inter
interval2center
inv
inversion
iPart
iquorem
Functies en opdrachten
Met twee curven of oppervlakken als argumenten wordt het
snijpunt van de curven of oppervlakken als een vector
geretourneerd. Met een punt als derde argument wordt het
snijpunt van de curven of oppervlakken in de nabijheid van
het punt geretourneerd.
inter(Curve,Curve,[Pnt])
Hiermee wordt het middelpunt van een interval of object
geretourneerd.
interval2center(Interval of Reëel)
Voorbeeld:
interval2center(2..5)
Hiermee wordt de inverse van een expressie of matrix
geretourneerd.
inv(Expr||Mtrx)
Voorbeeld:
retourneert
inv(9/5)
Hiermee wordt punt A1 geretourneerd zodat A1 op de lijn
CA ligt en mes_alg(CA1*CA)=k.
inversion(Pnt(C),Reëel(k),Pnt(A))
Voorbeeld:
Met inversion(GA,3,GB)
AB getekend dat AB*AC=3. In dit geval is punt A het
centrum van de inversie en is de schaalfactor 3. Punt B is
het punt waarvan een inversie wordt gemaakt.
Hiermee wordt een reëel getal zonder het breukgedeelte
geretourneerd of een lijst van reële getallen, elk zonder het
breukgedeelte.
iPart(Reëel||LstReal)
Voorbeeld:
retourneert
iPart(4,3)
Hiermee wordt de Euclidische deling en rest van twee gehele
getallen geretourneerd.
iquorem(Intg(a),Intg(b))
Voorbeeld:
iquorem(46, 23)
retourneert
5/9
wordt punt C zodanig op lijn
4,0
retourneert
[2, 17]
7/2
443