Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP Prime Gebruikershandleiding pagina 162

Verberg thumbnails Zie ook voor Prime:
Inhoudsopgave

Advertenties

Meetkunde
Elk object dat u tot nu toe hebt gemaakt, wordt in de
symbolische weergave weergegeven. De naam voor een
object in de symbolische weergave is de naam die in de
plotweergave is gegeven, voorafgegaan door 'G'. De
grafiek A in de plotweergave heeft dus het label GA in de
symbolische weergave.
17. Markeer GC en tik op
Wanneer u objecten maakt die afhankelijk zijn van andere
objecten, is hun volgorde in de symbolische weergave van
belang. Objecten worden in de plotweergave getekend in
de volgorde waarin ze in de symbolische weergave staan.
Aangezien we een nieuw punt maken dat afhankelijk is
van de kenmerken van GB en GC, is het belangrijk dat we
de definitie ervan na die van zowel GB als GC plaatsen.
Daarom zorgen we dat we onder aan de lijst met definities
staan voordat we op
definitie hoger in de symbolische weergave wordt
weergegeven, kan het punt dat we willen maken, niet in
de plotweergave worden getekend.
18. Tik op
U moet nu de x- en y-coördinaten van het nieuwe punt
opgeven. Het eerste moet worden beperkt tot de abscis
van punt B (GB in de symbolische weergave) en het
laatste moet worden beperkt tot de helling van C (GC in
de symbolische weergave).
19. Op de invoerregel staat point(). Voeg tussen de
haakjes het volgende toe:
abscissa(GB),slope(GC)
U kunt de opdrachten handmatig invoeren of uit een van de
twee werksetmenu's kiezen: App > Meten of
20.Tik op
De definitie van uw
nieuwe punt wordt
toegevoegd aan de
symbolische weergave.
Wanneer u teruggaat
naar de plotweergave,
ziet u een punt met de
naam D en dezelfde x-coördinaat als punt B.
.
tikken. Als onze nieuwe
en kies Punt > punt
.
Catlg
.
159

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave