Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Renault ALASKAN
Instructieboekje

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Renault ALASKAN 2018

  • Pagina 1 Renault ALASKAN Instructieboekje...
  • Pagina 2 ELF, partner van de RENAULT adviseert ELF ELF en Renault, partners op het vlak van hightech in de automobielsector, bundelen hun krachten zowel op het circuit als op de weg. Dankzij deze jarenlange samenwerking beschikt u over een gamma smeermiddelen die perfect op uw Renault zijn afgestemd. De duurzame bescherming en optimale prestaties van uw motor zijn zo gegarandeerd.
  • Pagina 3 Om dit risico te vermijden of te verminderen moeten de aangegeven Alle informatie, specificaties en afbeeldingen in deze Gebruiksaanwijzing zijn instructies zorgvuldig worden opgevolgd. van kracht op het moment van publicatie. RENAULT behoudt zich het recht voor om op elk moment, zonder kennisgeving vooraf en zonder enige verplichting OPMERKING wijzigingen door te voeren in specificaties of uitvoering.
  • Pagina 4: Airbag Waarschuwingsstickers

    Airbag waarschuwingsstickers: Dit symbool betekent “Niet doen” of “Zorg ervoor dat dit niet gebeurt”. “Plaats NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een stoel die is beveiligd met een INGESCHAKELDE AIRBAG, aangezien het KIND hierdoor ERNSTIG of DO- DELIJK LETSEL kan oplopen.” In afbeeldingen geven pijlen zoals hier getoond de voorkant van het voertuig Neem de paragraaf “Airbag waarschuwingsstickers”...
  • Pagina 5: Accu/Batterijen Afvoeren

    ACCU/BATTERIJEN AFVOEREN LET OP Onjuist afgevoerde accu's en batterijen kunnen schade toebrengen aan het milieu. Houdt u aan de plaatselijke regelgeving inzake het afvoeren van ac- cu’s/batterijen. Voorbeelden van batterijen/accu die in het voertuig aanwezig zijn: • Voertuigaccu • Batterij voor de afstandsbediening (voor afstandsbedieningsleutel- en/of sleutelloos portieropeningssysteem) •...
  • Pagina 7: Inhoudsopgave

    Inhouds- Geïllustreerde inhoudsopgave opgave Veiligheid — stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend veiligheidssysteem Instrumenten en bedieningen Alvorens te gaan rijden Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem Starten en rijden In geval van nood Verzorging van koetswerk en interieur Onderhoud en doe-het-zelf Technische informatie Index...
  • Pagina 9: Geïllustreerde Inhoudsopgave

    Geïllustreerde inhoudsopgave Geïllustreerde inhoudsopgave Stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend Model met rechtse besturing ..........veiligheidssysteem (SRS)..............Dashboard..................... Buitenzijde voor ..................Model met linkse besturing ............. Buitenzijde achter ................... Model met rechtse besturing ..........Passagiersruimte ..................Meters en tellers ..................0-10 Bestuurdersplaats................... Motorruimte....................
  • Pagina 10: Stoelen, Veiligheidsgordels En Aanvullend Veiligheids- Systeem (Srs)

    STOELEN, VEILIGHEIDSGORDELS EN AANVULLEND VEILIGHEIDS- SYSTEEM (SRS) Knie-airbag voor de bestuurder* (P. 1-30) indien aanwezig NIC2797 Voorairbags* (P. 1-30) Bevestigingspunt voor kinderzitjes* (voor kinderzitjes met top tether-bevestigingsband) Voorpassagiersairbagschakelaar* (P. 1-38) (P. 1-21) Raamairbagsysteem* (P. 1-30) Achterbank* (P. 1-5) of Klapstoeltje* (P. 1-6) Veiligheidsgordels (P.
  • Pagina 11 BUITENZIJDE VOOR Buitenspiegels (P. 3-26) Zijrichtingaanwijzers — Lamp vervangen (P. 8-24) 10. Banden — Banden en wielen (P. 8-27) — Lekke band (P. 6-2) — Specificaties (P. 9-4) — Vierwielaandrijving (4WD)*1 (P. 5-27) Koplampen en richtingaanwijzers — Schakelaarbediening (P. 2-28) —...
  • Pagina 12: Buitenzijde Achter

    BUITENZIJDE ACHTER NIC3081 Achterruitverwarming* (P. 2-32) Combinatielichten achter (lamp vervangen) (P. 8-24) Hooggeplaatst derde remlicht* (P. 5-45) Kentekenverlichting (lamp vervangen) (P. 8-24) Antenne* (P. 4-34) Parkeersensor (sonar)* (P. 5-42) AdBlue-vulklep (P. 3-20) indien aanwezig Achteruitrijcamera* — Achteruitrijcamera* (P. 4-7) Laadbak* (P. 3-21) Geïllustreerde inhoudsopgave...
  • Pagina 13 PASSAGIERSRUIMTE Armsteun op portier — Bedieningen voor elektrische ramen* (P. 2-34) — Schakelaar centrale portiervergrendeling (bestuurdersportier)* (P. 3-5) — Schakelaar afstandsbediening elektrische buitenspiegels (bestuurdersportier)* (P. 3-26) indien aanwezig NIC2792 Binnenspiegel (P. 3-24) Zonnekleppen (P. 2-39) Zonnebrilhouder (P. 2-37) Interieurverlichting* (P. 2-42) Microfoon* Leeslampje achterin* (P.
  • Pagina 14: Bestuurdersplaats

    BESTUURDERSPLAATS Bedieningen op het stuurwiel* (linkerzijde) — Stuurwielschakelaar voor audiobediening* (P. 4-58) — Bedieningsschakelaar voertuiginformatiedisplay* (P. 2-14) Wis-/wasschakelaar (P. 2-31) Bedieningen op het stuurwiel* (rechterzijde) — Cruise controlsysteem* (P. 5-34) — Snelheidsbegrenzersysteem* (P. 5-37) — Schakelaar voor handsfree telefoonsysteem* (P. 4-59, P. 4-66) Schakelhendel —...
  • Pagina 15: Model Met Rechtse Besturing

    Schakelaar voor helderheidsregeling dashboard (P. 2-4) Schakelaar koplampen, mistlampen en richtingaanwijzers — Koplamp (P. 2-28) — Mistlamp* (P. 2-30) — Richtingaanwijzers (P. 2-29) Dubbele dagteller (P. 2-18) <TRIP RESET>-schakelaar voor dubbele dagteller (P. 2-18) Schakelaar voor helderheidsregeling dashboard (P. 2-4) 10.
  • Pagina 16: Model Met Linkse Besturing

    DASHBOARD Verwarming- en airconditioningbediening (P. 4-21) 10. USB-verbindingspoort (Universal Serial Bus) (P. 4-34)/iPod-verbindingspoort (P. 4-44) — AUX-stekkeringang (hulpingang) (P. 4-35) Schakelaar centrale portiervergrendeling* (P. 3-5) 12. Hill Descent Control-schakelaar* (P. 5-33) 13. Parkeerrem — Bediening (P. 3-27) — Controle (P. 8-9) 14.
  • Pagina 17: Model Met Rechtse Besturing

    Contactschakelaar (modellen zonder afstandsbedieningsleutelsysteem) (P. 5-9) 10. Stuurwiel — Claxon (P. 2-33) — Bestuurdersairbag* (P. 1-30) — Stuurbekrachtiging (P. 5-45) USB-verbindingspoort (Universal Serial Bus) (P. 4-34)/iPod-verbindingspoort (P. 4-44) — AUX-stekkeringang (hulpingang) (P. 4-35) 12. Parkeerrem — Bediening (P. 3-27) — Controle (P. 8-9) 13.
  • Pagina 18 METERS EN TELLERS NIC2681 Toerenteller (P. 2-3) — Helderheidsregeling dashboard (P. 2-4) — Schakelstandindicator automatische Waarschuwings- en controlelampjes (P. 2-3) versnellingsbak (AT) (model met automatische Voertuiginformatiedisplay (P. 2-13) versnellingsbak) (P. 2-25, P. 5-14) — Controlelampje voerwielaandrijvingsmodus Snelheidsmeter (P. 2-2) (4WD)* (P. 5-26) —...
  • Pagina 19: M9T 2,3Dci-Motor

    MOTORRUIMTE Vloeistofreservoir stuurbekrachtiging (P. 8-8) Voor modellen met handgeschakelde versnel- lingsbak (MT) *2: De afbeelding is van toepassing op het model met linkse besturing. Bij modellen met rechtse besturing (RHD) zit het vloeistofreservoir voor rem (en koppeling) aan de andere kant. NIC3082 M9T 2,3DCI-MOTOR Accu (P.
  • Pagina 20 NOTITIES 0-12 Geïllustreerde inhoudsopgave...
  • Pagina 21: Veiligheid - Stoelen, Veiligheidsgordels En Aanvullend Veiligheidssysteem

    Veiligheid — stoelen, veiligheidsgordels Veiligheid — stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend veiligheidssysteem en aanvullend veiligheidssysteem Stoelen ......................Onderhoud van veiligheidsgordels........1-14 Voorstoelen..................Kinderzitjes ....................1-14 Stoelen achterin (Double Cab-model) ......Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van Klapstoeltjes (indien aanwezig voor King kinderzitjes ................... 1-14 Cab-modellen) ...................
  • Pagina 22: Stoelen

    STOELEN VOORSTOELEN WAARSCHUWING Verstel de bestuurdersstoel niet terwijl u rijdt; an- ders kunt u niet al uw aandacht schenken aan het rijden. Stoelen handmatig verstellen (indien aanwezig) SSS0133AZ WAARSCHUWING Beweeg de stoel na verstellen zacht heen en weer beweging brengen. Kinderen zonder toezicht om te controleren of deze stevig is vergrendeld.
  • Pagina 23 Bedieningswenken: • De motor voor stoelverstelling heeft een auto- matische beveiliging tegen overbelasting. Als de motor tijdens de stoelverstelling stopt, wacht dan 30 seconden en gebruik de schakelaar op- nieuw. • Verstel de stoelen niet lange tijd aaneen terwijl de motor is afgezet, om ontladen van de accu te voorkomen.
  • Pagina 24 2. Kantel de verstelknop omhoog of omlaag zoals afgebeeld totdat de voorste hoek van de zitting in de gewenste stand is versteld. JVR0054XZ Naar voren en naar achteren: en rechtop zit. Door de rugleuning te ver achter- JVR0056XZ over te hellen vergroot u het risico onder de vei- Beweeg de verstelschakelaar naar voren of naar ligheidsgordel door te glijden, waardoor de kans...
  • Pagina 25: Stoelen Achterin (Double Cab-Model)

    • De voorstoelen kunnen worden verwarmd door Leg geen zware of harde voorwerpen op de 1. Verwijder de haak middel van ingebouwde stoelverwarming. De scha- stoel en steek niet met scherpe voorwerpen in 2. Trek de zitting omhoog kelaars op het middenconsole kunnen onafhanke- de zitting.
  • Pagina 26: Klapstoeltjes (Indien Aanwezig Voor King Cab-Modellen)

    HOOFDSTEUNEN KLAPSTOELTJES (indien aanwezig – Mocht het niveau van uw oren nog steeds WAARSCHUWING hoger liggen dan de aanbevolen uitlijnings- voor King Cab-modellen) stand, plaats de hoofdsteun dan in de hoog- Hoofdsteunen zijn een aanvulling op de andere ste stand. veiligheidssystemen van de auto.
  • Pagina 27: Vaste Hoofdsteun

    VASTE HOOFDSTEUN VERWIJDEREN INSTALLEREN JVR0203XZ SSS1037Z SSS1038Z 1. Verwijderbare hoofdsteun Gebruik de volgende procedure om een hoofdsteun 1. Houd de stangen van de hoofdsteun boven de te verwijderen. gaten in de stoel. Zorg dat de hoofdsteun niet 2. Enkele inkeping verkeerd om staat.
  • Pagina 28: Afstellen

    AFSTELLEN de vergrendelknop is geblokkeerd in een inkeping de vergrendelknop is geblokkeerd in een inkeping voordat er iemand meerijdt op de betreffende stoel. voordat er iemand meerijdt op de betreffende stoel. Omhoog zetten Omlaag zetten SSS0997Z Voor verstelbare hoofdsteun SSS1035Z SSS1036Z Type A Verstel de hoofdsteun zo dat het midden op de-...
  • Pagina 29: Veiligheidsgordels

    RENAULT adviseert u en uw passagiers dringend om altijd als u rijdt de vei- ligheidsgordels om te doen, ook als uw zitplaats is voorzien van airbag.
  • Pagina 30 • De bestuurder en alle inzittenden moeten tij- ragebedrijf. RENAULT raadt aan om alle veilig- dens het rijden altijd hun veiligheidsgordel om heidsgordels die tijdens de aanrijding werden SSS0016Z hebben. Kinderen moeten op de achterbank...
  • Pagina 31: Veiligheid Van Kinderen

    De schoudergordel nauwsluitend en zo laag mogelijk rond de heupen komt mogelijk te dicht bij het gezicht of de nek RENAULT raadt aan om baby’s en peuters in een te worden gedragen, niet rond het middel. Draag de kind.
  • Pagina 32: Centre-Markering Op Veiligheidsgordels (Indien Aanwezig)

    • CENTRE-MARKERING OP VEILIG- DRIEPUNTSVEILIGHEIDSGORDELS Als de veiligheidsgordel niet uitgerold kan worden vanuit de volledig opgerolde stand, HEIDSGORDELS (indien aanwezig) Veiligheidsgordels vastmaken hard aan de gordel trekken en loslaten. Trek De juiste gordel kiezen de gordel vervolgens geleidelijk uit de op- rolautomaat.
  • Pagina 33: Hoogte Van Ankerpunt Verstellen (Voor Voorstoelen)

    Hoogte van ankerpunt verstellen (voor delband moet van uw gezicht en hals vandaan blij- voorstoelen) ven, maar mag niet van uw schouder glijden. Laat de knop los om het schoudergordelankerpunt in deze positie te blokkeren. Veiligheidsgordels losmaken Druk op de knop op de gesp. De gordel trekt auto- matisch terug in de oprolautomaat.
  • Pagina 34: Onderhoud Van Veiligheidsgordels

    KINDERZITJES VOORZORGSMAATREGELEN BIJ HET Gordelbanden maakt u schoon met een zacht zeep- sopje of een ander reinigingsmiddel voor het GEBRUIK VAN KINDERZITJES schoonmaken van bekleding of vloerbedekking. Veeg de veiligheidsgordelband vervolgens af met een droge doek en laat hem uit de zon drogen. Laat de veiligheidsgordels pas oprollen als ze helemaal droog zijn.
  • Pagina 35 Som- Als de veiligheidsgordel in de positie waarin mige typen kinderzitjes kunt u misschien niet RENAULT raadt aan om baby’s en peuters in een het kinderzitje is gemonteerd een borgclip in uw auto bevestigen.
  • Pagina 36: Universele Kinderzitjes Voor Voorpassagiers

    Gewichtsgroep kinderzitje LET OP Vergeet niet dat een kinderzitje in een in de zon Gewichtsgroep Gewicht van het kind geparkeerde auto heet kan worden. Voel eerst Groep 0 tot 10 kg aan de zitting en de gespen voordat u uw kind in Groep 0+ tot 13 kg het kinderzitje zet.
  • Pagina 37 Kinderzitje installeren met behulp van de veiligheidsgordel van de auto De volgende beperking is van toepassing bij het gebruik van kinderzitjes, gebaseerd op het gewicht van het kind en de installatiepositie in de auto. Zitplaats Gewichtsgroep Voorpassagiersstoel Voorpassagiersstoel Buitenste zitplaats tweede Middelste zitplaats tweede rij (Airbag AAN) (Airbag UIT)
  • Pagina 38 Installatie van een kinderzitje met behulp van ISOFIX De volgende beperking is van toepassing bij het gebruik van kinderzitjes, gebaseerd op het gewicht van het kind en de installatiepositie in de auto. Zitplaats Gewichtsgroep Voorpassagiersstoel Voorpassagiersstoel Buitenste zitplaats tweede Middelste zitplaats (Airbag AAN) (Airbag UIT) tweede rij...
  • Pagina 39 Kinderzitje installeren met behulp van i-Size ISOFIX De volgende beperking is van toepassing bij het gebruik van kinderzitjes, gebaseerd op het gewicht van het kind en de installatiepositie in de auto. Zitplaats Voorpassagiersstoel Voorpassagiersstoel Buitenste zitplaats tweede rij Middelste zitplaats tweede rij (Airbag AAN) (Airbag UIT) i-Size kinderzitjes...
  • Pagina 40: Isofix- En I-Size-Kinderzitje (Voor Stoelen Op De Tweede Rij)

    ISOFIX- EN I-SIZE-KINDERZITJE (voor PLAATS VAN DE ONDERSTE ISOFIX-BEVESTIGINGSPUNTEN (type B) stoelen op de tweede rij) (indien aanwezig) Uw auto is uitgerust met speciale bevestigingspun- ten die gebruikt kunnen worden met ISOFIX- en i- Size-kinderzitjes. PLAATS VAN DE ONDERSTE ISOFIX-BEVESTIGINGSPUNTEN (type A) (indien aanwezig) NPA1526 Klepje van i-Size ISOFIX-bevestiginspunten verwijderen...
  • Pagina 41: Bevestiging Kinderzitjes (Indien Aanwezig)

    ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes zijn uitgevoerd met nen worden. Wanneer een beschadigde connec- twee onbuigzame bevestigselementen die kunnen tor wordt gebruikt zal het kinderzitje niet goed worden vastgemaakt aan de twee verankeringen in geïnstalleerd worden, waardoor het kind ernstig de stoel. Met dit systeem hoeft u geen veiligheids- of dodelijk letsel kan oplopen bij een botsing.
  • Pagina 42: Installatie Van Een Kinderzitje Met Behulp Van Isofix

    • 3. Gelijktijdig gebruik op de linker- en rechter- Zet een kinderzitje niet vast op de middelste stoel achterin: zitplaats op de achterbank met behulp van de onderste ISOFIX-bevestigingspunten. Het kin- 1) Volg stappen 1 tot 3 voor het apart installeren derzitje is dan niet goed bevestigd.
  • Pagina 43: Installeren Op De Buitenste Zitplaatsen Van De Achterbank

    Installeren op de buitenste zitplaatsen van de achterbank Voorwaarts gerichte kinderzitjes: Volg de instructies van de fabrikant met betrekking tot het juiste gebruik van het kinderzitje. Volg de volgende stappen op om een voorwaarts gericht kinderzitje op de buitenste zitplaatsen van de tweede rij met behulp van het ISOFIX-systeem te installeren: NIC2807...
  • Pagina 44 Indien het kinderzitje de voorstoel raakt, schuif de voorstoel dan naar voren totdat er geen con- tact meer is. Indien het kinderzitje is voorzien van andere an- tikantelinrichtingen, zoals steunpoten, gebruik deze systemen dan zoals aangegeven in de in- structies van de fabrikant van het kinderzitje. NIC2413 NPA1525 Stap 7...
  • Pagina 45: Installatie Kinderzitje Met Driepuntsveiligheidsgordel

    INSTALLATIE KINDERZITJE MET van het kinderzitje en duw naar achteren om zo de zitting en de rugleuning van de auto DRIEPUNTSVEILIGHEIDSGORDEL samen te persen terwijl u de veiligheidsgordel Installeren op de achterstoelen strak trekt. (modellen met dubbele cabine) Voorwaarts gericht kinderzitje: Volg de instructies van de fabrikant over het juiste gebruik van uw kinderzitje.
  • Pagina 46 Achterwaarts gericht kinderzitje: 2. Haal de gesptong door het kinderzitje en steek deze in de gesp tot u deze hoort en voelt Volg de instructies van de fabrikant over het juiste vastklikken. gebruik van uw kinderzitje. Volg de volgende stap- pen voor het installeren van een achterwaarts ge- 3.
  • Pagina 47: Installatie Op De Voorpassagiersstoel

    Plaats de contactscha- bevestigingsband nooit op de voorstoel. kelaar in de ON-stand en controleer of het status- • RENAULT raadt aan om het kinderzitje op de lampje voor de voorpassagiersairbag op het achterbank te installeren (modellen met dub- middenconsole brandt.
  • Pagina 48 5. Haal de gesptong door het kinderzitje en steek deze in de gesp tot u deze hoort en voelt vastklikken. Om te voorkomen dat de gordel slap hangt, moet u de veiligheidsgordel op zijn plaats houden met de vergrendelmechanismen die aan het kinder- zitje zijn bevestigd.
  • Pagina 49 Achterwaarts gericht kinderzitje: Volg de instructies van de fabrikant met betrekking tot het juiste gebruik van het kinderzitje. Volg de volgende stappen voor het installeren van een voor- waarts gericht kinderzitje op de voorpassagiers- stoel met behulp van een driepuntsveiligheidsgor- del zonder automatische vergrendelmodus: Als u een achterwaarts gericht kinderzitje op de voorstoel wilt installeren, ga dan als volgt te werk:...
  • Pagina 50: Aanvullend Veiligheidssysteem (Srs) (Indien Aanwezig)

    AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) (indien aanwezig) VOORZORGSMAATREGELEN BIJ Gordijnairbagsysteem (indien aanwezig) AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) Dit systeem kan helpen om de impact op het hoofd van de bestuurder en passagiers voorin en op de Dit hoofdstuk over het aanvullend veiligheidssys- buitenste zitplaatsen achterin (indien aanwezig) te teem (SRS) bevat belangrijke informatie over de absorberen bij bepaalde aanrijdingen aan de zij- voorairbags voor de bestuurder en voorpassagier,...
  • Pagina 51 Het airbagsysteem (SRS) werkt alleen wanneer de contactschakelaar in de ON-stand staat. Als de contactschakelaar in de ON-stand wordt gezet, gaat het waarschuwingslampje SRS-air- bag gedurende ongeveer 7 seconden branden om vervolgens weer te doven. Dit betekent dat het systeem correct werkt. (Zie “Waarschuwings- lampjes, controlelampjes en geluidssignalen”...
  • Pagina 52 wondingen oplopen als u tegen het voorair- bagpaneel steunt op het moment dat de air- bag wordt opgeblazen. Zit daarom altijd rechtop met uw rug tegen de rugleuning en zo ver van het stuurwiel of het dashboard van- daan als praktisch is. Maak altijd uw gordel vast.
  • Pagina 53 • Kinderen kunnen ernstig of dodelijk letsel op- lopen wanneer de airbags worden opgebla- zen terwijl ze niet correct vastgemaakt zijn in een zitje. • Installeer nooit een achterwaarts gericht kin- derzitje op de voorpassagiersstoel. Uw kind kan ernstig of dodelijk letsel oplopen als de voorairbag wordt opgeblazen.
  • Pagina 54: Veiligheidsgordels Met Gordelspannersysteem (Indien Aanwezig)

    • Veiligheidsgordels met gordelspan- De veiligheidsgordels en de zijairbags en gor- dijnairbags werken het best als u rechtop zit nersysteem (indien aanwezig) met uw rug tegen de rugleuning. De zijairbags Het gordelspannersysteem kan samen met de air- en gordijnairbags worden zeer snel en met bags in werking treden bij bepaalde botsingen.
  • Pagina 55: Waarschuwingslampje Srs-Airbag

    • Waarschuwingslampje SRS-airbag portierstijl aan de passagierszijde. Tevens zijn airbagwaarschuwingslampje gaat niet labels ingenaaid in de bekleding van de branden. voorstoelen. Onder deze omstandigheden werken het airbag- systeem en/of het veiligheidsgordelsysteem met SRS-voorpassagiersairbag: gordelspanners niet correct. Laat deze systemen De waarschuwingssticker zit op de zonneklep.
  • Pagina 56 WAARSCHUWING • Leg geen voorwerpen op het midden van het stuur, op het dashboard, onder de stuurkolom of nabij de voorportierbekleding en de voor- stoelen. Plaats geen voorwerpen tussen inzit- tenden en het stuurwiel, op het dashboard of nabij de voorportierbekleding en de voorstoe- len.
  • Pagina 57 • Werkzaamheden aan en rondom de airbag- airbags dan toch in werking kunnen stellen en op- systemen moeten worden uitgevoerd door blazen. Bij bepaalde frontale botsingen wordt de airbag soms niet opgeblazen. Schade aan de auto een erkende dealer of gekwalificeerd garage- bedrijf.
  • Pagina 58 • Wanneer de contactschakelaar in de ON-stand 2. Open het handschoenenkastje en steek de sleu- wordt gezet en de voorpassagiersairbag inge- tel in de schakelaar voor de voorpassagiersair- bag. schakeld is, zullen zowel het OFF-lampje van de voorpassagiersairbagstatus , als het air- 3.
  • Pagina 59 Zijairbagsysteem (indien aanwezig) soms niet in werking worden gesteld. Schade aan spanners mogen alleen worden doorgemeten de auto (of het ontbreken ervan) is niet altijd een en getest met goedgekeurde elektrische goede indicatie voor het juist functioneren van de meet- en testapparatuur. •...
  • Pagina 60: Procedure Voor Reparatie En Vervanging

    PROCEDURE VOOR REPARATIE EN Wanneer er onderhoud wordt verricht aan het voer- tuig, wijs de persoon die het werk uitvoert dan op VERVANGING de aanwezigheid van de airbags met bijbehorende onderdelen en de veiligheidsgordels met gordel- WAARSCHUWING spanners. Als in het interieur of onder de motorkap •...
  • Pagina 61 Instrumenten en bedieningen Instrumenten en bedieningen Meters en tellers ..................Ontwasemschakelaar (indien aanwezig) ......2-32 Snelheidsmeter en brandstofmeter........Koplampsproeier (indien aanwezig).......... 2-33 Toerenteller en Koplampsproeierschakelaar (indien aanwezig) ..2-33 Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter......Claxon....................... 2-33 Helderheidsregeling dashboard........... Ramen ......................2-34 Waarschuwingslampjes, controlelampjes en Handmatig bediende ramen (indien aanwezig)..
  • Pagina 62: Meters En Tellers

    METERS EN TELLERS Brandstofmeter Kilometerteller OPMERKING Zie voor een overzicht “Meters en tellers” in hoofdstuk “0. Geïllustreerde inhoudsopgave” en zie “Dashboard” in hoofdstuk “0. Geïllustreerde inhoudsopgave”. De meternaalden kunnen lichtelijk bewegen na- dat de contactschakelaar in de OFF-stand is ge- zet.
  • Pagina 63: Kilometerteller (Modellen Zonder Kleurendisplay)

    Kilometerteller (modellen zonder TOERENTELLER EN MOTORKOEL- De actieradiusfunctie geeft een waarschuwing bij laag brandstofniveau. Wanneer het brandstofni- kleurendisplay) VLOEISTOFTEMPERATUURMETER veau laag is, wordt de waarschuwing op het scherm Kilometerteller/dubbele dagteller: weergegeven. De kilometerteller/dubbele dagteller wordt weerge- Als het brandstofniveau nog verder zakt, verandert geven wanneer de contactschakelaar in de de weergave van de actieradius in “———”.
  • Pagina 64: Helderheidsregeling Dashboard

    HELDERHEIDSREGELING kelaar wordt bediend, schakelt het voertuiginfor- matiedisplay over op de helderheidsregelingmo- DASHBOARD dus. Knop voor helderheidsregeling Druk op de +-zijde van de schakelaar om de dash- dashboard (modellen met boardverlichting helderder te maken. De balk kleurendisplay) weegt naar de + z ijde. Druk op de --zijde van de schakelaar om de verlich- ting te dimmen.
  • Pagina 65: Waarschuwingslampjes, Controlelampjes En Geluidssignalen

    WAARSCHUWINGSLAMPJES, CONTROLELAMPJES EN GELUIDSSIGNALEN Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje antiblokkeerremsysteem (ABS)* vierwielaandrijving (4WD) (4WD-model- len) Statuslampje voorpassagiersairbag Waarschuwingslampje Active Waarschuwingslampje laag Emergency Braking-systeem* brandstofniveau Waarschuwingslampje CHECK voor de automatische versnellingsbak (AT) Waarschuwingslampje laag Controlelampje gloeibougies* (model met automatische versnel- ruitensproeiervloeistofniveau* lingsbak) Waarschuwingslampje olietemperatuur Waarschuwingslampje motorstoring automatische versnellingsbak (model Controlelampje grootlicht...
  • Pagina 66: Lampjes Controleren

    LAMPJES CONTROLEREN Wanneer het ABS-waarschuwingslampje brandt Voor modellen zonder kleurendisplay: terwijl de motor draait of onder het rijden, kan dit Het waarschuwingslampje knippert wanneer het Sluit alle portieren, activeer de parkeerrem, maak betekenen dat het ABS-systeem niet goed functio- Active Emergency Braking-systeem in werking is. de veiligheidsgordels vast en zet de contactschake- neert.
  • Pagina 67: Waarschuwingslampje Remsysteem

    Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje waarschuwingslampje voor het remsysteem uit is. parkeren automatische remsysteem (Zie “Parkeerrem” in hoofdstuk “3. Alvorens te gaan rijden”.) versnellingsbak (model met automatische versnellingsbak) WAARSCHUWING Controlelampje laag remvloeistofniveau: • Als het waarschuwingslampje voor het remsysteem Dit lampje wijst erop dat de parkeerfunctie van de Als het remvloeistofniveau in het reservoir on- gaat branden terwijl de motor draait of tijdens het automatische versnellingsbak (AT) niet is ingescha-...
  • Pagina 68: Waarschuwingslampje Laadstroomcircuit

    Waarschuwingslampje de regeneratie van het filter uit te voeren. Zie voor Wanneer het waarschuwingslampje tijdens het rij- laadstroomcircuit meer informatie over het regenereren van het filter, den gaat knipperen, wijst dit op een glad wegdek en “Roetfilter (DPF - Diesel Particulate Filter) (indien het feit dat de auto grip verliest.
  • Pagina 69: Waarschuwingslampje Vierwielaandrijving (4Wd) (4Wd-Modellen)

    • Het waarschuwingslampje motoroliedruk is Controlelampje lage temperatuur (blauw): – in de 4LO-stand, stop de auto en zet de niet bedoeld om een laag oliepeil aan te dui- schakelhendel in de N-stand (vrij) met het Als de contactschakelaar in de ON-stand gezet rempedaal ingetrapt en zet de 4WD-mo- den.
  • Pagina 70 • Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje Waarschuwing Schakel P (modellen met auto- motorstoring (rood) (indien matische versnellingsbak) veiligheidsgordels (indien • aanwezig) aanwezig) Waarschuwing Sleutel ID onjuist (indien aanwe- zig) Het waarschuwingslampje voor motorstoring licht Veiligheidsgordels voorin: • rood op wanneer de contactschakelaar in de ON- Waarschuwing Parkeerrem deactiveren Het waarschuwingslampje voor de veiligheidsgor- •...
  • Pagina 71: Controlelampjes

    Controlelampje Electronic of de veiligheidsgordelspanners niet goed werken. Zie voor meer informatie “Statuslampje voorpassa- (Zie “Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) (indien Stability Programme (ESP) OFF giersairbag (indien aanwezig)” in hoofdstuk “1. Vei- aanwezig)” in hoofdstuk “1. Veiligheid — stoelen, vei- ligheid — stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend Het controlelampje Electronic Stability Programme ligheidsgordels en aanvullend veiligheidssysteem”.) veiligheidssysteem”.
  • Pagina 72: Waarschuwingslampjes Richtingaanwijzers/ Waarschuwingsknipperlichten

    Controlelampje stadslicht Als de schakelaar voor Hill Descent Control inge- nakijken en indien nodig repareren door een er- schakeld is en het controlelampje knippert, is het kende dealer of gekwalificeerd garagebedrijf. (indien van toepassing) systeem niet geactiveerd. Voorzorgsmaatregelen: Het controlelampje gaat branden wanneer de kop- Als het controlelampje niet brandt of knippert wan- lampschakelaar in de stand wordt gezet.
  • Pagina 73: Geluidssignalen

    VOERTUIGINFORMATIEDISPLAY GELUIDSSIGNALEN Waarschuwingssignaal voor verlichting Het herinneringssignaal voor de verlichting klinkt Waarschuwing remblokslijtage wanneer het bestuurdersportier wordt geopend De schijfremblokken geven een waarschuwingssig- terwijl de koplampschakelaar in de stand naal in geval van slijtage. Als een remblok vervan- en de startknop op ACC, OFF of LOCK staat. gen dient te worden, zal het een hoog schurend Zet de koplampschakelaar in de <OFF>-stand of de geluid produceren tijdens het rijden van de auto.
  • Pagina 74: Het Voertuiginformatiedisplay Gebruiken

    • Afstandsbedieningsleutelsysteem (indien aan- Het voertuiginformatiedisplay kan worden veran- OPMERKING wezig) derd met de <ENTER>-knop en de TERUG-knop links Het instellingenmenu kan niet bediend worden — “Afstandsbedieningsleutelsysteem (indien op het stuurwiel. tijdens het rijden. aanwezig)” in hoofdstuk “3. Alvorens te gaan rij- Terug-knop [Bestuurdersmodus] den”...
  • Pagina 75 – [Mid.] play wordt daar dan automatisch aan aange- [Hoofdkleur]: Middenniveau voor volume. (Standaard) past. In dit sub-menu kunt u de kleur waarin de auto wordt weergegeven op het voertuiginformatiedis- – [Laag] Zie “De klok instellen” in hoofdstuk “4. Display, play wijzigen.
  • Pagina 76 • [Voertuiginstellingen] [Richtingaanwijzers]: [Overige] Selecteer dit sub-menu om de onderstaande opties De volgende sub-menu's zijn beschikbaar onder het [Onderhoudsbeurt] (indien aanwezig): op AAN of UIT te zetten. [Voertuiginstellingen]-menu. Selecteer deze optie om de resterende afstand te • • [3 keer knipperen] zien totdat een onderhoudsbeurt noodzakelijk is.
  • Pagina 77 [Alarm] [Fabrieksinstellingen] [Afstand/Brandstof]: De eenheid waarin de afstand en het brandstofver- Onder het [Alarm]-menu zijn de volgende opties be- De instellingen van het voertuiginformatiedisplay bruik op het voertuiginformatiedisplay wordt weer- schikbaar. kunnen teruggezet worden naar de standaard fa- gegeven kan gewijzigd worden in: •...
  • Pagina 78: Boordcomputer

    BOORDCOMPUTER NIC3083 Type A NIC3124 Type B NIC3104 2-18 Instrumenten en bedieningen...
  • Pagina 79: Snelheid] En [Gemiddeld]

    1. Voertuigweergave [Home] 3. [Rit] Het scherm met de Voertuigweergave [Home] kan geselecteerd worden als de bestuurder geen infor- matie wil zien op het scherm van de boordcompu- ter. 2. [Snelheid] en [Gemiddeld] NIC3093 Model met linkse besturing (LHD) NIC2756 De schakelaars voor de boordcomputer (indien aan- wezig) zijn te vinden op het dashboard aan de lin- Afgelegde [Afstand]...
  • Pagina 80 4. [Brandstofverbruik] 5. [Navigatie] (indien aanwezig) 7. [Audio] (indien aanwezig) Wanneer de routebegeleiding is ingesteld in het na- vigatiesysteem toont deze optie informatie over de navigatieroute. 6. Kompas (indien aanwezig) NIC2758 NIC3105 [Gemiddeld] brandstofverbruik Huidige bron In de modus gemiddeld brandstofverbruik wordt Huidige frequentie het gemiddelde brandstofverbruik getoond sinds NIC2732...
  • Pagina 81: Actieradius (Dte - Km Of Mijl)

    8. [Rijhulp] (indien aanwezig) 10. [Instellingen] De actieradius wordt voortdurend berekend aan de hand van de hoeveelheid brandstof in de brandstof- tank en het werkelijke brandstofverbruik. De weergave wordt elke 30 seconden bijgewerkt. De actieradiusfunctie geeft een waarschuwing bij laag brandstofniveau. Wanneer het brandstofni- veau laag is, wordt de waarschuwing op het scherm weergegeven.
  • Pagina 82: Werkingsindicators

    WERKINGSINDICATORS 1. Indicator voor startende motor (indien aanwezig voor modellen met automatische versnellingsbak (AT)) Deze indicator verschijnt wanneer de schakelhen- del in de P-stand (parkeren) staat. Deze indicator geeft aan dat de motor zal starten wanneer de contactschakelaar wordt ingedrukt en het rempedaal tegelijkertijd wordt ingetrapt.
  • Pagina 83 7. Waarschuwing Contact uitzetten afstandsbediening vervangen” in hoofdstuk “5. On- Als deze indicator verschijnt, moet u de contact- derhoud en doe-het-zelf”. (indien aanwezig voor modellen met schakelaar aanraken met de afstandsbedienings- leutel terwijl u het rempedaal intrapt. (Zie “Lege bat- automatische versnellingsbak) 4.
  • Pagina 84 13. Waarschuwing open portier 16. Waarschuwing Laag 19. Waarschuwing Oliepeil Sensor fout ruitensproeierpeil (indien aanwezig) (indien aanwezig) Deze waarschuwing verschijnt als een portier open staat of niet goed gesloten is. Het autosymbool op Deze waarschuwing verschijnt als het vloeistofni- Als de oliesensorwaarschuwing wordt weergege- de display geeft aan welke van de portieren (of de veau in het reservoir laag is.
  • Pagina 85 22. Waarschuwing Verzendstand aan 26. Cruise controlindicator (indien van 29. Waarschuwing Parkeerfunctie Druk opslag zekering (indien aanwezig) toepassing) Automatische versnellingsbak (AT) (modellen met automatische Deze waarschuwing verschijnt mogelijk als de zeke- Deze indicator toont de status van de cruise control. versnellingsbak) ringschakelaar voor langdurige opslag niet inge- De status wordt aangegeven door middel van de...
  • Pagina 86: Oliecontrolesysteem (Indien Aanwezig)

