EXTRA RIJHULPMIDDELEN
– een doorgetrokken streep over
schrijdt zonder dat de richtingaanwij
zers worden aangezet;
– een onderbroken streept overschrijdt
zonder de richtingaanwijzers te active
ren, als de instelling "rijden over onder
3
broken streep" is geselecteerd.
In deze gevallen:
– activeert de functie een actie op de
stuurinrichting van de auto om de ver
plaatsingsrichting van de auto te corri
geren;
– het waarschuwingslampje
de indicator 4 aan de kant van de
overschreden streep gaat geel bran
den op het instrumentenpaneel.
Als de corrigerende actie op de stuur
inrichting onvoldoende is, gaan het
waarschuwingslampje
dicator 4 aan de kant van de over
schreden streep rood branden op het
instrumentenpaneel en gaat het stuur
wiel trillen.
Wanneer de instelling "Overschrijden
onderbroken streep" niet is geselec
teerd, slaat de functie alarm als het
voertuig een onderbroken streep over
schrijdt zonder de indicatielampjes te
activeren en er geen berm dicht ge
noeg bij de streep is.
In dit geval waarschuwt de functie de
bestuurder:
2 0 4 - R i j d e n
– door een trilling in het stuurwiel;
en
– het waarschuwingslampje
het lampje 4 aan de kant van de over
schreden streep gaat rood branden op
het instrumentenpaneel.
Opmerking: bochten kunnen enigs
zins worden afgesneden zonder dat de
functie wordt geactiveerd.
Bijzondere gevallen
"Houd controle" Waarschuwing
en
– Als het systeem actief is en geen ac
tiviteit van de bestuurder op het stuur
wiel meer detecteert, verschijnt het be
richt "Houd controle" op het instrumen
tenpaneel, vergezeld van een piepsig
naal en, afhankelijk van de auto, het
en de in
gele waarschuwingslampje
dat de bestuurder de auto weer onder
controle heeft.
– Als het systeem te lang in werking is
geweest, verschijnt het bericht "Houd
controle" op het instrumentenpaneel,
samen met een pieptoon, en afhanke
lijk van de auto verschijnt het waar
schuwingslampje
met het controlelampje 4 aan de kant
van de betreffende streep, totdat de
bestuurder de auto weer onder contro
le heeft.
en
het stuurwiel te bewegen.
Auto uitgerust met "Actieve rijhulp"
Als de functie "Rijstrookcentrering" te
gelijk met de functie "Preventie verla
ten rijstrook" wordt geactiveerd, zal de
weergave van het waarschuwings
lampje als volgt variëren:
– de functie "Rijstrookcentrering" is ac
tief: het groene waarschuwingslampje
vervangt het witte of grijze
waarschuwingslampje op het in
strumentenpaneel. Zo wordt u prioritair
geïnformeerd over de status van de
tot
functie "Rijstrookcentrering";
– De functie "Rijstrookcentrering" is in
standby gezet en de functie "Preven
tie verlaten rijstrook" is niet gereed en
niet actief: het grijze
wingslampje vervangt het witte of grij
ze waarschuwingslampje
geel, samen
instrumentenpaneel. Zo wordt u priori
tair geïnformeerd over de status van
de functie "Rijstrookcentrering";
U kunt de correctie van de
verplaatsingsrichting op elk
moment onderbreken door
waarschu
op het