AUTOGORDELS
– rode indicator: de stoel is bezet en
de veiligheidsgordel is niet vastge
maakt;
2
– grijze indicator: plaats niet bezet.
Met gesloten portieren verschijnt het
waarschuwingslampje
centrale display als het contact is inge
schakeld terwijl de veiligheidsgordel
van de bestuurder en/of de passagier
voorin (als de passagiersstoel bezet is)
niet is vastgemaakt.
Wanneer de voertuigsnelheid lager is
dan ongeveer 20 km/u, verschijnt het
waarschuwingslampje
centrale display als een achterstoel is
bezet en de veiligheidsgordel niet is
vastgemaakt.
Deze gaat vergezeld van symbool
6 dat verschijnt gedurende ongeveer
60 seconden telkens wanneer een van
de veiligheidsgordels voorin wordt
vast- of losgemaakt.
Als de voertuigsnelheid circa 20 km/u
bereikt of overschrijdt en een van de
veiligheidsgordels voor tijdens de rit
wordt losgemaakt:
– knippert het controlelampje
op het centrale display;
en
8 2 - K e n u w a u t o
– er klinkt gedurende ongeveer 120
seconden een pieptoon;
en
– het pictogram 6 verschijnt ongeveer
180 seconden en het symbool voor de
betreffende stoel wordt rood.
op de
Controleer altijd of de passagiers voor
in hun gordel hebben vastgemaakt en
of het aangegeven aantal vastgemaak
te gordels overeenkomt met het aantal
bezette zitplaatsen voorin.
NB: een voorwerp op de zitting van de
passagiersstoel kan in sommige geval
len het waarschuwingslampje inscha
kelen.
op de
Waarschuwing van het niet dragen
van de achtergordel
Met gesloten portieren verschijnt de af
beelding 6 gedurende ongeveer 60
seconden op het instrumentenpaneel
wanneer het contact wordt aangezet.
Dit informeert de bestuurder elke keer
over de bevestigingsstatus van elk van
de veiligheidsgordels achterin:
– de portieren worden geopend tijdens
het rijden (rijsnelheid boven nul);
– een autogordel voorin wordt vast- of
losgemaakt;
Het symbool 6 begrijpen:
– groene indicator: veiligheidsgordel
vastgemaakt;
– rode indicator: de stoel is bezet en
de veiligheidsgordel is niet vastge
maakt;
– grijze indicator: plaats niet bezet.
Afhankelijk van het voertuig, met de
portieren gesloten, kan het waarschu
wingslampje
op de centrale dis
play ook verschijnen bij inschakelen
van het contact en als er een achter
stoel is bezet en de veiligheidsgordel
niet is vastgemaakt.
Wanneer de voertuigsnelheid lager is
dan ongeveer 20 km/u, verschijnt het
waarschuwingslampje
centrale display wanneer een veilig
heidsgordel achterin wordt losge
maakt.
Deze gaat vergezeld van pictogram 6
dat verschijnt gedurende ongeveer 60
seconden telkens wanneer een van de
veiligheidsgordels achter wordt vast- of
losgemaakt.
Als de voertuigsnelheid circa 20 km/u
bereikt of overschrijdt en een van de
veiligheidsgordels achter tijdens de rit
wordt losgemaakt:
– knippert het controlelampje
op het centrale display;
en
op het