    30. Waarschuwing Parkeersensor OLIECONTROLESYSTEEM (indien 1. Afstand tot olie verversen systeem fout (indien aanwezig) aanwezig) De afstand tot olie verversen wordt weergegeven als deze minder dan 1.500 km (930 mijl) bedraagt. Deze waarschuwing verschijnt wanneer het par- keersensorsysteem (sonar) niet goed functioneert. 2.
  • Pagina 87: Herinnering Laag Oliepeil

    4. Waarschuwing oliepeilsensor – De indicator voor olieverversing op het De buitenluchttemperatuurmodus kent een waar- voertuiginformatiedisplay wordt weerge- schuwingsfunctie voor lage temperatuur. Wanneer Als de oliesensorwaarschuwing wordt weergege- de buitentemperatuur lager is dan 3°C (37°F), wordt geven. ven, is er mogelijk een storing in de sensor. Neem •...
  • Pagina 88: Schakelaar Koplampverlichting En Richtingaanwijzers

    Grootlicht Dagrijverlichting (indien aanwezig) NIC2765 Ook als de koplampschakelaar op OFF staat, gaat de dagrijverlichting branden zodra de motor wordt RENAULT raadt aan de plaatselijke wetgeving te gestart. raadplegen inzake het gebruik van de verlichting. Wanneer de koplampschakelaar op AUTO-stand gezet wordt, zal de dagrijverlichting uit gaan.
  • Pagina 89: Knop Voor Koplamphoogteverstelling (Indien Aanwezig)

    KNOP VOOR SCHAKELAAR Draai aan de schakelaar om de juiste hoogte van de lichtbundel in te stellen. Hoe hoger het cijfer op de KOPLAMPHOOGTEVERSTELLING RICHTINGAANWIJZERS schakelaar, des te lager de lichtbundel schijnt. (indien aanwezig) Type met automatische bediening Type met handmatige bediening Bij auto's met een automatische hoogteverstelling wordt de hoogte van de lichtbundel automatisch geregeld.
  • Pagina 90: Mistlampschakelaar (Indien Aanwezig)

    MISTLAMPSCHAKELAAR (indien aanwezig) MISTVOORLAMPEN (indien Mistachterlicht (INDIEN AANWEZIG) Als de hendel vlak na het omhoog- of omlaag be- wegen in de oorspronkelijke stand wordt gezet, zal aanwezig) Het mistachterlicht dient slechts gebruikt te wor- de lamp 3 keer knipperen. den als het zicht aanzienlijk beperkt is - in het alge- Duw de hendel in de tegengestelde richting om het meen tot minder dan 100 m (328 ft).
  • Pagina 91: Wis-/Wasschakelaar

    WIS-/WASSCHAKELAAR De ruitenwisser en ruitensproeier werken als de WAARSCHUWING contactschakelaar in de ON-stand staat. Bij temperaturen onder nul kan de sproeivloeistof Ruitenwisserbediening op de voorruit aanvriezen en het zicht belemme- In de hendelstand werkt de wisser in de interval- ren. Verwarm de voorruit met de ontwasemings- stand.
  • Pagina 92: Ontwasemschakelaar (Indien Aanwezig)

    ONTWASEMSCHAKELAAR (indien aanwezig) gelverwarming gedurende ca. 15 minuten. Nadat de ingestelde tijd is verstreken, gaat de achterruitver- warming automatisch uit. Druk om de achterruitverwarming handmatig uit te zetten wederom op de knop voor achterruitverwar- ming te drukken. LET OP • Wanneer u de achterruitverwarming voortdu- rend gebruikt, is het raadzaam de motor te starten.
  • Pagina 93: Koplampsproeier (Indien Aanwezig)

    KOPLAMPSPROEIER (indien CLAXON aanwezig) • Trek om de koplampen te reinigen de ruiten- Gebruik de koplampsproeier niet als het rui- sproeierschakelaar naar wanneer tensproeierreservoir leeg of bevroren is. koplampschakelaar in de stand staat en de Zie “Ruitensproeiervloeistof” in hoofdstuk “8. Onder- contactschakelaar in de stand ON staat.
  • Pagina 94: Ramen

    RAMEN HANDMATIG BEDIENDE RAMEN Schakelaar passagiersraam De elektrische raambediening werkt als de contact- schakelaar in de “ON”-stand staat. (indien aanwezig) U opent een raam door de raambedieningsschake- laar naar beneden te drukken. U sluit een raam door de raambedieningsschake- laar omhoog te trekken. Hoofdraamschakelaar bestuurder SIC4523Z SIC4435Z...
  • Pagina 95 Als het raam niet automatisch sluit Met de automatische functie kunt u een raam volle- dig openen of sluiten zonder de knop te hoeven Wanneer de automatische functie van de elektri- vasthouden. sche raambediening niet goed werkt (alleen sluiten), Om een raam helemaal te openen drukt u de scha- voer dan de volgende handelingen uit om het elek- kelaar van de elektrische raambediening omlaag trisch raambedieningssysteem te initialiseren.
  • Pagina 96: Aansluitcontacten

    AANSLUITCONTACTEN • Het aansluitcontact wordt gebruikt om elektrische De aansluiting en de stekker kunnen warm zijn apparatuur van stroom te voorzien. tijdens en onmiddellijk na gebruik. • Deze elektrische aansluiting is niet bedoeld voor gebruik met een sigarettenaansteker. • Gebruik geen apparaten die samen meer dan 12 volt, 120W (10A) •...
  • Pagina 97: Bergruimte

    BERGRUIMTE CONSOLEVAK ZONNEBRILHOUDER WAARSCHUWING • Gebruik de bergruimtes niet tijdens het rijden om uw volledige aandacht bij het besturen van de auto te houden. • Laat de deksels van de bergruimtes gesloten tijdens het rijden om letsel te voorkomen tij- dens een ongeval of plotseling remmen.
  • Pagina 98: Zijvakjes In De Console

    • ZIJVAKJES IN DE CONSOLE Gebruik alleen bekers van zacht materiaal in LET OP • de bekerhouder. Harde voorwerpen kunnen u Gebruik de fleshouder niet voor andere voor- verwonden bij een ongeluk. werpen die door de auto kunnen gaan slinge- Middenconsole (modellen met ren en mogelijk inzittenden kunnen verwon- den tijdens plotseling remmen of een ongeluk.
  • Pagina 99: Kaarthouder (Indien Aanwezig)

    ZONNEKLEPPEN KAARTHOUDER (indien aanwezig) WAARSCHUWING • Installeer altijd eerst de dwarsbalken op de dakrails voordat u goederen van welke aard ook inlaadt. Door de lading direct op de dak- rails of op het dak van de auto te plaatsen, kan er schade aan de auto veroorzaakt worden.
  • Pagina 100: Schuifdak (Indien Aanwezig)

    SCHUIFDAK (indien aanwezig) Zonwering De antiknelfunctie zorgt dat het schuifdak automa- WAARSCHUWING tisch weer open gaat als er bij het sluiten van het • Verschuif de zonwering met de hand om deze te dak iets of iemand bekneld raakt. Wanneer de rege- Bij een ongeval kunt u uit de auto worden ge- openen of te sluiten.
  • Pagina 101: Interieurverlichting

    INTERIEURVERLICHTING Als het systeem niet goed werkt na bovenstaande LET OP gezet, of wanneer het bestuurdersportier • procedure te hebben uitgevoerd, laat uw voertuig wordt gesloten en vergrendeld. De verlichting Schakel de verlichting uit als u de auto verlaat. zal ook uitgaan na een bepaalde tijd bij dan nakijken door een erkende dealer of gekwalifi- •...
  • Pagina 102: Kaartleeslampjes

    KAARTLEESLAMPJES ON-stand BINNENVERLICHTING (indien aanwezig) Wanneer de schakelaar in de ON-stand staat, gaan de kaartleeslampjes branden. OFF-stand Wanneer de schakelaar in de OFF-stand staat gaan de kaartleeslampjes niet aan, ongeacht de si- tuatie. Middelste stand Wanneer de schakelaar in de middelste stand staat, gaan de kaartleeslampjes branden onder de vol- JVI1039XZ gende omstandigheden:...
  • Pagina 103: Leeslampje Achterin (Indien Aanwezig)

    • Het bestuurdersportier wordt ontgrendeld ter- Om de leeslampjes achterin aan te zetten, drukt u wijl de contactschakelaar in de LOCK-stand op de schakelaar. Druk de schakelaar nogmaals in staat (modellen met afstandsbedieningsleutel). om de lampjes uit te zetten. • LAMPJE MAKE-UP SPIEGEL (indien De portieren worden ontgrendeld met de ont- grendelknop...
  • Pagina 104 NOTITIES 2-44 Instrumenten en bedieningen...
  • Pagina 105: Alvorens Te Gaan Rijden

    Alvorens te gaan rijden Alvorens te gaan rijden Sleutels ......................Werking waarschuwingsknipperlichten en Sleutel (indien aanwezig)............claxon ....................... 3-14 Sleutel van antidiefstalsysteem (ATS*) (indien Beveiligingssysteem (indien aanwezig)........3-15 aanwezig) ....................Diefstalwaarschuwingssysteem (indien Afstandsbedieningsleutel (indien aanwezig) ..... aanwezig) ....................3-15 Portieren......................Antidiefstalsysteem (ATS)............
  • Pagina 106: Sleutels

    (zoals in uw portemonnee), NIET ATS-sleutels registreren en gebruiken met één auto. IN DE AUTO. RENAULT registreert de nummers van De nieuwe sleutels moeten worden geregistreerd sleutels niet; het is daarom erg belangrijk om te we- door een erkende dealer of gekwalificeerd garage- ten waar het nummerplaatje van uw sleutel is.
  • Pagina 107: Afstandsbedieningsleutel (Indien Aanwezig)

    Zorg dat u de afstandsbedieningsleutel bij u afstandsbedieningsleutel) (2) Als één van de afstandsbedieningsleutels heeft wanneer u met de auto rijdt. De kwijtraakt of gestolen wordt, raadt RENAULT Sleutelnummerplaatje (1) afstandsbedieningsleutel is een precisie- aan om de identificatiecode van die afstands- instrument met een ingebouwde zender.
  • Pagina 108: Portieren

    PORTIEREN Mechanische sleutel OPENEN MET PORTIERHANDGREEP WAARSCHUWING BINNEN IN DE AUTO • Kijk altijd om u heen voordat u een portier opent, om een ongeval met tegemoet- of ach- teropkomend verkeer te vermijden. • Om het risico op ernstig of dodelijk letsel door het onbedoeld bedienen van de auto en/of de bijbehorende systemen te voorkomen, mag u kinderen, hulpbehoevende volwassenen of...
  • Pagina 109: Vergrendelen Met De Schakelaar Voor Centrale Portiervergrendeling

    VERGRENDELEN MET DE stand te drukken terwijl het bestuurdersportier open staat. Sluit vervolgens het portier. Alle portie- SCHAKELAAR VOOR CENTRALE ren worden vergrendeld. PORTIERVERGRENDELING LET OP • Laat de contactsleutel niet in de auto achter als u de portieren vergrendelt met de schake- laar voor centrale portiervergrendeling.
  • Pagina 110: Kindersloten Op De Achterportieren (Double Cab-Modellen)

    Maximaal 5 sleutels met geïntegreerde afstandsbe- ning verliest of als deze wordt gestolen, adviseert diening kunnen met een auto worden gebruikt. RENAULT om de identificatiecode van de betref- Neem contact op met een erkende dealer of ge- fende geïntegreerde afstandsbediening te wissen kwalificeerd garagebedrijf voor informatie over de uit de auto.
  • Pagina 111: Werking Van De Waarschuwingsknipperlichten

    • de inzittenden zo op, want bij het Superlock- LET OP ONTGRENDELEN: De waarschuwingsknipper- systeem kunnen de portieren niet van binnen- lichten knipperen tweemaal. Controleer nadat u de portieren heeft afgesloten uit worden geopend. met de sleutel met afstandsbediening of deze •...
  • Pagina 112: Afstandsbedieningsleutelsysteem (Indien Aanwezig)

    AFSTANDSBEDIENINGSLEUTEL- SYSTEEM (indien aanwezig) De afstandsbedieningsleutel communiceert altijd Aangezien de afstandsbedieningsleutel voortdu- WAARSCHUWING met de auto via radiogolven. Het afstandsbedie- rend radiogolven ontvangt, kan de levensduur van • ningsleutelsysteem zendt zwakke radiogolven uit. de batterij verkorten wanneer de sleutel zich in de Radiogolven kunnen een negatief effect heb- Omgevingsomstandigheden kunnen de werking buurt van apparatuur bevindt die sterke radiogol-...
  • Pagina 113: Werkingsbereik Van De Afstandsbedieningsleutel

    TV, geluidsapparatuur en computers. Als één van de afstandsbedieningsleutels kwijtraakt of gestolen wordt, raadt RENAULT aan om de iden- tificatiecode van die afstandsbedieningsleutel uit JVP0312XZ NIC3086 de auto te wissen. U voorkomt zo dat onbevoegden...
  • Pagina 114 • Trek niet aan de portierhandgreep voordat u de 5. Alle portieren en de AdBlue®-vulklep worden ver- verzoekschakelaar op de portierhandgreep grendeld. heeft ingedrukt. Het portier wordt ontgrendeld 6. Controleer door middel van de handgrepen of maar gaat niet open. Laat de portierhandgreep alle portieren goed zijn vergrendeld.
  • Pagina 115: Instrumenten En Bedieningen

    Portieren ontgrendelen ACCUBESPARINGSFUNCTIE 1. Draag de afstandsbedieningsleutel bij u. Als er sprake is van alle volgende condities gedu- rende een bepaalde periode, dan zal de accuspaar- 2. Druk op de schakelaar op de portierhandgreep functie de elektrische voeding onderbreken om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
  • Pagina 116: Gids Voor Het Opsporen En Verhelpen Van Storingen

    GIDS VOOR HET OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN Symptoom Mogelijke oorzaak Te nemen maatregelen De waarschuwing Schakel naar parkeerstand verschijnt op het voertuiginformatiedisplay en het Wanneer u de contactschakelaar De schakelhendel staat niet in de Zet de schakelhendel in de P-stand waarschuwingssignaal in de auto indrukt om de motor te stoppen P-stand (parkeren).
  • Pagina 117 Symptoom Mogelijke oorzaak Te nemen maatregelen Wanneer u het portier sluit met de Het geluidssignaal buiten de auto De afstandsbedieningsleutel ligt in de Draag de afstandsbedieningsleutel bij binnenste vergrendelknop in de klinkt gedurende enkele seconden en auto. vergrendelstand alle portieren ontgrendelen. De afstandsbedieningsleutel ligt in de Draag de afstandsbedieningsleutel bij auto.
  • Pagina 118: Het Sleutelloze Portieropeningssysteem Gebruiken

    • HET SLEUTELLOZE PORTIEROPE- Voor meer informatie over het vervangen van een Een portier openen. • batterij, zie “Batterij van de afstandsbedieningsleu- NINGSSYSTEEM GEBRUIKEN De contactschakelaar indrukken. tel vervangen” in hoofdstuk “8. Onderhoud en doe- Indien gedurende de vooringestelde tijdsduur de het-zelf”.
  • Pagina 119: Beveiligingssysteem (Indien Aanwezig)

    BEVEILIGINGSSYSTEEM (indien aanwezig) Uw auto is uitgerust met een van de of beide vol- Bediening PORTIERVERGRENDELING PORTIERONTGRENDELING gende beveiligingssystemen: • WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN Diefstalwaarschuwingssysteem Afstandsbedieningsleutel- • - eenmaal - tweemaal systeem Antidiefstalsysteem (ATS*) GELUIDSSIGNAAL BUITEN - GELUIDSSIGNAAL BUITEN - (met de verzoekschakelaar) *: Startonderbreker eenmaal tweemaal...
  • Pagina 120: Werking Van Het Diefstalwaarschuwingssysteem

    Als het op deze manier lukt om de motor te starten, schakelaar in de LOCK-stand staat. Het systeem raadt RENAULT aan om de geregistreerde ATS-sleu- wordt vrijgegeven door de contactschakelaar tel apart te houden om eventuele storingen te voor- naar ACC of ON te drukken.
  • Pagina 121: Motorkap

    MOTORKAP Als het lampje aan blijft en/of de motor niet start, WAARSCHUWING neem dan zo snel mogelijk contact op met een • erkende dealer of gekwalificeerd garagebedrijf Ga pas rijden als de motorkap goed gesloten voor onderhoud aan het ATS-systeem. Neem alle en vergrendeld is.
  • Pagina 122: De Motorkap Openen

    BRANDSTOFVULKLEP* OF -DOP WAARSCHUWING • Brandstof ontbrandt gemakkelijk en is onder bepaalde omstandigheden zeer explosief. U kunt ernstige brandwonden of ander letsel oplopen als u niet oppast met benzine. Zet de motor altijd af terwijl u tankt. Rook niet en ver- mijd open vuur of vonken nabij de auto.
  • Pagina 123: Brandstofvulklep Openen

    BRANDSTOFVULKLEP OPENEN BRANDSTOFVULDOP Type B Schakelaar openen brandstofvulklep Type A NIC2736 JVP0211XZ Druk op de brandstofvulklep te openen op de scha- De brandstofvuldop is uitgevoerd met een palwiel. kelaar voor het openen van de brandstofvulklep on- Draai de dop linksom om te verwijderen.
  • Pagina 124: Adblue®-Vulklep En -Dop

    AdBlue®-VULKLEP EN -DOP LAADBAK (indien aanwezig) DE AdBlue®-VULKLEP WAARSCHUWING VERGRENDELEN • Zorg dat tijdens het rijden niemand in de laad- De AdBlue®-vulklep kan worden vergrendeld en ont- ruimte aanwezig is. Plotseling remmen of een grendeld met behulp van het sleutelloos portiero- noodstop kan in zo’n geval persoonlijk letsel peningssysteem, zie “Afstandsbedieningsleutelsys- of de dood tot gevolg hebben.
  • Pagina 125: Sjorhaken (Indien Aanwezig)

