ADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR
Bewaking veilige afstand in
schakelen
Zodra de snelheidsregelaar is inge
schakeld, verschijnt de standaard veili
ge afstand 13 in het groen op het in
strumentenpaneel.
3
Als het systeem een voertuig detec
teert in uw rijstrook, verschijnt de om
trek van een voertuig 11 boven de af
standsmeter 12 op het instrumenten
paneel.
De snelheid van uw auto wordt continu
aangepast aan de snelheid van uw
voorligger. Indien nodig remt uw auto
(de remlichten gaan branden) om de
afstand die het instrumentenpaneel
aangeeft, te bewaren.
Opmerking: de grootte van de omtrek
11 varieert afhankelijk van de afstand
tussen u en uw voorligger. Hoe groter
de omtrek, hoe dichterbij uw voorlig
ger.
De kruissnelheid instellen
U kunt de snelheid wijzigen door de
knop 6 een aantal keren in te drukken
(voor een kleine wijziging) of ingedrukt
te houden (voor een grote wijziging):
– omlaag: (SET/-) om de snelheid te
verlagen;
– omhoog (SET/+) om de snelheid te
verhogen.
2 6 8 - R i j d e n
De volgafstand instellen
U kunt op elk moment de veilige af
stand ten opzichte van uw voorligger
wijzigen door herhaaldelijk op de scha
kelaar 8 te drukken.
De horizontale afstandsmeter op het
instrumentenpaneel duidt de beschik
bare veilige afstanden aan:
– afstandsmeter G : grote afstand
(komt overeen met ongeveer 2,4 se
conden);
– afstandsmeter F : middelgrote af
stand 2 (komt overeen met ongeveer 2
seconden);
– afstandsmeter E : middelgrote af
stand 1 (komt overeen met ongeveer
1,6 seconden);
– afstandsmeter D : kleine afstand
(komt overeen met ongeveer 1,2 se
conden).
De geselecteerde afstandsmeter wordt
groen. De andere meters blijven grijs.
Opmerking: u moet de ingestelde af
stand afstemmen op de verkeersdruk
te, de lokale regelgeving en de weers
omstandigheden.
De veilige afstand wordt
standaard aangepast via de
afstandsmeter F .
Sneller rijden dan de gekozen
snelheid
U kunt de kruissnelheid van de auto al
tijd verhogen door het gaspedaal in te
drukken.
Als de kruissnelheid 10 wordt over
schreden, wordt deze geel.
Als de bestuurder het gaspedaal in
trapt, werkt de functie "Distance Con
trol (Afstandscontrole)" niet meer.
Laat het gaspedaal los: de snelheids
regelaar en veilige afstand gaan auto
matisch terug naar de eerder gekozen
instellingen.