is een andere manier om de
traceercursor naar een bepaald punt te verplaatsen.
1. Tik op
, voer
tik op
De traceercursor staat nu op een van de functies bij
x = 1.
.
om het menu opnieuw weer te geven,
Q
1 in en tik op
.
De app Functie