    Laadklep sluiten C-CHANNEL BEVESTIGINGS- Zie voor modellen met afstandsbedieningsleutel, “Mechanische sleutel” eerder in dit hoofdstuk voor SYSTEEM (indien aanwezig) Zorg er bij het sluiten van de laadklep voor dat de het verwijderen van de mechanische sleutel. vergrendelingen of hendels goed geblokkeerd zijn. Laadklep openen WAARSCHUWING SJORHAKEN (indien aanwezig)
  • Pagina 126 gen van invloed zijn op de achterkant van de voertuigconstructie, hetgeen kan leiden tot ernstig letsel. Met het C-Channel bevestigingssysteem kunt u sjorklampen in de laadbak naar het meest geschikte punt verplaatsen om een lading te bevestigen. De sjorklampen moeten zodanig worden geïnstal- leerd dat ze stevig in de gleuven van het profiel be- vestigd worden.
  • Pagina 127 JVP0360XZ JVP0362XZ JVP0361XZ LET OP 4. Er mag geen ruimte zitten tussen de onderkant • van de klamp en de bovenkant van het profiel. Installeer maar één klamp per profielsectie. • Draai de middenbout stevig vast. Het bevestigen van ladingen op de klampen onder een hoek van meer dan 45°, of het be- vestigen van ladingen die zwaarder zijn dan 90 kg (200 lb) kan mogelijk schade veroorza-...
  • Pagina 128: Stuurwiel

    STUURWIEL BUITENSPIEGELS HET STUURWIEL VERSTELLEN Antiverblindingstype met handmatige WAARSCHUWING bediening Stel de stand van alle spiegels in voordat u gaat WAARSCHUWING rijden. Stel de stand van de spiegels niet in tijdens Verstel het stuurwiel nooit terwijl u rijdt, zodat u het rijden, omdat uw volledige aandacht gericht al uw aandacht kunt schenken aan het bedienen moet zijn op het besturen van de auto.
  • Pagina 129: Buitenspiegels

    Automatische antiverblindingsspiegel Door het ontwerp van de binnenspiegel past deze Hang geen voorwerpen aan de spiegel en gebruik automatisch de lichtweerkaatsing aan, afhankelijk met achteruitrijcamera (indien geen ruitenreiniger. Hierdoor vermindert de ge- voeligheid van de sensor van de lichtsterkte van de koplampverlichting van C , waardoor de spiegel aanwezig) de auto achter u.
  • Pagina 130: Inklappen

    Afstellen Inklappen De buitenspiegels klappen automatisch in wanneer de spiegelinklapschakelaar wordt ingedrukt. Druk Elektrisch verstelbare spiegel: Type met handmatige bediening: opnieuw op de schakelaar om ze uit te klappen. LET OP Wanneer u voortdurend de buitenspiegels in-/ uitklapt, kan de schakelaar mogelijk buiten wer- king gesteld worden.
  • Pagina 131: Parkeerrem

    PARKEERREM WAARSCHUWING • Ga nooit rijden terwijl de auto op de parkeer- rem staat. De remmen raken zo oververhit en de remwerking gaat achteruit, wat kan leiden tot een ongeval. • Geef de parkeerrem nooit vrij terwijl u zich bui- ten de auto bevindt.
  • Pagina 132: Display, Verwarming En Airconditioning, En Audiosysteem

    Display, verwarming en Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem airconditioning, en audiosysteem Veiligheidsmaatregelen ..............Handbediende verwarming en airconditioning Centraal multifunctioneel bedieningspaneel (type A) ..................... 4-23 (modellen met navigatiesysteem) ..........Handbediende verwarming en airconditioning Gebruik van het touchscreen..........(type B)..................... 4-25 De helderheidsregeling-/display Aan·Uit-knop Automatische airconditioning..........
  • Pagina 133 Bluetooth® Handsfree telefoonsysteem (zonder Koppelprocedure ................4-66 navigatiesysteem en kleurendisplay)........4-59 Telefoonboek ..................4-67 Bellen......................4-67 Bluetooth® mobiele telefoonfunctie......... 4-59 Handsfree bediening van de telefoon......4-62 Een oproep ontvangen ............... 4-67 Stuurwielschakelaars (indien van toepassing)..4-64 Tijdens een oproep................. 4-67 Bluetooth®...
  • Pagina 134: Veiligheidsmaatregelen

    VEILIGHEIDSMAATREGELEN CENTRAAL MULTIFUNCTIONEEL BEDIENINGSPANEEL (modellen met navigatiesysteem) WAARSCHUWING • Gebruik de bedieningen van de verwarming en airconditioning of de audiobedieningen niet terwijl u rijdt, omdat u al uw aandacht aan de bediening van uw voertuig moet schenken. • Wanneer u heeft gemerkt dat vreemde voor- werpen de hardware van het systeem zijn bin- nengedrongen, vloeistof is gemorst op het systeem, of rook of dampen uit het systeem...
  • Pagina 135: Gebruik Van Het Touchscreen

    • GEBRUIK VAN HET TOUCHSCREEN Bediening van het touchscreen [Wissen]: Wist met één aanraking het laatst ingevoerde teken. Houd de [Wissen]-toets ingedrukt om alle WAARSCHUWING • tekens te wissen. Het glazen displayscherm kan breken als er • [OK]: tegenaan gestoten wordt met een hard of scherp voorwerp.
  • Pagina 136: Gebruik Van De Terug-Knop

    VOERTUIGINFORMATIE EN INSTELLINGEN (modellen met navigatiesysteem) GEBRUIK VAN DE TERUG-KNOP GEBRUIK VAN DE <SETUP>-KNOP Op het display is het mogelijk voertuiginformatie te controleren en verschillende instellingen aan te Druk op de <BACK>-knop om terug te keren naar passen. het vorige scherm. OPMERKING Ontwerpen en opties die op het scherm worden weergegeven kunnen mogelijk variëren afhanke-...
  • Pagina 137: Instellingen Voor [Audio]

    • • [Systeeminstellingen] [Navigatie] [Tijdformat]: • [Telefoon & Bluetooth] Kies voor klokmodus uit [Handmatig], [Tijdzone] Diverse systeeminstellingen kunnen worden aan- • en [Auto]. gepast. [Verkeersberichten] • Wanneer [Handmatig] wordt geselecteerd, kunt 1. Druk op de <SETUP>-knop. [Radio] u de klokmodus handmatig instellen in het 2.
  • Pagina 138: Instellingen Voor [Navigatie]

    Instellingen voor [Radio] [Pieptonen]: Schakelt de functie pieptonen in of uit. Wanneer in- [RDS Reg]: geschakeld, hoort u een pieptoon als een popupbe- RDS-berichten kunnen op AAN of UIT gezet worden. richt op het scherm verschijnt. Als deze optie op AAN staat, wordt ontvangen RDS- [Fabrieksinstellingen]: informatie op het audioscherm getoond.
  • Pagina 139: Achteruitrijcamera (Indien Aanwezig)

    ACHTERUITRIJCAMERA (indien aanwezig) • De afstand tot objecten die weergegeven wor- den met behulp van de achteruitrijcamera ver- schilt van de werkelijke afstand, omdat een groothoeklens wordt gebruikt. • Objecten die met behulp van de achteruitrijca- mera worden getoond verschijnen tegenover- gesteld ten opzichte van het beeld dat gezien wordt in de achteruitkijkspiegel en de buiten- spiegels.
  • Pagina 140: Lezen Van De Weergegeven Lijnen

    LEZEN VAN DE WEERGEGEVEN VERSCHIL TUSSEN GESCHATTE EN Achteruit een steile helling oprijden LIJNEN WERKELIJKE AFSTANDEN U mag de afstandsrichtlijn en de voertuigbreedtelijn alleen volgen wanneer het voertuig zich op een vlak, verhard wegdek bevindt. De afstand weergegeven op de monitor dient alleen als richtlijn en kan afwij- ken van de werkelijke afstand tussen het voertuig en weergegeven objecten.
  • Pagina 141: Achteruit Een Steile Helling Afrijden

    Achteruit een steile helling afrijden Achteruit rijden in de buurt van een Achteruitrijden achter een uitstekend uitstekend object object JVH0894XZ JVH0896XZ JVH0895XZ Wanneer u achteruit een helling afrijdt, worden de afstandsrichtlijnen en de voertuigbreedtelijnen ver- Op het display kan het lijken alsof het voertuig zich Punt C wordt verder weg getoond dan punt B op...
  • Pagina 142: Het Scherm Aanpassen

    HET SCHERM AANPASSEN Scherm aanpassen (voor modellen weergegeven nadat de schakelhendel vanuit zonder navigatiesysteem) een willekeurige stand in de R-stand (achteruit) Scherm aanpassen (voor modellen met is gezet, of vanuit de R-stand (achteruit) in een navigatiesysteem) willekeurige stand is gezet. Objecten op het scherm worden mogelijk tijdelijk vervormd, tot- 1.
  • Pagina 143: Graden Camera (Indien Aanwezig)

    360 GRADEN CAMERA (indien aanwezig) doek die is bevochtigd met een mild reinigings- middel opgelost in water en veeg daarna af met een droge doek. • Beschadig de camera niet, want dit kan het mo- nitorscherm nadelig beïnvloeden. • Gebruik geen was op het cameravenster. Veeg eventuele wasresten af met een schone doek die is bevochtigd met een mild reinigingsmiddel opgelost in water.
  • Pagina 144 OPMERKING WAARSCHUWING Bij het eerste gebruik zullen de hoeklijnen onge- • De 360 graden camera is bedoeld om overdag veer 3 seconden in het geel knipperen. Dit is geen gebruikt te worden. Gebruik het systeem niet storing maar een herinnering om voorzichtig te bij slechte lichtomstandigheden.
  • Pagina 145 densvorming op de lens, storingen, brand of elektrische schokken kunnen veroorzaken. • Stoot niet tegen de camera's. Het zijn preci- sie-instrumenten. U kunt een storing of schade veroorzaken die kan leiden tot brand of een elektrische schok. LET OP Maak geen krassen op de lens wanneer u vuil of sneeuw van de voorkant van de camera verwij- dert.
  • Pagina 146: Bediening

    BEDIENING Het display van de 360 graden camera bestaat uit schermen met de voorweergave, linkerweergave- ,rechterweergave, en achterweergave. Het is moge- lijk om een combinatie van de verschillende weer- gaven op de schermen te tonen, zoals afgebeeld. A : Audio- of navigatiescherm voordat de 360 gra- den camera wordt ingeschakeld.
  • Pagina 147: Richtlijnen

    • In de R-stand (achteruit) worden de achterweer- monitor over van het scherm van de 360 graden gave en de bovenweergave getoond . Het camera naar het audio- of navigatiescherm. beeld aan passagierszijde schakelt over naar de RICHTLIJNEN voor-zijweergave wanneer de <CAMERA>- knop wordt ingedrukt.
  • Pagina 148 • Groene lijn : ong. 2 m (7 ft) OPMERKING • Groene lijn : ong. 3 m (10 ft) Wanneer de monitor het vooraanzicht toont en het stuurwiel ongeveer 90 graden of minder van- Voertuigbreedtelijnen en statische geschatte uit de neutrale stand wordt gedraaid, dan worden koerslijnen de geschatte koerslijnen zowel aan de linker- als Geven de voertuigbreedte aan wanneer u achter-...
  • Pagina 149: Verschil Tussen Geschatte En Werkelijke Afstanden

    • Voor-zijaanzicht Hoeklijnen van de dode hoeken knipperen (geel) op alle vier de hoeken van de auto als *: Bij modellen met rechtse besturing is de opmaak herinnering om voorzichtig te zijn. Dit is geen van het beeldscherm tegenovergesteld. storing. Richtlijnen: LET OP De werkelijke afstand tot voorwerpen kan ver-...
  • Pagina 150 Achteruit een steile helling oprijden Achteruit een steile helling afrijden B bevindt. Let erop dat elk object op de heuvel op de monitor verder weg lijkt dan het in werkelijkheid Achteruit rijden in de buurt van een uitstekend object De dynamische geschatte koerslijnen A tonen mo- gelijk dat het voertuig het object niet raakt.
  • Pagina 151: Een Uitstekend Voorwerp Naderen

    NAA1695 NAA1696 NAA1169 Een uitstekend voorwerp naderen De geschatte koerslijnen A raken het object in het Er kan wellicht een kleine afstand zichtbaar zijn tus- beeldscherm niet. Echter, het voertuig kan het ob- sen de auto en het voorwerp in de bovenweergave Punt C wordt verder weg getoond dan punt B op...
  • Pagina 152: De Schermweergave Aanpassen

    VENTILATIEROOSTERS • DE SCHERMWEERGAVE AANPASSEN MIDDENVENTILATIEROOSTERS Voorwerpen op de monitor zijn mogelijk niet duidelijk en de kleur van het object kan mogelijk Om de helderheid van het display van de 360 gra- verschillen in een donkere omgeving. Dit is geen den camera aan te passen, gebruikt u de instellin- storing.
  • Pagina 153: Zijventilatieroosters

    VERWARMING EN AIRCONDITIONING ZIJVENTILATIEROOSTERS VENTILATIEROOSTERS ACHTERIN WAARSCHUWING (indien aanwezig) • De verwarming en airconditioning werken al- leen als de motor draait. • Laat kinderen en hulpbehoevende volwasse- nen nooit alleen in de auto achter. Laat ook geen huisdieren onbewaakt achter. Zij kunnen zonder het te weten schakelaars of bedienin- gen activeren, of de auto verplaatsen en on- bedoeld betrokken raken in een ongeval waar-...
  • Pagina 154: Bedieningstips (Modellen Met Automatische Airconditioning)

    • Luchtjes van binnen en buiten het voertuig kunnen zich ophopen in de airconditionereen- heid. Deze luchtjes kunnen vervolgens het in- terieur binnendringen via de ventilatieroos- ters. • Gebruik tijdens het parkeren de bedieningen van verwarming en airconditioning om de luchtrecirculatiemodus uit te zetten zodat er frisse lucht het interieur binnenstroomt.
  • Pagina 155: Handbediende Verwarming En Airconditioning (Type A)

    Luchtstroombediening: Met deze draaiknop kiest u de ventilatieroosters waaruit de lucht moet stromen. Lucht stroomt uit de midden- en zijventilatieroosters. — Lucht stroomt uit de midden- en zijventilatieroosters en uit de — vloerroosters. Lucht stroomt voornamelijk uit de vloerroosters. — JVH0928XZ Lucht stroomt uit de ruitontwasemroosters en de...
  • Pagina 156: Bediening Van De Verwarming

    Bediening van de verwarming Werking van de airconditioning 4. Draai de temperatuurregelknop in de gewenste stand tussen midden en hoog (rechts). De airconditioning moet minstens eenmaal per Verwarmen: • Om ijzel aan de buitenkant van de ramen snel te maand ongeveer 10 minuten worden aangezet. Op Deze modus wordt gebruikt om warme lucht uit de ontdooien, draait u de temperatuurregelknop en deze manier wordt schade aan het airconditioning-...
  • Pagina 157: Handbediende Verwarming En Airconditioning (Type B)

    3. Draai de aanjagerknop naar de gewenste stand. 4. Druk de A/C-knop in. Het A/C-controlelampje gaat aan. 5. Draai de temperatuurregelknop in de gewenste stand tussen midden en hoog (rechts). Ontwasemen en ontvochtigen: Deze modus wordt gebruikt om de ramen te ontwa- semen en de lucht te ontvochtigen.
  • Pagina 158 Temperatuurregeling: Bediening van de A/C (airconditioning): male warmte (rechts). Voor optimaal gemengd verwarmen, niet de luchtrecirculatiemodus se- Draai de temperatuurregelknop om de gewenste Druk op de A/C-knop om de airconditioning aan of lecteren. Voor optimale ontwaseming, niet de stand in te stellen. Draai de knop in de gewenste uit te zetten.
  • Pagina 159 Werking van de airconditioning 2. Druk op de -knop. (Het controlelampje gaat branden.) De airconditioning moet minstens eenmaal per 3. Draai de aanjagerknop naar de gewenste maand ongeveer 10 minuten worden aangezet. Op stand. deze manier wordt schade aan het airconditioning- systeem door onvoldoende smering voorkomen.
  • Pagina 160: Automatische Airconditioning

    Achterruitontwasemingknop (zie derszijde en de passagierszijde onafhankelijk “Ontwasemschakelaar (indien aanwezig)” in van elkaar regelen met de betreffende tem- peratuurregelknoppen ( hoofdstuk “2. Instrumenten en bedieningen”.) • Temperatuurregelknoppen Om de gescheiden temperatuurinstelling te annuleren drukt u de <DUAL>-knop in (het <DUAL>-knop (gescheiden klimaatregeling <DUAL>-controlelampje gaat uit), de tempe- AAN/UIT) ratuur die is ingesteld aan bestuurderszijde...
  • Pagina 161: Handmatige Bediening

    • • Handmatige bediening Om de gescheiden temperatuurinstelling te Om de gescheiden temperatuurinstelling te an- annuleren drukt u de <DUAL>-knop in (het nuleren drukt u de <DUAL>-knop in (het <DUAL>- U kunt de handmatige modus gebruiken om de ver- <DUAL>-controlelampje gaat uit), de tempe- controlelampje gaat uit), de temperatuur die is warming en airconditioning volgens uw eigen voor- ratuur die is ingesteld aan bestuurderszijde...
  • Pagina 162: Onderhoud Van Airconditioningsysteem

    AUDIOSYSTEEM (indien aanwezig) ONDERHOUD VAN VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DE houdsboekje. Neem voor het vervangen van het filter contact op met een erkende dealer of gekwa- AIRCONDITIONINGSYSTEEM BEDIENING VAN HET lificeerd garagebedrijf. AUDIOSYSTEEM Het filter dient te worden vervangen als de lucht- WAARSCHUWING stroom sterk is afgenomen, of als de ruiten snel be- WAARSCHUWING...
  • Pagina 163: Usb-Verbindingspoort (Universal Serial Bus)

    • CD-speler USB-verbindingspoort (Universal Serial De CD-speler zal soms niet functioneren wan- neer de interieurtemperatuur extreem hoog is. Bus) Zorg ervoor dat de temperatuur daalt vóór het gebruik. WAARSCHUWING • Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht. Sluit het USB-apparaat niet aan, koppel het ap- •...
  • Pagina 164 • • In sommige landen zal het USB-apparaat voor de De iPod nano (2e generatie) zal doorgaan met Het afspelen van Bluetooth®-audio zal in de vol- voorstoelen om beleidsmatige redenen alleen ge- vooruitspoelen of terugspoelen als hij wordt gende gevallen gepauzeerd worden. Afspelen luidsbestanden afspelen zonder beelden, zelfs als ontkoppeld tijdens het automatisch afstemmen.
  • Pagina 165: Compactdisc (Cd)/Usb-Apparaat Met

