PARKEERHULP
Keuze van het manoeuvre
Het systeem kan vier drie soorten ma
noeuvre uitvoeren:
– parallel parkeren 5 :
– auto achteruit inparkeren 6 ;
– parallel geparkeerde auto weer uitrij
den 7 .
Selecteer in het multimediascherm
4 de manoeuvre dat u wilt uitvoeren.
Opmerking: bij het starten van de au
to of na een geslaagde fileparkeerma
noeuvre met behulp van het systeem,
stelt het systeem standaard het ma
noeuvre om uit te rijden voor.
In andere gevallen kan het standaard
manoeuvre worden ingesteld in het
multimediascherm 4 .
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
het multimediasysteem voor meer in
formatie.
Het opstarten van systeem
gaat gepaard met het in
schakelen van de Parkeer
hulp en, bij auto's die hiermee zijn
uitgerust, de achteruitrijcamera of
de 360ºcamera zodat de bestuur
der de manoeuvre 279, 285,
293 beter kan visualiseren.
Werkzaamheden
Parkeren
Zolang de auto minder dan ongeveer
30 km/u rijdt, zoekt het systeem naar
beschikbare parkeerplaatsen aan bei
de zijden van de auto.
Wanneer een plaats is gevonden, ver
schijnt deze op het multimediascherm
4 , aangeduid met de letter "P". Rijd
langzaam totdat het bericht "STOP"
verschijnt en een pieptoon klinkt. Als er
meer dan één parkeerplaats wordt ge
detecteerd, moet u de gewenste plaats
selecteren door het scherm aan te ra
ken.
De plaats wordt groen op het multime
diascherm 4 en wordt aangeduid met
de letter "P".
– Stop de auto;
– schakel de achteruitversnelling in.
Het controlelampje
brandt op
het instrumentenpaneel in combinatie
met een geluidssignaal.
– Laat het stuur los;
– volg de instructies op het multime
diascherm 4 .
U mag niet sneller dan ongeveer 7 km/
u rijden.
Als het controlelampje
en u een piepsignaal hoort, is het ma
noeuvre voltooid.
3
verdwijnt
R i j d e n - 2 8 9