PARKEERHULP
Werkzaamheden
3
Door het display 2 wordt de omgeving
van de auto weergeven en worden ge
luidssignalen gegeven.
Afhankelijk van de apparatuur kan het
nodig zijn om enkele meters af te leg
gen voordat de zijdetectie wordt geac
tiveerd.
Als alle zones een grijze achtergrond
hebben, wordt de volledige omtrek van
de auto bewaakt:
– Display A : de omgeving rondom de
auto wordt geanalyseerd;
– Display B : de omgeving rond de au
to is geanalyseerd.
Waarneming van obstakels
2 8 0 - R i j d e n
Het systeem is in staat om de meeste
obstakels aan de achterkant te detec
teren en, afhankelijk van de auto, aan
de voor- en zijkanten van de auto.
De frequentie van het geluidssignaal
neemt toe naarmate het voertuig een
obstakel nadert, totdat het een onon
derbroken pieptoon wordt als de auto
zich op ongeveer 20 cm van een ob
stakel bevindt dat aan de zijkanten
wordt gedetecteerd en ongeveer 30
cm voor een obstakel dat aan de voor-
of achterkant wordt gedetecteerd.
Het gebied waar het obstakel is gede
tecteerd, wordt weergegeven (display
C ). Afhankelijk van de auto wordt het
gebied groen, oranje (of geel, afhanke
lijk van de auto) of rood weergegeven,
ook afhankelijk van de nabijheid van
het gedetecteerde obstakel.
Opmerking: als de rijrich
ting verandert tijdens een
manoeuvre, wordt het risico
op een botsing met een obstakel
mogelijk te laat gesignaleerd.
Speciaal geval van obstakels gede
tecteerd aan de zijkant
Het systeem bepaalt de rijrichting aan
de hand van de richting van de wielen
en waarschuwt u voor het risico op
botsing met een obstakel 3 aan de zij
kant van de auto.