    Compactdisc (CD)/USB-apparaat met gecomprimeerd digitaal geluidsbestand wor- MP3/WMA/AAC (indien aanwezig) den bepaald door de gehaalde bitsnelheid bij het coderen ervan. Begrippen: • • Samplingfrequentie — Samplingfrequentie is de MP3 — MP3 staat voor Moving Pictures Experts snelheid per seconde waarmee signaalsamples Group Audio Layer 3.
  • Pagina 166: Antenne

    • ANTENNE De mapnamen of mappen waarin geen MP3/ LET OP WMA-bestanden voorkomen worden niet op het Verwijder de antenne in de volgende omstandig- Dakantenne beeldscherm weergegeven. heden om beschadiging of vervorming te voor- • Als een bestand zich op het hoogste niveau van komen.
  • Pagina 167: Aux-Ingangsaansluiting (Hulpingang)

    (afhankelijk van het audiosysteem) totdat het met een draaiende beweging. display schakelt naar de AUX-modus. Gebruik geen traditioneel schoonmaakmiddel RENAULT raadt ten zeerste aan om een stereo mi- voor platen of alcohol voor industrieel gebruik. nistekkerkabel te gebruiken wanneer u uw muziek- •...
  • Pagina 168: Fm Am-Radio Met Cd-Speler (Type A)

    FM AM-RADIO MET CD-SPELER (type A) USB-geheugen • Plaats geen zware voorwerpen op het USB-ge- heugen. • Bewaar het USB-geheugen niet op een plaats met een zeer hoge luchtvochtigheid. • Stel het USB-geheugen niet bloot aan direct zonlicht. • Mors geen vloeistoffen op het USB-geheugen. Raadpleeg de handleiding van het USB-geheugen voor details.
  • Pagina 169: Hoofdbediening Van Het Audiosysteem

    HOOFDBEDIENING VAN HET MEDIA-knop De radio kan verschillende soorten auto-uitzendin- Hiermee kunt u schakelen tussen de gen ontvangen: AUDIOSYSTEEM audiobronnen (CD, USB, AUX, BT-audio)(indien – Het audiosysteem werkt wanneer de contactscha- aangesloten) – DAB (Digital Audio Broadcasting) aangegeven kelaar in de ACC-stand of ON-stand staat. Telefoonknop als DR (indien aanwezig) AAN/UIT-knop...
  • Pagina 170: Handmatig Afstemmen

    Handmatig afstemmen Voorkeuzezenderknoppen DAB (Digitale Radio) OPMERKING Wanneer u handmatig wilt afstemmen op een zen- • Wanneer u een voorkeuzeknop korter dan 2 secon- Bediening in DR-modus lijkt op bediening in derfrequentie, opent u de [FM lijst] en draait u aan den indrukt, wordt de opgeslagen radiozender ge- FM-modus, maar kan enigszins verschillen.
  • Pagina 171: Setup-Knop

    Verkeersinformatie TA Voer de volgende procedure uit om [Audio], [Klok], [Balans] Gebruik deze optie om de balans [Radio], en [Taal] in te stellen: van het volume te regelen tussen Deze functie is werkzaam in de FM/DR-modus (ra- de luidsprekers aan de linker- en 1.
  • Pagina 172: De Klok Instellen

    Taalinstellingen toenemen met de rijsnelheid. Nadat u uw keuze [Formaat]: heeft bepaald, drukt u op <ENTER> om de instelling Hiermee stelt u de tijdweergave in op de 24-uurs Selecteer de juiste taal en druk op de <ENTER>- op te slaan. modus of 12-uurs modus.
  • Pagina 173: Invoeren Van Een Cd (Cd-Speler)

    Hoofdbediening van het audiosysteem LET OP 2. Draai aan de <MENU>-knop om de gewenste • map te selecteren. Forceer de CD niet in de CD-speler. U zou de Lijstweergave: speler kunnen beschadigen. 3. Druk op <ENTER> om de map te openen. Druk Druk tijdens het afspelen van het nummer op de •...
  • Pagina 174: Aux-Ingang (Hulpingang)

    MP3-speler of laptop computer. op <ENTER> om het af te spelen. informatie over het nummer en de titel van het RENAULT raadt ten zeerste aan om een stereo mi- nummer als volgt weer te geven: nistekkerkabel te gebruiken wanneer u uw muziek- CD-uitwerpknop apparaat aansluit op het audiosysteem.
  • Pagina 175: Een Usb-Geheugen Aansluiten

    Een USB-geheugen aansluiten Hoofdbediening van het audiosysteem Dit systeem kan niet gebruikt worden voor het for- matteren van USB-apparaten. Gebruik voor het for- Sluit een USB-geheugenstick of een ander USB-ap- De volgende handelingen komen overeen met de matteren van een USB-apparaat een computer. paraat aan.
  • Pagina 176: Bediening Van De Ipod (Indien Aanwezig)

    -knop * iPod en iPhone zijn handelsmerken van Apple Inc., MP3-spelers, kan RENAULT niet garanderen gedeponeerd in de Verenigde Staten en in andere dat alle onlangs op de markt gebrachte Wanneer een nummer wordt afgespeeld met mu- landen. nieuwe iPod's/iPhone's compatibel zullen zijn met het hier beschreven audiosysteem.
  • Pagina 177: Bediening Van Bluetooth

    • BLUETOOTH®-instellingen [Afspeellijsten] Druk herhaaldelijk op de -knop om meer • informatie over het nummer en de titel van het [Artiesten] Om verbinding te maken met een apparaat moet u nummer als volgt weer te geven: • ervoor zorgen dat Bluetooth aan staat en de toets [Albums] Duur nummer Naam artiest...
  • Pagina 178 • OPMERKING [Bluetooth] toond samen met een code van 6 num- • mers. De unieke en identieke code moet Raadpleeg voor meer informatie over het ap- Als deze instelling uitgeschakeld is, zal de ver- op het apparaat weergegeven worden. paraat de handleiding van uw audio/mobiele binding tussen de Bluetooth-apparaten en de Als de code identiek is, kunt u het op het telefoon.
  • Pagina 179: Belangrijkste Bedieningen Van Bluetooth ® Audio Streaming

    Als de zoekmodus het audiosysteem heeft [Bluetooth]: Het type display, A of B , dat het audiosysteem gevonden, wordt deze getoond op het dis- weergeeft, is afhankelijk van de Bluetooth®-versie Als Bluetooth® is uitgeschakeld, zal er een melding play van het apparaat. van het apparaat.
  • Pagina 180 Bluetooth ® mobiele telefoonfunctie Dit systeem biedt u de mogelijkheid uw mobiele te- lefoon met Bluetooth® handsfree te gebruiken om zo het comfort en de veiligheid tijdens het rijden te verhogen. Zie voor meer informatie “Bluetooth® Handsfree telefoonsysteem (zonder navigatiesys- teem en kleurendisplay)”...
  • Pagina 181 4-49 Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem...
  • Pagina 182 Specificatieschema Ondersteunde media CD-R, CD-ROM, CD-RW, USB 2,0 MSC CD-omvang 12 cm diameter. tot 1,9 mm dikte Ondersteunde bestandssystemen voor CD ISO9660 LEVEL1, ISO9660 LEVEL2, Romeo, Joliet * ISO9660 Level 3 (pakket schrijven) wordt niet ondersteund. * Bestanden die zijn opgeslagen met het Live File systeemcomponent (op een computer met Windows Vista besturingssysteem) worden niet ondersteund.
  • Pagina 183 Ondersteuning van afspeellijsten in USB M3U, WPL, PLS — 1000 afspeellijsten Ondersteuning van teksttekens Instelbare tekenhoogte, Bestandsnaam: Min. 11 tekens (Max. 30 tekens) ID3-TAG: Min. 24 tekens. (Max. 60 afhankelijk van de inhoud van de tekens) *5 media. Weergegeven tekencodes *2 Unicode, ISO8859–15(Frans), 01:ASCll, 02: ISO-8859-1, ISO8859–15(Frans), ISO8859–5(Russisch Cyrillisch), 03: ISO8859–5(Russisch Cyrillisch),...
  • Pagina 184: Fm-Am-Radio Met Cd-Speler (Type B)

    FM-AM-RADIO MET CD-SPELER (type B) (aan/uit)/VOL-knop (volume) Druk op de <VOL>-knop om het audiosysteem aan of uit te zetten. Draai aan de <VOL>-knop om het volume te rege- len. Dit voertuig is mogelijk voorzien van de snelheids- afhankelijke volumeregeling (SSV) voor het audio- systeem.
  • Pagina 185: Cd-Spelerbediening

    Als de <RADIO>-knop wordt ingedrukt terwijl er een Zendervoorkeuzetoetsen: de groep van huidige geselecteerde zenders. Als andere audiobron afspeelt, zal de actieve audiobron deze extra zenders niet beschikbaar zijn binnen U kunt maximaal zes zenders opslaan voor de AM- de groep, zal de toets niet werken. automatisch uitgeschakeld worden en de laatst af- frequentieband, en maximaal twaalf zenders voor •...
  • Pagina 186 CD-knop: Mix: Schijfuitwerpknop: Door de toets [Mix] aan te raken tijdens het afspelen Wanneer de CD-knop wordt ingedrukt terwijl het Wanneer u de schijfuitwerpknop indrukt wanneer van een CD of MP3 CD, zal het willekeurig afspelen systeem uitgeschakeld is en een CD ingevoerd, dan er een CD is geladen, wordt de CD uitgeworpen.
  • Pagina 187 Algemene opmerkingen betreffende het gebruik Mix: wordt overgeslagen, wordt het eerste nummer van van USB-apparatuur: de volgende map afgespeeld. Door de toets [Mix] op het scherm aan te raken tij- Raadpleeg de informatie die door de fabrikant ter dens het afspelen van een USB-geheugenapparaat, Bediening van de iPod beschikking is gesteld met betrekking tot het juiste zal het willekeurig afspelen als volgt afgewisseld...
  • Pagina 188 Zorg dat de firmware van uw iPod is bijgewerkt naar Bediening van de interface: Door menu's bladeren: de hierboven genoemde versie. “Made for iPod”, “Made for iPhone” en “Made for iPad” betekenen dat een elektronisch accessoire speciaal ontworpen is voor aansluiting op respectievelijk een iPod, iPhone of Ipad en dat de ontwikkelaar garan- deert dat het voldoet aan de prestatienormen van Apple.
  • Pagina 189: Bediening Van Bluetooth®-Audiospeler

    Door de toets [Herhalen] op het scherm aan te ra- laptop computer. ken tijdens het afspelen van een iPod, zal het her- RENAULT raadt ten zeerste aan om een stereo mi- haald afspelen als volgt afgewisseld worden: nistekkerkabel te gebruiken wanneer u uw muziek- (Normaal) Nummer herh.
  • Pagina 190: Navigatiesysteem Met Touchscreen

    NAVIGATIESYSTEEM MET STUURWIELSCHAKELAAR VOOR AUDIOBEDIENING (indien aanwezig) TOUCHSCREEN (indien aanwezig) AUDIOBEDIENING Afstemschakelaar/ nummerkeuzeschakelaar Druk op de schakelaar om een kanaal of nummer te selecteren. • Voorkeuzezender wijzigen (radiomodus) Druk de bladerknop omhoog/omlaag ( ) korter dan 1,5 seconde in om een van de voorkeuzezenders te kiezen.
  • Pagina 191: Knoppen Voor Telefoonbediening

    BLUETOOTH® HANDSFREE TELE- FOONSYSTEEM (zonder navigatie- systeem en kleurendisplay) • ® KNOPPEN VOOR BLUETOOTH MOBIELE Een inkomend gesprek weigeren door tijdens het binnenkomen van de oproep op de TELEFOONBEDIENING TELEFOONFUNCTIE < >-knop te drukken. • Een huidig gesprek beëindigen door eenmaal op WAARSCHUWING de <...
  • Pagina 192 Er wordt een bericht op het audiodisplay weerge- kan een nieuw apparaat alleen geregistreerd wor- geven wanneer de telefoon verbonden is, bij een den ter vervanging van één van de 5 bestaande ge- koppelde apparaten. Gebruik de toets [App. verwijd.] inkomend gesprek alsmede wanneer een uitgaand gesprek wordt gestart.
  • Pagina 193 Om het Bluetooth-systeem in te stellen met een 2) Selecteer het apparaat waarmee u verbinding [App. koppelen]: • apparaat kunt u de volgende opties gebruiken: wilt maken. Zet Bluetooth aan op het audiosysteem. Zie de Gebruik de <MENU>-knop en druk erop om te [Bluetooth] beschrijving.
  • Pagina 194: Handsfree Bediening Van De Telefoon

    • HANDSFREE BEDIENING VAN DE Raadpleeg de relevante handleiding van het [#123] apparaat met Bluetooth® voor meer infor- Gebruik deze optie om tijdens een gesprek cij- TELEFOON matie. fers in te voeren. Als bijvoorbeeld een automa- De handsfree-modus kan worden bediend met de tisch systeem verwijst naar een ander toestel- [App.
  • Pagina 195 Bellen vanuit het telefoonboek: Handmatig een telefoonnummer kiezen: ® Nadat de Bluetooth -verbinding tussen de geregi- WAARSCHUWING streerde mobiele telefoon en het audiosysteem tot stand is gebracht, worden de gegevens van het te- Parkeer de auto op een veilige plek en trek de par- lefoonboek automatisch overgebracht naar het au- keerrem aan voordat u gaat bellen.
  • Pagina 196: Algemene Instellingen

    Druk op <ENTER> om te bevestigen. Menuopties: • [Volume] – [Beltoon] Stel het volume van de beltoon in Oproephistorie gebruiken (Bellijstenmenu): – [Oproep] Om te bellen kunt u ook een nummer gebruiken uit Stel het volume van het gesprek in tijdens Tweede inkomende oproep de lijst van gekozen, ontvangen of gemiste oproe- een gesprek.
  • Pagina 197: Bluetooth® Handsfree Telefoonsysteem (Met Navigatiesysteem)

    BLUETOOTH® HANDSFREE TELEFOONSYSTEEM (met navigatiesysteem) Telefoonknop Raadpleeg de volgende informatie voordat u het WAARSCHUWING Bluetooth® handsfree telefoonsysteem gebruikt. Knop voor beëindigen/weigeren oproep • • Gebruik de telefoon nadat u de auto hebt stil- Stel de draadloze verbinding in tussen een mo- De handsfree modus kan worden bediend met de gezet op een veilige plek.
  • Pagina 198: Wettelijk Verplichte Informatie

    • Wanneer de mobiele telefoon verbonden is via ring kan worden geraadpleegd op het volgende in- Bedieningspaneel: een Bluetooth® draadloze verbinding, kan de ternetadres: http://cert.bosch-carmultimedia.net batterij van de mobiele telefoon sneller dan ge- Eventuele aanpassingen van de radioapparatuur of woonlijk leeg raken. Het Bluetooth® handsfree gebruik met andere accessoires, onderdelen of soft- telefoonsysteem kan mobiele telefoons niet op- ware zoals bepaald maakt een herbeoordeling...
  • Pagina 199: Telefoonboek

    BELLEN TIJDENS EEN OPROEP 4. Start de koppelprocedure vanaf de handset. Het systeem toont een bericht waarin u wordt ge- Volg onderstaande procedure om te bellen: Tijdens het telefoongesprek zijn de volgende opties vraagd of de PIN wordt weergegeven op uw Blue- beschikbaar op het scherm: 1.
  • Pagina 200: Bluetooth®-Instellingen

    BLUETOOTH®-INSTELLINGEN TELEFOONINSTELLINGEN Om het Bluetooth®-instellingenscherm te openen: Om het scherm telefooninstellingen te openen: 1. Druk op de <SETUP>-knop. 1. Druk op de <SETUP>-knop. 2. Raak de toets [Telefoon & Bluetooth] aan. 2. Raak de toets [Telefoon & Bluetooth] aan. Beschikbare instellingsitems: 3.
  • Pagina 201 NOTITIES 4-69 Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem...
  • Pagina 202: Starten En Rijden

    Starten en rijden Starten en rijden Inrijden ......................Lege batterij van de afstandsbedieningsleutel ..5-12 Voordat u de motor start ..............De motor starten (modellen zonder Voorzorgsmaatregelen bij starten en rijden....... afstandsbedieningsleutelsysteem)..........5-13 Uitlaatgas (koolmonoxide)............De motor starten (modellen met AdBlue®...
  • Pagina 203 Cruise control bedienen ............. 5-36 Aanhangwagendetectie (indien aanwezig) ....5-44 Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)........5-37 Beveiliging van het voertuig............5-45 Stuurbekrachtiging ................5-45 De snelheidsbegrenzer bedienen ........5-38 ECO-rapport ....................5-40 Remsysteem....................5-45 Parkeren......................5-40 Voorzorgsmaatregelen tijdens het remmen....5-45 Parkeersensorsysteem (sonar) (indien aanwezig)..5-42 Antiblokkeerremsysteem (ABS) ..........
  • Pagina 204: Inrijden

    INRIJDEN VOORDAT U DE MOTOR START VOORZORGSMAATREGELEN BIJ STARTEN EN RIJDEN Neem gedurende de eerste 1.600 km (1.000 mijl) de WAARSCHUWING WAARSCHUWING volgende adviezen in acht om een lange levensduur • en een laag brandstofverbruik van de auto te ga- De rijeigenschappen van uw auto kunnen sterk Laat kinderen en hulpbehoevende volwasse- randeren.
  • Pagina 205: Uitlaatgas (Koolmonoxide)

    UITLAATGAS (koolmonoxide) AdBlue®-waarschuwingsdisplay – Als u vermoedt dat uitlaatgassen in het in- terieur worden gezogen; Als het niveau van de AdBlue®-vloeistof in de tank – Als u een abnormaal geluid hoort in het WAARSCHUWING laag is of als er een storing is in het AdBlue® SCR- •...
  • Pagina 206 • Situatie B Als deze waarschuwing verschijnt terwijl de mo- Situatie A tor uit staat, kan de motor niet meer gestart worden. Neem contact op met een erkende dealer of gekwalificeerd garagebedrijf. • Als deze waarschuwing verschijnt terwijl de mo- tor draait, kan de auto nog wel naar de dichtst- bijzijnde erkende dealer of gekwalificeerd gara- gebedrijf gereden worden.
  • Pagina 207: Roetfilter (Dpf - Diesel Particulate Filter) (Indien Aanwezig)

