TOEGANG TOT DE MOTOR, NIVEAUS
Controleer bij werkzaam
heden onder de motor
kap, of de schakelaar
van de ruitenwisser in de
stand uit staat.
Verwondingsgevaar
Let op bij werkzaamhe
5
den dicht bij de motor,
deze kan nog warm zijn.
Bovendien kan de venti
lateurmotor onverwacht gaan
draaien. Het waarschuwingslamp
in de motorruimte herin
je
nert u hieraan.
Verwondingsgevaar
Zolang de motor warm
is, mogen er geen werk
zaamheden aan de mo
tor en het koelsysteem
worden uitgevoerd.
Risico op brandwonden.
3 5 0 - O n d e r h o u d
Peilen, filters
Remvloeistofpeil
Controleer regelmatig het peil van de
remvloeistof en zeker als u bij het rem
men een verschil, hoe gering ook, op
merkt.
Controle van het peil moet bij stilstaan
de motor en op horizontale ondergrond
plaatsvinden.
Peil 4
Het is normaal dat het peil daalt als de
bekleding versleten raakt, maar het
mag nooit onder de waarschuwingslijn
"MINI" komen.
Als u zelf de slijtage van de schijf en
trommel wilt controleren, vraagt u de
brochure met uitleg over de controle
methode op bij het netwerk of de web
site van de fabrikant.
Vullen
Na werkzaamheden aan het hydrauli
sche circuit moet de remvloeistof wor
den vervangen door een deskundige.
Gebruik hiervoor uitsluitend door onze
technische dienst goedgekeurde rem
vloeistof uit een verzegelde verpak
king.
Interval voor het vervangen
Raadpleeg het onderhoudsboekje van
uw auto.
Als het peil abnormaal of
herhaaldelijk daalt, moet u
een merkdealer raadplegen