Traceren in de
plotweergave
De app Geavanceerde grafieken
7. Tik op
selecteer In.
Met een speciale functie
van de app
Geavanceerde
grafieken kunt u de
definitie van een grafiek
binnen de plotweergave
bewerken.
8. Tik op
. De
definitie wordt onder
aan het scherm
weergegeven zoals u
die in de symbolische
weergave hebt
ingevoerd.
9. Tik op
.
De definitie kan nu worden bewerkt.
10.Wijzig de < in = en tik
op
.
De grafiek verandert
overeenkomstig de
nieuwe definitie. De
definitie in de
symbolische weergave
wordt ook gewijzigd.
11.Tik op
weer te geven zodat de volledige grafiek in beeld is. De
definitie wordt geconverteerd van tekstboekmodus naar
algebraïsche modus om schermruimte te besparen.
In de meeste HP apps bevat de plotweergave
wisselfunctie om het traceren van een functie in of uit te
schakelen. In de app Geavanceerde grafieken hoeven niet
alle geplotte relaties in de plotweergave functies te zijn.
Daarom wordt hier het menu
van de tracer te selecteren. Het menu Trace bevat de
volgende functies:
en
om de definitie onder aan het scherm
, een
gebruikt om de werking
147