    Gebruik brandstof met laag zwavelgehalte. In deze gevallen wordt het moeilijk om roetdeeltjes • • Gebruik een door RENAULT voorgeschreven die zich in het roetfilter hebben opgehoopt auto- Als deze waarschuwing verschijnt terwijl de mo- matisch te verbranden. Daardoor zal het waarschu- motorolie.
  • Pagina 208: Automatische Regeneratie

    VOORZORGSMAATREGELEN BIJ RIJDEN OP DE WEG EN TERREINRIJDEN • AUTOMATISCHE REGENERATIE Voertuigen type pickup kantelen Rijd niet overdwars langs steile hellingen. Het aanzienlijk sneller dan andere soorten voertui- is beter om in een rechte lijn een helling op of Wanneer het waarschuwingslampje voor het DPF gen.
  • Pagina 209 de keuzehendel in een lage versnelling om de ger voor sterke zijwinden. Bij een lage snel- voor bochtenwerk met dezelfde snelheden als snelheid onder controle te houden. heid behoudt u gemakkelijker de macht over gewone personenauto's. Wanneer u deze auto •...
  • Pagina 210: Turbocompressorsysteem

    TURBOCOMPRESSORSYSTEEM TIPS VOOR HET RIJDEN MET UW AUTO • De turbocompressor gebruikt motorolie als smeer- Veiligheid en rijcomfort zijn afhankelijk van de wijze Vermijd het nemen van scherpe bochten en het en koelmiddel voor de roterende onderdelen. De waarop de automobilist zich aanpast aan de om- plotseling wisselen van rijstrook.
  • Pagina 211: Contactschakelaar (Modellen Zonder Afstandsbedieningsleutelsysteem)

    CONTACTSCHAKELAAR (model- len zonder afstandsbediening- sleutelsysteem) AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK Indien de contactschakelaar in de <LOCK>-stand is WAARSCHUWING gezet, kan de schakelhendel niet uit de P-stand (par- (AT) keren) worden gehaald. De schakelhendel kan in Haal de sleutel nooit uit de contactschakelaar en een andere stand worden gezet als de contactscha- draai de contactschakelaar nooit naar de kelaar in de <ON>-stand staat en het rempedaal is...
  • Pagina 212: Stuurslot

    CONTACTDRUKKNOP (modellen met afstandsbedieningsleutel- systeem) • STUURSLOT VOORZORGSMAATREGELEN BIJ Laat de afstandsbedieningsleutel nooit in de auto achter wanneer u de auto verlaat. BEDIENING VAN DE Het stuurwiel blokkeren • CONTACTDRUKKNOP Indien de accu leeg raakt, kan de contactscha- 1) Zet de contactschakelaar in de <LOCK>-stand. kelaar niet uit de LOCK-stand gehaald worden en als het stuurslot vergrendeld is, kan er niet 2) Haal de sleutel uit de contactschakelaar.
  • Pagina 213: Automatische Versnellingsbak (At)

    mand die de afstandsbedieningsleutel niet bij zich 5. Open het portier. De contactschakelaar schakelt dan nogmaals op de contactschakelaar ter- heeft, op de contactschakelaar drukken om de mo- over naar de “LOCK”-stand. wijl u het stuurwiel iets naar links en rechts draait.
  • Pagina 214: Lege Batterij Van De Afstandsbedieningsleutel

    ACC-stand Model met handgeschakelde versnellingsbak (MT): In deze stand activeert u de elektrische accessoires Zet de schakelpook in de N-stand (vrij). zonder dat de motor draait. 2. Trap het rempedaal stevig in. ON-stand 3. Raak de contactschakelaar aan met de afstands- In deze stand worden het ontstekingssysteem en bedieningsleutel, zoals afgebeeld.
  • Pagina 215: De Motor Starten (Modellen Zonder Afstandsbedieningsleutelsysteem)

    DE MOTOR STARTEN (modellen DE MOTOR STARTEN (modellen zonder afstandsbedieningsleu- met afstandsbedieningsleutel- telsysteem) systeem) lijk. (Zie “Batterij van de afstandsbedienings- 1. Activeer de parkeerrem. 1. Activeer de parkeerrem. leutel vervangen” in hoofdstuk “8. Onderhoud 2. Trap het rempedaal in. 2. Model met automatische versnellingsbak (AT): en doe-het-zelf”.) 3.
  • Pagina 216: Rijden Met Het Voertuig

    RIJDEN MET HET VOERTUIG • RIJDEN MET AUTOMATISCHE LET OP Start de motor in de P-stand (parkeren) of N- stand (vrij). De motor kan in geen enkele an- VERSNELLINGSBAK (AT) Laat het voertuig nooit onbeheerd achter tij- dere stand gestart worden. Is dit echter wel dens het opwarmen van de motor.
  • Pagina 217: Schakelen

    Schakelen U kunt de schakelhendel niet vanuit de P-stand Trap na het starten van de auto het rempedaal vol- (parkeren) in een andere stand zetten als de con- ledig in, druk op de knop op de schakelhendel en haal de hendel uit de P-stand (parkeren). tactschakelaar in de “LOCK”-, “OFF”- of “ACC”- stand staat.
  • Pagina 218: Terugschakelen Met Het Gaspedaal - In D-Stand (Rijden)

    • N (vrij): 7 (7e): Wanneer de versnellingsbak niet naar de ge- selecteerde versnelling schakelt, zal de scha- Geen rijstand of achteruitrijstand is ingeschakeld. Gebruik deze stand voor normaal vooruit rijden op kelstandindicator van de automatische ver- De motor kan in deze stand gestart worden. Als de hoge snelheden.
  • Pagina 219: Noodloopfunctie

    “LOCK”-stand. 1 (1e), 2 (2e) of R (achteruit). RENAULT raadt aan kijken en eventueel repareren door een erkende om de auto in de 2e versnelling te starten op een 2.
  • Pagina 220: Stop/Start-Systeem (Indien Aanwezig)

    Stop/Start-systeem kun- Start-systeem langzaam knippert. nen optreden. Wat betreft de accu wordt aange- • raden om originele RENAULT-onderdelen te ge- Wanneer de aanjagersnelheidsregelaar in een bruiken. Neem voor meer informatie contact op andere stand dan OFF (0) staat terwijl de lucht-...
  • Pagina 221 • • Wanneer de temperatuur in de auto te hoog of OPMERKING Wanneer de koppeling wordt ingetrapt. te laag is. (Wanneer de automatische aircon- Het kan even duren voordat het Stop/Start-sys- LET OP ditioning uit staat, zal het Stop/Start-systeem teem ingeschakeld wordt onder de volgende om- Schakel alleen in een versnelling wanneer het werken.) standigheden:...
  • Pagina 222: Weergave Van Stop/Start-Systeem

    WEERGAVE VAN Bespaarde CO2-uitstoot of brandstof Automatisch starten niet beschikbaar en motorstoptijd STOP/START-SYSTEEM Afzetten motor JVS0344XZ JVS0430XZ Als de motor afgezet wordt bij ingeschakeld Stop/ JVS0341XZ Start-systeem, en niet automatisch weer gestart De modus bespaarde CO2 of brandstof en motor- wordt, wordt dit bericht getoond stoptijd toont het volgende: Wanneer de motor is afgezet, wordt gedurende en-...
  • Pagina 223: Off-Schakelaar Voor Stop/Start-Systeem

    OFF-SCHAKELAAR VOOR Het bericht kan alleen gewist worden door het con- schadelijke uitstoot van CO2 niet meer beper- tact naar OFF te draaien of te drukken (of door de ken en niet meer zorgen voor een vermindering STOP/START-SYSTEEM van de geluidsoverlast. motor opnieuw te starten).
  • Pagina 224: Vierwielaandrijving (4Wd) (Indien Aanwezig)

    VIERWIELAANDRIJVING (4WD) (indien aanwezig) – in de <4LO>-stand, stop de auto en zet de WAARSCHUWING schakelhendel in de N-stand (vrij) met het • rempedaal ingetrapt en zet de 4WD-mo- Probeer niet twee wielen van de grond te hef- dusschakelaar op <2WD>. fen en de versnellingsbak in een voor- of ach- teruitrijstand te zetten met een draaiende Als na bovenstaande procedure het 4WD-...
  • Pagina 225 Bediening van de 4WD-modusschakelaar Indicator 4WD- Gebruiksomstan- Aangedreven wielen (Zie “Bediening van de 4WD-modusschakelaar” modusschakelaar digheden 4WD-modus <4LO> verderop in dit hoofdstuk.) Het omschakelen tussen de <2WD>- en de <4H>- Voor het rijden op stand kan tijdens het rijden plaatsvinden. <2WD>...
  • Pagina 226 2) De motor starten. verwacht kunnen bewegen, zelfs als de auto- WAARSCHUWING matische versnellingsbak in de P-stand (par- 3) Controleer of het 4WD-waarschuwings- keren) staat. Modellen met automatische versnellingsbak: Als lampje gaat branden. • het 4WD-moduscontrolelampje niet brandt of het Wacht totdat het 4LO-controlelampje niet Als na bovenstaande procedure het 4WD-waar- ATP-waarschuwingslampje...
  • Pagina 227: Bediening Van De 4Wd-Modusschakelaar

    De wielen kunnen diep in de modder zinken <2WD> en <4H>. Gebruik de 4WD-modusscha- gevolg hebben. RENAULT raadt aan om onder waardoor het moeilijk zal zijn de auto vrij te kelaar niet wanneer u een bocht maakt of ach- deze omstandigheden in de 2WD-stand te rij- krijgen.
  • Pagina 228: Controlelampje 4Wd-Modus

    CONTROLELAMPJE 4WD-MODUS 4WD-WAARSCHUWING zijn, wordt de 4WD-modus niet ingeschakeld zelfs niet als de 4WD-modusschakelaar wordt Waarschuwingslampje geschakeld. • Brandt of knip- Rijd niet met de auto op een droog, hard weg- pert in de dek in de <4H>-stand of de <4LO>-stand. Wan- Waarschuwingslampje volgende neer u met de auto in de <4H>-stand of de...
  • Pagina 229: Aanbevolen Banden Voor Vierwielaandrijving

    Banden wisselen ondervindt gestuurd waardoor dit gaat tollen en er onvoldoende trekkracht overblijft voor het andere LET OP RENAULT raadt aan de banden om de 5.000 km wiel. De blokkering van het achterdifferentieel zorgt • (3.000 mijl) te wisselen. Zorg ervoor dat alle vier de banden dezelfde...
  • Pagina 230: Electronic Stability Programme (Esp) (Indien Aanwezig)

    (ESP) gaan branden. Dit geeft aan dat de anti- Druk na het gebruiken van de blokkering van het niet door RENAULT zijn aanbevolen voor uw blokkering misschien niet goed werkt. achterdifferentieel, of wanneer u weer normaal gaat voertuig of extreem versleten zijn, werkt het •...
  • Pagina 231 Als wielen of banden gebruikt worden die niet sterker gestuurd wordt) keld wanneer contactschakelaar door RENAULT zijn aanbevolen, werkt het ESP- – overstuur (voertuig heeft de neiging tot OFF-stand en vervolgens terug in de ON-stand systeem mogelijk niet goed, en kan het ESP- wielspin bij bepaalde wegomstandigheden wordt gezet.
  • Pagina 232: Electronic Stability Programme (Esp) Off-Schakelaar

    ACTIVE EMERGENCY BRAKING- SYSTEEM (indien aanwezig) • ELECTRONIC STABILITY Het Active Emergency Braking-systeem kan de be- Het Active Emergency Braking-systeem werkt stuurder helpen wanneer er een risico bestaat op niet onder alle rij-, verkeers-, weers- en we- PROGRAMME (ESP) een frontale botsing met een voorligger in dezelfde gomstandigheden.
  • Pagina 233 • Wanneer er geen voorligger meer wordt waar- – Als er een aanhangwagen getrokken Waarschuwing Zichtbaar Hoorbaar genomen. wordt. • Als het Active Emergency Braking-systeem de auto In sommige weg- of verkeersomstandighe- Eerste Geluidssignaal heeft stopgezet, zal de auto gedurende ongeveer 2 den kan het Active Emergency Braking-sys- seconden stil blijven staan voordat de remmen door teem...
  • Pagina 234: Het Active Emergency Braking-Systeem Aan/Uit Zetten

    Het Active Emergency Braking-systeem OPMERKING de voorbumper bedekt is. Indien dit het geval is, ver- • AAN/UIT zetten wijder dan het materiaal dat hiervan de oorzaak is. Door het ESP-systeem uit te schakelen met de Start de motor opnieuw. Als het waarschuwings- Electronic Stability Programme (ESP) OFF- Voer de volgende stappen uit om het Active Emer- lampje blijft branden, laat het Active Emergency...
  • Pagina 235: Hill Descent Control (Indien Aanwezig)

    HILL DESCENT CONTROL (indien aanwezig) OPMERKING lampjes, controlelampjes en geluidssignalen” in WAARSCHUWING hoofdstuk “2. Instrumenten en bedieningen”.) Bo- Wanneer de Hill Descent Control gedurende lan- • vendien worden achterliggers gewaarschuwd voor Vertrouw nooit alleen op de Hill Descent Con- gere tijd voortdurend in werking is, kan de tem- de werking van de Hill Descent Control door de au- trol (afdalingsassistent) om de snelheid van de peratuur van de actuator van het elektronisch...
  • Pagina 236: Hill Start Assist-Systeem (Indien Aanwezig)

    HILL START ASSIST-SYSTEEM CRUISE CONTROL (indien (indien aanwezig) aanwezig) De Hill Start Assist zal automatisch in werking tre- De cruise control maakt het u mogelijk met een con- WAARSCHUWING den onder de volgende omstandigheden: stante snelheid te rijden zonder uw voet op het gas- •...
  • Pagina 237: Voorzorgsmaatregelen Bij Cruise Control

    De bedieningsschakelaars voor de cruise control bevinden zich op het stuurwiel (rechterzijde). De bedrijfstoestand van de cruise control wordt weergegeven op het voertuiginformatiedisplay. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ CRUISE CONTROL • Als het cruise controlsysteem niet goed functio- neert, zal het automatisch geannuleerd worden. -indicator of de -indicator (in- dien aanwezig) op het voertuiginformatiedis-...
  • Pagina 238: Cruise Control Bedienen

    CRUISE CONTROL BEDIENEN Cruise controlsymbool De vooringestelde snelheid hervatten: Druk op de <RES/+>-schakelaar en laat weer los Ingestelde snelheid Met cruise control is het mogelijk met snelheden De auto hervat de laatst ingestelde kruissnelheid boven 40 km/u (25 MPH) te rijden zonder uw voet wanneer de rijsnelheid hoger is dan 40 km/u (25 op het gaspedaal te hoeven houden.
  • Pagina 239: Een Andere Auto Inhalen

    SNELHEIDSBEGRENZER (indien aanwezig) De kruissnelheid annuleren Een hogere snelheid instellen: Met de snelheidsbegrenzer kunt u de gewenste maximum rijsnelheid instellen. Als de snelheidsbe- Volg één van de volgende methodes om een ho- Volg een van de volgende methodes om de inge- grenzer in werking is, kunt u normaal remmen en gere snelheid in te stellen.
  • Pagina 240: De Snelheidsbegrenzer Bedienen

    • ze de bediening van het gaspedaal niet kun- Hoofdschakelaar cruise control “AAN/UIT”. (Zie Stel de snelheidsbegrenzer in wanneer u harder nen belemmeren. Matten die niet geschikt zijn voor meer informatie “Cruise control (indien rijdt dan 30 km/u (20 mph). voor de auto kunnen een juiste werking van aanwezig)”...
  • Pagina 241: Een Snelheidslimiet Annuleren

    Een snelheidslimiet annuleren Storing in de snelheidsbegrenzer De snelheidslimiet kan opnieuw worden geacti- veerd door de <RES/+>-schakelaar (Resume) A om- Druk om een ingestelde snelheidslimiet te annule- In geval van een storing in de snelheidsbegrenzer, hoog te drukken. ren op de <CANCEL>-schakelaar .
  • Pagina 242: Eco-Rapport

    ECO-RAPPORT PARKEREN WAARSCHUWING • Parkeer of breng de auto nooit tot stilstand boven brandbaar materiaal, zoals droog gras, oud papier of vodden. Deze vatten gemakke- lijk vlam. • Om veilig te parkeren moet bij modellen met automatische versnellingsbak (AT) zowel de parkeerrem geactiveerd worden als de scha- kelhendel in de P-stand (parkeren) gezet wor- den, terwijl bij modellen met handgescha-...
  • Pagina 243 HEUVELOP MET STOEPRAND Draai de wielen van de stoeprand weg en laat het voertuig zover achteruit rijden tot één wiel zacht de stoeprand raakt. Zet de auto dan op de parkeerrem. HEUVELOP OF HEUVELAF, ZONDER STOEPRAND Draai de wielen naar de berm van de weg, zodat de auto naar de berm rolt als hij in beweging komt.
  • Pagina 244: Parkeersensorsysteem (Sonar) (Indien Aanwezig)

    PARKEERSENSORSYSTEEM (SONAR) (indien aanwezig) – Dunne voorwerpen zoals touw, draad, ket- tingen, enz. – Wigvormige objecten • Als de bumper van uw auto beschadigingen oploopt en daardoor onjuist uitgelijnd of ge- bogen blijft, kan het detectiegebied veranderd zijn waardoor onnauwkeurige metingen van obstakels of onjuiste activeringen veroor- zaakt kunnen worden.
  • Pagina 245: Parkeersensorsysteem (Sonar) Uit-Schakelaar

    • PARKEERSENSORSYSTEEM (SONAR) Wanneer de snelheid tenminste 10 km/u (6 MPH) bereikt en afneemt. UIT-SCHAKELAAR De functie voor het automatisch aanzetten van het systeem kan aan- of uitgezet worden met de [Sen- sor]-toets in het [Parkeerassistentie]-menu. Zie “Voertuiginformatiedisplay” in hoofdstuk “2. Instru- menten en bedieningen”.
  • Pagina 246: Rijden Met Aanhangwagen

    Rijd altijd met gematigde snelheid. maximaal aangeraden koude bandenspanning RENAULT en de richtingsaanwijzers gebruikt, detec- • Volg de instructies van de fabrikant van de aan- (voor volledige belading) aangegeven op de ban- teert het elektrische systeem van de auto de extra hanger op.
  • Pagina 247: Beveiliging Van Het Voertuig

    BEVEILIGING VAN HET VOERTUIG STUURBEKRACHTIGING REMSYSTEEM Neem de volgende raadgevingen in acht als u uw Het remsysteem heeft twee afzonderlijke hydrauli- WAARSCHUWING auto onbeheerd achterlaat: sche circuits. Als er in één van de circuits een sto- • Als de motor uitstaat of wordt uitgezet tijdens het ring is, heeft de auto nog steeds remvermogen op Haal de contactsleutel uit de contactschakelaar twee wielen.
  • Pagina 248: Antiblokkeerremsysteem (Abs)

