Labels
Methode
Nmin/Nmax
Rij
Opn. centreren
628
Hiermee worden labels die het X- en Y-bereik aangeven,
getekend in de plotweergave.
Schakel in de weergave Plotontwerp Labels in (of uit).
Typ het volgende in een programma:
Labels—om labels in te schakelen (standaard)
1
Labels—om labels uit te schakelen.
0
Hiermee definieert u de grafische methode: Adaptief,
Segm., vaste stappen of Punten, vaste stappen. (Zie
"Grafiekmethoden" op pagina 1 13 voor het verschil
tussen deze methoden.)
Typ het volgende in een programma:
Methode—selecteer adaptief
0
Methode—selecteer segm., vaste stappen
1
Methode—selecteer punten, vaste stappen
2
Hiermee definieert u de minimum- en maximumwaarden
voor de onafhankelijke variabele.
Worden weergegeven als de velden NRNG in de
weergave Plotontwerp. Voer in de weergave Plotontwerp
waarden in voor NRNG.
Typ het volgende in een programma:
n
Nmin
1
n
Nmax
2
waarbij
<
n
n
1
2
Hiermee wordt opnieuw gecentreerd op de cursor bij het
zoomen.
Schakel vanuit Plot-Zoom-Factoren instellen Recenter in
(of uit).
Typ het volgende in een programma:
Recenter— om opnieuw centreren in te
0
schakelen (standaard).
Recenter— om opnieuw centreren uit te
1
schakelen.
Programmeren