    Het systeem gebruiken Wees op een glad wegdek extra voorzichtig met den wanneer u op een glad wegdek moet rem- remmen, accelereren en terugschakelen. Abrupt men. Houd er rekening mee dat de remweg op Trap het rempedaal in en houd het ingetrapt. Trap een glad wegdek langer zal zijn dan op een nor- remmen of fel accelereren kan leiden tot slippartijen het rempedaal in met een gelijkmatige druk.
  • Pagina 249: Normale Werking

    RIJDEN IN WINTERWEER Normale werking ACCU WAARSCHUWING Het ABS-systeem werkt bij snelheden boven 5 tot • Als de accu onder zeer koude weersomstandighe- Rijd onder alle omstandigheden altijd voor- 10 km/u (3 tot 6 MPH). De snelheid is afhankelijk van den niet volledig is opgeladen, bestaat het risico dat zichtig.
  • Pagina 250: Speciale Winteruitrusting

    • Sneeuwbanden met spikes hebben op natte of Zet de versnellingshendel in de 1 (1e) of R (ach- droge wegen mogelijk minder grip dan teruit) (model met handgeschakelde versnel- sneeuwbanden zonder spikes. lingsbak). • 4. Indien gewenst kunnen sneeuwkettingen wor- Blokkeer de wielen goed.
  • Pagina 251 Als uw auto oververhit raakt............6-14 Een lekke band verwisselen (voor modellen Uw voertuig slepen ................6-15 met een reservewiel)..............Voorzorgsmaatregelen bij het slepen ......6-15 Een lekke band repareren (voor modellen met Sleepwijze aanbevolen door RENAULT......6-16 een reparatieset voor lekke banden)........
  • Pagina 252: Schakelaar Waarschuwingsknipperlichten

    SCHAKELAAR WAARSCHU- LEKKE BAND WINGSKNIPPERLICHTEN Volg bij een lekke band de instructies in dit hoofd- 8. Laat alle inzittenden uitstappen en zorg dat ze stuk. op een veilige plek, buiten bereik van het verkeer en van de auto, blijven. DE AUTO STILZETTEN EEN LEKKE BAND VERWISSELEN (voor modellen met een WAARSCHUWING...
  • Pagina 253: Voor Double Cab-Model

    Voor Double Cab-model Modellen met klapstoeltje: Het opbergvak voor gereedschap zit onder de ach- terbank. JVE0236XZ De krik en gereedschap zijn onder het klapstoeltje JVE0201XZ opgeborden. JVE0202XZ 1. Klap de achterbank omhoog en verwijder de deksels van het gereedschapopbergvak 2. Pak de krik en benodigde gereedschappen. In geval van nood...
  • Pagina 254: Reservewiel Verwijderen

    Reservewiel verwijderen Zoek de ovale opening onder het midden van de achterklep (indien aanwezig) of onder de kenteken- plaat. Steek het T-vormig uiteinde van de krikstang door de opening en richt het naar de reservewiel- lier, pal boven het reservewiel. Plaats het T-vormig uiteinde van de krikstang in de T-vormige opening van de reservewiellier en draai de krikstang linksom...
  • Pagina 255: De Wielen Blokkeren

    • De wielen blokkeren Krik nooit een auto omhoog met gebruik van een andere plaats dan het aangegeven krik- punt. • Krik het voertuig nooit hoger op dan noodza- kelijk is. • Plaats geen wielblokken op of onder de krik. •...
  • Pagina 256 Het voertuig omhoogkrikken: NCE492 Voor modellen met bladvering In geval van nood...
  • Pagina 257 NCE130Z 3. Monteer de gemonteerde krikstang zoals afge- beeld in de krik. 4. Krik de auto voorzichtig op totdat de band los- komt van de grond. 5. U brengt de auto veilig omhoog door de krikstang en de hendel met beide handen vast te houden en de hendel te draaien.
  • Pagina 258: Een Reservewiel Installeren

    LET OP • WAARSCHUWING houdsbeurt vast te laten zetten met het voorge- RENAULT raadt aan om uitsluitend het origi- • schreven aanhaalmoment. Gebruik nooit wielmoeren die niet met uw nele RENAULT-bandenafdichtmiddel te ge- auto zijn meegeleverd.
  • Pagina 259: De Reparatieset Voor Lekke Banden Tevoorschijn Halen

    • De reparatieset voor lekke banden Band repareren Verzink de reparatieset voor lekke banden niet. tevoorschijn halen • Gebruik de reparatieset voor lekke banden WAARSCHUWING Haal de reparatieset voor lekke banden uit de daar- niet onder de volgende omstandigheden. voor bestemde ruimte onder de linker achterstoel. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij het Neem contact op met een erkende dealer of De reparatieset voor lekke banden bestaat uit de...
  • Pagina 260 4. Schroef de fles rechtsom op de fleshouder van de luchtcompressor. 5. Verwijder de dop van het ventiel van de lekke band. SCE0867Z 1. Verwijder de snelheidsbeperkingsticker uit de compressor* en plaats deze op een plek die goed zichtbaar is voor de bestuurder tijdens het rijden. SCE0870Z *: De uitvoering van de compressor kan mogelijk verschillen afhankelijk van het model.
  • Pagina 261 ventiel. Plaats het beschermkapje op de slang en WAARSCHUWING het dopje op het ventiel van de band. Berg de reparatieset voor lekke banden goed op in de Om ernstig lichamelijk letsel tijdens het ge- daarvoor bestemde ruimte. bruik van de reparatieset voor lekke banden te voorkomen.
  • Pagina 262: Starten Met Startkabels

    Draag altijd een geschikte veiligheidsbril en • De tijdelijke reparatie is voltooid. RENAULT raadt aan om uitsluitend het origi- verwijder ringen, armbanden en andere siera- nele RENAULT-bandenafdichtmiddel te ge- den wanneer u aan of in de nabijheid van een Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende bruiken dat met de auto is meegeleverd.
  • Pagina 263 Model met handgeschakelde versnellingsbak (MT): Zet de schakelpook in de N-stand (vrij). 4. Zet alle overbodige elektrische systemen uit (koplampen, verwarming, airconditioning, etc.). 5. Zet de contactschakelaar in de OFF-stand. 6. Verwijder de ontluchtingsdoppen op de accu, in- dien aanwezig. 7.
  • Pagina 264: Starten Door Aanduwen

    STARTEN DOOR AANDUWEN ALS UW AUTO OVERVERHIT RAAKT een wil aanslaan, zet de contactschakelaar Probeer niet uw auto te starten door deze aan te WAARSCHUWING dan in de “LOCK”-stand en wacht minstens 10 duwen. • seconden voordat u opnieuw probeert te star- Blijft nooit rijden als uw motor oververhit LET OP ten.
  • Pagina 265: Uw Voertuig Slepen

    Om schade aan uw voertuig te voorko- Zet de schakelpook in de N-stand (vrij). men en een juiste sleepprocedure te garanderen, raadt RENAULT aan om uw voertuig te laten slepen ZET DE MOTOR NIET AF. door een professionele pechhulpdienst. Het is ver- 5.
  • Pagina 266: Sleepwijze Aanbevolen Door Renault

    Sleep modellen met automatische versnellings- bak (AT) nooit met alle vier de wielen op de grond. RENAULT adviseert om bij het slepen van uw voer- Als u dit wel doet, veroorzaakt u ernstige en kost- tuig gebruik te maken van dolly's die onder de ach- bare schade aan de aandrijflijn.
  • Pagina 267: Modellen Met Vierwielaandrijving (4Wd) Slepen

    ACE0705 RENAULT adviseert om uw voertuig te laten slepen • Gebruik uitsluitend het sleepoog. Bevestig de met alle wielen van de grond, zoals afgebeeld, of zet trekinrichting nooit aan andere delen van het uw voertuig op een dieplader.
  • Pagina 268 • Het sleepoog wordt onderworpen aan een enorme belasting wanneer het gebruikt wordt om een vastzittend voertuig los te trekken. Trek de trekinrichting altijd recht vanuit het voertuig. Trek nooit aan het sleepoog vanuit een hoek. LET OP Zorg dat de sleepkabel langzaam aangespannen wordt zodat deze niet breekt.
  • Pagina 269 Verzorging van koetswerk en interieur Verzorging van koetswerk en interieur Reinigen van koetswerk ..............Reinigen van het interieur..............Wassen..................... Luchtverfrissers ................Vlekken verwijderen ..............Vloermatten..................In de was zetten ................Ruiten......................Ruiten......................Veiligheidsgordels ................Onderzijde..................... Roestpreventie................... Wielen......................De belangrijkste oorzaken van roestvorming.... Aluminium lichtmetalen velgen..........
  • Pagina 270: Reinigen Van Koetswerk

    REINIGEN VAN KOETSWERK • STICKERS, EMBLEMEN, STREPEN OF Zorg goed voor uw auto als u de fraaie aanblik van Was uw auto niet in direct zonlicht of wan- uw auto wilt behouden. neer de carrosserie warm is. Dit kan vlek- GRAFISCHE VOORSTELLINGEN (indien ken op de lak veroorzaken.
  • Pagina 271: In De Was Zetten

    RUITEN • product met een hoge zuurgraad of met een RENAULT raadt aan om de wielen in de was te Gebruik een speciaal glasreinigingsmiddel om stof- hoog alkaligehalte te gebruiken, kan het op- zetten om ze te beschermen tegen strooizout in en rookaanslag van de ruiten te verwijderen.
  • Pagina 272: Reinigen Van Het Interieur

    REINIGEN VAN HET INTERIEUR LUCHTVERFRISSERS Hulp bij het plaatsen van de vloermat Verwijder regelmatig los vuil en stof van de interieu- rafwerking, kunststofdelen en stoelen met een stof- De meeste luchtverfrissers gebruiken een oplos- zuiger of een zachte borstel. Neem vinyl en leer af middel dat het interieur van het voertuig zou kun- met een schone en zachte, in sop gedrenkte lap en nen aantasten.
  • Pagina 273: Veiligheidsgordels

    ROESTPREVENTIE DE BELANGRIJKSTE OORZAKEN Luchtvervuiling Met deze middelen kunt u de elektrische gelei- dingsdraden, zoals de elementen van de radioan- VAN ROESTVORMING Industriële vervuiling, zilte lucht in kuststreken en tenne of van de achterruitverwarming, beschadi- • het veelvuldig strooien met pekel zullen roestvor- Vuil dat zich verzamelt aan de binnenkant van gen.
  • Pagina 274 In sommige gebieden kan extra bescherming te- gen roestvorming en corrosie nodig zijn; raadpleeg hiervoor een erkende dealer of gekwalificeerd gara- gebedrijf. Verzorging van koetswerk en interieur...
  • Pagina 275 Onderhoud en doe-het-zelf Onderhoud en doe-het-zelf Onderhoudsvereisten ................Koppelingsvloeistof (indien aanwezig)........8-11 Periodiek onderhoud ..............Ruitensproeiervloeistof............... 8-11 Algemeen onderhoud ..............Accu........................8-12 Waar u naartoe kunt voor onderhoud ......Voertuigaccu..................8-13 Algemeen onderhoud ................Batterij afstandsbediening (indien aanwezig)... 8-13 Uitleg van algemene onderhoudspunten ....Batterij van de afstandsbedieningsleutel Voorzorgsmaatregelen tijdens onderhoud....
  • Pagina 276: Onderhoudsvereisten

    ONDERHOUDSVEREISTEN ALGEMEEN ONDERHOUD WAAR U NAARTOE KUNT VOOR Enig dagelijks en regelmatig onderhoud is nodig om Het algemeen onderhoud dient tijdens het dage- de goede mechanische conditie van uw auto te be- lijkse normale gebruik van de auto regelmatig te ONDERHOUD worden uitgevoerd zoals in dit hoofdstuk staat be- houden, zoals ook de emissie- en motorprestaties.
  • Pagina 277 Verlichting*: Wanneer de voorbanden een andere maat hebben Rempedaal*: dan de achterbanden, is het niet mogelijk de ban- Maak de koplampen regelmatig schoon. Controleer Controleer of het pedaal regelmatig werkt en of de den te wisselen. of de koplampen, remlichten, achterlichten, richtin- afstand tot de vloermat juist is als het pedaal volle- gaanwijzers en andere lichten allemaal goed wer- dig is ingetrapt.
  • Pagina 278: Onder De Motorkap En Onder De Auto

    Wis-/wassysteem voorruit*: Motoroliepeil*: om wegrollen van de auto te voorkomen. Zet de schakelhendel in de P-stand (parkeren) Controleer of de wissers en sproeiers goed werken Controleer het peil nadat u de auto (op een vlakke (model met automatische versnellingsbak) of en de wissers geen strepen trekken.
  • Pagina 279: Inspectiepunten Motorruimte

    INSPECTIEPUNTEN MOTORKOELSYSTEEM MOTORRUIMTE tor kan op elk moment zonder waarschuwing Voor een overzicht van de motorruimte, zie WAARSCHUWING beginnen te werken, ook als de contactscha- “Motorruimte” in hoofdstuk “0. Geïllustreerde in- • houdsopgave”. kelaar in de OFF-stand staat en de motor niet Verwijder de dop van de radiator of van het draait.
  • Pagina 280: Motorkoelvloeistofniveau Controleren

    De radiator is afgesloten met een dop met een over- drukventiel. Gebruik alleen een originele radia- VERVERSEN tordop van RENAULT of een gelijkwaardig product Neem contact op met een erkende dealer of ge- wanneer u deze moet vervangen, om schade aan kwalificeerd garagebedrijf als verversen noodzake- de motor te voorkomen.
  • Pagina 281: De Motorolie Verversen En Het Oliefilter Vervangen

    AdBlue®-TANK (indien aanwezig voor model met dieselmotor) DE AdBlue®-TANK BIJVULLEN LET OP Model met handgeschakelde versnellingsbak • (MT): zet de schakelhendel in de N-stand (vrij). Controleer het oliepeil regelmatig. Als de mo- Wanneer de waarschuwing [AdBlue bijvullen] op het tor met een te laag oliepeil draait, kan er mo- 3.
  • Pagina 282: Aandrijfriem

    AANDRIJFRIEM AUTOMATISCHE VERSNELLINGS- STUURBEKRACHTIGINGSVLOEI- BAKVLOEISTOF (ATF) (indien STOF aanwezig) MODEL MET AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK MET 7 VERSNELLINGEN (AT) Neem contact op met een erkende dealer of ge- kwalificeerd garagebedrijf als controle of vervan- ging nodig is. LET OP • Gebruik uitsluitend ATF die wordt aanbevolen in het Onderhoudsboekje.
  • Pagina 283: Remmen

    REMMEN PARKEERREM CONTROLEREN ken. Af en toe een bijgeluid tijdens licht of gematigd WAARSCHUWING remmen is normaal en tast de werking of de pres- taties van het remsysteem niet aan. Neem contact op met een erkende dealer of ge- kwalificeerd garagebedrijf om het remsysteem te De trommelremmen achter zijn niet voorzien van laten controleren als het rempedaal niet meer te- akoestische slijtage-indicatoren.
  • Pagina 284: Remvloeistof

    REMVLOEISTOF Als de remmen niet goed werken, laat ze dan nakij- WAARSCHUWING ken door een erkende dealer of gekwalificeerd ga- • ragebedrijf. Gebruik uitsluitend nieuwe vloeistof uit een verzegelde container. Oude, slechte vervuilde vloeistof kan het remsysteem be- schadigen. Door het gebruik van verkeerde vloeistoffen kan het remsysteem beschadigd worden, met een nadelig effect op het remver- mogen.
  • Pagina 285: Koppelingsvloeistof (Indien Aanwezig)

    KOPPELINGSVLOEISTOF (indien RUITENSPROEIERVLOEISTOF aanwezig) WAARSCHUWING • Gebruik uitsluitend nieuwe vloeistof uit een verzegelde container. Oude, slechte vervuilde remvloeistof kan het koppelingssys- teem beschadigen. • Reinig de vuldop voordat u deze verwijdert. • Koppelingsvloeistof is giftig en moet worden bewaard in duidelijk herkenbare flessen of bakken buiten het bereik van kinderen.
  • Pagina 286: Accu

    ACCU LET OP Waarschuwingssymbolen voor de • Gebruik de antivries voor het motorkoelsys- accu WAARSCHUWING teem niet in de ruitensproeiervloeistof. U kunt Verboden te roken daarmee schade toebrengen aan de lak. Rook nooit in de buurt van de accu. Stel de accu niet bloot aan open •...
  • Pagina 287: Voertuigaccu

    VOERTUIGACCU Starten met startkabels Controleer het vloeistofniveau in elke accucel. Het accuvloeistofniveau moet tussen MAXIMUM Als het noodzakelijk is te starten met startkabels, MINIMUM zijn. WAARSCHUWING zie “Starten met startkabels” in hoofdstuk “6. In ge- Als cellen moeten worden bijgevuld, gebruikt u uit- val van nood”.
  • Pagina 288: Batterij Van De Afstandsbedieningsleutel

    • Plaats de batterij met de + zijde naar beneden 3. Sluit het klepje goed en plaats de schroef terug. 4. Druk op de knoppen om de werking te controle- ren. Neem contact op met een erkende dealer of ge- kwalificeerd garagebedrijf als u hulp nodig hebt bij het vervangen.
  • Pagina 289: Luchtfilter

    LUCHTFILTER 3. Vervang de batterij door een nieuwe. Wanneer u het filter vervangt, veeg dan de binnen- • zijde van het luchtfilterhuis en het deksel goed Aanbevolen type: CR2025 of gelijkwaardig schoon met een vochtige doek. • Raak de printplaat en de elektrische contac- ten niet aan;...
  • Pagina 290: Ruitenwisserbladen

    RUITENWISSERBLADEN WISSERBLADEN VOORRUIT Reinigen Als de voorruit niet helder wordt na gebruik van de ruitensproeier of als het ruitenwisserblad trekt tij- dens het wissen, zit er mogelijk was of een soortge- lijke stof op het wisserblad en/of op de voorruit. Maak de voorruit aan de buitenzijde schoon met een oplossing van ruitensproeiervloeistof of met een zacht zeepsopje.
  • Pagina 291: Variabele Spanningsregeling (Indien Aanwezig)

    VARIABELE SPANNINGSRE- GELING (indien aanwezig) De variabele spanningsregeling meet de hoeveel- heid elektrische ontlading van de accu en regelt de spanning die door de dynamo wordt gegenereerd. LET OP • De accessoires dienen niet direct aan de ac- cupool geaard te worden. Indien u dit wel doet, zal de variabele spanningsregeling overbrugd worden en zal de accu van de auto mogelijk niet volledig opgeladen worden.
  • Pagina 292: Zekeringen

    ZEKERINGEN MOTORRUIMTE Gebruik nooit ander materiaal (bedrading, alumi- 7. Als de zekering is doorgebrand A , vervang deze niumfolie. enz.) in plaats van een zekering. Hier- dan door een nieuwe zekering door kan het elektrisch systeem beschadigd ra- Als de nieuwe zekering na installatie ook door- ken of kan er brand ontstaan.
  • Pagina 293: Passagiersruimte

    PASSAGIERSRUIMTE Hoofdzekeringkast NDI1689 NDI1688 1. Zorg ervoor dat de contactschakelaar in de OFF- 8. Als de zekering is doorgebrand , vervang deze stand staat. dan door een nieuwe zekering 2. Zorg ervoor dat de koplampen zijn uitgeschakeld. 9. Installeer het handschoenenkastje door de ver- wijderingsstappen in omgekeerde volgorde uit te 3.
  • Pagina 294 Extra zekeringkast Schakelaar voor langdurige opslag nodig de schakelaar zelf te vervangen. Verwijder (indien aanwezig) in dit geval de schakelaar voor langdurige opslag en vervang de zekering ervan met een nieuwe ze- kering van dezelfde amperage. De zekeringschakelaar voor langdurige opslag verwijderen: 1.
  • Pagina 295: Lichten

    LICHTEN KOPLAMPEN Gloeilampen van halogeen-koplampen verwisselen Als het regent of als u uw auto laat wassen in een automatische wasstraat kan het gebeuren dat de De halogeen koplamp is van het type met half geïn- binnenkant van de lens van de buitenverlichting tij- tegreerde reflector, die gebruik maakt van vervang- delijk beslaat.
  • Pagina 296: Buitenverlichting

    INTERIEURVERLICHTING lampbehuizing kunnen binnendringen en de prestaties van de lamp nadelig kunnen beïn- Item Wattage (W) vloeden. Kaartleeslampje (LED)* De koplamphoogte hoeft niet afgesteld te worden Kaartleeslampje (gloeilamp) als alleen de lampen zijn vervangen. Wanneer de Binnenverlichting (indien koplamphoogte moet worden afgesteld, neem dan aanwezig) contact op met een erkende dealer of gekwalifi- Leeslampje achterin (indien...
  • Pagina 297: Plaats Van Lampen

    PLAATS VAN LAMPEN Richtingaanwijzer voor Koplamp (halogeen) Kaartleeslampje Binnenverlichting (indien aanwezig) Mistvoorlamp (indien aanwezig) of Dagrijlicht (indien aanwezig bij model met halogeen koplamp) Stadslicht Zijrichtingaanwijzer (indien aanwezig) Instaplicht (indien aanwezig) Koplamp (grootlicht) (LED) 10. Koplamp (dimlicht) (LED) Dagrijlicht (LED) 12. Leeslampje achterin (indien aanwezig) 13.
  • Pagina 298: Vervangingsprocedures

    NDI1681 Richtingaanwijzer voor NDI1680 Stadslicht (gloeilamp) SDI2306 NDI1682 Mistvoorlamp (indien aanwezig) of dagrijverlichting (indien aanwezig) VERWIJDEREN INSTALLEREN Vervangingsprocedures Alle overige lichten zijn van het type A, B, C, D of E. Verwijder bij vervanging van een lampje eerst het lampglas en/of de beschermkap. 8-24 Onderhoud en doe-het-zelf...
  • Pagina 299 NDI1690 Combinatielicht achter (richtingaanwijzer, remlicht, achteruitrijlicht) (modellen zonder laadbak) : Remlicht/achterlicht : Richtingaanwijzer : Achteruitrijlicht NDI1683 NDI1691 Richtingaanwijzer opzij (op zijkant aan voorkant) Combinatielicht achter (richtingaanwijzer, remlicht, (indien aanwezig) achteruitrijlicht) (modellen met laadbak) 1. Draai de twee schroeven A los en verwijder het combinatielicht achter van de auto.
  • Pagina 300 SDI1845Z SDI1839Z Binnenverlichting (indien aanwezig) Make-upspiegelverlichting (indien aanwezig) JVM0553XZ Instaplicht (indien aanwezig) JVM0464XZ Kentekenplaatverlichting 8-26 Onderhoud en doe-het-zelf...
  • Pagina 301: In Geval Van Nood

    Bent u van plan uw auto te gebruiken in omstan- dat niet zo is, kan dat leiden tot een verschil in digheden met sneeuw en ijs, dan raadt RENAULT LET OP omtrek tussen de banden op de vooras en de...
  • Pagina 302: Sneeuwkettingen

    Rijd bovendien met ge- RENAULT raadt aan om de banden elke 5.000 km matigde snelheid. Anders kan de auto beschadigd (3.000 mijl) te wisselen bij een model met vierwie- raken en worden de wegligging en het stuurgedrag laandrijving (4WD) of elke 10.000 km (6.000 mijl) bij...
  • Pagina 303: Leeftijd Van De Band

    LEEFTIJD VAN DE BAND Als de wielen om een of andere reden worden ver- Teneinde defecten te vermijden moet u het vol- vangen, monteer dan wielen die dezelfde offset gende in acht nemen: Gebruik nooit een band die ouder is dan zes jaar, •...
  • Pagina 304: Onderhoud En Doe-Het-Zelf

    NOTITIES 8-30 Onderhoud en doe-het-zelf...
  • Pagina 305: Technische Informatie

    Technische informatie Technische informatie Aanbevolen vloeistoffen/smeermiddelen en Reizen of registreren in een ander land........inhoudsmaten.................... Voertuigidentificatie................Brandstofinformatie..............Voertuigidentificatieplaatje ............. Automatische versnellingsbakvloeistof (ATF).... Voertuigidentificatienummerplaatje (VIN)....Koelvloeistof en smeermiddel voor Voertuigidentificatienummer (VIN)........airconditioningsysteem.............. Motorserienummer................ Motor......................... Bandenspanningssticker............Banden en wielen ..................Specificatiesticker voor airconditioning......Afmetingen....................
  • Pagina 306: Aanbevolen Vloeistoffen/Smeermiddelen En Inhoudsmaten

    Wel kan het in geringe mate bij- BRANDSTOFINFORMATIE VERSNELLINGSBAKVLOEISTOF (ATF) dragen aan het broeikaseffect. RENAULT raadt aan Dieselmotor* om het koelmiddel op de juiste manier terug te win- Neem contact op met een erkende dealer of ge- nen en te recyclen.
  • Pagina 307: Motor

    MOTOR Motormodel M9T 2,3DCI Type Diesel, 4-takt Cilinderopstelling 4 cilinders, in lijn Boring x Slag mm (in) 85 × 101,3 (3,346 × 3,988) Cilinderinhoud (cu in) 2.298 (140,22) Stationair toerental in de “N”-stand omw/min 750±50 (vrij) Aandrijving nokkenas Distributieketting Technische informatie...
  • Pagina 308: Banden En Wielen

    BANDEN EN WIELEN 205R16C 255/70R16 255/60R18 Traditioneel Maat 110/108 S 111 T/108/104 S 112 T Band Reserve Maat Traditioneel Traditioneel Traditioneel 255/70R16 Maat 16 × 6J 16 × 7J 18 × 7J Traditioneel Offset mm 55 (2,17) 45 (1,77) 45 (1,77) (in) Wiel Maat...
  • Pagina 309: Afmetingen

    AFMETINGEN DOUBLE CAB mm (in) Soort carrosserie Double Cab Modellen zonder vloer en achterbumper 5.120 (201,6) Totale lengte Modellen met vloer en zonder achterbumper 5.300 (208,6) Modellen met vloer en achterbumper 5.330 (209,8) Totale breedte Modellen met brede carrosserie 1.850 (72,8) 1.805 (71,1)*2*3*4 Totale hoogte Modellen met vierwielaandrijving (4WD)
  • Pagina 310: King Cab

    KING CAB mm (in) Soort carrosserie King Cab Modellen zonder vloer en achterbumper 5.120 (201,6) Totale lengte Modellen met vloer en zonder achterbumper 5.225 (205,7) Modellen met vloer en achterbumper 5.255 (206,9) Modellen met smalle carrosserie 1.790 (70,5) Totale breedte Modellen met brede carrosserie 1.850 (72,8) Modellen met tweewielaandrijving (2WD)
  • Pagina 311: Reizen Of Registreren In Een Ander Land

    Wanneer u een voertuig invoert in een ander land, staat, provincie of district, vallen de kosten voor eventuele aanpassingen, transport, registratie en overige kosten onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. RENAULT aanvaardt geen aan- sprakelijkheid voor ongemakken die hieruit voort kunnen vloeien. JVT0352XZ...
  • Pagina 312: Motorserienummer

    MOTORSERIENUMMER SPECIFICATIESTICKER VOOR AIRCONDITIONING NTI405 JVT0367XZ M9T 2,3DCI-motor Op de grote sticker staat de tekst “[Bevat gefluo- NTI403 reerde broeikasgassen]”. Het nummer is zoals afgebeeld op de motor inge- slagen. De specificatiestickers voor de airconditioning zijn aan de onderkant van de motorkap aangebracht BANDENSPANNINGSSTICKER zoals afgebeeld.
  • Pagina 313: Rf-Zender Installeren

    RF-ZENDER INSTALLEREN Voor landen die voldoen aan VN Reglement Nr.10 of gelijkwaardig: De installatie van een RF-zender in de auto kan van invloed zijn op elektrische apparatuur en systemen. Raadpleeg een erkende dealer of gekwalificeerd ga- ragebedrijf voor voorzorgsmaatregelen of speciale aanwijzingen betreffende de installatie.
  • Pagina 314: Radiogoedkeuringsnummer En Informatie

    RADIOGOEDKEURINGSNUMMER EN INFORMATIE GOEDKEURING RADIOFREQUENTIES Alle apparatuur die werkt op radiofrequenties en die tijdens de productie op de reeks voertuigen gemonteerd is, voldoet aan de vereisten van de Richtlijn Radioapparatuur (RED) 2014/53/EU De landen waar deze richtlijn geldig is of die deze accepteren zijn: Albanië, Oostenrijk, België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Tsjechische Republiek, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Frans-Guyana, Georgië, Duitsland, Griekenland, Guadeloupe, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Kosovo, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië, Malta, Martinique, Mayotte, Monaco, Montenegro, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Réunion, Roemenië, Saint Pierre &...
  • Pagina 315 NOTITIES 9-11 Technische informatie...
  • Pagina 316 NOTITIES 9-12 Technische informatie...
  • Pagina 317 NOTITIES 9-13 Technische informatie...
  • Pagina 318 NOTITIES 9-14 Technische informatie...
  • Pagina 319: Index

    Index Index 360 graden camera ................4-11 Achterruit – Bediening ....................4-14 – Achterruitverwarming ..............2-32 – Bedieningswenken ............... 4-20 Achterruitverwarming – Richtlijnen ................. 4-15, 4-17 – Achterruit ..................... 2-32 Achteruitkijk – Spiegels - Binnen ................3-24 – Spiegels - Buiten ................3-25 Achteruitrijcamera ..................
  • Pagina 320 – Statuslampje ..................2-11 – Sneeuwkettingen ................8-28 – Voorpassagiersairbagschakelaar ........1-37 – Soorten ....................8-27 – Sticker ......................9-8 Airconditioning – Koelvloeistof en smeermiddel ..........9-2 – Wielen en banden ................8-27 – Specificatiesticker ................9-8 – Winterweer ..................5-47 –...
  • Pagina 321 – Vulklep ..................... 3-18 Buitenzijde – Lichten — Informatie over lampen ........8-22 ECO-rapport ....................5-40 – Overzicht ....................0-3 Een vastzittend voertuig lostrekken ........6-17 Electronic Stability Programme (ESP) ........5-28 – OFF-schakelaar ................5-30 Elektrisch – Aansluiting ..................2-36 Consolevak ....................
  • Pagina 322 Hill Start Assist-systeem ..............5-34 – Universele kinderzitjes (voorstoel en achterbank) . 1-16 Hoofdsteunen ....................1-6 – Voorzorgsmaatregelen ............... 1-14 Klok ........................2-27 – Afstellen ................... 1-6, 1-8 – Installatie ....................1-7 Koelvloeistof – Verwijderen ..................... 1-7 – Inhoud ....................... 9-2 –...
  • Pagina 323 Luchtfilter ...................... 8-15 – Turbocompressor ................5-8 Luchtverfrissers ..................7-4 Navigatiesysteem met touchscreen ........4-58 Make-up spiegel – Lichten ....................2-43 Meters en tellers ..................2-2 – Brandstof ....................2-2 Olie – Helderheidsregeling ................ 2-4 – Afvoeren ....................8-7 – Kilometerteller ..................
  • Pagina 324 – Veiligheidsgordels ................7-5 – Verchroomde onderdelen ............7-3 – Vloermatten ..................7-4 Parkeerrem – Wassen ....................... 7-2 – Controleren ................... 8-9 – Wielen ......................7-3 – Winterweer ..................5-48 Reizen ......................... 9-7 Parkeersensoren ..................5-42 Remmen ..................... 5-45, 8-9 –...
  • Pagina 325 – Ruitensproeiervloeistof ............... 8-11 Sleutel met geïntegreerde afstandsbediening – Werking (voorruit) ................2-31 – Batterij vervangen ................8-13 Sleutelloos portieropeningssysteem ........3-14 – Wis-/wasschakelaar ..............2-31 – Wisserbladen vervangen ............8-17 Sleutels ......................3-2 – Afstandsbedieningsleutel ............3-8 – Batterij vervangen ................8-13 –...
  • Pagina 326 – Inklappen ....................1-5 – ISOFIX-kinderzitjes ............... 1-18, 1-19 – Klapstoeltje ..................... 1-6 Uitlaatgas (koolmonoxide) ..............5-3 – Lendensteun ..................1-4 Universele kinderzitjes – Universele kinderzitjes (voorstoel en achterbank) . 1-16 – Voorstoel en achterbank ............1-16 – Verstellen (elektrisch) ..............1-3 –...
  • Pagina 327 – Lichten ....................8-24 – Slepen ...................... 6-15 – Luchtfilter ..................... 8-15 – Terreinrijden ..................5-6 – Uitlaatgas ....................5-3 – Motorkoelvloeistof ................8-6 – Motorolie ....................8-7 – Veiligheidsgordels ................1-9 – Motoroliefilter ..................8-7 – Ruitenwisserbladen ............... 8-17 –...
  • Pagina 328 Zender – Radio ......................9-9 Zijvakjes in de console ................ 2-38 Zonnekleppen ................... 2-39 – Kaarthouder ..................2-39 Zonwering ....................2-40 Zwangere vrouwen .................. 1-11 10-10 Index...
  • Pagina 329: Informatie Voor Bij Het Tankstation

    INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION BRANDSTOFINFORMATIE BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND Dieselmotor* Zie de bandenspanningssticker op de middenstijl Compatibele brandstoffen voor dieselmotoren aan bestuurderszijde. De dieselmotor is compatibel met de huidige en toekomstige Europese normen voor biobrandstoffen. Dieselbrandstof conform de norm EN16734 en gemengd met een biobrandstof conform de norm EN14214 (bevat tussen 0 en 10%...
  • Pagina 330 AIRBAGSTICKER (indien aanwezig)
  • Pagina 332 KORTE INHOUDSOPGAVE • In geval van nood ... 6-2 (Lekke band, motor start niet, oververhitting, slepen) • Starten en rijden ... 5-2 • Aflezen van meters en tellers ... 2-2 • Onderhoud en doe-het-zelf ... 8-2 • Technische informatie ... 9-2...
  • Pagina 333 ONDERHOUDSBLADEN (1/6) VIN:............................Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden:...
  • Pagina 334 ONDERHOUDSBLADEN (2/6) VIN:............................Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden:...
  • Pagina 335 ONDERHOUDSBLADEN (3/6) VIN:............................Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden:...
  • Pagina 336 ONDERHOUDSBLADEN (4/6) VIN:............................Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden:...
  • Pagina 337 ONDERHOUDSBLADEN (5/6) VIN:............................Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden:...
  • Pagina 338 ONDERHOUDSBLADEN (6/6) VIN:............................Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden: Stempel Onderhoudsbeurt ............Anti-corrosie Niet OK* controle: *Zie specifieke pagina Datum: Km (mijl): Factuurnummer: Opmerkingen/diversen Soort werkzaamheden:...
  • Pagina 339 ANTI-CORROSIE CONTROLE (1/6) Als de voortzetting van de garantie onderworpen is aan herstelwerkzaamheden, wordt dit hieronder aangegeven VIN:...................... Uit te voeren corrosieherstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden:...
  • Pagina 340 ANTI-CORROSIE CONTROLE (2/6) Als de voortzetting van de garantie onderworpen is aan herstelwerkzaamheden, wordt dit hieronder aangegeven VIN:...................... Uit te voeren corrosieherstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden:...
  • Pagina 341 ANTI-CORROSIE CONTROLE (3/6) Als de voortzetting van de garantie onderworpen is aan herstelwerkzaamheden, wordt dit hieronder aangegeven VIN:...................... Uit te voeren corrosieherstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden:...
  • Pagina 342 ANTI-CORROSIE CONTROLE (4/6) Als de voortzetting van de garantie onderworpen is aan herstelwerkzaamheden, wordt dit hieronder aangegeven VIN:...................... Uit te voeren corrosieherstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden:...
  • Pagina 343 ANTI-CORROSIE CONTROLE (5/6) Als de voortzetting van de garantie onderworpen is aan herstelwerkzaamheden, wordt dit hieronder aangegeven VIN:...................... Uit te voeren corrosieherstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden:...
  • Pagina 344 ANTI-CORROSIE CONTROLE (6/6) Als de voortzetting van de garantie onderworpen is aan herstelwerkzaamheden, wordt dit hieronder aangegeven VIN:...................... Uit te voeren corrosieherstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden: Herstelwerkzaamheden: Stempel Datum van herstelwerkzaamheden:...
  • Pagina 348 RENAULT S.A.S. SOCIÉTÉ PAR ACTIONS SIMPLIFIÉE AU CAPITAL DE 533 941 113 € - 13-15, QUAI LE GALLO 92100 BOULOGNE-BILLANCOURT R.C.S. NANTERRE 780 129 987 — SIRET 780 129 987 03591 - TÉL. : 0810 40 50 60 Printing: August 2018 (01) / Publication Number: OM18NL-0U60E0EUR / Printed in France...

Inhoudsopgave